Categorie archieven: Ziekten Plagen

Aardappelziekte : waarschuwing en bestrijding (syn aardappelplaag, phytophthora)

Inleiding

4 juni 2014. We kregen al regelmatig wat regen te verwerken. Het aardappelloof is al goed ontwikkeld waardoor het minder goed opdroogt. Kortom, de ideale omstandigheden voor aardappelziekte zijn al een hele tijd aan de gang. Er was al aardappelziekte gesignaleerd. Met de huidige regen en de aangekondigde opwarming zullen er nieuwe infecties optreden. Controleer uw gewas vanaf nu elke dag! En grijp bij vaststelling van de ziekte onmiddelijk in. Maar omdat de omstandigheden zo slecht zijn, is preventief ingrijpen aan te raden. Omdat er ook na het weekend opnieuw regen voorspeld wordt blijft de situatie de komende twee weken zeer gunstig voor de ontwikkeling van de aardappelziekte.
Als de bladeren van aardappelen gedurende een bepaalde tijd nat blijven, dan is de kans op de kieming van de sporen van de schimmel groot. Een preventieve bestrijding moet nu zeker uitgevoerd worden, indien nog niet gebeurd. Hebt u al eens behandeld, dan is het nu tijd voor een nieuwe gewasbescherming.

De vrees bestaat dat gewone preventiemaatregelen, zonder bespuiting, dit jaar, 2014,  onvermijdelijk tot catastrofes zal leiden in veel tuintjes!!!!  

Preventief
Het is zaak de kieming van de sporen van de aardappelplaag voor te zijn. In principe moet de behandeling tijdig gestart worden zodat ook de onderste bladeren beschermd worden. Dit is nog moeilijk te verwezenlijken als het gewas helemaal dicht gegroeid is en al in bloei staat. Best wordt met de bespuiting begonnen als de planten elkaar in de rij beginnen te raken.

Indien er al aardappelplaag aanwezig is moeten de zieke plekken zo grondig mogelijk verwijderd worden en onmiddellijk gevolgd worden door een bespuiting. Zo kan je de kieming van sporen – (afkomstig van de zieke planten) –  op het gezonde aardappelloof voorkomen.

Bespuiting

Gebruik bij de bespuiting voldoende water zodat het loof volledig nat wordt. De planten goed bevochtigen, maar afdruipen van de spuitvloeistof voorkomen. Dit betekent bij een volgroeid gewas meestal zo’n tien later water per 100 m².
De aandroogtijd van de middelen schommelt, afhankelijk van het middel,  tussen de 1 en maximaal 6 uur. Het hoeft dus geen hele dag droog te blijven vooraleer een behandeling kan uitgevoerd worden. Een viertal uur is meestal voldoende.

Hou rekening met de wachttijd van het product, meestal twee tot drie weken voor het oogsten. Vooral belangrijk bij de vroege aardappelen. Behandel enkele rijen die je binnenkort wenst te oogsten dan maar niet.

Bespuiting gebeuren bij vochtig, warm weer met bijna dagelijks regen op zijn minst wekelijks. Bij normaal weer, toch op zijn minst drie keer tijdens de junimaand. Daarna zou het ergste achter de rug moeten zijn, behalve bij de late aardappelen, waar we langer door moeten gaan met de bespuitingen.
Het behoort tot de wettelijke plicht van iedere aardappelteler, professional of liefhebber, om de aardappelplaag te voorkomen en indien nodig te bestrijden!

Productkeuze
Vraag advies in uw professioneel (tuin)centrum omtrent de te gebruiken producten. Door het verschil in erkenningen tussen Vlaanderen en Nederland is het niet mogelijk hier producten te publiceren. Zo is  bijvoorbeeld in België het gebruik van koperhoudende producten (contact, preventief) erkend in de biologische teelt van aardappelen, maar in Nederland niet.
Gebruik een afwisseling van minstens twee producten, liefst één met preventieve contactwerking die de kieming van de sporen verhindert en één met terugwerking (curatief) die de kieming van de sporen onderbreekt (moderne middelen).

De contactmiddelen : Preventieve behandeling zonder knolbescherming. (producten op basis van mancozeb, chloorthalonil en eventueel koperhoudende producten en Bordeauxse pap)
Contactmiddelen met knolbescherming
-beter regenbestendig
-preventieve werking, sterke werking tegen sporen.
Zo’n middel is  Unikat Pro (in België).
Lokaal systemische of translaminaire middelen
– middelen die worden opgenomen door het gewas.
– weinig gevoelig voor afspoeling door regen.
4 juni 2014 : In België zijn heel wat middelen voor de bestrijding van aardappelziekte in aardappelen beschikbaar voor de liefhebber, al deze producten hebben een toelatingsnummer dat eindigt op G/B (Garden producten). Volgens opzoekingen op Fytoweb.be zijn dit de volgende Cuprex Garden (contactmiddel), Dithane Garden (contactmiddel), Infinito Garden (systemisch middel) , Proxamil Garden (systemische werking) en Revus Garden (systemische werking);

4 juni 2014 : Volgens opzoekingen op ctgb.nl zijn in Nederland Revus Garden en Infinito ter beschikking voor de liefhebber. Misschien zijn er nog, maar het systeem laat een concrete opzoeking niet toe.

Preventie
Natuurlijk mogen wij de preventie van aardappelplaag niet uit het oog verliezen.

  • Een ruime rijafstand zodat het loof goed kan opdrogen.
  • Pas om de vier jaar terugkeren op hetzelfde perceel met aardappelen.
  • Opslagplanten en afvalhopen verwijderen.
  • Gekeurd pootgoed gebruiken (dit is op diverse ziekten en aantastingen gekeurd en onderzocht).
  • Vroeg gewas (voorkiemen of vroeg rijpend ras nemen).
  • Evenwichtige bemesting en juiste plantenafstand.
  • Op percelen die aangetast zijn wordt het aangetast loof verwijdert, de knollen kunnen dan nog afrijpen. Het loof gaat mee met het huisvuil.
  • Tolerante rassen kiezen. Let wel, resistentie bestaat niet!

De cyclus
(klik figuur voor groter)De ziekte verspreidt zich via sporen en overwintert in knollen en in afvalhopen. Oösporen zijn (geslachtelijke) overlevingssporen die in de grond en in loofresten achterblijven. Ze kunnen in de grond enkele jaren overleven. Aantasting door oösporen kunt u voorkomen door niet vaker dan eenmaal per 4 jaar op hetzelfde stuk tuin aardappelen of tomaten te telen. Als u ziek loof op de composthoop gooit en later de compost onderspit, verspreidt u de oösporen met de compost over uw hele tuin.

De gewone (ongeslachtelijke) sporen zijn de ziektekiemen die zich via de lucht verspreiden en zo de buurpercelen kunnen aantasten. Ze worden gevormd in het witte schimmelpluis op de onderkant van aangetaste bladeren en stengels. Verwijder daarom onmiddelijke aangetaste plantendelen.

Overwintering van de aardappelziekte.

Ongeslachtelijk.
De schimmel overleeft de winter in aangetaste aardappelen die op het veld achterblijven. Als deze aardappelen in het voorjaar opnieuw kiemen en het loof boven de grond komt, is het loof onmiddellijk aangetast.


De laatste 10 jaar is er ook sprake van overleving via oösporen (geslachtelijke sporen) in de grond. Deze kunnen dan in het voorjaar kiemen en aardappelloof infecteren. Het zijn deze geslachtelijke sporen die ervoor zorgen dat de aardappelziekte in deze eeuw zoveel agressiever geworden is. Het is ook door de geslachtelijke vermenigvuldiging (die vroeger in Europa niet voorkwam) dat de resistentie bij resistente rassen dikwijls doorbroken wordt.

Ziekteverloop (zie nummers op de foto)

Bron van deze foto:
vegetablemdonline.ppath.cornell.edu/factsheets/Potato_Latehtm

PotatoLateColl
1. De spore van aardappelziekte heeft water nodig om te kiemen bij een gematigde temperatuur. 3 tot 5 dagen na de infectie zijn kleine vlekjes zichtbaar op de bladeren, maar ook op de stengels.

2. Deze vlekjes worden snel groter.

3. In het begin zien deze vlekjes er waterachtig, glazig uit.

4. Enkele dagen later zijn dit droge, verdorde vlekken.

5. De vlekken zijn dikwijls omringd door een lichtere gele zone.

6. Ook de stengels kunnen aangetast worden.

7. Bij sterke aantasting en veel regen kan de infectie doorgaan tot in de knollen.

Rassen en aardappelplaag

Vroeg
Vroege aardappelen zijn over het algemeen gevoelig voor aardappelplaag, vandaar een selectie van drie rassen die in deze groep behoren tot de minst vatbare voor aardappelplaag, zeker wat betreft overzetting naar de knol.
’Première’ – Kan zeer vroeg geoogst worden. Bloemige aardappel met gele gladde schil en lichtgeel vruchtvlees.
‘Prior’ – Vast in de kook. Geschikt voor kleigrond.
‘Fresco’ – Vroeg aardappel. Vastkokend. Zeer goede keukenaardappel, geschikt voor frieten. Lang bewaarbaar.
Halfvroeg
Eén ras is bijzonder tolerant tegen aardappelplaag en wordt zelfs aangeraden voor biologische teelt.
‘Sante’ Bloemige aardappel met lichtgeel vruchtvlees. Geschikt voor alle bereidingen. Goede bewaaraardappel.
Middenlaat en laat
‘Agria’, ‘Nicola’,  ‘Charlotte’ zijn gekende, vrij tolerante soorten tegen aardappelplaag.
Bijzonder resistent tegen aardappelplaag zijn :
‘Ditta’, ‘Remarka’ , ‘Disco’,  ‘Surprise’, ‘Allure’, ‘Aziza’  en ‘Texla’ , deze laatste heeft eigenlijk nooit last van aardappelplaag.

Waarom aardappelplaag voorkomen?

Niet alleen sterft het loof volledig af en zal de productie dus niet heel groot zijn. Het meest vervelende  is dat een groot deel van de knollen ziek worden en niet meer geconsumeerd kunnen worden, ook tijdens de bewaring worden nog veel knollen ziek.

Kenmerken

Phytophthora herkent u aan bruinzwarte vlekken op het blad, waarbij aan de onderkant van het blad op de grens van ziek en gezond, groen weefsel onder vochtige omstandigheden wit schimmelpluis ontstaat. Op de stengels kunnen bruinzwarte vlekken ontstaan, die vaak beginnen in de bladoksels. Op de knollen vormt Phytophthora bruinachtige, iets ingezonken plekken; de knol is roestbruin verkleurd met ‘eilandjes’ van gezond weefsel. De knol verrot.

Tip : lees ook het artikel van Cor over aardappelplaag, met adviezen: klik hier

kenmerken aardappelplaag  op het loof, klik om te vergroten

Kenmerken op de knol (uit het artikel Aardappelen met zwarte of bruine huid) klik op de foto om te vergroten.

 

Is er nog slawortelboorder na 15 augustus? Met video van de SWB

Er komen al lang geen nieuwe artikels meer op GroentenInfo. Dat blijft nog een tijdje zo. Ondertussen worden wel alle vragen beantwoord via mail en op de website. GroentenInfo is er om te helpen, nietwaar?

Voor Herman maken we een uitzondering op de publicatiestop. Voor zijn oproep in verband met de slawortelboorder. Om zo nog meer over dit insect te weten te komen. En zo zijn adviezen, die al opgevolgd worden door verschillende tuinders in Vlaanderen en Nederland te perfectioneren.

(Voor wie niet direct weet waar het over gaat, lees ook eens dit artikel van Herman :

Alle informatie over de slawortelboorder, straks ook in jullie moestuin?

Hij schreef volgend bericht. Foto en video vind u onderaan dit artikel. 

