Categorie archieven: Slasoorten

Echte kropsla telen lukt best in het vroege voorjaar

Kropsla botersla, moestuinBotersla of kropsla is het makkelijkst te telen in het voorjaar. Geen problemen met ziektes en plagen en ook niet met te hoge temperaturen. Nu vind je slaplantjes op de markt en in tuincentra. Wist je dat deze plantjes al gezaaid werden eind december?

In het voorjaar kan de slateelt aanmerkelijk vervroegd worden door te telen in een koude serre (kas) of plastiektunnel. Zonder risico op vorstschade kan je er de zelf geteelde of aangekochte plantjes uitplanten vanaf half februari. Dan oogst je half april. De kans op vorstschade op kleine slaplantjes is eerder gering. Het mag al eens wat vriezen in de kas, de plantjes zullen zich hiervan snel herstellen. (Grote oogstbare kroppen lopen sneller vorstschade op, dit is dan vooral in het late najaar) Komt er toch nog een late vorstperiode, dek de slaplantjes dan wat af met agryldoek of plastiekfolie. Zo valt de groei niet stil en blijft de kwaliteit optimaal. Maar het moet niet!Onder beschutting planten kan tot einde maart, vanaf dan schakelen we zeker over naar de buitenteelt. In de maand maart kan je al buiten planten, als ja afdekt met geperforeerde plastiekfolie of agryldoek.

Plant nu slaplantjes in de kas, koude bak of plastiektunnel en binnen twee maanden is een succesvolle oogst gegarandeerd. Een snelgids in tien stappen.

  1. –  Maak de grond goed los met de spitvork.
  2. –  Werk ongeveer 100g/m² organische handelsmeststof.
  3. –  Werk ook een paar cm goed verteerde compost mee in.
  4. –  Laat de grond wat opdrogen, hark de grond fijn, breek de kluiten.
  5. –  Droge (harde) perspotjes eerst een kwartiertje onder water ‘duwen’
  6. –  Plant de blokjes ongeveer half in de grond, en druk de grond tegen het blokje aan.
  7. – Geef na een drietal dagen een kleine hoeveelheid water.
  8. – Tot begin maart geen water meer geven. Vanaf dan om de tweek water geven ’s morgens als een zonnige en warmere dag verwacht wordt, indien nodig.
  9. – Het is niet noodzakelijk, maar wie zijn plantjes beschermt tegen vrieskou, met vliesdoek, zal vroeger oogsten.
  10. – Luchten is nodig vanaf drie weken na het planten,  vanaf  ’s morgens vroeg op een kiertje en tijdens de dag meer als de temperatuur in de kas boven de 20-22°C komt.

Lees ook : Groenten vervroegen in februari Kropsla botersla, moestuin

Lees ook : Groenten vervroegen in februari

Is er nog slawortelboorder na 15 augustus? Met video van de SWB

Er komen al lang geen nieuwe artikels meer op GroentenInfo. Dat blijft nog een tijdje zo. Ondertussen worden wel alle vragen beantwoord via mail en op de website. GroentenInfo is er om te helpen, nietwaar?

Voor Herman maken we een uitzondering op de publicatiestop. Voor zijn oproep in verband met de slawortelboorder. Om zo nog meer over dit insect te weten te komen. En zo zijn adviezen, die al opgevolgd worden door verschillende tuinders in Vlaanderen en Nederland te perfectioneren.

(Voor wie niet direct weet waar het over gaat, lees ook eens dit artikel van Herman :

Alle informatie over de slawortelboorder, straks ook in jullie moestuin?

Hij schreef volgend bericht. Foto en video vind u onderaan dit artikel. 

Beste collega hobbytuinder,
In 2012 werden bij Herman De Moor alle (talrijke)  slabedden ‘nachts,gans het jaar door, afgedekt met schaduwdoek en GEEN ENKELE aantasting door de SWB-larve werd opgemerkt.
Een bewijs dus dat afdekking van de slabedden HET middel is om het SWB-probleem aan de basis aan te pakken.
In 2013 werden alle slabedden en kweekplantjes in pot,opnieuw afgedekt met uitzondering van één testbedje (in vollegrond) met een zestal slaplantjes.waarvan er na een paar weken reeds de helft sneuvelden én de larve telkens terug gevonden werd.
Nogmaals het bewijs dat s’nachts afgedekte bedden wel degelijk beveiligd zijn tegen de SWB-aantasting.
Omdat, volgens Herman althans, sommige literatuur onterecht aangeeft dat de SWB-mot ook vliegt in aug-sept wou ik dit jaar een speciaal verzoek richten aan de lezers om mee te werken aan een test.
Gelieve daarom in uw komende nieuwe zaai-of plantbedden, vanf 15 aug, NIET  meer af te dekken en na te gaan of er achteraf toch nog aantastingen zullen optreden.
Bijgevoegde verzamelfoto en volgend filmpje,ons opgestuurd door lezer Erwin,zijn een goed hulpmiddel om de juiste diagnose te stellen.

 

Wat moet je doen indien je de larve ontdekt in de laatste zaai-en plantbedden in de periode na 15 augustus 2013?

Maak digitale foto’s van de larve en stuur die op in een email naar lezersbijdrage@plantaardig.com .Vermeld in “het onderwerp” van de email de tekst SWB3 . Op die manier komt uw email niet alleen terecht bij Luc Dedeene maar onmiddelijk ook in Herman zijn email-postbox.
Alleen emails MET foto van de larve,eventueel aangevuld met een woordje uitleg,zullen behandeld worden door ons,teneinde onze diagnoses 100% sluitend te maken.
Herman zelf zal eveneens ,op al zijn bestaande slabedden(in totaal een achttal),identiek dezelfde test doen…
Geldige inzendingen kunnen aanleiding geven tot verdere uitwisseling van informatie via email met lezersbijdrage@plantaardig.com en/of Herman.
Als blijkt dat er géén aantastingen meer optreden zullen we uiteindelijk vroeger kunnen stoppen met afdekken van onze slabedden en is er een belangrijke zekerheid meer omtrent de gevaarlijke infectieperiodes.
Met dank voor uw medewerking van dit belangrijk experiment.
Video 1

Video 2

Lees zeker ook eens het artikel met alle info die in de loop van de jaren verzameld werd.

http://www.plantaardig.com/groenteninfo/berichten/de-slawortelboorder-straks-ook-in-jullie-moestuin/

De slawortelboorder: bevindingen, conclusies en aanbevelingen na twee jaar intensieve opvolging

InlineRepresentation2aba52367f864973[1]_thumb[1]

Opgelet : indien u deze plaag nog niet kent, lees zeker ook de twee voorafgaande artikels, om verwarring met andere bodeminsecten uit te sluiten

Op deze foto’s de nachtvlinder (slawortelboorder) en de rups (slawortelboorder), klik om te vergroten.
800px-Korscheltellus_lupulinus01

rups-slawortelboorder

Wat vooraf ging
Toen Herman in 2009 voor het eerst slawortelboorder (Korscheltellus lupulinus) in zijn groentetuin vasstelde had hij nog niet de indruk dat de plaag belangrijk was. Toch werd toen al een oproep gelanceerd op GroentenInfo om na te gaan of en in welke mate deze plaag ook nog bij andere hobbytuinders voorkwam. Het werd een artikel vooral de nadruk legt op het verschil tussen de verschillende andere bodeminsecten en de rups van de slawortelboorder. Zie het artikel De slawortelboorder doet bijna oogstbare kroppen sla verwelken (16 juni 2009). Lees zeker dit artikel om verwarring met andere bodeminsecten, zoals aardrupsen, emelten, ritnaalden of engerlingen uit te sluiten. De gevolgen van een aantasting door slawortelboorder zijn meestal erger dan deze van andere bodeminsecten.

Dit alles leidde uiteindelijk in het voorjaar van 2010 tot een uniek artikel met alle mogelijke info over de slawortelboorder, zowel uit de literatuur, als uit eigen bevindingen. Zie het artikel Uitgebreide info over de  slawortelboorder, uit literatuur en eigen bevindingen (28 april 2010)

Enkele  bevindingen uit dit laatste artikel werden in de loop van het seizoen 2010 in de praktijk omgezet. Met de bedoeling de aantasting door de rupsen van de slawortelboorder zeer sterk terug te schroeven. Nog een geluk dat er maatregelen genomen werden, want de plaagdruk van de slawortelboorder was onverwachts groot! Een echte epidemie, zo noemt Herman het in zijn artikel.

In dit derde artikel worden een aantal proefnemingen die Herman de Moor gedaan heeft in 2010 toegelicht, ze worden gevolgd door enkele voorname conclusies en aanbevelingen in verband met de slawortelboorder. Hierna  volgt het derde artikel over de slawortelboorder geschreven door Herman de Moor.

Inleiding

 

Dit artikel is bedoeld als afsluiter van de vroegere artikels over de slawortelboorder (in dit artikel soms afgekort als SWB).
Gezien de ervaringen van 2009 en vermits, bij elke aantasting van een slabed, de SWB larve consequent opgespoord en verwijderd werd, was het maar de vraag of er in 2010 opnieuw gelijkaardige aantastingen zouden voorkomen.
Tot mijn grote verwondering bleek dit inderdaad het geval te zijn.De aantasting nam afgelopen seizoen de vorm aan van een epidemie en kostte het leven aan 41 slaplanten.

1. Afdekken.

De eerste twee plantbedden waren, dankzij afdekken, vrij van enige aantasting.

