Wortelen (Daucus carota)Behoren tot de familie van de schermbloemigen:: selder, knolselder, peterselie, kervel, wortelen, knolvenkel, pastinaak, wortelpeterselie. Het leuke aan de wortelteelt is dat we, als we kiezen voor verschillende zaaidata en verschillende rassengroepen we het gehele jaar van onze zelf gekweekte wortelen kunnen genieten. Wanneer we eraan denken zelf wortelen te gaan kweken is het belangrijk eerst uit te zoeken welk type van wortelen we willen gaan kweken. Als we nagaan welke types wortelen te koop aangeboden worden onderscheiden we daarbij drie types: De busselwortelen of bospeenWorden verkocht in bussels met het loof, deze wortelen zijn dan ook de eerste verse wortelen die we in het voorjaar kunnen oogsten en zijn verder tot november beschikbaar. Ze kunnen ook onder glas of plastiek gekweekt worden. De rassengroep "Amsterdamse Bak" is het meest geschikt voor deze teelt. De losse wortelen of waspeenZijn iets grover en ook langer dan het vorige type. Ze worden vooral gebruikt voor de zomerteelt van wortelen. De rassengroep "Nantes" is hiervoor het meest gebruikt. De winterwortelen of breekpeenDe winterwortelen of breekpeen: dit zijn grove tot zeer grove wortels die pas in het najaar geoogst worden en eventueel kunnen gebruikt worden voor de lange bewaring. De rassengroepen "Berlikumer" en "Flakkeese" zijn hier de meest bekende. De laatste jaren hebben de hybriden ook in de wortelteelt hun intrede gedaan. Toch kunnen we deze hybriden meestal wel onderbrengen bij één van de bovenstaande types. Hybriden hebben het voordeel dat ze groeikrachtiger zijn en uniformere wortelen geven bij de oogst. Nadeel is natuurlijk, zoals steeds, de kostprijs die veel hoger ligt. Parijse worteltjes Parijse worteltjes zijn zeker ook de moeite om eens uit te proberen en komen qua teeltwijze overeen met de busselwortelen.
Een vruchtwisselingeis van 1 op 4 is aan te raden voor de teelt van wortelen. Ook de voorteelten zijn belangrijk. Voorteelten die een hoge stikstofbemesting verlangen zijn uit den boze. Denken we daarbij aan koolgewassen of spinazie. Als we wortelen willen telen moeten we vertrekken van een stukje grond met weinig stikstofvoorraad. Natuurlijk zorgen we er ook voor dat op het uitgezochte stukje grond vooraf geen peterselie of selder of andere schermbloemigen gestaan hebben. De bemesting is voor wortelen toch wel een gegeven om goed te verzorgen. Eerst en vooral moeten we erop wijzen dat wortelen er niet tegen kunnen om plots in contact te komen met hoge meststofconcentraties. Vooral de kiemplantjes zijn hiervoor gevoelig. Vandaar dat we absoluut geen kunstmeststoffen mogen gebruiken vlak voor het zaaien van de wortelen. Deze kunstmeststoffen dienen we beter een maand vooraf toe. Als dit niet mogelijk is en een bemesting dringt zich toch op dan kiezen we beter voor een gedroogde organische meststof. Deze meststoffen geven hun voedingselementen niet allemaal in één keer vrij, waardoor we geen problemen zullen hebben met verbranding van de worteltjes van de jonge kiemplantjes. Zoals reeds vermeld bij de vruchtwisseling moeten we bij wortelen niet overdrijven met de stikstofbemesting. Teveel stikstof veroorzaakt een sterke loofgroei, waarbij de groei van de wortel achterblijft. De wortel zal ook bleker van kleur zijn en minder stevig. Om een mooie kleur en een goede, kwalitatieve wortel te bekomen is de kaliumbemesting daarentegen zeer belangrijk. Dit is trouwens zo voor alle wortelgroenten zoals knolselder bijvoorbeeld. We kiezen dan ook een meststof met een relatief grote hoeveelheid kalium er in verwerkt, of indien dit niet kan dan zullen we extra kalium toedienen onder de vorm van de meststof Patentkali, maar opgepast, ook deze meststof niet direct voor het zaaien toedienen. Hoe dan ook moeten we bij wortelen niet al te veel bemesten. Weet u dat het vorige seizoen de gewassen op het uitgekozen stukje grond goed groeiden, dan moet er weinig tot niet bemest worden. Indien de groei het jaar voordien minder was of als u twijfelt aan de voedingstoestand is een goede voorraad bemesting: 80 gram per m² onder de vorm van een organische meststof met samenstelling 6-7-8 samen met 50 gram patentkali om toch voldoende kalium ter beschikking te stellen. Doe dit veertien dagen op voorhand, zo vermijd u dat de verse organische meststoffen door hun reuk de wortelvlieg aantrekken. Was de groei het vorige jaar goed, dan kunt u in sommige gevallen toch opteren voor wat kaliumbemesting. Voor meer info hierover verwijs ik naar het artikel over kaliumbemesting : klik hier. Belangrijk: gebruik geen verse stalmest bij de teelt van wortelen, want