Beste collega hobbytuinder,
In 2012 werden bij Herman De Moor alle (talrijke)  slabedden ‘nachts,gans het jaar door, afgedekt met schaduwdoek en GEEN ENKELE aantasting door de SWB-larve werd opgemerkt.
Een bewijs dus dat afdekking van de slabedden HET middel is om het SWB-probleem aan de basis aan te pakken.
In 2013 werden alle slabedden en kweekplantjes in pot,opnieuw afgedekt met uitzondering van één testbedje (in vollegrond) met een zestal slaplantjes.waarvan er na een paar weken reeds de helft sneuvelden én de larve telkens terug gevonden werd.
Nogmaals het bewijs dat s’nachts afgedekte bedden wel degelijk beveiligd zijn tegen de SWB-aantasting.
Omdat, volgens Herman althans, sommige literatuur onterecht aangeeft dat de SWB-mot ook vliegt in aug-sept wou ik dit jaar een speciaal verzoek richten aan de lezers om mee te werken aan een test.
Gelieve daarom in uw komende nieuwe zaai-of plantbedden, vanf 15 aug, NIET  meer af te dekken en na te gaan of er achteraf toch nog aantastingen zullen optreden.
Bijgevoegde verzamelfoto en volgend filmpje,ons opgestuurd door lezer Erwin,zijn een goed hulpmiddel om de juiste diagnose te stellen.

 

Wat moet je doen indien je de larve ontdekt in de laatste zaai-en plantbedden in de periode na 15 augustus 2013?

Maak digitale foto’s van de larve en stuur die op in een email naar lezersbijdrage@plantaardig.com .Vermeld in “het onderwerp” van de email de tekst SWB3 . Op die manier komt uw email niet alleen terecht bij Luc Dedeene maar onmiddelijk ook in Herman zijn email-postbox.
Alleen emails MET foto van de larve,eventueel aangevuld met een woordje uitleg,zullen behandeld worden door ons,teneinde onze diagnoses 100% sluitend te maken.
Herman zelf zal eveneens ,op al zijn bestaande slabedden(in totaal een achttal),identiek dezelfde test doen…
Geldige inzendingen kunnen aanleiding geven tot verdere uitwisseling van informatie via email met lezersbijdrage@plantaardig.com en/of Herman.
Als blijkt dat er géén aantastingen meer optreden zullen we uiteindelijk vroeger kunnen stoppen met afdekken van onze slabedden en is er een belangrijke zekerheid meer omtrent de gevaarlijke infectieperiodes.
Met dank voor uw medewerking van dit belangrijk experiment.
Video 1

Video 2

Lees zeker ook eens het artikel met alle info die in de loop van de jaren verzameld werd.

http://www.plantaardig.com/groenteninfo/berichten/de-slawortelboorder-straks-ook-in-jullie-moestuin/

De slawortelboorder: bevindingen, conclusies en aanbevelingen na twee jaar intensieve opvolging

InlineRepresentation2aba52367f864973[1]_thumb[1]

Opgelet : indien u deze plaag nog niet kent, lees zeker ook de twee voorafgaande artikels, om verwarring met andere bodeminsecten uit te sluiten

Op deze foto’s de nachtvlinder (slawortelboorder) en de rups (slawortelboorder), klik om te vergroten.
800px-Korscheltellus_lupulinus01

rups-slawortelboorder

Wat vooraf ging
Toen Herman in 2009 voor het eerst slawortelboorder (Korscheltellus lupulinus) in zijn groentetuin vasstelde had hij nog niet de indruk dat de plaag belangrijk was. Toch werd toen al een oproep gelanceerd op GroentenInfo om na te gaan of en in welke mate deze plaag ook nog bij andere hobbytuinders voorkwam. Het werd een artikel vooral de nadruk legt op het verschil tussen de verschillende andere bodeminsecten en de rups van de slawortelboorder. Zie het artikel De slawortelboorder doet bijna oogstbare kroppen sla verwelken (16 juni 2009). Lees zeker dit artikel om verwarring met andere bodeminsecten, zoals aardrupsen, emelten, ritnaalden of engerlingen uit te sluiten. De gevolgen van een aantasting door slawortelboorder zijn meestal erger dan deze van andere bodeminsecten.

Dit alles leidde uiteindelijk in het voorjaar van 2010 tot een uniek artikel met alle mogelijke info over de slawortelboorder, zowel uit de literatuur, als uit eigen bevindingen. Zie het artikel Uitgebreide info over de  slawortelboorder, uit literatuur en eigen bevindingen (28 april 2010)

Enkele  bevindingen uit dit laatste artikel werden in de loop van het seizoen 2010 in de praktijk omgezet. Met de bedoeling de aantasting door de rupsen van de slawortelboorder zeer sterk terug te schroeven. Nog een geluk dat er maatregelen genomen werden, want de plaagdruk van de slawortelboorder was onverwachts groot! Een echte epidemie, zo noemt Herman het in zijn artikel.

In dit derde artikel worden een aantal proefnemingen die Herman de Moor gedaan heeft in 2010 toegelicht, ze worden gevolgd door enkele voorname conclusies en aanbevelingen in verband met de slawortelboorder. Hierna  volgt het derde artikel over de slawortelboorder geschreven door Herman de Moor.

Inleiding

 

Dit artikel is bedoeld als afsluiter van de vroegere artikels over de slawortelboorder (in dit artikel soms afgekort als SWB).
Gezien de ervaringen van 2009 en vermits, bij elke aantasting van een slabed, de SWB larve consequent opgespoord en verwijderd werd, was het maar de vraag of er in 2010 opnieuw gelijkaardige aantastingen zouden voorkomen.
Tot mijn grote verwondering bleek dit inderdaad het geval te zijn.De aantasting nam afgelopen seizoen de vorm aan van een epidemie en kostte het leven aan 41 slaplanten.

1. Afdekken.

De eerste twee plantbedden waren, dankzij afdekken, vrij van enige aantasting.

Een derde plantbed, geplant op 14/04/10, was nauwelijks een week onbeschermd en vanaf 05 /05 al grondig aangetast (zie onderstaande foto). Bovendien bleek achteraf de aantasting uit te breiden naar een aangrenzend slabed dat steeds voldoende afgeschermd was geweest tijdens de nacht. aangetast bed door slawortelboorder

Een zaaibed, gelegen naast het gazon, gewild afgedekt met grofmazig vogelnet,  werd vanuit het gazon eveneens in beperkte mate aangetast, zie onderstaande foto.afdekking tegen slawortelboorder

Toen rees het vermoeden dat de larven zich overdag verplaatsen naar aangrenzende teeltbedden of vanuit gras naar een aanpalend slabed

2. Onderzochte preventiemaatregelen.

Vanaf dan ondernam ik volgende maatregelen :

° Alle zaai-en plantbedden zouden tot einde juli  ‘s nachts afgedekt worden

° Vanaf 17/05 werden planten, bij het inplanten, aangegoten met het in België, in de biologische teelt, erkende middel ‘Conserve’ (link naar productbeschrijving fabrikant, of zie ook dit artikel). Conserve werd gekozen omdat het enerzijds een goed rupsenbestrijdingsmiddel is en anderzijds ook gebruikt wordt om groenteplanten aan te gieten tegen de koolvlieg. Het was natuurlijk nog de vraag of aangieten tegen de rups van de slawortelboorder ook zou helpen.

° Vanaf 01/06, het opzetten van onbeschermde kleinschalige plant-testbedjes al dan niet aangegoten met ‘Conserve’

° Alle bedden worden nu in kaart gebracht, de aantastingen nauwkeurig genoteerd met datum, teeltplaats, aantal planten, aantal larven/plant.

° Begin juni wordt er ‘s nachts een zelfgebouwde nachtvlinderval geplaatst tijdens een vijftal nachten.

3. Het volledige verhaal van de 2010-teelten

 

3.1. De slasoorten : kropsla (Limax), krulsla, eikenbladsla, ijsbergsla

3.2. De plant- en oogstdatums waren alle gesitueerd tussen

– Het 1ste slabed in koude bak met gekochte plantjes: geplant op 12/03 en oogstbaar vanaf 01/05.

en

– Het laatste slabed op worteldoek geoogst begin november.

3.3. Overzicht van de slabedden: 32 bedden met  339 slaplanten in totaal

° Sla in de koude bak : 4 plantbedden (37 planten) + 4 zaaibedden (53 planten)

° Sla  op worteldoek : 7 bedden (81 planten)

° Sla in vollegrond : 8 plantbedden (92 planten) + 5 zaaibedden (60 planten) + 4 test-plantbedden (16 planten)

3.4. Gebruikte beschermingsmiddelen

* Op de koude bak (40 cm hoog): grofmazig vogelnet (dag en nacht) slawortelboorder bestrijden - afdekken met vogelnet

* Op het worteldoekbed: stukken worteldoek gesteund door planken, gedragen door 18cm hoge balken rondom het bed, zie onderstaande foto.

sla op gronddoek afdekken tegen de rupsen

* Op de bedden in vollegrond : koepels afgedekt met plastic, noppenfolie of doek, ook gebruik van vliesdoek ( ‘s  nachts), zie onderstaande foto.slawortelboorder bestrijden, afdekken net

3.5. Overzicht van de aantastingen door de slawortelboorder

* op 05/05/10 :eerste aantasting op een onbeschermde vollegrondsteelt geplant op 04/04/10

* op 24/05 : 18 planten (12×1+5×2+1×5)

* op 08/06 : 30 planten (23×1+5×2+1×5)

* op 08/07 : laatste(41ste) aantasting op onbeschermd testbed (35×1+5×2+1×5)

In de periode van 05/05 tot 08/07 werden op 23 verschillende dagen een of meerdere aantastingen genoteerd!

Dank zij het consequent afdekken bleef de aantasting beperkt tot een viertal slabedden met 60 slaplanten waarvan 41 aangetast werden!

3.6  Test met een biologisch middel ‘Conserve’

Bij het planten werd 100cc/plant aangegoten, vertrekkend van een oplossing van 20cc/5 liter water, goed voor 50 planten.

Op de testbedden was er geen verschil te merken tussen bedden al of niet behandeld met  product.

4. Aanvullingen ter vervollediging van het overzichtsartikel dat in 2010 verscheen (zie Uitgebreide info over de  slawortelboorder, uit literatuur en eigen bevindingen (28 april 2010))

 

4.1. De nachtvlinder (de mot)

° Het vrouwtje legt, al fladderend tussen de slaplanten, haar volledige voorraad eitjes gedurende een drietal avondvluchten.

° Ze detecteert door een zeer sterk ontwikkeld reukorgaan  de aanwezigheid van haar geliefkoosde waardplant.

° De eitjes worden, indien geen belemmeringen, zo dicht als het kan bij de stengel, op de grond gedeponeerd.

° De slawortelboorder komt minder voor op zandgronden (dit werd bevestigd door een pioenroos-snijbloemkweker uit NL).

4.2.  De rups ( de larve)

° De rups verplaatst zich soms van plant(bed) tot plant(bed), zie onderstaande, unieke foto!migrerende rups van de slawortelboorder

De foto, genomen om 7 uur ‘s morgens, bevestigt het vermoeden dat de SWB-larve zich wel degelijk verplaatst. In dit geval betrof het een zaaibed, afgedekt met grofmazig vogelnet, dat zich naast het gazon bevond. Blijkbaar liet de vlinder gezien de afdekking, zijn eitjes vallen in de rand van het gazon, naast het vogelnet.

Aangezien de larven zich ook kunnen voeden met graswortels, konden ze aandikken en gingen ze daarna toch nog op wandel, op zoek naar lekkere slaplanten.

Meteen verklaart dit ook waarom in 2009, in slabedden gelegen naast het gazon, voornamelijk de buitenste rijen getroffen werden.

° De rups begint steeds met het uitboren van de stengel en daalt vervolgens af in het wortelstelsel, zie onderstaande foto.rups SBW boort in de stengel

° De  rups slaagt er niet in om verticale  wanden te beklimmen (getest met een aantal larven).

5.  Resultaten van de geteste maatregelen voor preventie en bestrijding

* Er is geen resultaat met het product ‘Conserve’ op de testbedden

* De enige mogelijke preventie blijft het afschermen van de teeltbedden op zijn minst tijdens de nacht.