Een derde plantbed, geplant op 14/04/10, was nauwelijks een week onbeschermd en vanaf 05 /05 al grondig aangetast (zie onderstaande foto). Bovendien bleek achteraf de aantasting uit te breiden naar een aangrenzend slabed dat steeds voldoende afgeschermd was geweest tijdens de nacht. aangetast bed door slawortelboorder

Een zaaibed, gelegen naast het gazon, gewild afgedekt met grofmazig vogelnet,  werd vanuit het gazon eveneens in beperkte mate aangetast, zie onderstaande foto.afdekking tegen slawortelboorder

Toen rees het vermoeden dat de larven zich overdag verplaatsen naar aangrenzende teeltbedden of vanuit gras naar een aanpalend slabed

2. Onderzochte preventiemaatregelen.

Vanaf dan ondernam ik volgende maatregelen :

° Alle zaai-en plantbedden zouden tot einde juli  ‘s nachts afgedekt worden

° Vanaf 17/05 werden planten, bij het inplanten, aangegoten met het in België, in de biologische teelt, erkende middel ‘Conserve’ (link naar productbeschrijving fabrikant, of zie ook dit artikel). Conserve werd gekozen omdat het enerzijds een goed rupsenbestrijdingsmiddel is en anderzijds ook gebruikt wordt om groenteplanten aan te gieten tegen de koolvlieg. Het was natuurlijk nog de vraag of aangieten tegen de rups van de slawortelboorder ook zou helpen.

° Vanaf 01/06, het opzetten van onbeschermde kleinschalige plant-testbedjes al dan niet aangegoten met ‘Conserve’

° Alle bedden worden nu in kaart gebracht, de aantastingen nauwkeurig genoteerd met datum, teeltplaats, aantal planten, aantal larven/plant.

° Begin juni wordt er ‘s nachts een zelfgebouwde nachtvlinderval geplaatst tijdens een vijftal nachten.

3. Het volledige verhaal van de 2010-teelten

 

3.1. De slasoorten : kropsla (Limax), krulsla, eikenbladsla, ijsbergsla

3.2. De plant- en oogstdatums waren alle gesitueerd tussen

– Het 1ste slabed in koude bak met gekochte plantjes: geplant op 12/03 en oogstbaar vanaf 01/05.

en

– Het laatste slabed op worteldoek geoogst begin november.

3.3. Overzicht van de slabedden: 32 bedden met  339 slaplanten in totaal

° Sla in de koude bak : 4 plantbedden (37 planten) + 4 zaaibedden (53 planten)

° Sla  op worteldoek : 7 bedden (81 planten)

° Sla in vollegrond : 8 plantbedden (92 planten) + 5 zaaibedden (60 planten) + 4 test-plantbedden (16 planten)

3.4. Gebruikte beschermingsmiddelen

* Op de koude bak (40 cm hoog): grofmazig vogelnet (dag en nacht) slawortelboorder bestrijden - afdekken met vogelnet

* Op het worteldoekbed: stukken worteldoek gesteund door planken, gedragen door 18cm hoge balken rondom het bed, zie onderstaande foto.

sla op gronddoek afdekken tegen de rupsen

* Op de bedden in vollegrond : koepels afgedekt met plastic, noppenfolie of doek, ook gebruik van vliesdoek ( ‘s  nachts), zie onderstaande foto.slawortelboorder bestrijden, afdekken net

3.5. Overzicht van de aantastingen door de slawortelboorder

* op 05/05/10 :eerste aantasting op een onbeschermde vollegrondsteelt geplant op 04/04/10

* op 24/05 : 18 planten (12×1+5×2+1×5)

* op 08/06 : 30 planten (23×1+5×2+1×5)

* op 08/07 : laatste(41ste) aantasting op onbeschermd testbed (35×1+5×2+1×5)

In de periode van 05/05 tot 08/07 werden op 23 verschillende dagen een of meerdere aantastingen genoteerd!

Dank zij het consequent afdekken bleef de aantasting beperkt tot een viertal slabedden met 60 slaplanten waarvan 41 aangetast werden!

3.6  Test met een biologisch middel ‘Conserve’

Bij het planten werd 100cc/plant aangegoten, vertrekkend van een oplossing van 20cc/5 liter water, goed voor 50 planten.

Op de testbedden was er geen verschil te merken tussen bedden al of niet behandeld met  product.

4. Aanvullingen ter vervollediging van het overzichtsartikel dat in 2010 verscheen (zie Uitgebreide info over de  slawortelboorder, uit literatuur en eigen bevindingen (28 april 2010))

 

4.1. De nachtvlinder (de mot)

° Het vrouwtje legt, al fladderend tussen de slaplanten, haar volledige voorraad eitjes gedurende een drietal avondvluchten.

° Ze detecteert door een zeer sterk ontwikkeld reukorgaan  de aanwezigheid van haar geliefkoosde waardplant.

° De eitjes worden, indien geen belemmeringen, zo dicht als het kan bij de stengel, op de grond gedeponeerd.

° De slawortelboorder komt minder voor op zandgronden (dit werd bevestigd door een pioenroos-snijbloemkweker uit NL).

4.2.  De rups ( de larve)

° De rups verplaatst zich soms van plant(bed) tot plant(bed), zie onderstaande, unieke foto!migrerende rups van de slawortelboorder

De foto, genomen om 7 uur ‘s morgens, bevestigt het vermoeden dat de SWB-larve zich wel degelijk verplaatst. In dit geval betrof het een zaaibed, afgedekt met grofmazig vogelnet, dat zich naast het gazon bevond. Blijkbaar liet de vlinder gezien de afdekking, zijn eitjes vallen in de rand van het gazon, naast het vogelnet.

Aangezien de larven zich ook kunnen voeden met graswortels, konden ze aandikken en gingen ze daarna toch nog op wandel, op zoek naar lekkere slaplanten.

Meteen verklaart dit ook waarom in 2009, in slabedden gelegen naast het gazon, voornamelijk de buitenste rijen getroffen werden.

° De rups begint steeds met het uitboren van de stengel en daalt vervolgens af in het wortelstelsel, zie onderstaande foto.rups SBW boort in de stengel

° De  rups slaagt er niet in om verticale  wanden te beklimmen (getest met een aantal larven).

5.  Resultaten van de geteste maatregelen voor preventie en bestrijding

* Er is geen resultaat met het product ‘Conserve’ op de testbedden

* De enige mogelijke preventie blijft het afschermen van de teeltbedden op zijn minst tijdens de nacht.

* Laat geen slaplantjes overnachten in openlucht.

* Het maken van slabedden naast elkaar of slabedden naast een gazon zijn af te raden

* Een afgedekt slabed kan eventueel ook nog omkadert worden door een 10 cm hoge (gladde) plank.

* De periode van aantasting is volgens de mini-enquête zowel april-juli als aug-sept alhoewel  waarnemingen ( zie waarnemingen slawortelboorder op deze link ) slechts beperkte aanwezigheid van de SWB aantonen in aug-sept. Dit blijkt ook het geval te zijn voor de waarnemingen van 2008 en 2009. Wellicht heeft dit met de verlofperiode van de spotters te maken.

* Voor de vroege teelten kan bescherming tegen de koude nachten én de slawortelboorder door gebruik van 5 liter flessen (foto) nuttig zijn. Twee vliegen in één klap.

* In een koude bak, afgedekt met een grofmazig vogelnet op 40 cm hoogte, blijkt, in 2010 zoals in 2009, geen enkele aantasting te noteren.

* De nachtvlinderval is een ultiem middel voor de bestrijding of preventie (zie deze link )

val nachtvlinders, trap moths

6. Resultaten van de mini-enquête van 08/01/11

 

1- 301 ontvangen antwoorden waarvan 54,5% (België),44,5%(Nederland), 1% (andere) waarvoor onze dank

2- 59% van de leden had géén aantasting in 2009 én 2010; 41% had dus wel aantasting in 2009 en/of 2010.

3- 24% van de leden had zowel in 2009 als 2010 aantasting

4- 11% van de leden had géén aantasting in 2009 maar wel in 2010

5- 6% had aantasting in 2009 maar géén aantasting in 2010

6- Van de 41% aantastingen gebeurden er 49%(april-juli), 29%(aug-sept), 11%(april-sept)

7- slechts één lezer gebruikte een afdekking ter preventie.

 

…..Openstaande vragen….
Ondanks uitgebreid internet-zoekwerk blijven er toch een aantal open vragen…
– Hoe lang blijft de slawortelboordermot in leven?
– Hoe komt het dat de aantastingen gespreid zijn over de periode mei-september terwijl het ontpoppen gebeurt in de loop van april?
– Waarom komt de slawortelboorder minder voor op zandgrond?

7. Eindconclusies, na twee jaar intensieve experimenten, onderzoek en opzoekingswerk over de slawortelboorder

  • Nabijheid van gazon, grasland, boomgaarden, met onkruid begroeide percelen blijken een bron van jaarlijkse aantasting te zijn.
  • De beste preventie is het afdekken van de teeltbedden tijdens de nacht.
  • Ondanks consequent opruimen van alle larven blijft men risico lopen door naburige percelen  waar de slawortelboorder misschien ongestoord zijn gang gaat.
  • Hobbytuinders in volkstuintjes worden best gemotiveerd om aantastingen onmiddellijk te bestrijden en te rapporteren aan de collega’s.
  • Geen plantgoed onbeschermd laten overnachten in openlucht.
  • Bij het oogsten van elke slakrop onmiddellijk het wortelstelsel uitgraven en  grondig controleren op aanwezigheid van larve(n)
  • In bepaalde streken komt de slawortelboorder niet alleen voor in april-juli maar eveneens in aug-sept (zie mini-enquête).
  • Een nachtvlinderval is een ultiem preventiemiddel maar vangt ook andere soorten motten en insecten.

Alle informatie over de slawortelboorder, straks ook in jullie moestuin?