dan ontstaan er vertakte wortelen. De teeltperiodes voor busselwortelen bieden een waaier aan mogelijkheden. Maar om gezonde wortels te telen zonder veel problemen met de wortelvlieg kan ik maar één advies geven: hoe vroeger, hoe liever. En dit kan zeer vroeg, want de kiemplantjes van wortelen zijn ongevoelig voor vriestemperaturen tot -8°C. Het is wel goed te weten dat de bijna oogstklare wortelen niet tegen dergelijke vriestemperaturen kunnen, waardoor we onze wortelen gedurende de winter niet op het veld kunnen laten, althans niet zonder afdekking. Natuurlijk zal de grondsoort die we ter beschikking hebben voor het grootste deel bepalend zijn of we al dan niet vroeg kunnen uitzaaien. Maar voor diegenen die een lichte grond ter beschikking hebben kan het wortelseizoen al starten begin januari of zelfs eind december. Op een zonnige droge dag in die periode, vorstvrij natuurlijk, kunnen we starten met de teelt van busselwortelen onder kleine plastiektunnels. Dat wil zeggen dat we na het zaaien een kleine tunnel over het zaaibed aanbrengen, maar in de tunnel wordt op de grond van het zaaibed nog eens een plastiekfolie gelegd. Als we onze zaaiingen aanvatten eind januari of in februari hoeven we geen gebruik meer te maken van kleine plastiekkoepeltjes, maar is het toch best om een dubbele afdekking van het zaaibed te voorzien. Dit betekent eerst een laag agryldoek en daarover een flodderfolie (geperforeerde plastiekfolie). De tweede folie wordt dan vanaf half maart verwijderd. In de maand maart kunnen we met een gerust hart wortelen gaan uitzaaien zonder afdekking. Als we onze wortelen voor begin april kunnen zaaien en ze niet al te lang laten staan als ze oogstbaar zijn, hoeven we geen problemen met de wortelvlieg te vrezen. Om regelmatig wortelen te oogsten kunnen we zo iedere maand wat zaaien, de uiterste zaaidatum van wortelen is wel degelijk half augustus. Indien we later zaaien dan valt de oogstperiode na half november en is de groei van de wortelen minimaal waardoor we geen voldoende productie zullen bekomen. De wortelen die we gezaaid hebben in januari zullen al oogstbaar zijn in juni en dan kunnen we regelmatig gaan oogsten tot half-november en zelfs langer, tenminste als we regelmatig wat uitgezaaid hebben. Teeltschema zie : http://home2.scarlet.be/dedeene2/wortelgroenten/wgwortel.htmDe zaaiafstanden zullen kleiner zijn voor de vroege teelten en veel ruimer voor de teelt van winterwortelen. Voor de vroege teelt gebruiken we bijvoorbeeld een zaaiafstand van 15cm tussen de rijen en plantafstanden van drie cm in de rij. Later schakelen we over naar rijafstanden van 20 cm en plantafstanden van 4 cm. Om aan deze plantafstand te komen moeten we in feite iets dikker gaan zaaien en dan later uitdunnen. Alhoewel het uitdunnen natuurlijk een ideaal middel is om de wortelvlieg aan te trekken. De geur die vrijkomt bij het uitdunnen van de jonge plantjes kan door de wortelvlieg gemakkelijk waargenomen worden waardoor de kans op aantasting aanzienlijk groter wordt. De zaaiperiode voor winterwortelen is beperkt: half april tot einde mei, met oogst in oktober, november. Als we winterwortelen te vroeg zaaien hebben we veel meer last van opschieters, dwz dat de plant vroegtijdig een bloemstengel gaat aanmaken. Winterwortelen zaaien we natuurlijk ruimer: 30 x 6cm is een goede plantafstand. De wortelen kunnen eventueel overwinterd worden op het veld door bij vorst af te dekken met 1 of 2 lagen plastiekfolie en daarover stro aan te brengen. Anders kunnen we de wortelen oogsten en in een kuil bewaren. De leefwijze van de wortelvlieg: de vlieg let in mei eieren aan de wortelhals of kort daarbij. Daaruit ontstaan glanzende, witgele maden. De buitenste bladeren verkleuren en sterven af. Aan de uiteinden van de wortelen, vooral naar de punt toe, wreten maden roestbruine gangenDe wortelvlieg overwintert in de grond, onder de vorm van een bruine pop. Hieruit
ontstaat in het voorjaar een vlieg. De factoren die het optreden van de wortelvlieg bevorderen:
Door vroeg te zaaien schakelen we heel wat problemen uit.
|
Nog meer over groenten
![]() Boekentip! De Groente- en Fruit Encyclopedie met beschrijvingen van 99 % van alle groente- en fruit soorten en van alle technieken nodig om succesvol groenten en fruit te telen. Winnaar Beervelde Award voor het beste Belgische tuinboek.- "...de compleetste encyclopedie wat groenten en fruit betreft..." (uit De Volkstuin) "...een prima doe-boek..." (uit Nest). Klik hier voor meer info en talrijke recensies over dit boek © Copyright Luc Dedeene (Contact) & Plantaardig.com (1998-2011) Alle rechten voorbehouden.
|