* Laat geen slaplantjes overnachten in openlucht.

* Het maken van slabedden naast elkaar of slabedden naast een gazon zijn af te raden

* Een afgedekt slabed kan eventueel ook nog omkadert worden door een 10 cm hoge (gladde) plank.

* De periode van aantasting is volgens de mini-enquête zowel april-juli als aug-sept alhoewel  waarnemingen ( zie waarnemingen slawortelboorder op deze link ) slechts beperkte aanwezigheid van de SWB aantonen in aug-sept. Dit blijkt ook het geval te zijn voor de waarnemingen van 2008 en 2009. Wellicht heeft dit met de verlofperiode van de spotters te maken.

* Voor de vroege teelten kan bescherming tegen de koude nachten én de slawortelboorder door gebruik van 5 liter flessen (foto) nuttig zijn. Twee vliegen in één klap.

* In een koude bak, afgedekt met een grofmazig vogelnet op 40 cm hoogte, blijkt, in 2010 zoals in 2009, geen enkele aantasting te noteren.

* De nachtvlinderval is een ultiem middel voor de bestrijding of preventie (zie deze link )

val nachtvlinders, trap moths

6. Resultaten van de mini-enquête van 08/01/11

 

1- 301 ontvangen antwoorden waarvan 54,5% (België),44,5%(Nederland), 1% (andere) waarvoor onze dank

2- 59% van de leden had géén aantasting in 2009 én 2010; 41% had dus wel aantasting in 2009 en/of 2010.

3- 24% van de leden had zowel in 2009 als 2010 aantasting

4- 11% van de leden had géén aantasting in 2009 maar wel in 2010

5- 6% had aantasting in 2009 maar géén aantasting in 2010

6- Van de 41% aantastingen gebeurden er 49%(april-juli), 29%(aug-sept), 11%(april-sept)

7- slechts één lezer gebruikte een afdekking ter preventie.

 

…..Openstaande vragen….
Ondanks uitgebreid internet-zoekwerk blijven er toch een aantal open vragen…
– Hoe lang blijft de slawortelboordermot in leven?
– Hoe komt het dat de aantastingen gespreid zijn over de periode mei-september terwijl het ontpoppen gebeurt in de loop van april?
– Waarom komt de slawortelboorder minder voor op zandgrond?

7. Eindconclusies, na twee jaar intensieve experimenten, onderzoek en opzoekingswerk over de slawortelboorder

  • Nabijheid van gazon, grasland, boomgaarden, met onkruid begroeide percelen blijken een bron van jaarlijkse aantasting te zijn.
  • De beste preventie is het afdekken van de teeltbedden tijdens de nacht.
  • Ondanks consequent opruimen van alle larven blijft men risico lopen door naburige percelen  waar de slawortelboorder misschien ongestoord zijn gang gaat.
  • Hobbytuinders in volkstuintjes worden best gemotiveerd om aantastingen onmiddellijk te bestrijden en te rapporteren aan de collega’s.
  • Geen plantgoed onbeschermd laten overnachten in openlucht.
  • Bij het oogsten van elke slakrop onmiddellijk het wortelstelsel uitgraven en  grondig controleren op aanwezigheid van larve(n)
  • In bepaalde streken komt de slawortelboorder niet alleen voor in april-juli maar eveneens in aug-sept (zie mini-enquête).
  • Een nachtvlinderval is een ultiem preventiemiddel maar vangt ook andere soorten motten en insecten.

Teeltrotatie en gewasbescherming bij aardappelen, een verplichting… of?

aardappelcystenaaltjeEen nieuwsbericht, dat vandaag verscheen in de landbouwpers, gaf mij het idee even een rondvraag te doen hoe de wettelijke verplichtingen in verband met vruchtwisseling bij aardappelen en aardappelziektebestrijding op jullie volkstuincomplex geïnterpreteerd worden.

24/11/2010. Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) in België heeft de export van consumptieaardappelen naar Rusland stil gelegd.  De reden is dat het Russische bureau voor de voedselveiligheid  eind vorige week opnieuw het aardappelcysteaaltje Globodera rostochiensis in een partij aardappelen uit België heeft gevonden.

Het probleem ontstaat door te lang aardappelen op hetzelfde perceel te telen. Dat leidt uiteindelijk tot een verminderde opbrengst. De Russen gebruiken de consumptieaardappelen soms als plantgoed. Dan kan het aaltje in de bodem terechtkomen. Daarom is de voedselcontrole in  Rusland erg streng voor de aaltjes.

Nochtans wordt in België de uitbetaling van de EU-subsidie gekoppeld aan de regelgeving voor de vruchtwisseling bij aardappelen. In België geldt  voor professionele telers een minimale rotatie van één op drie aardappelen. Behalve als het gaat om vroege aardappelen die vóór 20 juni worden gerooid.
(Bronnen Nieuwsblad, AGD.nl en AGD.nl )

Wist u trouwens dat er onlangs een zeer goede website ontworpen is om de telers voor te lichten in verband met het aardappelcystenaaltje, www.nematoden.be ? Je vindt er alle info over levenswijze, bestrijding en preventie van deze plaag.  Je vindt er ook een interessante lijst met resistente rassen.

Ook op veel volkstuincomplexen worden de eisen van vruchtwisseling bij aardappelen dikwijls aan een controle onderworpen. Verder is de bestrijding van aardappelziekte (Phytophthora infestans) er een verplichting.

Het zou interessant te vernemen welke regels bij u op het volkstuincomplex gelden in verband met de vruchtwisseling en gewasbescherming bij aardappelen. Zijn deze regels streng? Vindt u ze overdreven of zelfs overbodig? Of zou u willen dat sommigen zich wat beter aan het reglement zouden houden?

Grote enquête aardappelziekte bij tomaten in open lucht.

44wwxnrr

Het was weer eens een kwakkelzomer en van nazomer is er ook weinig sprake. Op heel veel plaatsen heeft de aardappelziekte bij de tomaten lelijk huis gehouden. Dit jaar eerder onverwacht, want tot halfweg de zomer waren er weinig problemen.

Op de site verschenen al diverse artikels over de aardappelziekte bij tomaten. Nu houden we een enquête over deze aardappelziekte. Of u al dan niet aardappelziekte gezien hebt. Of u al dan niet de oogst reddeloos verloren zag gaan. Of u bespuitingen uitvoert, waarmee en hoe? Of u rassen kent die minder gevoelig zijn?

Het is onze grote wens dat u hier klikt om deel te nemen aan deze enquête, zodat we een massa gegevens bekomen die kunnen helpen om volgend jaar de aardappelziekte beter te lijf te gaan. Wij hopen op 10 minuten van uw tijd!

Nog nooit werd de problematiek  van aardappelziekte in tomaten bij de hobbytuinders immers in kaart gebracht. Door deze enquête in te vullen neemt u deel en verleent u uw steun aan een uniek project in Vlaanderen en Nederland.
Ieder hobbytuinder in Vlaanderen en Nederland heeft er baat bij deze enquête in te vullen.

Klik hier om deel te nemen aan de enquête.

Alvast hartelijk dank voor uw deelname. De resultaten worden vanzelfsprekend nadien uitgebreid besproken.

De preimot is nu actief!

In dit bericht vindt u de levenswijze, het schadebeeld, de bestrijding, de preventie en duidelijke foto’s van de preimot (Acrolepiopsis assectella)preimot_zaagmeel
Schadebeeld
De volwassen preimot heeft een vleugelwijdte van ongeveer 8 mm. De rupsen zijn tot 1 cm lang en geelwit van kleur. De larven van de preimot mineren in het blad en boren verder naar het hart van de plant met gangen in de schacht van de preiplant als gevolg. Kenmerkend is het afgeraspte bladoppervlak dat als ‘zagemeel ‘ achterblijft in het gangetje. De schade in het hart van de plant kan uiteindelijk

Lees verder De preimot is nu actief!

Aardappelplaag, Aardappelziekte, Tomatenplaag, Tomatenziekte, fytoftora, Phytophthora infestans

voor-de-tomaten-ziektetomaten-ziekte-plaag-2de-tros Vergeet de tomaten niet! De aantasting kan zich razendsnel verspreiden. Wie denkt dat het allemaal wel meevalt komt vroeg of laat voor een onaangename verrassing te staan. Bovenstaande foto’s van een fervente tuinierster uit Engeland bewijzen dit.  ( bron : http://nipitinthebud.wordpress.com)

 

Afgelopen week waren de  nachten uitzonderlijk warm en viel er regelmatig regen. En dat betekent dus extra schimmeldruk. Met name de aardappelplaag kreeg afgelopen week diverse infectiekansen. Na de waarschuwing van vorige week voor de aardappelziekte bij aardappelen wordt het hoogtijd om ook aandacht te besteden aan de infectiekansen bij tomaten. Daartoe kunt u het herwerkte artikel Waarschuwing aardappelplaag, nu ook bij tomaten in open lucht  lezen.

Hulp gevraagd!
Bij het herwerken van dit artikel stootte ik op een eigenaardig probleem! Het lijkt dat er in Nederland geen enkel middel (meer) erkend is om de aardappelziekte bij tomaten in open lucht te bestrijden of te voorkomen. Terwijl in België zelfs de biologische telers een beroep kunnen doen op koperhoudende producten, blijkt dit in Nederland niet te mogen. Of sla ik de bal mis? Is het droog houden van de tomaten planten met extra bescherming de enige preventiemaatregel die men in het Noordelijk deel van de lagen landen ter beschikking heeft? Laat het weten op lezersbijdrage@plantaardig.com of in de reactiebox onderaan dit artikel.

In dit artikel vindt u een overzicht van alle artikels op de site over aardappelziekte, met veel foto’s en talrijke reacties van lezers. Laat ons hopen op een goede zomer, zodat de aardappelziekte ons niet te veel kopzorgen baart.

Klik hier om de tien artikels over aardappelziekte te lezen.

 

Alle informatie over de slawortelboorder, straks ook in jullie moestuin?

Slawortelboorder
Dit artikel is een gevolg van, en een vervolg op, het vorig jaar gepubliceerde bericht
Slawortelboorder doet bijna oogstbare kroppen sla verwelken

Na de vaststelling van deze vrijwel onbekende plaag door Herman de Moor waren er talrijke bruikbare reacties van lezers die het fenomeen ook vaststelden in hun tuin.

Na evaluatie van deze reacties, na consultatie van beschikbare literatuur, en met de ervaringen in de groentetuin van Herman, zijn we ertoe gekomen een allesomvattend artikel over de slawortelboorder te maken. We hopen dat door dit artikel de plaag beter herkend zal worden, wat door de ondergrondse levenswijze niet altijd even gemakkelijk is.

In dit artikel:
1. Beschrijving van de slawortelboorder (vlinder en rups)  en de kenmerken van de schade, gebaseerd op literatuurstudie.
2. Verwerking van de waarnemingen gebaseerd op het voorkomen in talrijke slabedden bij Herman en bij onze lezers.
3. Aanbevelingen voor preventie en bestrijding.
4. Eindconclusie
Credits
Opzoekingswerk, praktijkwaarneming, tekst en foto’s  : Herman de Moor.
Opzoekingswerk, nazicht en redactie : Luc Dedeene

Het loont zeker de moeite dit artikel goed door te nemen. Tot op heden was er nog geen zo’n uitgebreide bespreking van de slawortelboorder te vinden, toch zeker niet in onze eigen taal. Vanzelfsprekend rekenen we op jullie feedback!

Inleiding

Tot op heden hadden wij in onze groentetuin occasioneel teeltverlies door welgekende insecten zoals:
emelten : de larven van de langpootmug
engerlingen : de larven van meikever, junikever, rozenkever.
aardrupsen : de rupsen van nachtvlinders.
larven van de taxuskever
ritnaalden : de larven van de kniptor

Maar, 2009 bleek echter het jaar van een nieuwe belager van onze slasoorten te worden: de slawortelboorder!

De vele slateelten waar wij gedurende de kritische maanden mei-juni-juli ondervinding konden opdoen, hebben geleerd dat het absoluut noodzakelijk was dit onderwerp degelijk uit te spitten. Dankzij de talrijke reacties van onze lezers kregen wij een goed zicht op de ernst van de aantasting.