Slawortelboorder
Dit artikel is een gevolg van, en een vervolg op, het vorig jaar gepubliceerde bericht
Slawortelboorder doet bijna oogstbare kroppen sla verwelken

Na de vaststelling van deze vrijwel onbekende plaag door Herman de Moor waren er talrijke bruikbare reacties van lezers die het fenomeen ook vaststelden in hun tuin.

Na evaluatie van deze reacties, na consultatie van beschikbare literatuur, en met de ervaringen in de groentetuin van Herman, zijn we ertoe gekomen een allesomvattend artikel over de slawortelboorder te maken. We hopen dat door dit artikel de plaag beter herkend zal worden, wat door de ondergrondse levenswijze niet altijd even gemakkelijk is.

In dit artikel:
1. Beschrijving van de slawortelboorder (vlinder en rups)  en de kenmerken van de schade, gebaseerd op literatuurstudie.
2. Verwerking van de waarnemingen gebaseerd op het voorkomen in talrijke slabedden bij Herman en bij onze lezers.
3. Aanbevelingen voor preventie en bestrijding.
4. Eindconclusie
Credits
Opzoekingswerk, praktijkwaarneming, tekst en foto’s  : Herman de Moor.
Opzoekingswerk, nazicht en redactie : Luc Dedeene

Het loont zeker de moeite dit artikel goed door te nemen. Tot op heden was er nog geen zo’n uitgebreide bespreking van de slawortelboorder te vinden, toch zeker niet in onze eigen taal. Vanzelfsprekend rekenen we op jullie feedback!

Inleiding

Tot op heden hadden wij in onze groentetuin occasioneel teeltverlies door welgekende insecten zoals:
emelten : de larven van de langpootmug
engerlingen : de larven van meikever, junikever, rozenkever.
aardrupsen : de rupsen van nachtvlinders.
larven van de taxuskever
ritnaalden : de larven van de kniptor

Maar, 2009 bleek echter het jaar van een nieuwe belager van onze slasoorten te worden: de slawortelboorder!

De vele slateelten waar wij gedurende de kritische maanden mei-juni-juli ondervinding konden opdoen, hebben geleerd dat het absoluut noodzakelijk was dit onderwerp degelijk uit te spitten. Dankzij de talrijke reacties van onze lezers kregen wij een goed zicht op de ernst van de aantasting.

Naast beschrijvingen gebaseerd op beschikbare literatuur is in dit artikel ook getracht om objectief de mogelijke preventieve en curatieve maatregelen te bespreken. Allerminst een gemakkelijke zaak zo bleek. Vandaar dat dit artikel er ook niet zo vlug aankwam. Met onze dank aan alle lezers die aan ons hun ervaringen en ideeën wilden meedelen.

1. Beschrijvingen gebaseerd op beschikbare (internet)-literatuur

1.1 Naamgeving
De slawortelboorder (Korscheltellus lupulinus, Common Swift EN, la Louvette FR) maakt deel uit van de familie der wortelboorders (Hepialidae).

Tot dezelfde familie ( http://nl.wikipedia.org/wiki/Categorie:Wortelboorder ) behoren eveneens  de hop-, heide-, gemarmerde- en oranje wortelboorder.

1.2 Uitzicht en bouw van de vlinder
800px-Korscheltellus_lupulinus01
Foto van de slawortelboorder, de vlinder (met toestemming ©Entomart, www.entomart.be )
De vlinders zijn van gemiddelde afmeting (25 tot 40mm), hun kaken zijn rudimentair, ze hebben korte tastsprieten. De voorste vleugels zijn bruin-geelachtig, min of meer voorzien van witte vlekjes (speciaal bij het mannetje), de achterste vleugels zijn grijs-geelachtig, donkerder bij het mannetje.

1.3 Voorkomen
Een niet zo gewone soort waarvan de aanwezigheid breed  verspreid en sterk verschillend is doorheen de Europese landen. Ze worden o.a. waargenomen (gespot) in Nederland via volgende site http://waarneming.nl/soort/view/9606. Vervang de begindatum door bv. 2009-04-01 en klik op OK om de waarnemingen te zien van 2009

1.4 De eieren
0,5 mm in doorsnede, bijna volledig rond, witachtig, vervolgens zwart.

1.5 De rups

Tot 35 mm lang, wit, blinkend, doorschijnend waardoor de zwarte darminhoud vaak zichtbaar is, voorzien van vele lange fijne haartjes. Grote kop helder bruin-rood van kleur. Extreem beweeglijk en zeer vlug opgeschrikt als ze gestoord wordt.

rups-slawortelboorder

Foto  : Rups van de slawortelboorder.rupsen van de slawortelboorder

Foto: rupsen van de slawortelboorder van diverse groottes.

1.6 De cocon :
20 mm lang, bruin-roodachtig met uitsteeksels op de buikzijde en getande kartelingen op de rugzijde.

1.7 Biologie
De vlinders vliegen bij valavond in mei en juni, zeer uitzonderlijk in augustus en september, rakelings over de weiden, gazons en de weilanden, in fladderende zwermen.

Het vrouwtje legt tot 300 eitjes welke ze willekeurig, tijdens haar nachtelijke vluchten, loslaat aan de basis van de planten.

De eieren broeden uit na ongeveer 9 dagen. De jonge rupsen boren zich in de grond en vreten de kraag en de wortels van de planten uit.

Vervolgens leven ze verder in de grond dank zij het eten van de wortels van grasachtige en talrijke andere planten, voornamelijk deze met een vleesachtig of houtachtig wortelstelsel.

Ze bouwen in de grond voedingsgangen, bezet met zijdeachtige draden, waarin zij zich opgerold verbergen als men hen stoort. Ze kunnen evenwel gemakkelijk gevangen worden door het uitgraven van de grond.

De rupsen groeien ook tijdens de winter en zijn  bestand tegen de koude. In de lente (april-mei) transformeert de rups op één maand tijd naar een nieuwe vlinder.

1.8 Levenscyclus
Per jaar één generatie. De vlinder vliegt uit in mei-juni, legt zijn eieren. De larven ontwikkelen en voeden zich tot de lente van het volgend jaar ondergronds.

1.9 Habitat
Open graslanden, heiden, moerassen en grazige bospaden; ook tuinen en wegbermen in stedelijke omgeving.

1.10 Waardplanten en schade
De rups van slawortelboorder  is erg actief en de larve kan een zeer vervelend ongedierte zijn in de tuinen waar zij zich, door haar kracht en lenigheid, moeiteloos vrij snel verplaatst van de ene plant naar de andere.

De geprefereerde waardplanten van de rups zijn de slasoorten maar ze is eveneens bekend om  belangrijke schade die ze soms aanricht bij de teelt van aardbeien.

Bovendien blijkt de slawortelboorder-larve, bij gebrek aan lekkere sla, nog andere slachtoffers te maken o.a. bij vaste planten en bloem(bollen) zoals bvb iris, dahlia, pioen en lelie. Ongecontroleerde aantastingen van vaste planten riskeren zich verder uit te breiden en van jaar tot jaar erger te gaan worden.

1.11 Symptomen
De (sla)plant vertoont eerst gedurende enkele dagen een doffe kleur alsof ze gebrek heeft aan water. Vooral ‘s avonds, na een warme dag, is dit verschijnsel goed waar te nemen.
Later ligt de aangetaste plant er slap en levenloos bij en blijkt de kraag ter hoogte van de grond volledig “uitgeboord”.
Door dicht bij het wortelstelsel dieper in de grond te gaan graven vindt men al heel vlug een zeer beweeglijke en geagiteerde rups op worteldiepte.

slawortelboorder

Foto: links gezonde krop, rechts krop met doffe kleur en slappe bladeren.

slawortelbaar-schade-wortelvraat
Foto: stengel is helemaal doorboord.

1.12 Bestrijding :

  • Bewerken van de aangetaste grond gecombineerd met inmengen van een bodeminsecticide op het ogenblik van het planten.
  • Regelmatige grondbewerking, beplanting en onkruidvrij houden zou de kans op aantasting reduceren.
  • Opmerking : de literatuur stelt dat er weinig of geen studie gedaan is omtrent de slawortelboorder en de bestrijdingsmogelijkheden. De aantastingen komen eerder voor in de hobby-slateelten en privétuinen.

Tot zover onze zoektocht door de beschikbare literatuur.

2. Ervaring op basis van  talrijke slabedden en reacties van onze lezers.

2.1. Omtrent de periode van aantasting:

  • Eerste vastgestelde kropsla-aantasting vanaf 25 mei 2009 op bijna oogstbare kroppen.
  • Diagnose en determinatie door insectendeskundige Sylvia Hellingman van de de firma biocontrole ( http://www.biocontrole.nl ) op 1 juni (zie ook deze link van biocontrole )
  • Op 7 juni reeds 25 aantastingen op kropsla
  • Op 15 juni zijn er 30 aantastingen
  • Op 28 juni :6 larven aangetroffen tijdens opruiming van een bedje (opgeschoten babyleaf-sla) door veelvuldig (8 x) omspitten met de spitvork.
  • Geen verdere aantasting meer in de volgende maanden.

2.2 Omtrent de plaats van aantasting:

  • Vooral op uitgeplante kropslabedden en niet of zeer zelden (éénmaal) op sla-zaaibedden
  • In alle gevallen één larve per aangetaste plant uitgezonderd één geval (2 larven)
  • Zowel in volle grond als op gronddoek
  • Niet aangetroffen in een met vogelnet afgedekte koude bak.
  • Veel aantastingen in slabedden naast een gazon en vooral in de rij planten vlak naast de gazonrand en véél minder in de 2de rij.