Naast beschrijvingen gebaseerd op beschikbare literatuur is in dit artikel ook getracht om objectief de mogelijke preventieve en curatieve maatregelen te bespreken. Allerminst een gemakkelijke zaak zo bleek. Vandaar dat dit artikel er ook niet zo vlug aankwam. Met onze dank aan alle lezers die aan ons hun ervaringen en ideeën wilden meedelen.

1. Beschrijvingen gebaseerd op beschikbare (internet)-literatuur

1.1 Naamgeving
De slawortelboorder (Korscheltellus lupulinus, Common Swift EN, la Louvette FR) maakt deel uit van de familie der wortelboorders (Hepialidae).

Tot dezelfde familie ( http://nl.wikipedia.org/wiki/Categorie:Wortelboorder ) behoren eveneens  de hop-, heide-, gemarmerde- en oranje wortelboorder.

1.2 Uitzicht en bouw van de vlinder
800px-Korscheltellus_lupulinus01
Foto van de slawortelboorder, de vlinder (met toestemming ©Entomart, www.entomart.be )
De vlinders zijn van gemiddelde afmeting (25 tot 40mm), hun kaken zijn rudimentair, ze hebben korte tastsprieten. De voorste vleugels zijn bruin-geelachtig, min of meer voorzien van witte vlekjes (speciaal bij het mannetje), de achterste vleugels zijn grijs-geelachtig, donkerder bij het mannetje.

1.3 Voorkomen
Een niet zo gewone soort waarvan de aanwezigheid breed  verspreid en sterk verschillend is doorheen de Europese landen. Ze worden o.a. waargenomen (gespot) in Nederland via volgende site http://waarneming.nl/soort/view/9606. Vervang de begindatum door bv. 2009-04-01 en klik op OK om de waarnemingen te zien van 2009

1.4 De eieren
0,5 mm in doorsnede, bijna volledig rond, witachtig, vervolgens zwart.

1.5 De rups

Tot 35 mm lang, wit, blinkend, doorschijnend waardoor de zwarte darminhoud vaak zichtbaar is, voorzien van vele lange fijne haartjes. Grote kop helder bruin-rood van kleur. Extreem beweeglijk en zeer vlug opgeschrikt als ze gestoord wordt.

rups-slawortelboorder

Foto  : Rups van de slawortelboorder.rupsen van de slawortelboorder

Foto: rupsen van de slawortelboorder van diverse groottes.

1.6 De cocon :
20 mm lang, bruin-roodachtig met uitsteeksels op de buikzijde en getande kartelingen op de rugzijde.

1.7 Biologie
De vlinders vliegen bij valavond in mei en juni, zeer uitzonderlijk in augustus en september, rakelings over de weiden, gazons en de weilanden, in fladderende zwermen.

Het vrouwtje legt tot 300 eitjes welke ze willekeurig, tijdens haar nachtelijke vluchten, loslaat aan de basis van de planten.

De eieren broeden uit na ongeveer 9 dagen. De jonge rupsen boren zich in de grond en vreten de kraag en de wortels van de planten uit.

Vervolgens leven ze verder in de grond dank zij het eten van de wortels van grasachtige en talrijke andere planten, voornamelijk deze met een vleesachtig of houtachtig wortelstelsel.

Ze bouwen in de grond voedingsgangen, bezet met zijdeachtige draden, waarin zij zich opgerold verbergen als men hen stoort. Ze kunnen evenwel gemakkelijk gevangen worden door het uitgraven van de grond.

De rupsen groeien ook tijdens de winter en zijn  bestand tegen de koude. In de lente (april-mei) transformeert de rups op één maand tijd naar een nieuwe vlinder.

1.8 Levenscyclus
Per jaar één generatie. De vlinder vliegt uit in mei-juni, legt zijn eieren. De larven ontwikkelen en voeden zich tot de lente van het volgend jaar ondergronds.

1.9 Habitat
Open graslanden, heiden, moerassen en grazige bospaden; ook tuinen en wegbermen in stedelijke omgeving.

1.10 Waardplanten en schade
De rups van slawortelboorder  is erg actief en de larve kan een zeer vervelend ongedierte zijn in de tuinen waar zij zich, door haar kracht en lenigheid, moeiteloos vrij snel verplaatst van de ene plant naar de andere.

De geprefereerde waardplanten van de rups zijn de slasoorten maar ze is eveneens bekend om  belangrijke schade die ze soms aanricht bij de teelt van aardbeien.

Bovendien blijkt de slawortelboorder-larve, bij gebrek aan lekkere sla, nog andere slachtoffers te maken o.a. bij vaste planten en bloem(bollen) zoals bvb iris, dahlia, pioen en lelie. Ongecontroleerde aantastingen van vaste planten riskeren zich verder uit te breiden en van jaar tot jaar erger te gaan worden.

1.11 Symptomen
De (sla)plant vertoont eerst gedurende enkele dagen een doffe kleur alsof ze gebrek heeft aan water. Vooral ‘s avonds, na een warme dag, is dit verschijnsel goed waar te nemen.
Later ligt de aangetaste plant er slap en levenloos bij en blijkt de kraag ter hoogte van de grond volledig “uitgeboord”.
Door dicht bij het wortelstelsel dieper in de grond te gaan graven vindt men al heel vlug een zeer beweeglijke en geagiteerde rups op worteldiepte.

slawortelboorder

Foto: links gezonde krop, rechts krop met doffe kleur en slappe bladeren.

slawortelbaar-schade-wortelvraat
Foto: stengel is helemaal doorboord.

1.12 Bestrijding :

  • Bewerken van de aangetaste grond gecombineerd met inmengen van een bodeminsecticide op het ogenblik van het planten.
  • Regelmatige grondbewerking, beplanting en onkruidvrij houden zou de kans op aantasting reduceren.
  • Opmerking : de literatuur stelt dat er weinig of geen studie gedaan is omtrent de slawortelboorder en de bestrijdingsmogelijkheden. De aantastingen komen eerder voor in de hobby-slateelten en privétuinen.

Tot zover onze zoektocht door de beschikbare literatuur.

2. Ervaring op basis van  talrijke slabedden en reacties van onze lezers.

2.1. Omtrent de periode van aantasting:

  • Eerste vastgestelde kropsla-aantasting vanaf 25 mei 2009 op bijna oogstbare kroppen.
  • Diagnose en determinatie door insectendeskundige Sylvia Hellingman van de de firma biocontrole ( http://www.biocontrole.nl ) op 1 juni (zie ook deze link van biocontrole )
  • Op 7 juni reeds 25 aantastingen op kropsla
  • Op 15 juni zijn er 30 aantastingen
  • Op 28 juni :6 larven aangetroffen tijdens opruiming van een bedje (opgeschoten babyleaf-sla) door veelvuldig (8 x) omspitten met de spitvork.
  • Geen verdere aantasting meer in de volgende maanden.

2.2 Omtrent de plaats van aantasting:

  • Vooral op uitgeplante kropslabedden en niet of zeer zelden (éénmaal) op sla-zaaibedden
  • In alle gevallen één larve per aangetaste plant uitgezonderd één geval (2 larven)
  • Zowel in volle grond als op gronddoek
  • Niet aangetroffen in een met vogelnet afgedekte koude bak.
  • Veel aantastingen in slabedden naast een gazon en vooral in de rij planten vlak naast de gazonrand en véél minder in de 2de rij.

2.3 Ervaringen uit de reacties van de lezers

  • Vastgesteld bij kropsla, krulsla, ijsbergsla
  • Slechts één larve per plant uitgezonderd één geval (één grote larve en een 10-tal kleine van 1/5cm op 10cm diepte)
  • Vooral op uitgeplante planten en niet op zaaibedden
  • Aantasting in vollegrond, gronddoek en in de kas (één reactie)
  • Talrijker aantastingen dicht bij graslanden

3. Preventie en bestrijding

3.1 Aanbevelingen ter voorkoming van aantasting

3.1.1 Preventie met mechanische middelen :

  • Opvolgen via http://waarneming.nl/soort/view/9606 wanneer de eerste vlinders gesignaleerd worden
  • Bedden afdekken met vliesdoek of insectengaas (zéér fijne mazen)
  • Een vorm van kraag rond de slaplant aanbrengen die een paar cm boven de grond uitsteekt. (Tip van Fonz Hendrickx, 4 juni : Ik plant al mijn sla uit in plastic plantpotjes van 10 cm doorsnee waar de bodem is uitgehaald. De randen blijven 1,5 tot 2 cm boven het grondoppervlak. Goed kijken of ze overal boven de grond uitsteken.)
  • De kasdeuren dicht houden bij valavond of afschermen met muggengaas(deuren)
  • Koude bakken afdekken met vogelnetten, vliesdoek, dunmazig insectengaas.

3.1.2 Preventie met chemische of bio-middelen :

  • Gebruik van bio-knolvoetvrij product (tip van Frank De Vos, 17 juni)
  • Gebruik van andere chemische of bio-middelen? Tot nu toe zijn er ons geen meer bekend (ter preventie!).

3.2 Aanbevelingen ter bestrijding van de larven na aantasting

3.2.1 Bestrijding met mechanische middelen

  • Uitgraven van het plantgat onmiddellijk na vaststelling van de aantasting en de larve verwijderen
  • Bij oogsten van schijnbaar intacte slakroppen toch het wortelstelsel voldoende diep uitgraven en onderzoeken op aanwezigheid van larven
  • Na einde oogst van een volledig bed, de grond meermaals omspitten met de spitvork om de laatste larven op te sporen
  • Op het einde van het seizoen de kippen laten scharrelen in de moestuin (tip van Johan, 1 juli)

3.2.2 Bestrijding met chemische, bio-of andere middelen :

  • Gebruik van nematoden (aaltjes). Meer uitleg, zie deze pagina van biocontrole
  • Gebruik van een erkend bodeminsecticide waarmee de planten aangegoten worden. In België is Conserve, een biologisch insecticide nu ook erkend als bodeminsectide tegen maden en rupsen.

4. Eindconclusies

Vooreerst kunnen we stellen dat er voor de hobbytuinder  weinig studie gedaan werd omtrent de slawortelboorder en zijn larven. Er zijn dan ook niet echt producten op de markt die preventief actief zijn.

De behandeling met nematoden, die de rupsen in de grond opsporen en vernietigen en een paar weken daarna zelf afsterven, is een mogelijke optie. De toepassing gebeurt best voor het uitplanten van de sla. Tijdens de teelt is een behandeling moeilijk uit te voeren. De kostprijs van de ze methode is vrij hoog en het product kan niet lang bewaard worden.
Lees hier meer over de toepassing van de nematoden.

Er blijven bij gebrek aan studies nog een aantal vragen en bevindingen zoals :

° Waar deponeert de slawortelboorder zijn eitjes? Is dit bovenop de slabladeren, op de grond naast de plant of verderaf (in een aangrenzend gazon)

° Waarom blijkt er bijna geen aantasting te zijn in zaaibedden?
Is het omdat de vlinder alleen vliegt boven planten met meer volume of is het omdat de grond aan de wortelkraag van de ter plaatse gezaaide sla verhard is en dus moeilijk doordringbaar is voor de pas uitgekomen larven zodat ze uiteindelijk afsterven? In dat geval zou een regelmatige grondbewerking in het zaaibed, een maatregel voor bestrijding, vernoemd in internetliteratuur, precies het tegenovergestelde effect hebben!!

In hoeverre verplaatst de uitgekomen larve zich vanaf zijn uitbroedplaats naar de planten toe en verhuist zij van de ene plant naar een volgende?

We vonden in elk geval, bij het oogsten van volwassen kropsla, verschillende kroppen met gedeeltelijk uitgevreten wortelkragen. Blijkbaar was er voor deze slaplanten toch nog voldoende sapstroom om tot kroppen met enig volume verder uit te groeien. Maar waar was de larve dan gebleven?