2.3 Ervaringen uit de reacties van de lezers

  • Vastgesteld bij kropsla, krulsla, ijsbergsla
  • Slechts één larve per plant uitgezonderd één geval (één grote larve en een 10-tal kleine van 1/5cm op 10cm diepte)
  • Vooral op uitgeplante planten en niet op zaaibedden
  • Aantasting in vollegrond, gronddoek en in de kas (één reactie)
  • Talrijker aantastingen dicht bij graslanden

3. Preventie en bestrijding

3.1 Aanbevelingen ter voorkoming van aantasting

3.1.1 Preventie met mechanische middelen :

  • Opvolgen via http://waarneming.nl/soort/view/9606 wanneer de eerste vlinders gesignaleerd worden
  • Bedden afdekken met vliesdoek of insectengaas (zéér fijne mazen)
  • Een vorm van kraag rond de slaplant aanbrengen die een paar cm boven de grond uitsteekt. (Tip van Fonz Hendrickx, 4 juni : Ik plant al mijn sla uit in plastic plantpotjes van 10 cm doorsnee waar de bodem is uitgehaald. De randen blijven 1,5 tot 2 cm boven het grondoppervlak. Goed kijken of ze overal boven de grond uitsteken.)
  • De kasdeuren dicht houden bij valavond of afschermen met muggengaas(deuren)
  • Koude bakken afdekken met vogelnetten, vliesdoek, dunmazig insectengaas.

3.1.2 Preventie met chemische of bio-middelen :

  • Gebruik van bio-knolvoetvrij product (tip van Frank De Vos, 17 juni)
  • Gebruik van andere chemische of bio-middelen? Tot nu toe zijn er ons geen meer bekend (ter preventie!).

3.2 Aanbevelingen ter bestrijding van de larven na aantasting

3.2.1 Bestrijding met mechanische middelen

  • Uitgraven van het plantgat onmiddellijk na vaststelling van de aantasting en de larve verwijderen
  • Bij oogsten van schijnbaar intacte slakroppen toch het wortelstelsel voldoende diep uitgraven en onderzoeken op aanwezigheid van larven
  • Na einde oogst van een volledig bed, de grond meermaals omspitten met de spitvork om de laatste larven op te sporen
  • Op het einde van het seizoen de kippen laten scharrelen in de moestuin (tip van Johan, 1 juli)

3.2.2 Bestrijding met chemische, bio-of andere middelen :

  • Gebruik van nematoden (aaltjes). Meer uitleg, zie deze pagina van biocontrole
  • Gebruik van een erkend bodeminsecticide waarmee de planten aangegoten worden. In België is Conserve, een biologisch insecticide nu ook erkend als bodeminsectide tegen maden en rupsen.

4. Eindconclusies

Vooreerst kunnen we stellen dat er voor de hobbytuinder  weinig studie gedaan werd omtrent de slawortelboorder en zijn larven. Er zijn dan ook niet echt producten op de markt die preventief actief zijn.

De behandeling met nematoden, die de rupsen in de grond opsporen en vernietigen en een paar weken daarna zelf afsterven, is een mogelijke optie. De toepassing gebeurt best voor het uitplanten van de sla. Tijdens de teelt is een behandeling moeilijk uit te voeren. De kostprijs van de ze methode is vrij hoog en het product kan niet lang bewaard worden.
Lees hier meer over de toepassing van de nematoden.

Er blijven bij gebrek aan studies nog een aantal vragen en bevindingen zoals :

° Waar deponeert de slawortelboorder zijn eitjes? Is dit bovenop de slabladeren, op de grond naast de plant of verderaf (in een aangrenzend gazon)

° Waarom blijkt er bijna geen aantasting te zijn in zaaibedden?
Is het omdat de vlinder alleen vliegt boven planten met meer volume of is het omdat de grond aan de wortelkraag van de ter plaatse gezaaide sla verhard is en dus moeilijk doordringbaar is voor de pas uitgekomen larven zodat ze uiteindelijk afsterven? In dat geval zou een regelmatige grondbewerking in het zaaibed, een maatregel voor bestrijding, vernoemd in internetliteratuur, precies het tegenovergestelde effect hebben!!

In hoeverre verplaatst de uitgekomen larve zich vanaf zijn uitbroedplaats naar de planten toe en verhuist zij van de ene plant naar een volgende?

We vonden in elk geval, bij het oogsten van volwassen kropsla, verschillende kroppen met gedeeltelijk uitgevreten wortelkragen. Blijkbaar was er voor deze slaplanten toch nog voldoende sapstroom om tot kroppen met enig volume verder uit te groeien. Maar waar was de larve dan gebleven?

Er bestaat twijfel omtrent het nut van het aanbrengen van een kraag (bvb een paar cm hoog). Bij het ontdekken van de larven werd precies vastgesteld dat ze extreem beweegbaar en lenig waren,ook op gladde oppervlakten.

Werkt het afdekken van bedden of koude bak misleidend voor de slawortelboordervlinder? We vermoeden van wel gezien er geen enkele aantasting gevonden werd in de afgedekte koude bak.

Zou er dan geen enkel eenvoudig middel zijn dat, wekelijks toegepast door besproeien van de grond, de aanwezige eitjes rond de planten vernietigt?

Tot besluit :

  • De nadruk dient gelegd te worden op de “aanbevelingen ter voorkoming van aantasting door middel van mechanische middelen”.
  • Bij aantasting, onmiddellijk elke aangetaste plant uitgraven en de larve(n) verwijderen.
  • Bij oogsten van intacte, blijkbaar niet-aangetaste, kroppen toch steeds onmiddellijk het wortelstelsel verwijderen en eventuele larven opsporen.

Voor dit seizoen rekenen wij verder op uw medewerking. Het zal belangrijk zijn om alle aantastingen te signaleren in de reactiebox onderaan dit artikel of via lezersbijdrage@plantaardig.com . Indien u beschikt over een digitaal fotoapparaat, tracht steeds foto’s op te sturen van de larve(n) zodat de diagnose met volledige zekerheid kan gesteld worden door ons.

Credits
Opzoekingswerk, praktijkwaarneming, tekst en foto’s  : Herman de Moor.
Opzoekingswerk, nazicht en redactie : Luc Dedeene

Zelf kropsla telen : van zaad tot krop (deel 2).

Kropsla of botersla ontbreekt in haast geen enkele moestuin. In deze mini-serie beschrijft Herman De Moor het  zelf opkweken van sla. Onlangs kon u al een aantal van zijn methodes lezen en bekijken in deel 1 van “zelf kropsla telen 2008”
Het jaar nadien werd onder andere een experiment uitgevoerd met de zeer vroege opkweek.  Maar Herman voerde daarna nog een twintigtal andere plantingen uit van sla. Onder meer in tunneltjes (zie deel 1), in de koude bak (artikel), maar natuurlijk ook op gronddoek (artikel). Het teeltverloop van een aantal scenario’s daarvan kan je ook in dit artikel nalezen. Het artikel begint waar Herman vorig jaar gestopt was, namelijk bij de zeer vroege teelt van slaplantjes.

Een (nog) vroegere kweek ?
In 2009 liep een test waarbij gezaaid is 09/01/09. Hierbij de inleiding daarover.

Bedoeling is om, eens de kieming in de kelder bij 15°C gebeurd is, de opkweek verder te zetten d.m.v. de verwarmde propagator (ingesteld op 10°C grondtemperatuur) in de koude kas.
Indien overdag, bij zonnig maar koud weer, de temperatuur in de kas sterk oploopt, stopt de propagator zijn opwarmfunctie. Omdat de temperatuur onder de koepel, door de invallende zon, heel vlug kan oplopen, haal ik de koepel van de propagator overdag weg tot het invallen van de avond.

Volgende recente foto’s, genomen op 30/01/09, tonen een eerste niet onaardig resultaat, dank zij een onafgebroken oplettendheid i.v.m. de invloed van de afgelopen koude winterperiode.
Het kwam er op neer gepaste maatregelen te nemen

Deze waren :
– Overdag het wegnemen van de propagatorkoepel bij zonnig weer om te hoge temperatuur in de propagator te vermijden. Immers, zelfs al vriest het buiten, in de kas kan het al flink warm worden.
– ‘s Nachts bij vrieskou kan de temperatuur in de kas onderuit gaan en is het nodig om ofwel de plantjes te verhuizen naar een minder koude ruimte (hoger dan  5°C) ofwel  de propagator zeer goed af te dekken en/of te isoleren.

 kropsla plantjes telen voor de vroege teelt.

kropsla plantjes telen voor de vroege teelt.

Vervolg, geschreven door Herman, februari 2010.

Het verder opkweken van de kleine zaailingen verliep,omwille van de sterk wisselende temperaturen in de koude kas niet zonder problemen.

Overdag was de gesloten propagator afgesteld op 10°C(grondtemperatuur). Bij vriesweer was het overdag afwisselend behoorlijk koud, zonder zon en dan plots volop zonnig weer.

Hierdoor steeg de temperatuur in de kas lichtjes maar vooral de binnentemperatuur in de propagator ging, door rechtstreekse straling op de propagator, fors de hoogte in wat al heel vlug leidt tot “fileren” (dun opgroeien) van de plantjes.

Anderzijds waren er behoorlijk koude nachten die dan weer de propagator binnenruimte gingen beïnvloeden waardoor de temperaturen te laag daalden(< 5°C).

Om dit alles onder controle te houden moest men overdag steeds klaar zijn om bij zonnig weer het propagatordeksel te verwijderen.Tijdens de nacht was het dan nodig om de propagator te isoleren tegen de vrieskoude.Een vermoeiende bezigheid die,toen ik fileren van de plantjes bemerkte, mij deed besluiten om alle plantjes, geplaatst in een piepschuimkist, te verhuizen naar een vriesvrije(10°C) professionele kas van een bevriende buurman.

Op het einde van de opkweek werden de plantjes uitgeplant, onder plastic flessen (5 litr), in de met glas afgedekte koude bak.

Mijn conclusie was dan ook dat voor een allereerste slateelt in koude bak of kas men beter de eerste plantjes aankoopt in een tuincenter.

De volgende zaaibeurt van 22/02/09 zou later aantonen dat het wel mogelijk was om mooie stevige plantjes zelf op te kweken.

Hieronder volgt het verdere teeltverloop van deze zeer vroege teelt van kropsla gezaaid op  9 januari :

– 09/01/09 : zaaien in cactuspotjes,gevuld met goede potgrond,in de kelder bij 15°C

– 13/01/09 : verhuis naar de koude kas

–  28/01/09 : aanvullen van de grond in de cactuspotjes tot aan bovenrand om lichte filering te corrigeren.

– 12/02/09 : verhuis naar een vriesvrije professionele kas.

DSC00358

– 05/03/09 : toestand tijdens het verblijf in de professionele kas.

DSC00367

– 11/03/09 : uitplanten,van een gedeelte van de planten, in koude bak onder plastic fles(5 liter) DSC00388

– 14/03/09 : uitplanten van de resterende planten in vollegrond onder plastic fles(5 liter)

Enkele voorbeelden van latere “vroege teelten” 
Uit de meer dan 20 teelten (zaaien of uitplanten) in de loop van 2009 volgen enkele voorbeelden met een verschillend opkweekverloop.

Scenario 1 : aankoop van slaplantjes in perspot in het tuincentrum.

– 07/02/09 : aankoop van de plantjes

– 14/02/09 : verplanten in grotere potten (diameter 12cm) met goede potgrond in de koude kas.

DSC00361

– 08/03/09 : uitplanten in de koude bak

DSC00384

– 02/05/09 : eerste oogstbare kroppen.

Scenario 2 : uitplanten in koude bak of vollegrond

– 22/02/09 : zaaien in cactuspotjes met goede potgrond
(in de kelder bij 15°)

– 25/02/09 : verhuizen naar koude kas

– 01/04/09 : plantjes staan klaar om uit te planten onder plastic fles in vollegrond of koude bak.

DSC00393

– 01/04/09 : uitplanten in afgedekte koude bak.

DSC00398

– 11/04/09 : toestand vollegrondteelt na een tiendaags verblijf onder plastic fles.DSC00400

– 28/04/09 : toestand vollegrondsteelt 28 dagen na uitplanten onder plastic fles.DSC00419

Scenario 3 : zaaien in koude bak, uitdunnen en verplanten in potjes en later uitplanten in vollegrond onder koepel

– 16/03/09 : zaaien in koude bak

– 16/04/09 : verplanten in 9 cm potjes naar de koude kas

– 27/04/09 : uitplanten in vollegrond onder koepel met plastic

Scenario 4 : zaaien in cactuspotjes, uitplanten op worteldoek

– 03/04/09 : zaaien in cactuspotjes met goede potgrond
(in kelder bij 15°C)

– 07/04/09 : verhuizen naar koude kas

– 01/05/09 : uitplanten op worteldoek

DSC00448

Scenario 5,6,7 : zaaien in vollegrond onder koepel (artikel) en  uitplanten naar vollegrond, koude bak of worteldoek.

Alle  beschreven scenario’s gaven goede oogstresultaten en een oogstspreiding die, zonder enige onderbreking, lekkere sla vanaf begin mei tot einde oktober produceerden.

Alle  beschreven scenario’s gaven goede oogstresultaten en een oogstspreiding die, zonder enige onderbreking, lekkere sla vanaf begin mei tot einde oktober produceerden.

Nog een paar foto’s ter illustratie van de talrijke 2009-slateelten

– 17/07/09 : zaaien van een zomerteelt van sla in de volle grond. U merkt de pas gezaaide sla vooraan op de foto, onder draad, als bescherming tegen de rondzwervende poezen.

DSC00536

– 17/07/09 : diverse oogstklare slateelten (kropsla,lollo bionda, rode en groene eikenbladsla, ijsbergsla) in de koude bakDSC00537

Spelbrekers in 2009 waren de “Slawortelboorder” (zie alvast dit bericht, binnenkort de follow-up daarover in een ander artikel) en een aantasting van “zwartrot” na opeenvolgende en veelvuldige stortbuien.

Deel ook uw teelmethodes van sla met de andere lezers! Laat een reactie na in de onderstaande commentaarbox.

Hoe teel je sla op gronddoek?

DSC00161

Herman de Moor experimenteerde vorig jaar met het telen van sla op gronddoek. Geïnspireerd door enerzijds de tips en het artikel (“Ajuin telen op worteldoek”) van Adelin en anderzijds de korte beschrijving met foto van dit systeem in de Groente & Fruit Encyclopedie (pagina 80-81).

Het werd meteen een succesverhaal!

In dit artikel geeft hij een volledige teeltbeschrijving van deze speciale teeltmethode van kropsla, eikenbladsla en krulsla. 
Deze unieke teelttechniek, is zeker en vast toepasbaar voor iedere hobbytuinder!

Inleiding

Sinds vele jaren teel ik, gans het jaar door, verschillende soorten sla in koude bak en volle tuingrond.

De eerste teelt (februari-maart) bestaat uit aangekochte plantjes voor teelt in de koude bak. Terzelfdertijd werd ook reeds sla gezaaid in de koude bak waarvan de uitgedunde planten werden uitgeplant in de volle tuingrond of koude bak, afhankelijk van het weer (zie ook artikel het nut van de koude bak).

Ook wordt er vroege sla geplant onder een kleine tunnel met zelf opgekweekt plantmateriaal (zie artikel zelf kropsla zaaien en opkweken)

Zodra het weer dit toeliet (vanaf begin mei) werd er vervolgens sla gezaaid in volle grond waarna, na uitdunnen, een nieuw bed met uitgeplante sla gemaakt werd.

Deze methode herhaalt zich, gans het jaar door, tot wanneer zaaien buiten echt niet maar kan.

Voordeel hiervan is dat men, met één maal zaaien, eigenlijk twee oogsten heeft die qua oogst-tijdstip ongeveer 2 weken verschillen. Dit omdat uitplanten steeds wat groeivertraging veroorzaakt.

Bovendien zaai en verplant ik naast gewone kropsla tussendoor ook andere slasoorten zoals krulsla (Lollo’s) en eikenbladsla, die minder vlug opschieten of oprotten zoals dat bij kropsla wel eens het geval kan zijn tijdens bepaalde weersomstandigheden. Krulsla en eikenbladsla zijn over het algemeen ook minder gegeerd door bladluizen.

Motivatie

Naar aanleiding van verschillende reacties en tips van lezers die gegeven werden bij het  artikel van Adelin, ajuin planten op worteldoek, besloot ik een worteldoekbed aan te leggen voor het telen van uitgeplante slaplantjes afkomstig van mijn originele zaaibedden.

7  voordelen van een groentebed op worteldoek

  • steeds een plantklaar bed beschikbaar voor uitplanten van verschillende soorten sla, zo kan je telkens een kleine hoeveelheid planten als het moment gunstig is
  • geen onkruidgroei, niet meer schoffelen.
  • veel minder uitdroging van de grond, minder water geven.
  • minder vervuiling door opspattend slijk en minder zand in de krop
  • veel minder last van rot onderaan de krop
  • geen grondbewerking in de loop van het seizoen nodig
  • de grond onder het worteldoek blijft de hele tijd uitstekend van structuur

Dit artikel behandelt dus uitsluitend het uitplanten van slasoorten op worteldoek. Een ander artikel toont de methode om een degelijk worteldoekbed aan te leggen. (klik hier)

Het worteldoekbed

Door gebruik van 2 meter brede zwarte (anti)worteldoek, werd over een lengte van ongeveer 5,40 meter (tussen de betonnen looppaden) het groentebed opgebouwd.

groentebed op grondoek, klaar om uit te planten

In het doek werden, met tussenafstand van 30 cm, zowel tussen als in de rijen, gaten van 8 cm doormeter gebrand wat mij 80 beschikbare plantgaten opleverde.

De verschillende inplantingen (een zestal gedurende het volledige teeltseizoen), gebeurden telkens  met een veelvoud van 5 planten. Er zijn namelijk in totaal 16 rijen van 5 gaten beschikbaar.

Teeltverloop

– 20/06/08      Eerste planting van kropsla + krulsla(Lollo Rossa)

Over de grondbewerking en de bemesting bij aanleg van een groentebed op worteldoek lees je meer in dit artikel.

Werkwijze bij sla planten op worteldoek?

Met behulp van een narcisplanter wordt een zo diep mogelijk gat gemaakt. Een deel van de aarde wordt fijn gemaakt en terug in het plantgat gedeponeerd. Met een plantschopje wordt de ronde gladde zijwand van het plantgat verder losgemaakt onder het doek, zodat het inwortelen van het slaplantje gemakkelijker in de breedte kan gebeuren.

Met het plantschopje worden de slaplantjes, één per één, zorgvuldig, met zo groot mogelijke aardkluit, weggenomen uit het originele zaaibed en mooi ingeplant in een plantgat van de worteldoek. Men zorgt ervoor niet te diep te planten. De foto toont 15 kropsla (Limax) en 5 krulsla (Lollo Rossa) planten van de eerste uitplantbeurt.

sla op gronddoek in de tuin

Onmiddellijk na uitplanten wordt voorzichtig wat water gegeven in het plantgat.  Gezien de weersomstandigheden was afdekken van het bed hier niet nodig. Later in het seizoen zal dit wel nodig zijn.

– 04/07/08     3de uitplantbeurt van kropsla.