Er bestaat twijfel omtrent het nut van het aanbrengen van een kraag (bvb een paar cm hoog). Bij het ontdekken van de larven werd precies vastgesteld dat ze extreem beweegbaar en lenig waren,ook op gladde oppervlakten.

Werkt het afdekken van bedden of koude bak misleidend voor de slawortelboordervlinder? We vermoeden van wel gezien er geen enkele aantasting gevonden werd in de afgedekte koude bak.

Zou er dan geen enkel eenvoudig middel zijn dat, wekelijks toegepast door besproeien van de grond, de aanwezige eitjes rond de planten vernietigt?

Tot besluit :

  • De nadruk dient gelegd te worden op de “aanbevelingen ter voorkoming van aantasting door middel van mechanische middelen”.
  • Bij aantasting, onmiddellijk elke aangetaste plant uitgraven en de larve(n) verwijderen.
  • Bij oogsten van intacte, blijkbaar niet-aangetaste, kroppen toch steeds onmiddellijk het wortelstelsel verwijderen en eventuele larven opsporen.

Voor dit seizoen rekenen wij verder op uw medewerking. Het zal belangrijk zijn om alle aantastingen te signaleren in de reactiebox onderaan dit artikel of via lezersbijdrage@plantaardig.com . Indien u beschikt over een digitaal fotoapparaat, tracht steeds foto’s op te sturen van de larve(n) zodat de diagnose met volledige zekerheid kan gesteld worden door ons.

Credits
Opzoekingswerk, praktijkwaarneming, tekst en foto’s  : Herman de Moor.
Opzoekingswerk, nazicht en redactie : Luc Dedeene

Prei groeit slecht: is het rozerot?

Een onregelmatige gewasstand en verzwakte groei bij prei kan eventueel een gevolg zijn van een aantasting door de schimmel “rozerot” (Fusarium culmorum). Alhoewel je bij rotting meestal het verband legt met te natte grond hoeft dit niet altijd zo te zijn. Rozerot slaat toe als de plant (tijdelijk) verzwakt is. En deze zomer kon het zijn dat bij de herfst- en winterprei deze zwakte onder andere veroorzaakt was door de hogere bodemtemperatuur en de droogte!

fusarium-rozerot-prei
(klik op de foto voor vergroting)

Hoe kan je deze schimmel waarnemen en determineren?
Laat de doorgroei van de prei te wensen over en is de gewasstand onregelmatig, dan is het nuttig eens een plant voorzichtig uit de grond te halen. Dikwijls kan je bij het rooien wat bruine verrotting dicht bij de wortelplaat zien. Niet echt typisch voor Fusarium dus. Het zou ook een (oude) aantasting door preivlieg kunnen zijn. Ook witrot (wit schimmelweefsel, met in een ver gevorderd stadium kleine ronde zwarte bolletjes) kan gelijkaardige bruine verrotting dicht bij de wortelplaat veroorzaken.

Vraag is dus hoe je dan zeker bent dat het Fusarium is of niet?

Nu komt de tip met de plastiekzak goed van pas.
Heb je een schimmelaantasting, maar zie je geen schimmelpluis, breng dan het aangetaste deel van de plant in een plastiekzak en bevochtig lichtjes met fijne nevel en knoop deze dicht. Wacht enkele dagen en ga na of er schimmelpluis aan het groeien is. Zo kan de schimmel veel gemakkelijker gedetermineerd worden.

Dat is het dus wat je ziet op de foto: een zieke preistengel, die drie dagen in een vochtige plastic zak zat.
De roze kleur en het mooie sneeuwwitte schimmelpluis zijn nu duidelijk aanwezig. En laat er geen twijfel meer over bestaan, dit is een aantasting door Fusarium!

Nog meer kenmerken.
In een ver gevorderd stadium, als de rot zich doorzet, kan de hele witte schacht van de prei bruin verkleuren. Zelfs de bladeren kunnen uiteindelijk aangetast worden.

Oorzaken?
Fusarium culmorum of rozerot is een gekende schimmelziekte bij prei.
Het is een zwakteparasiet die kan toeslaan op momenten dat de plant het moeilijk heeft. Zo’n moment is bijvoorbeeld het uitplanten van de jonge preiplantjes. De wortels zijn beschadigd en de overgang van het plantenbed naar de productieplaats is voor de plant zeker en vast een stresserende periode.
Nog een moment dat rozerot gemakkelijk toeslaat is als er wateroverlast is. Langdurig te nat blijven van de wortels zal de groei verzwakken, zuurstofgebrek veroorzaken en de aantasting van Fusarium in de hand werken.
Dit alles wordt nog versterkt door het herhaaldelijk telen van prei op dezelfde plaats. Zo wordt de populatiedichtheid van de schimmel verhoogd en wordt het optreden van de ziekte meer waarschijnlijk.
Droogte!
Fusarium kan dus ook bij droogte toeslaan! Doordat de prei door de droogte moeilijk verder gaat met groeien en sterk verzwakt was, kon de schimmel zich makkelijk vestigen.

Wat te doen?
Jammer genoeg, kunnen we, één maal de aantasting aanwezig, nog weinig doen. Preventie is hier de boodschap.

*Een ruime vruchtafwisseling en vers, groeikrachtig plantmateriaal is daarbij een eerste vereiste. 
*Probeer de plantjes onmiddellijk te verplanten na het rooien op het plantenbed en vermijd dat de worteltjes, ook maar een kleine beetje, opdrogen.
*Plant de prei niet te diep. Diep planten veroorzaakt een moeilijkere weggroei. Het is beter om slechts een achttal centimeter diep te planten en dan later twee keer aan te aarden, dan onmiddellijk op 15 of 20 centimeter diep te planten.
*Je moet er dus voor zorgen dat na het planten de prei vlot kan weggroeien, daarom is ook extreme hitte en droogte bij het planten te vermijden.
*Na een felle, zomerse stortbui die zich zou voordoen de eerste maand na het planten moet de grond losgemaakt worden om wortelverstikking te vermijden.
*Verder moet de bekalking van de tuin onderhouden worden. Een lage pH  staat bekend als nadelig voor de Fusarium-aantasting.

Trips maakt kool ruw.

Dit artikel is er vooral voor wie zich afvraagt vanwaar die “puistjes” op de witte kool komen. Inderdaad! Trips. Ook in sluitkool is trips, in warme, droge zomers, veel talrijker aanwezig. Hoe dat komt en andere info over dit insect lees je in het artikel over trips bij prei.

trips bij witte kool

thrips tabaci sluitkool

Schadebeeld
Ook in sluitkool is trips in warme, droge zomers dikwijls opvallend aanwezig. De buitenste bladeren van de kool vertonen, afhankelijk van de grootte van de tripspopulatie, lichte tot zware oneffenheden en verruwingen. Een door trips aangetast koolblad ziet er soms uit als schuurpapier. Ook kunnen er grote wratachtige structuren ontstaan. Het is, zoals bij prei, een cosmetische schade. De groei van de kool heeft er niet rechtstreeks onder te lijden. Afpellen van een aantal beschadigde bladeren is nodig vooraleer je weer een gladde kool bekomt. We kunnen min of meer stellen dat voor de hobbytuinder het probleem zich beperkt tot het afpellen van enkele buitenste bladeren, met wat gewichtsverlies tot gevolg. 

Onder het blad
De tripsen  houden zich schuil onder de buitenste bladeren. Ook in sluitkool speelt  het kleine insect immers verstoppertje en laat zich niet direct opmerken als schuldige voor dit soms opvallende schadebeeld.

image

Meer uitgebreid info over kenmerken en levenswijze van trips lees je in het artikel over trips bij prei.

Trips in prei houdt van warm en droog weer

cosmetische_schade_prei 

Onopvallend
Trips in prei is niet direct hét insect waar de moestuinder wakker van ligt. Het beestje is met het oog bijna niet te zien en de schade die het veroorzaakt is vooral cosmetisch en weinig opvallend.  De groei van de preiplant heeft er niet altijd onder te lijden.

Warmte en droogte
In 2009 laat het beestje zich wel opmerken. Er worden hier en daar zeer grote populaties trips vastgesteld. Zeker en vast waar er weinig water gegeven werd en de groeikracht uit de plant verdwenen is. De schade is dan opvallend tot op het randje van nadelig voor de groei. 
De warmte zorgt voor een snelle voortplanting van het insect (zie verder). Daarbij komt dat de droogte de bladontwikkeling remt waardoor meer insecten op minder blad moeten overleven.
Het is tijd om eens nader kennis te maken met dit verborgen insect:  De tabakstrips of Thrips tabaci.

Schadebeeld
schade trips tabaci prei Trips veroorzaakt witte, ietwat uitgerafelde vlekjes met soms een zilverachtige schijn. De vlekken volgen min of meer de lengterichting van het blad. 
In veel zomers is dit te verwaarlozen voor de hobbytuinder. Dit jaar is  de schade dikwijls toch zeer opvallend.  Zeker waar geen of zeer weinig water gegeven werd tijdens de afgelopen droogte periode. De schade die we zien is zuigschade op de groene bladeren. De tripsen zuigen de celinhoud leeg. Dit zijn eerst geelgroene vlekken, die zich later vullen met lucht. Dit heeft de witte vlekjes op de bladeren tot gevolg. Een deel van de schade is ook veroorzaakt door het afzetten van de eitjes in een door hen gemaakte opening in het bladweefsel.

Deze kleine witte vlekjes vormen voor de groei van de plant en voor de bereiding in de keuken geen probleem. Beroepstelers moeten schade wel zien te vermijden omdat de warenhuizen “vlekkeloze” prei wensen. Prei met teveel tripsschade wordt geweigerd of gedeklasseerd.

Waarnemen.
tripslarven-volwassen-trips-in-deschacht Tijdens een warme zomer kan in prei heel wat trips voorkomen.  Ze houden zich schuil tussen de bladeren en de schacht, diep verscholen in de plant.  ’s Morgens en ’s avonds komen ze tevoorschijn.  Volwassen trips zijn vrij onopvallend en hebben een bruine kleur. Ze zijn slechts 0,8 -1,2 mm groot. Ze zijn gevleugeld en zeer beweeglijk waardoor ze minder goed waar te nemen zijn dan de larven.  De larven van de tabakstrips zijn ongevleugeld en weinig beweeglijk. Hun kleur is geel tot oranje. Wil je ze goed waarnemen, dan moet je dieper in de plant kijken en al eens een blad uitbuigen. volwassen trips prei

Snelle vermenigvuldiging. 
Tabakstrips houdt van hoge temperaturen: de ontwikkeling start namelijk pas boven de 11,5 °C.  Bij een gemiddelde temperatuur van 15°C duurt de levenscyclus 65 dagen, bij 20°C 27 dagen. Maar, in een warme zomer, bij een etmaaltemperatuur van 25°C, is er al een nieuwe generatie in 17 dagen! Waarbij iedere trips zowat 70 eitjes afzet. Iedere nieuwe generatie wordt dus vele malen groter dan de vorige. De vermenigvuldiging gaat des te sneller omdat de meeste tabakstrips vrouwtjes zijn en nakomelingen ontstaan zonder dat er bevruchting is.   

Bestrijding.
In koelere, nattere zomers geeft het insect weinig problemen in de groentetuin. Voldoende water geven én de plant nat maken is dan ook een goed middel om de tripspopulatie onder controle te houden. Zorg ervoor dat er ook water in de schacht van de plant aanwezig is. Vergeet niet dat water geven, vooral vanaf eind augustus, aantasting van roest en bladvlekkenziekten sterk in de hand werkt.
Conserve is een welkom, biologisch, middel in de preiteelt. Het bestrijdt de preimot en de preivlieg en het ruimt een flink deel van de trips op, zodat de schade binnen de perken kan gehouden worden.

prei-trips-tabaci

 

De slawortelboorder doet bijna oogstbare kroppen sla verwelken.

GroentenInfo doet een oproep en  vraagt uw medewerking!

Onze vraag is : Kent u de slawortelboorder? (Korscheltellus lupulinus)Herkent u de foto’s onderaan dit artikel? Hebt of had u hetzelfde probleem in uw groentetuin? Bent u zeker dat het geen emelten of aardrupsen zijn?

Laat het weten a.u.b. in de reactiebox hieronder of via lezersbijdrage@plantaardig.com.

Update : om alle misverstanden te vermijden, deze oproep gaat dus niet om aantasting door twee veel beter gekende ondergrondse schadeverwekkers in de moestuin. Deze tasten vooral jongere, nog niet zo lang geplante slaplantjes aan. De slawortelboorder daarentegen doet bijna oogstbare kroppen sla plots verwelken.
Het is dus uitermate belangrijk dat u kunt bevestigen dat het om de slawortelboorder gaat en niet om één van de onderstaande twee.

emelt_herman45

1. emelten, de larven van de langpootmug. Vooral aanwezig op grasland, maar ook soms in de moestuin. Deze tast vooral jonge planten aan. Deze larve is pootloos en grauwgrijs van kleur
Waarover gaat het dan wel?
Inleiding
Daar Herman en ik deze week, na lang zoeken, voor het eerst in ons leven van de slawortelboorder hoorden hadden wij graag geweten of u ook deze aantasting in uw moestuin hebt of ooit deze aantasting gehad heeft.

aardrups2. aardrupsen, de rupsen van de worteluilen, deze vreten vooral aan de bovengrondse delen van jonge slaplantjes en bijten de stengel van jonge slaplantjes door. Op grote kroppen sla doen zijn geen schade meer. Deze hebben dus pootjes en krullen zich bij de minste aanraking op. ( foto van de aardrups)

Binnenkort publiceert GroentenInfo een uitgebreid artikel met info en advies over deze zeldzame(???) aantasting. Maar eerst hadden wij graag zoveel mogelijk ervaringen gehoord van groentetelers in Vlaanderen en Nederland om deze in het artikel te kunnen verwerken. Sommigen onder u tuinieren al tientallen jaren en hebben dit lang geleden of misschien recent al eens voor gehad.

Waarover gaat het?
In de moestuin van Herman stelden wij de afgelopen week een eigenaardig fenomeen vast. Dag na dag gingen een aantal kroppen aan het verwelken.
Schadekenmerken
Het begint met een doffe kleur van de slakrop, daarna valt ze helemaal slap en kan men ze gewoon van de grond oprapen. De stengel van de plant is volledig uitgevreten.
Geen emelten!
Bij een oppervlakkige controle van de grond werden emelten gevonden. Emelten zijn de larven van de langpootmug. Deze kunnen zich, alhoewel ze meestal terug te vinden zijn in grasland of gazon, zich ook wel eens tegoed doen aan groenteplanten. Aardrupsen werden niet gevonden.

Wel slawortelboorder!
Daar het echter moeilijk was om bij iedere aangetaste plant een emelt terug te vinden werd wat intenser en dieper onder de wortel gezocht. En, het bleek dat er een andere larve bij iedere aangetaste plant kon gevonden worden.

Op 10 cm diepte vond Herman, onder de wortels van de plant, een larve zoals op de foto 3 onderaan. Deze larven zijn ongeveer 2 tot 2,5 cm lang hebben een bruine kop met zwart neusje,een drietal pootjes vooraan en over gans de lengte tot de staart een aantal pootjes.

De aantasting deed zich zowel voor bij sla geteeld op gronddoek als op blote grond. Ter plaatse gezaaide sla wordt niet aangetast.

Diagnose
Wij stonden voor een raadsel. Nog nooit gezien! Gelukkig kon insectendeskundige Sylvia Hellingman van de de firma biocontrole (http://www.biocontrole.nl) ons helpen. Zij determineerde de larve als een rups van een mot (nachtvlinder). Namelijk de rups van de slawortelboorder.(Korscheltellus lupulinus).

Foto’s (klik voor een vergrote weergave)

slawortelboorder

Foto 1 : links gezonde krop, rechts krop met doffe kleur en slappe bladeren.

slawortelbaar-schade-wortelvraat
Foto 2 : stengel is helemaal doorboord.

rups-slawortelboorder

Foto 3 : rups van de slawortelboorder wordt gevonden een tiental centimeter onder de aangetaste krop.

rupsen van de slawortelboorder

Foto 4 : update, rupsen van diverse groottes. Kleine larven zijn witter en hebben geen beharing zoals de bijna volwassen larven. Bij grote sla’s die afstierven vond Herman bijna altijd een grote larve. De larve heeft zich, gezien de voetdikte van de sla, langdurig kunnen voeden en gaat zich daarna nestelen in het wortelstelsel op grotere diepte.

Oproep
Komen de schadekenmerken en de foto’s u bekend voor? Laat het weten a.u.b. in de reactiebox hieronder of via lezersbijdrage@plantaardig.com. Zo komen we alvast te weten hoe frequent of hoe zeldzaam deze aantasting is in Vlaanderen en Nederland. En misschien ook of u iets onderneemt tegen deze ondergrondse plaag. Herman en ik danken u!

Het aardappelras Sarpo Mira heeft hoogste resistentie tegen aardappelplaag.

Dit persbericht werd toegestuurd door Velt (www.velt.be) ,  uit het tijdschrift Seizoenen, november-december 2008, p. 12-13 (Tekst :  Luc Vanhoegaerden).
Met dank aan lezer Jos Pauwels die één van de acht Velt-tuiniers is die het ras dit jaar uitprobeerde. Zijn persoonlijke bevindingen en zijn foto’s vindt u na dit artikel.

In haar ledentijdschrift Seizoenen van februari-maart 2007 besprak Velt, de Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren uitvoerig de levenswijze van de Phytophtora-schimmel, die de aardappelplaag veroorzaakt. Velt wees er toen op dat de plaagresistentie verschilt van ras tot ras. In de veredelingssector gaat men immers voortdurend op zoek naar rassen met een duurzame resistentie, die ook de nieuwe varianten van de schimmel aankunnen.

Sarpo Mira scoort sterk

Van 2002 tot 2006 liep een proefprogramma binnen het Interprovinciaal Proefcentrum voor de Biologische Teelt (PCBT) met als doel de plaagresistentie tegen Phytophtora in het aardappelloof na te gaan bij een aantal commercieel beschikbare rassen. Tegelijkertijd werd de bestendigheid van deze resistentie in de loop van de testperiode geëvalueerd.Niet minder dan 56 rassen werden in het onderzoek getest. Eén ras, Sarpo Mira, kreeg de hoogste score voor plaagresistentie in het loof: sterk tot heel sterk.

Bekijk info over plaagresisitentie bij deze 56 rassen.In een voortgezet onderzoek van het PCBT bevestigde het ras in 2008 zijn hoge resis-tentiegraad. Het weerstond immers met glans de hoge plaagdruk die zich vanaf begin juni 2008 voordeed bij de aardappelteelt.

Nieuwsgierig

Door intensieve veredeling legde een Hongaars kweekprogramma in de vroege jaren 1980 de basis voor het ras Sarpo Mira. Begin 2001 kwam het ras voor het eerst voor op de rassenlijst in Groot-Brittanië, en momenteel wordt het ras vanuit Denemarken verdeeld in Europa. Sarpo Mira is een late, licht bloemige tot vastkokende ovale aardappel met wit tot crèmekleurig vruchtvlees en met een roze tot rood aanlopende schil.Sarpo Mira maakte ons nieuwsgierig. Dus onderwierpen we dit aardappelras tijdens het voorbije groeiseizoen aan een veldtest in een biotuin. We kregen voor ons testprogramma – klassiek geteeld – pootgoed van het biobedrijf ‘De Brabander’ in Kersbeek-Miskom.

Frietjes?

Einde april 2008 zetten Velt-tuiniers 12 kg pootaardappelen uit op acht groentetuinen in Limburg (Dilsen-Stokkem, Hoeselt, As en Zepperen), Vlaams Brabant (Berg-Kampenhout, Veltem, Wilsele) en Brussel (Sint-Stevens-Woluwe). De testgronden varieerden van zeer droog grof zand en lemig zand tot lichte zand-leem- en vochtige leemgrond.Het ras gaf na een viertal maanden een tiental fors uitgegroeide knollen per struik. De opbrengst op de testpercelen lag gemiddeld rond 1,3 kg per struik. Door het grote formaat van de knollen is Sarpo Mira een aanrader voor liefhebbers van frietjes.

Karakteristieken

De teelt van Sarpo Mira toont een aantal opvallende kenmerken:

• Het pootgoed liet zich eerder moeilijk voorkiemen. De beste resultaten werden verkregen door scheutvorming binnenskamers, op een laagje vochtig gehouden overjaarse compost gemengd met kokosvezel.

• De groen-grijs gekleurde bladeren plooiden dicht bij valavond.

• Het uitbundig groeiende gewas stoelde breed uit en had een lange stengelgroei.

• Het afrijpen begon pas laat in het seizoen, vanaf midden september.

• In vergelijking met andere klassiek geteelde aardappelrassen leek Sarpo Mira ons weinig wind- en droogtegevoelig.

Ziektresistentie

Wat ziekteresistentie betreft, stelden we een zekere schurftgevoeligheid op de knollen vast. Op enkele groeiplaatsen was er een beperkte aantasting door Alternaria merkbaar.Wat bovenal opviel was de zeer sterke weerstand van Sarpo Mira tegen de aardappelziekte in het loof. Alleen op de erg natte tuingronden in Zepperen en Dilsen-Stokkem werden er tijdens het rooien enkele aangetaste knollen gesignaleerd.

Gevoeligheidsresitentie

Het mechanisme dat Sarpo Mira een sterke weerstand geeft tegen Phytophtora, is bekend als de zogenaamde ‘gevoeligheidsresistentie’. Eenmaal de schimmel is binnengedrongen in een plantencel sterven door ‘overgevoeligheid’ de omringende cellen af. De schimmel kan zich niet verder ontwikkelen. Daardoor blijft de aantasting lokaal. De sporenvorming wordt ingedijkt. Bij een hoge infectiedruk, zoals dat in 2008 op al de testplaatsen het geval was, vertoonden de bladeren karakteristieke, kleine ingedijkte zwarte plekjes op afgestorven bladgedeelten.

Conclusie

De uitgevoerde Velt-test bevestigde de PCBT-resultaten: Sarpo Mira biedt ook voor de gewone biotuinier goede teeltperspectieven.Het ras Sarpo Mira vormt momenteel een waardevol alternatief in de jaarlijks weerkerende strijd tegen de Phytophtora-schimmel. Samen met andere resistente rassen die in de beroepsteelt in ontwikkeling zijn (Bionica, Biogold) maakt het een aardappelteelt met een beperkte Phytophtora-aantasting absoluut mogelijk. De Deense verdeler van Sarpo Mira (Danespo) wil in 2009 biologisch pootgoed van Sarpo Mira op de markt brengen. Vanaf 2009 vind je bij Ecoflora ( www.ecoflora.be ), onder voorbehoud, pootgoed van Sarpo Mira.

Bovenstaand artikel is © Velt vzw.  Auteur : Luc Vanhoegaerden.

Tot hier het persbericht, hierna vindt u de persoonlijke bevindingen en de foto’s van Jos Pauwels.

Klik op de afbeeldingen om de originele grootte te zien

Sarpo Mira 004 Sarpo Mira 006 Sarpo Mira 007 007_lengte Sarpo Mira 008

Jos stuurde mij op 22/08 volgende bericht.
Wat opvalt is de vlakke bladstand van de jonge planten overdag en ’s avonds richten de stengels zich naar boven. Terwijl de andere aardappelen (Charlotte, Nicola en Cornes de gattes) zonder bespuitingen al gerooid zijn staan de Sarpo Mira er nog zeer groen bij met een zeer weelderig gewas.
Opvallend is dat bij sommige planten de onderste bladeren hier en daar een bruin plekje vertonen. Het bladmoes verdroogt alleen op die vlek.  De rest van het blad blijft mooi groen. De stengels blijven maar doorgroeien.
Ik ben echt benieuwd hoe lang ze het nog zullen uithouden en naar de opbrengst en de smaakkwaliteiten.
En dit schreef Jos later, na afloop van de Velt-proef in zijn groentetuin
Sarpo Mira was eerst afgerijpt eind oktober. De gemiddelde opbrengst lag rond de 2 kg per struik. Er is wel een zekere schurftaantasting op de knol. Het vruchtvlees is wit, de knol is zeer hard (moeilijk door te snijden), de smaak vind ik persoonlijk als kookaardappel niet zo lekker. Deze is onvergelijkbaar met Charlotte, Ratte, Cornes de Gattes.
Als frietaardappel is hij nogal aan de droge kant maar met de baktijd iets te verminderen zou dit wel eens anders kunnen zijn. Tenslotte als pureeaardappel is hij wel lekker.