Sinds de 1ste uitplanting was er nog een tussentijdse (2de) uitplanting van 2 x 5 kropsla-planten.sla en lollo rossa op worteldoek in de tuinkropsla op worteldoek in de tuin

Bescherming na het uitplanten.

Bij de 3de uitplanting (3 x 5 Limax kropsla-planten) wordt er, na het planten, gedurende een drietal dagen afgedekt; op de foto zijn de balken(18 cm) reeds geplaatst aan de zijkant van het bed.

Voor het afdekken gebruik ik gewone schaduwdoek. Over de balken worden een drietal planken gelegd om doorzakken van het doek te voorkomen. Met enkele buizen of dergelijke wordt het doek vastgehouden. Op de foto ziet men nog duidelijk de slaplanten doorheen het doek, dat nog voldoende licht moet doorlaten. Dus geen fijnmazig doek gebruiken. Het afdekken met schaduwdoek blijkt een perfect middel te zijn om, zelfs in volle zomer én bij zonnig weer, toch een geslaagde planting te bekomen. De test toonde aan dat de plantjes absoluut niet verwelkten, zelfs niet bij felle zon. Een drietal dagen later, bij verwijdering van het doek waren ze perfect in de groei en hadden niet in het minst te lijden gehad van de felle zon (zie verder).

kropsla beschermd door schaduwdoek (moestuin)

– 13/07/08     De toestand tot en met de 3de planting.

slasoorten op gronddoekDe foto illustreert duidelijk de perfecte staat van de 3de inplanting, 9 dagen na het planten en dit in volle zomer. Sinds aanplanting is er slechts een paar maal water gegeven aan de planten. De 1ste en 2de inplantingen doen het ook uitstekend.

 

 

 

– 30/07/08     4de planting van 4 x 5 kropsla.

De foto is genomen onmiddellijk na inplanten, aangieten en afdekken met schaduwdoek van 20 bijkomende kropsla-planten. Die dag is er doorlopend felle zon, dus een prima test voor het nut van het gebruik van schaduwdoek.

slasoorten beschermd door schaduwdoek

– 01/08/08      Bij wijze van test, controle de volgende dag.

slasoorten pas geplant. Na precies één dag blijkt, bij het verwijderen van het schaduwdoek, dat de plantjes niet verslappen. De manier van afdekken blijkt dus heel doeltreffend te zijn. Ik besluit het doek terug te plaatsen gedurende een paar dagen.

– 03/08/08     5de en laatste inplanting van dit seizoen

Deze laatste plantbeurt bestaat uit het inplanten van 15 kropsla-planten in de overblijvende plantgaten van het worteldoek.  Bovendien worden er nog een tiental kropsla-planten ingeplant in reeds vrijgekomen  plantgaten van de allereerste plantbeurt. Op latere datum zal blijken dat een tweede inplanting in reeds gebruikte plantgaten geen probleem stelt i.v.m. beschikbaarheid van voedingsstoffen.

Men kan dus rustig, zolang het seizoen niet te ver gevorderd is, een 2de maal inplanten in reeds eerder gebruikte plantgaten.

Conclusies

* Het gebruik van worteldoek voor de teelt van ingeplante slasoorten is echt de moeite waard en laat toe van ononderbroken sla beschikbaar te hebben.  Als men bovendien combineert met verschillende slasoorten zoals krulsla en eikenbladsla, wordt de spreiding van de oogst nog groter.

De rode versies van krulsla en eikenbladsla geven goede resultaten in volle zomer terwijl de groene versies in de vroege lente of in de herfst opmerkelijk beter  presteren dan de rode. De groenbladige hebben minder licht nodig om goed te groeien. Dit is uiteraard een feit dat onafhankelijk is van de teelt op worteldoek.

* Deze methode met worteldoek zou in principe ook van toepassing zijn op andijvie,suikerbrood, radicchio en vele andere groenten, maar werd hier niet getest.

In een volgend artikel deel ik mijn ondervinding, i.v.m.  het oordeelkundig aanleggen van het worteldoekbed, met de lezers. Daar zal in detail, met foto’s, besproken worden hoe ik tewerk ging om een goed vlak bed te bekomen voorzien van mooie gaten.

Zelf kropsla telen : van zaad tot krop (deel 1 2008)

Kropsla of botersla ontbreekt in haast geen enkele moestuin. In dit artikel beschrijft Herman De Moor het  zelf opkweken van sla voor de vroege lenteteelt in openlucht met bescherming. Niet enkel de manier van opkweken van de plantjes is interessant, maar ook het verdere teeltverloop én de mooie constructie  om de plantjes na het uitplanten te beschermen.  Er werd voor deze teelt gezaaid op 21 maart 2008 en prachtige kropsla geoogst vanaf 1 juni 2008.
Op het einde van het artikel kan je alvast lezen en zien hoe het gaat met de zeer vroege opkweek van slaplantjes die gezaaid werden op 9 januari 2009.

 
Ter inleiding

 

In sommige tuincentra worden al vanaf  februari slaplantjes in perspot te koop aangeboden, voor de bezitters van een koude bak, kas of plastictunnel. Want sla planten in februari is zeer goed mogelijk voor deze tuiniers. Jarenlang heb ik ook de twee eerste vroege teelten uitgevoerd met gekochte plantjes in de koude bak of in de vollegrond (met koepel).

Daarbij ondervond ik een aantal  problemen :

 

De meeste tuincentra konden niet vertellen wanneer de plantjes in stock kwamen, m.a.w. ik was nooit zeker over de datum van beschikbaarheid. Aangezien de eerste plantjes dan ook vlug uitverkocht waren, was ik nooit zeker dat er nog in stock waren als ik ze nodig had.

Er zijn wel eens problemen met de kwaliteit : te klein, te dun opgegroeid (gefileerd), te grote planten, te weinig ingeworteld of net teveel wortels die door de perspot heen zitten (te oude planten).

Minder goede teeltresultaten, vermoedelijk door een minder gelukkige keuze van de sla-variëteit.

Genoeg redenen dus, om eens een test te doen teneinde, voor één vroege (hier de tweede) teelt, de plantjes zelf op te kweken, alvorens ze uit te planten in vollegrond (in begin onder koepel).

 

 Teeltgegevens

De variëteit

 

Ik koos voor Limax ( zakje met 1 gram zaad) en Sylvesta (zakje met 500 zaadjes) en kocht die aan bij het Vlaams Zaadhuis.

Grondmengsel en potjes  

 

Ik nam  gezeefde geraniumgrond (kwaliteitspotgrond!) met de bedoeling, zonder verspenen, de plantjes tot aan het uitplantmoment op te kweken in de gebruikte potjes.
Er werd gebruik gemaakt van (oranje) cactus-potjes (diameter 5,5 cm, 5 cm hoog en licht versmallend naar de onderzijde).

Teeltverloop

 

21/03/08    Het zaaien van 11 Limax en 11 Sylvesta in potjes

De dag voordien werd de zak met geraniumgrond op temperatuur gebracht in de kelder waar het constant 15°C is. Dit is ook de plek waar,na zaaien,de kieming zal gebeuren.  Slazaad kiemt ook het best bij een temperatuur van ongeveer 15°C ; voor het verder opkweken geldt ‘s nachts een lagere temperatuur, om fileren te vermijden. Dit is de omgevingstemperatuur in de kas, of  indien die te koud is, ongeveer 5 °C. Overdag is dit 12°C op een donkere dag. Op zonnige dagen mag dit gerust 15-20°C zijn. ‘s Nachts dan wel weer voldoende laten afkoelen, zoniet zullen de slaplantjes fileren.

Na vullen (lichtjes aandrukken) van de potjes met de grond tot ongeveer 0,5 cm onder de bovenrand, deponeer ik met een pincet twee zaadjes in het centrum van elk potje.
Indien na kieming blijkt dat beide zaadjes kiemden,wordt één kiempje vroegtijdig afgeknipt (niet uittrekken!)
De 22 potjes bevinden zich in een plastic bak(zonder gaatjes in de bodem)

Na voorzichtig benevelen (met een kleine nevelspuit) van het zaai-oppervlak, wordt het zaad afgedekt met dun laagje grond-en witzandmengsel (50/50 van elk) en lichtjes aangedrukt, waarna opnieuw   een paar maal beneveld wordt met de nevelspuit.

23/03/08    Eerste kieming van Limax na nauwelijks 2 dagen

Dit is een bijzonder belangrijk moment.

De reeds gekiemde potjes mogen nu niet meer in de donkere kelder blijven zoniet gaan ze vlug fileren (dun opschieten). Dit komt omdat er, bij het opgroeien, een evenwicht moet zijn tussen omgevingstemperatuur en het beschikbare licht.
Daarom verhuizen de reeds gekiemde potjes onmiddellijk naar de koude kas waar ze verder zullen verblijven in een isomo bak. Overdag wordt er niet afgedekt; ‘s nachts wordt een koepel geplaatst op de isomobak om te beschermen tegen de lagere nachttemperaturen. Zolang de nachttemperatuur in de kas niet telkens lager gaat dan 5°C, kunnen de plantjes best de nacht in de kas doorbrengen.

De volgende dag (24/03/08) is er 100%  kieming van de resterende Limax en ook Sylvesta is beginnen kiemen . .

Op 25/03/08 is alles (9 van de 11 potjes) van Sylvesta gekiemd. Ze kunnen dus eveneens verplaatst worden naar de koude kas

Op enkele uitzonderingen na zijn, in alle potjes, 2 zaadjes gekiemd. Ik knip daarom het kleinste kiempje af met een scherp schaartje.

Een interessante waarneming is dat Limax t.o.v. Sylvesta  beter en regelmatiger kiemt.

09/04/08    De toestand 20 dagen na het zaaien.