Koolwittevlieg : kenmerken, oorzaken en bestrijding.

 

Kent u de koolwittevlieg? Nee? Best mogelijk, want het is niet overal een probleem, maar voor wie er wel last van heeft behoort koolwittevlieg tot de vervelendste en meest hardnekkige plagen in de moestuin.  Lees in dit bericht over deze vervelende plaag, bekijk de foto’s en lees vijf tips om de plaag onder controle te krijgen.
Met dit artikel gaan we ook graag op zoek naar tips om de witte vlieg op koolgewassen uit onze groentetuin te bannen.  En dat is niet altijd even makkelijk, zo blijkt. Alle tips zijn dan ook welkom. U helpt er zeker en vast veel radeloze lezers mee. Tik ze in onderaan dit artikel, alvast bedankt!

Klik op de kleine foto’s voor vergroting of

Regionaal
Het probleem van de witte vlieg op koolgewassen is sterk verschillend volgens de regio. In Nederland ( en met name Zuid-Nederland, heb ik begrepen) is het al langer gekend en dikwijls een groot probleem, in België komen ze de laatste drie jaar meer en meer opduiken.

Welke teelten?
Probleemgewassen zijn vooral spruitkool, boerenkool, savooikool en doorgroeiende broccoli (speerbroccoli). Eigenlijk alle koolgewassen (en onkruiden van deze familie) die voor een langere tijd in de tuin blijven.

Klimaat
In een warme zomer of  herfst groeit het probleem zienderogenr. In 2006 waren er veel meer meldingen dan in de natte zomer van 2007 (en ook 2008?), maar het is daarom zeker niet verwaarloosbaar. Alleen gaat de voortplanting van de koolwittevlieg dan veel minder hard. Wat het schadebeeld automatisch meer aanvaardbaar maakt. Een droge, warme septembermaand kan dit jaar nog veel roet(dauw) in het eten gooien…

Bij de beroepstelers
Ook in  de professionele Nederlandse tuinbouw weten ze er niet goed raad mee. Er zijn geen erkende insecticiden die de witte vlieg op afdoende wijze bestrijden. In Nederland zijn de problemen nu al groter omdat er daar eerder op meer selectieve insecticiden overgeschakeld werd die geen vat hebben op de koolwittevlieg. (Denk aan spinosad, Bacillus thuringiensis).

Intermezzo: er zijn drie soorten witte vliegen gekend. Men noemt ze vliegen, maar eigenlijk zijn het kleine witte motten. Kaswittevlieg (Trialeurodes vaporariorum) Deze witte vlieg is vooral gekend als parasiet bij tomaten, komkommers, aubergines en bonen. Het is een typische kasplaag en komt vrijwel niet voor in open lucht. Tabakswittevlieg (Bemisia tabaci)
Deze witte vlieg is een meer recente parasiet in de landen met gematigd klimaat. In de mediterrane landen is dit motje al veel langer een zeer groot probleem. Net zoals bij de kaswittevlieg is ook hier bevuiling aan de orde, maar het is vooral het feit dat het insect een belangrijke overdrager is van plantvirussen die de telers zorgen baart.Document over het verschil kaswittevlieg en tabakswittevlieg

Koolwittevlieg (Aleyrodes proletella)
De koolwittevlieg is veel groter dan die van de kaswittevlieg en van de tabakswittevlieg en ze zijn te herkennen aan vier grijze vlekken op de vleugels. De eieren worden aan de onderkant van de bladeren in cirkels afgezet. De larven en poppen zijn  anderhalve keer zo groot als die van de kas- en tabakswittevlieg en hebben een dikke waslaag. In het Duits wordt dit insect ook wel de Kohlmottenschildläuse genoemd, omdat de larven op schildluizen lijken. De koolwittevlieg is te vinden op jong blad en zet
daar eieren af. De larven leven op de onderkant van de bladeren.

In dit artikel hebben we het wel degelijk over de koolwittevlieg, die NIET dezelfde witte vlieg is als deze in de kas!

Schadebeeld
De witte vliegen zijn eigenlijk kleine witte motten. Op de onderkant van de bladeren zijn er cirkelvormige witte vlekjes aanwezig. Tot zover is dit geen zo’n groot probleem, maar, net zoals bij de kaswittevlieg, gaan na verloop van tijd de larven van de witte vlieg honingdauw afscheiden.Hierop groeien schimmels, die er zwart uitzien, roetdauw genaamd. Een beetje witte vlieg is dus niet erg. Het probleem is dat grote aantallen witte vlieg de planten bevuilen door honingdauw, waarop dan de roetdauwschimmel gaat groeien.
Vuile bladeren, vol met poppen en larven, zeker geen smakelijk gezicht. Eenmaal het zo ver gevorderd is heeft preventie of bestrijding veel minder effect.

Preventie : Levende waard nodig
Bij de preventie is het belangrijk te weten dat koolwittevlieg een levende waard nodig heeft om te kunnen overleven. Tijdig, voor het begin van de lente, alle koolgewassen en onkruiden opruimen in de tuinen is dus een uitstekend idee.

Onkruiden
Onkruiden die behoren tot de familie van de kruisbloemigen, maar ook groenbemesters van deze familie zijn potentiele waardplanten. Denk aan het onkruid herderstasje, maar ook aan bladrammenas als groenbemester.

Overwinterende koolgewassen
Boerenkool en savooienkool niet te lang in de tuin laten, en zeker niet tot de witte vlieg weer actief wordt en opnieuw eitjes gaat leggen.

Koolzaad
Koolzaad lijkt in combinatie met brassica’s een ideale gastheer, omdat koolzaad de hele winter door overstaat. Het grootste gevaar is dat het areaal gaat uitbreiden om de toenemende behoefte aan biobrandstoffen te dekken.

Wat te doen?

1. Natuurlijke parasitering

Dit is misschien iets voor de toekomst, maar voorlopig kunnen we er nog niet veel van verwachten.

( Bron : Wittevlieg haalt vernietigend uit in spruiten (20-09-2006))Volgens Mooijaart heeft het verleden geleerd dat grote populaties organismen een aantrekkende werking hebben op natuurlijke vijanden, waardoor een uitbreiding van de populatie na verloop van tijd wordt ingedamd. Een voorbeeld is de nerfmineervlieg , die zo’n 20 jaar gelden huishield in het Westland. Voor koolwittevlieg hebben zich nog geen natuurlijke vijanden gemeld. “We vinden nog geen geparasiteerde vliegen, die daarop duiden”, aldus Mooijaart.

2. Pyrethrum
Op de website van ECOstyle wordt aangegeven dat Spruzit uit  proeven in 2007 als werkzaam middel is gekomen. Dit is dus een middel op basis van Pyrethrum, er zijn daarvan heel veel merken, andere dan Spruzit,  op de markt. Je moet het middel wel op de juiste wijze  toepassen en regelmatig herhalen.
Lees alles over de juiste toepassing en werking in het artikel Biologische insecticiden op basis van pyrethrum

Citaat : Op de Spruitkoolboulevard in Westmaas werd 3 november 2007 kenbaar gemaakt dat Spruzit van ECOstyle het enige toegelaten middel is dat werkzaam is tegen koolwittevlieg in de spruitkool. In de insectenproef uitgevoerd door Praktijkonderzoek van Plant & Omgeving (PPO Westmaas) werden een dertiental insecticiden getest.
ECOstyle heeft deelgenomen aan de proef met één object Spruzit in drie herhalingen. Spruzit is hierbij zonder toevoegingen getest. Uit de proef blijkt dat Spruzit zeer werkzaam is tegen koolwittevlieg, melige koolluis en perzikbladluis.

3.Water
Een tip is om tijdens droge periodes de planten regelmatig helemaal van boven tot onder afspuiten met een harde straal water. Zo bootst u, tijdens een mooie zomer, de zomer van 2007 of 2008 na :-)

Deze methode past Jo van Dreumel toe, hij schrijft op zijn website

Dit jaar heb ik nog veel vliegjes en hun sporen kun verwijderen door met een sterke broes tegen de onderkant van de bladeren te spuiten. Dan vliegen er wel veel weg, maar die plak ik dan met de broes aan de grond vast. Tot 4 jaar terug hadden we geen last, maar nu is het een overlast.
Volgend jaar zit er niets anders op dan die planten met insektengaas te overspannen.

4. Insectengaas
Je kan de plaag uitstellen door vanaf het planten van de kolen onder insectengaas te telen. Dat is bij spruitkool helaas niet altijd even praktisch

5.Vanggewassen
Alhoewel niet echt een optie voor de liefhebber, is het toch nuttig dit hier te vermelden. Vanggewassen kunnen vooral in professionele monoculturen een oplossing zijn. De vanggewassen lokken de vlieg, zodat bijvoorbeeld de teelt van spruiten schoon blijft. Op de Spruitkoolboulevard zijn verschillende gewassen getest. Alleen boerenkool lijkt aantrekkelijk genoeg voor de koolwittevlieg om zich daarnaar toe te verplaatsen. Nadeel is natuurlijk dat je op die manier de populatie sneller doet toenemen. (terzijde : Barbarakruid is een geschikt vanggewas voor de koolmot)

5. Tips van de moestuinders
Daar zijn we dus op naar zoek. Hebt/Had u problemen met koolwittevlieg? En kunt u het probleem de baas? Vindt u dat één van de bovenstaande tips echt wel de moeite loont. Of pakt u het anders aan?
Alle tips om het probleem minder erg te maken, of alvast het schadebeeld aanvaardbaar te maken zijn welkom. U helpt er zeker veel radeloze lezers mee. Geef uw tips, onderaan dit artikel in de commentaarbox, alvast bedankt!

Biologische insecticiden op basis van pyrethrinen

Er zijn van die momenten dat je wel moet ingrijpen. Rupsen in koolgewassen vormen in deze tijd van het jaar bijna steeds een probleem. Bladluizen zijn lastige gasten in de slateelt.
Eerder bespraken we al een middel op basis van de bacterie Bacillus thuringiensis. Dit middel is zeer selectief en doodt enkel rupsen. Ook voor de mens is er geen gevaar.
Het nieuwe middel op basis van spinosad, waar je onlangs kon over lezen in dit artikel bestrijdt heel wat insecten, met uitzondering van bladluizen, maar laat lieveheersbeestjes ongemoeid.
Er is echter ook een biologisch middel op de markt dat helemaal niet selectief is en waarbij je als persoon ook de nodige voorzorgen moet nemen tijdens de toepassing ervan.  Het middel wordt al tientallen jaren gebruikt en mag gebruikt worden bij de biologische teeltwijze om hardnekkige plagen te onderdrukken.

Samenstelling

Lees verder Biologische insecticiden op basis van pyrethrinen

Nieuw biologisch middel erkend tegen o.a. koolvlieg.