Kropsla, 20 dagen na zaaien, links Limax, rechts Sylvesta

Op de foto’s is duidelijk op te merken dat Limax minder fileerde dan Sylvesta.

Sinds volledige kieming is tijdens het verder opgroeien van de zaailingen, de overblijvende vrije ruimte (0,5cm hoog) onder de bovenrand van de potjes verder aangevuld met 50/50 mengeling afdekgrond tot aan de bovenrand. Hierdoor staan de plantjes steviger vast in hun potje en is eventueel licht fileren weggewerkt. Door aangieten tijdens verdere opkweek zal het grondniveau nog lichtjes dalen…

Door goed op te passen i.v.m. opkweektemperaturen, ben ik erin geslaagd om stevige, niet gefileerde plantjes te krijgen.

22/04/08    De toestand 33 dagen na het zaaien

 

De plantjes zijn nu stevig uitgegroeid,voldoende geworteld en uitplantbaar.

links Limax, rechts Sylvesta, kropsla klaar om uit te planten kropsla klaar om uit te planten kropsla klaar om uit te planten

 

Het uitplanten gebeurt in volle grond

 

Ik kies voor uitplanten in volle tuingrond, beschermd door koepels, afgedekt met geperforeerde plastic-folie. Een alternatief is uiteraard het uitplanten in een koude bak met glasramen afgedekt. De tuingrond kreeg een goed ingewerkte basisbemesting van

– 100 gr/m2 zeewierkalk

– 300 gr/m2 koe-kip-paard mestkorrels

– 80 gr/m2 blauwe korrel (12-12-17)

– 45 gr/m2 patentkali (30% + 10% Mg)

Kropsla kweken in kleine koepel, pas geplant Kropsla kweken in kleine koepel, pas geplant Kropsla kweken in kleine koepel, pas geplant

03/05/08    De toestand 43 dagen na zaaien en 11 dagen na uitplanten onder koepel.

Zowel Limax (voorste rij) als Sylvesta zijn mooi uitgegroeid. Overdag wordt de bedekking met folie afgerold van de koepels.
‘s Nachts, tot wanneer het gevaar voor late vorst geweken is, gaat de folie opnieuw over de koepels.

Kropsla aan de groei.

kropsla in kleine plastictunnel

20/05/08    De toestand 28 dagen na uitplanten.

In de afgelopen periode heb ik de koepels kunnen verwijderen. Beide soorten doen het uitstekend. Zelden zo’n mooie sla geteeld gedurende al mijn teeltjaren.

 

Kropsla, vier weken na planten, bijna oogstbaarKropsla, vier weken na planten, bijna oogstbaar

01/06/08    Het eindresultaat 40 dagen na uitplanten.

Vandaag wordt er volop zelfgekweekte sla gegeten.

De oogst van  de kropsla!

Conclusies

 

Resultaat van de 2008 test : de test is wat mij betreft uitzonderlijk goed geslaagd en toont de haalbaarheid van het kweken van vroege slaplantjes duidelijk aan.

Als men, mits oplettendheid, fileren kan vermijden, is het hier mogelijk, zonder verspenen, onmiddellijk in de definitieve kweekpot, stevig plantgoed te bekomen.

De rassen : voor een 2de vroege teelt zijn beide rassen zeker aan te raden. Mijn favoriet is wel Limax omwille van het kiemingpercentage, minder fileer-neiging, prachtige stevige (niet opschietende) kroppen t.o.v. Sylvesta..

De groene bladluisresistentie die Sylvesta zou kenmerken tov Limax, bleek grotendeels waar te zijn tijdens de verdere opkweek.

Ik vond inderdaad nog héél weinig groene bladluis.Daarentegen waren andere soorten bladluizen(zwarte en witte) wel aanwezig.

Toch was de bladluisresistentie van Sylvesta,vergeleken met de voordelen van Limax(zie hierboven),niet voldoende voor mij om mijn keuze voor Limax te wijzigen. 

Mijn ondervinding van de vorige twee jaren toonde al aan dat zowel Sylvesta als Limax het hele jaar door uitstekend resultaat geven  in koude bak of volle grond.

Eikenbladsla plukken?.

Waarschijnlijk kent u wel eikenbladsla? Er is de groene eikenbladsla en de rode eikenbladsla.

In de winkel treft u de volledige krop aan. Maar als u de sla zelf teelt hoeft u niet de volledige plant te oogsten. Pluk de onderste blaadjes af naar behoefte en laat de plant verder groeien. Zo hebt u steeds verse blaadjes ter beschikking.

Let er wel op niet te vroeg te beginnen met blaadjes te plukken, om zo de groeikracht van de plant niet te verminderen en om voldoende grote bladeren te hebben. Begint u heel vroeg met blaadjes plukken dan is dat eigenlijk snijsla, met een moderne term babyleaf genoemd. Deze teeltwijze komt aan bod in de gratis brochure “saladegroenten telen” die u kan krijgen door in te schrijven op de gratis nieuwsbrief van GroentenInfo
Laat ook nog een tiental blaadjes staan indien u de groeikracht in de plant niet al te sterk wil verminderen. Op die manier kan de pluk verder gaan tot de sla een bloemstengel gaat vormen.

eikeblad_voor_pluk
Voor de pluk : een al goed uitgegroeid “kropje”

eikeblad_geplukt
Na de pluk : sla op een stammetje!

Ook met Lollo Rossa en Lollo Bionda kunt u hetzelfde doen. Al deze slasoorten hebben de eigenschap dat ze geen gesloten krop vormen. Kropsla (botersla), ijsbergsla en Batavia vormen een eerder gesloten krop en lenen zich niet tot deze “plukmethode”.

Sla in een zak aan de muur.

image Home Grow Salad Bag of sla in een hangende zak.
Misschien hebt u deze groene plastic zak al gezien of hebt u de zak zelf aan de muur hangen, gevuld met viooltjes of surfinia’s.

Deze groene zak heet eigenlijk een FlowerPouch of FlowerTube (met teeltinstructies en bestelmogelijkheid).
De FlowerPouch is een stevige, UV bestendige langwerpige ‘zak’ met daarin verschillende openingen waar jonge plantjes of stekjes in gezet kunnen worden. Geschikt zijn vele soorten hangplanten maar ook kruiden.
Maar je kan er ook gewoon sla in telen. Een tiental slaplantjes kan je er in kwijt.

Het concept is een idee van en een alternatief voor de home grow salad bar.

Binnenkort is deze zak kant en klaar, gevuld met sla te koop, getuigde dit persbericht.

De tijd staat bij Home Grow niet stil. Dit geldt zeker ook voor de producten. Na onderzoek is gebleken dat veel consumenten graag zelf groente willen telen, maar door ruimte- en tijdgebrek dit nauwelijks doen. De oplossing hiervoor is de “home grow salad bag”.

Na aanschaf hangt de consument de zak aan de muur of het balkon. Zo is de consument dagenlang voorzien van plukverse sla in meerdere soorten. De “salad bag” is aan de achterkant voorzien van teelttips.
Een allesomvattend product dat bij veel consumenten tot de verbeelding zal spreken: vers, gezond en in eigen hand. De dames van Home Grow staan u graag te woord voor vragen over dit topproduct. De “home grow salad bag” is verkrijgbaar vanaf najaar 2007 en te zien op het Innovatieplein op Fresh Rotterdam. Meer info via de contactgegevens op www.homegrowsaladbar.com

Of je vult de zak zelf op. Met liefst wat verschillende slasoorten en kleuren zoals eikebladsla, krulsla, lollo rossa en lollo bionda. Wegens de variatie en het beperkte aantal is in dit geval enkele plantjes kopen in het tuincentrum beter dan zaaien.
Tenzij je ook al sla in de tuin teelt, of als je het concept uit de handleiding “saladegroenten kweken” gebruikt. Dan heb je immers zowiezo enkele plantjes die je uit de zaaikist kan overplaatsen naar de “groene zak”.
Saladgroenten kweken, één maal zaaien, meerdere keren oogsten.
Deel 1 : Het zaaien en de voorbereiding
Deel 2 : Kiemgroenten oogsten
Deel 3 : Kiemplantjes verspenen
Deel 4 : Babyleaf en slamix oogsten
Deel 5 : Laten uitgroeien tot volwassen plant

Tuindagen Beervelde: Groentetuin aan tafel

De komende tuindagen, in Het Park van Beervelde.De Tuindagen van Beervelde zijn een begrip bij alle tuinliefhebbers. Twee maal per jaar gaat deze tuinbeurs door. Dit jaar in het weekend van 11, 12 en 13 mei. 

Het thema van de traditionele groentetentoonstelling van Peter Bauwens en Guy Dirix is dit voorjaar : Tuin aan Tafel. (Afgelopen najaar toonden zijn een ruim assortiment Italiaanse groenten )

Er komen te weinig groenten aan tafel. Zij doen een stap in de goede richting en kweken daarom groenten op tafel! Zes tafeltjes van precies één vierkante meter beplanten zij met groenten en laten ze vrolijk en vooral kleurrijk uitgroeien tot je zo aan tafel kunt en van al dat lekkers en moois kunt genieten.

Je kan er kennis maken met vijf nieuwe trendy minislasoorten: kleinduimpjessla, baby eikenbladsla, little gem, kaboutersla en pompon. Minisla is hip en groeit supersnel : in de moestuin, in een pot, op het balkon of langs het tuinpad. Al deze nieuwe soorten maken ook deel uit van het project Tuinaantafel. Je vindt meer info hier.