Spinosad, de werkzame stof van  de merkproducten Tracer en Conserve, staat nu op de Europese lijst van de stoffen toegelaten in de biologische landbouw.  Zo staat te lezen in de VERORDENING (EG) Nr. 404/2008 VAN DE COMMISSIE van 6 mei 2008, een uittreksel :

(4) Spinosad is een nieuw insecticide van bacteriële oorsprong,
dat essentieel blijkt bij de bestrijding van bepaalde
belangrijke plagen en dat bijdraagt tot de duurzaamheid
van de productie in gevallen waarin andere
plagen een gewas aantasten of dreigen aan te tasten. Bij
het gebruik ervan dient erop te worden toegezien dat het
risico voor niet-doelorganismen zo gering mogelijk blijft.
(5) Wat de opneming van spinosad betreft, dient erop te
worden gewezen dat micro-organismen in het algemeen
in de biologische landbouw mogen worden gebruikt voor
de bestrijding van ziekten en plagen, terwijl door microorganismen
geproduceerde stoffen in een aparte lijst
moeten worden opgenomen. (Bron)

Grote verandering en groot verschil met andere erkende biologische middelen tot nu toe is dat hier niet gaat om het micro-organisme zelf dat gebruikt wordt ter bestrijding van een plaag (zie het artikel over de bacterie Bacillus thuringiensis ter bestrijding van rupsen) maar over een stof geproduceerd door een micro-organisme. Spinosad is een insecticide die wordt geproduceerd door een in de bodem levende bacterie. Het fermentatieproces van deze bacterie levert spinosynen, de insecticide, op.

Werking
Spinosad heeft al een paar jaar een toelating in de gangbare land- en tuinbouw in Nederland en België onder de merknaam Tracer en Conserve Het middel wordt gebruikt om

Lees verder Nieuw biologisch middel erkend tegen o.a. koolvlieg.

Ook een virus in uw tomatenkas?

Bedoeling van dit artikel is na te gaan hoe het gesteld is met de verspreiding van virusziekten bij de liefhebbersteelt van tomaten. De indruk bestaat immers dat die nu meer voorkomen dan vroeger.

Virussen bij planten veroorzaken schadebeelden die dikwijls als dusdanig niet herkend worden. Het feit dat slechts enkele planten aangetast worden en er nog wel wat geoogst kan worden is nog een reden te meer waarom virusziekten niet herkend worden.
Virusziekten behoren tot de moeilijkst te determineren ziektes. De uiterlijke kenmerken zijn zeer divers : vervormingen van nieuw gevormde bladeren en/of vruchten, verkleuringen van bladeren en/of vruchten, dwerggroei van de plant, verdroging van de bladeren, algemene groeiverzwakking enz… Meestal is het wel duidelijk dat het om een virus gaat, maar nie welk virus. Om dat te weten is een labo-analyse nodig.

Zo nu en dan komt er wel eens een tomatenplant opduiken die virusachtige kenmerken vertoont. Tot nu toe was dit echter heel sporadisch.

Foto’s 2007 en 2008
Vorig jaar echter kreeg ik opeens opvallend meer vragen van verontruste tomatenliefhebbers die eigenaardige verschijnselen op hun tomatenplanten opmerkten. Verschillende lezers stuurden foto’s in van zeer sterke misvormingen van de nieuw gevormde jonge bladeren op hun tomatenplanten. Was dit het begin van een nieuwe virusproblematiek?

Lees verder Ook een virus in uw tomatenkas?

Ook last van coloradokevers?

Er stond een bericht over coloradokevers in De Telegraaf.
Coloradokever bedreigt aardappels

29/05/2008 WAGENINGEN – De Nederlandse aardappelteelt wordt bedreigd door een toename van het aantal coloradokevers. Dat stelt onderzoeker Roelof Naber van advies- en onderzoeksbureau DLV Plant. Door het warme weer neemt het aantal kevers in de winter niet meer af. De dieren, die zich voeden met aardappels, worden door boeren gevreesd vanwege de onherstelbare schade die zij aan de gewassen kunnen aanrichten.

„Het grote probleem van het diertje is dat hij geen natuurlijke vijanden heeft”, legt Naber uit. „De larven zijn wel te verdelgen. Maar de kevers zelf zijn tegen eigenlijk alle mogelijke bestrijdingsmiddelen bestand.”

Lees het volledige artikel: Kever bedreigt Nederland’

De kevers overwinteren in de grond op 20 – 50 cm diepte op percelen waar aardappelen hebben gestaan en komen van eind april tot eind mei weer te voorschijn. De kevers kruipen of vliegen naar jonge aardappelplanten, en zijn daarom eerst vooral langs randen van percelen te vinden. Wanneer de dagtemperaturen tot boven 17 °C oplopen beginnen de vrouwtjes eieren af te zetten. De legperiode duurt twee à drie weken, en in die periode kunnen de vrouwtjes 300 – 700 eieren produceren. (Bron De levenscyclus van de Coloradokever)

imageDeze foto komt van Nostalgienet.nl, vroeger was de coloradokever immers één van de grootste bedreigingen van de levensnoodzakelijk aardappelteelt. Bekijk ook het filmpje uit 1948 over de coloradokever : klik hier

Eén kever kan dus honderden vraatzuchtige larven produceren. Als hobbytuinder is het dus zaak de kevers van de eerste generatie te vangen of te vernietigen, zodat de eiafzet beperkt blijft. De larven die toch aanwezig zijn moeten opgespoord worden en vernietigd.
Update : Joop maakt er ons in zijn uitgebreide reactie hieronder op attent dat eitjes vernietigen ook belangrijk is, vooral omdat ze toch in groepjes afgezet worden.

Hoe pakt u het eventuele probleem aan? Gebruikt u bestrijdingsmiddelen of toch maar vangen? Laat het weten aan onze lezers in de reacties.

Update augustus 2008: dit is het resultaat van de enquete die liep bij 384 moestuinbezitters bij GroentenInfo tussen 1 juni en 4 augustus 2008. Meer dan de helft heeft nooit last van coloradokevers. Daarbij komen nog 20 % die zeker niet ieder jaar last hebben deze vervelende kever. Slechts 11 procent heeft toenemende last van coloradokevers.  En 13 procent evenveel last als vroeger.

Hobbytuinders ontdekken mineervlieg als nieuwe plaag in prei (levenscyclus en preventie)

Misschien zit de klimaatsverandering er voor iets tussen? De mineervlieg is blijkbaar aan een opmars bezig. Afgelopen zomer was het opvallend hoeveel koolgewassen aangetast waren door mineervlieg. (zie artikel Mineervlieg, een nieuwe plaag in koolgewassen!). De seldermineervlieg en tomatenmineervlieg zijn al heel wat langer gekend. Ook spinazie, veldsla en sla heeft wel eens last van mineervlieg.

Mineervliegen zijn kleine vliegjes. De larven van mineervliegen mineren in de bladeren van planten en maken gangetjes in de bladeren. Daarbij laten ze de epidermis (opperhuid van bladeren) onaangetast.

En nu is ook wat prei betreft de kogel door de kerk! Het is mineervlieg! Geen preivlieg! En ook geen preimot (maar dat wisten we al). De trouwe lezer weet wel waarover het hier gaat. Het raadsel in het artikel “Gewoon preivlieg of toch een andere vlieg?” is opgelost!

Wat vooraf ging.

Lees verder Hobbytuinders ontdekken mineervlieg als nieuwe plaag in prei (levenscyclus en preventie)

Gewoon preivlieg of toch een andere vlieg? Verschillende lezers meldden onbekende symptomen bij prei.

banner_preivlieg-delia-antiquaDe laatste weken meldden liefst drie -het zijn er ondertussen zestien – verschillende lezers mij dat hun prei aangetast was door een insect. Een foto van één van de lezers deed vermoeden dat het om een vlieg ging, omdat er een popje zichtbaar was. Maar om zekerheid te hebben en voor een goed onderbouwd advies ging ik dan ook even ten rade bij drie professionele preiteeltspecialisteiten uit verschillende proefstations. Een “second opinion” als het ware. De resultaten leest u in dit artikel. Maar ook uw opinie over dit probleem, beste lezer, is zeer welkom

De kenmerken

Hieronder volgt wat uitleg over de schade die de lezers mij signaleerden :

Lees verder Gewoon preivlieg of toch een andere vlieg? Verschillende lezers meldden onbekende symptomen bij prei.

Botrytis, de grijze schimmel

tomaat_stam_botrytis Botrytis cinerea is waarschijnlijk de meest verbreide schimmel bij groenten onder glas. Vooral in het vochtige najaar, maar ook bij zomers zoals we er nu één hadden. Synoniemen voor Botrytis cinerea zijn grijsrot, grijze schimmel, grauwe schimmel.

Kenmerken
De schimmel is dan ook heel makkelijk herkenbaar aan het grijze schimmelpluis. De schimmel doet de aangetaste plantendelen rotten, een echte rottingsschimmel dus. Typisch is ook het concentrische verloop van de schimmel. De schimmel breidt zich cirkelvormig uit, zoals een heksenkring.

Oorzaken
Er is waarschijnlijk geen groente of plant waarop de schimmel niet kan groeien. Maar het is geen agressieve schimmel. Het is  een typische zwakteparasiet. Er moet iets loos zijn vooraleer de schimmel infecteert.
Lees verder voor de kenmerken, de oorzaken en heel veel foto’s van schadebeelden bij verschillende groenten.

Lees verder Botrytis, de grijze schimmel

Bladluizen en hun natuurlijke vijanden – Slideshow

Als je een beginnende bladluisplaag vaststelt bij vruchtgroenten is het goed even op te letten of er geen spontane parasitering aanwezig is. Misschien is behandeling niet (onmiddelijk) nodig. Door te behandelen  dood je onvermijdelijk ook de nuttige insecten, ook al krijgt het middel in kwestie het predicaat ‘biologisch’. Trouwens, op  groenten waarvan de bladeren gegeten worden is parasitering  niet echt een optie, want de beestjes, nuttig of niet, zijn daar eigenlijk niet gewenst.Toch niet in grote getale. Lees hier praktijkvoorbeelden en bekijk de diashow

In de paprikaserre kon dit jaar op die manier een bladluisplaag volledig onder controle gehouden worden. Aan de deuropening waren begin mei een drietal planten die aangetast waren door bladluizen. Door spontane parasitering waren echter vrijwel onmiddelijk larven van lieveheersbeestjes te zien. Er werden vooraf ook al graanluiskweekjes uitgezet met sluipwespen. Na een tijdje kon je bladluismummies opmerken. Op de plaatsen waar al heel veel bladluis was kwamen ook oranje larven van de galmug. Door de aanwezigheid van deze biologische bestrijders kon de plaag onder controle gehouden worden en zijn er de hele  zomer geen problemen geweest met bladluizen. De larven van de zweefvlieg zijn ook heel dikwijls op te merken bij bladluiskolonies.

Het is zaak dit goed op te volgen, want niet altijd kunnen de bestrijders de bladluisplaag de baas. Zo was de plaag van katoenluis op de courgettes en aubergine niet te beheersen.  Meer uitleg over deze dierentuin na de diashow (enkele seconden geduld a.u.b.)

Lees verder Bladluizen en hun natuurlijke vijanden – Slideshow

Kurkwortel bij tomaten is overal aanwezig!

kurkwortel-ferline-sampei-detail2Onderaan dit artikel een uitgebreide fotoreportage.
Als u het tomatengewas uit de kas opruimt controleer dan de wortels op de aanwezigheid van de kurkwortelschimmel. Heel wat liefhebbers zijn zich niet bewust van de aanwezigheid ervan omdat de schadekenmerken bovengronds weinig zichtbaar zijn. Duidelijke symptomen zijn enkel ondergronds waar te nemen.

Kurkwortel is zowat de hoofdreden van bodemmoeheid bij de teelt van tomaten

Lees hieronder alles over levenswijze, schade, kenmerken, oorzaken en oplossingen en bekijk de foto’s.

Lees verder Kurkwortel bij tomaten is overal aanwezig!

Aardrupsen bij jonge groenteplanten

Wie na de teelt van vruchtgroenten nog wat bladgroenten wil telen in de kas krijgt vroeg of laat wel eens te maken met de verraderlijke aardrups. De aardrups lust zowat alles wat in het najaar in de kas geplant wordt: sla, andijvie, selder, peterselie, spinazie …. Maar ook in open lucht kan deze rups van de worteluilen (Agrotis spp) verrassen. In dit uitgebreide artikel het schadebeeld, oorzaken, bestrijding en diverse foto’s.

Lees verder Aardrupsen bij jonge groenteplanten