Ook op Plantaardig.com kon je al kennis maken met de brochure “Saladesoorten één maal zaaien, vele keren oogsten” die je gratis kan krijgen als je inschrijft op de nieuwsbrief. (kolom hiernaast)
Of je kan de vijfdelige serie lezen op Tuinkrant : Saladegroenten telen kan iedereen

Saladegroenten : Meer vitamines in het bloed!

Bij Tuinkrant is zopas het tweede deel verschenen van de reeks “Saladegroenten telen, één maal zaaien, meerdere malen oogsten”. Klik hier om het te lezen.

 

 

Hierbij een overzicht van al de delen.

– Februari Deel 1 : Het zaaien en de voorbereiding
– Maart    Deel 2 : Kiemgroenten oogsten
– April      Deel 3 : Kiemplantjes verspenen
– Mei       Deel 4 : Babyleaf en slamix oogsten
– Juni      Deel 5 : Laten uitgroeien tot volwassen plant

  • Maar, er is meer, je kan deze serie ook gewoon binnenhalen op uw PC als een complete pdf-brochure met tientallen instructiefoto’s. Hoe? Heel simpel, schrijf in op de gratis nieuwsbrief over groenten (in de kolom hiernaast), en u krijgt onmiddelijk het adres toegestuurd waar u deze brochure gratis kan vinden.

Dat rauwe groenten heel gezond zijn, blijkt nogmaals uit dit artikel van AGFPN, de Nederlandse Promotiedienst van Groenten en Fruit

Mensen die sla en rauwkost eten, hebben hogere niveaus van diverse vitamines in hun bloed. Ook halen de sla- en rauwkosteters gemakkelijker de dagelijks aanbevolen hoeveelheid van verschillende vitamines. Zo blijkt uit Amerikaans onderzoek. De onderzoekers zijn van mening dat bij het stimuleren van een hogere groenteconsumptie zeker ook aandacht moet zijn voor gebruik van rauwkostsalades. De inname van vitamine C, E, B6 en foliumzuur komt veel meer in de buurt van de dagelijkse aanbevolen hoeveelheden bij de eters van saladegroenten. Mensen die rauwe groente eten hebben hogere gehaltes van de betreffende vitamines in hun bloed. Het gemiddelde verschil tussen geen en hoge salade-eters is 15%. De gehaltes van het in vetoplosbare lycopeen zijn vooral hoger als men ook dressing gebruikt. Olie in dressings vergemakkelijkt de opname van vetoplosbare vitamines door het lichaam. De salade- en rauwkosteters in dit onderzoek aten gemiddeld 86 tot 96 gram rauwe groenten per dag.  (Bron : Nieuwsbrief agfpn)

Meer info over vitaminen in groenten

Zaadhuizen spelen in op trends in groenten

Versheid, gemak en gezondheid zijn momenteel de trends bij groenten. Logisch dat ook de veredelaars hier op in spelen door de toegevoegde waarden van hun groenterassen op dit gebied aan te tonen.
Een voorbeeld daarvan is de persaankondiging van de aanwezigheid van Bejo Zaden op Fruit Logistica in Berlijn, toekomend weekend.

Baby Leave
Verse maaltijdsalades niet meer weg te denken uit de supermarktschappen. De verscheidenheid neemt bovendien toe. Daar komt nog eens bij dat de samenstelling snel wisselt. Bejo is zich bewust van de dynamiek in deze snelgroeiende markt en speelt hier op in met een complete range Baby Leave rassen. “Ons assortiment Baby Leaves herbergt uiteenlopende kleuren. Ze zijn bij uitstek geschikt voor gebruik in luxe verse salades. Van groen met een witte nerf tot dieprood zorgen ze voor extra aantrekkingskracht in een saladepakket”. (lees ook trends in saladegroenten)

Wil je het zelf eens proberen om deze groenten te kweken, schrijf dan nu in op de gratis nieuwsbrief (kolom hiernaast) en ontvang gratis een brochure met tientallen foto’s met stap-voor-stap uitleg over saladegroenten kweken.

Groentesap.
In de Fruit Logistica-stand kunnen bezoekers van Bejo
ook groentesappen proeven. Er is zelfs een speciale juice bar. Geen toeval, legt Bejo uit. “In Oost-Europa werken we al jaren samen met grote fabrikanten van groentesappen. We bieden voor deze specifieke markten rassen met een hoog rendement, geschikte kleur en prima smaak”. (Lees de bedenking bij groentesappen onderaan het artikel waarom zijn groenten gezond)

Gezondheid
Bejo : “Inhoudstoffen zijn een belangrijk speerpunt in onze veredeling. Wij testen onze rassen op de gehaltes aan gezonde stoffen en ontwikkelen specifieke kennis over het onderwerp. In onze stand geven we bijvoorbeeld uitleg over de unieke samenstelling van onze witte, gele en paarse wortelrassen. De pigmenten van wortelen bevatten gezonde carotenen en lycopenen, wij maken hiervan gebruik in onze toekomstige productontwikkeling.”

Trends in saladegroenten

Dit zijn de trends in saladegroenten, die naar voor gebracht werden tijdens een bijeenkomst van meer dan 100 telers van bladgroenten vorige vrijdag 25 januari in Amsterdam.

1. Kant en klare mix van sla (“ready to eat”).
2. Vitamine rijke jonge slablaadjes of babyleaf (“ready to wash”).
3. Crispy Cos : Romeinse sla of Romaine, ook minicos.
4. Aromatische kruiden als sla, bijvoorbeeld Rucola en
5. Whole leaf lettuce, volledige bladeren sla, ook “Wrappers” genaamd.
6. Spinazie als rauwe bladgroente (ook babyleaf) is heel gezond.
7. Verpakt hart van kropsla (“Coeur de laitue”)
8. Korte veldsla (in struikjes), gewassen en in schaaltjes.

Toevallig komen er veel van deze slavarianten aan bod  in de gratis brochure “salade groenten telen” die ik zopas als ebook gepubliceerd heb.

Gratis voor u, als u zich inschrijft op de, ook al gratis, nieuwsbrief.

Gratis brochure saladegroenten kweken

De stap-voor-stap handleiding “saladegroenten kweken” werd zopas voltooid. Ik heb deze gids geschreven  voor wie geen tuin heeft of heel weinig plaats heeft, voor wie nog nooit groenten geteeld heeft én voor de ervaren tuinier die op zoek is naar vernieuwing . Met meer dan vijftig foto’s wordt dit een praktische hulp bij het telen van uw eigen slankmakers!

Allerlei groenten kan je in een bak zaaien om daarna in  verschillende stadia uit dezelfde bak oogsten. Ondertussen kan je van dezelfde zaaiing ook plantjes opkweken. Waar je dan later opnieuw op verschillende wijzen en tijdstippen  kan van oogsten. De meest diverse saladegroenten zijn daarbij heel goed bruikbaar.  Dit gaat van slasoorten (pluksla, kropsla, eikebladsla, lollo bionda en rossa, ijsbergsla)  over cichorei-achtigen zoals andijvie en radicchio en diverse kruisbloemige groenten (rucola, bladmosterd, tatsoi, paksoi) tot snijbiet en spinazie..

Gratis te downloaden
Ik heb namelijk ook een gratis pdf-brochure van deze handleiding gepubliceerd. Deze brochure is gratis voor iedereen die zich inschrijft op de nieuwsbrief. Schrijf u in op de nieuwsbrief en ontvang onmiddellijk het private adres waar je de brochure met zestien pagina’s en tientallen verhelderende foto’s kan downloaden. (Inschrijven op de nieuwsbrief kan in de rechterkolom hiernaast). Bent u al ingeschreven, maar hebt u de downloadlink niet meer, schrijf u dan opnieuw in. Je zal de nieuwsbrief niet dubbel ontvangen. Je krijgt wel een bevestigingsmail met daarin de link naar zelf saladegroenten telen.

Deze brochure is nog altijd up-to-date. Alleen komen er nu meer en meer zaadmengelingen op de markt. Waardoor het niet meer nodig is om alle soorten apart te zaaien. Kies wel voor specifieke mengelingen. Zoals slasoorten, andijviesoorten, oosterse bladgroenten, snijbiet. Alles door elkaar is niet zo’n goed idee omdat sommige soorten elkaar overgroeien.

Nu inschrijven of opnieuw inschrijven op de nieuwsbrief en u kunt de brochure (nog)maals downloaden.

Kropsla telen in de koude bak, onder glas of plastiek .

Steeds meer zie je pluksla en snijsla in alle vormen en kleuren. Je zou bijna vergeten dat er ook nog malse botersla kan geteeld worden. Maar mooie en grote kroppen telen in het vroege voorjaar of late najaar is niet makkelijk en vergt wat ervaring. Bij veel moestuinbezitters is het traditie om in het ‘vroeg’ en in het ‘laat’ kropsla in de kas te telen. Zonder risico op vorstschade kan de teelt onder glas aanvangen vanaf begin februari.
Eén van de eerste artikels op Groenteninfo was dan ook de vervroeging en verlating van kropsla onder beschutting.
Na al die jaren werd het hoog tijd om het artikel te herwerken en uit te breiden.
Veel leesplezier met het nieuwe artikel over de teelt van kropsla onder beschutting voor de liefhebber

Zijn er echt zoveel slasoorten?

Professionele slateler bouwt website www.slaatje.be

Wie al eens geprobeerd heeft alle slasoorten op een rijtje te zetten, die weet dat dat er heel veel zijn. Zeker als je de term sla niet louter beperkt tot de plantkundige benaming ‘sla’. Wat als ‘sla’ gebruikt wordt in de keuken is louter plantkundig bekeken niet altijd ‘echte sla’.
Veel slasoorten behoren tot het plantengeslacht ‘Lactuca’, sommige tot het geslacht ‘Cichorium’ (andijvie, radicchio). Beide horen bij de familie van de samengesteldbloemigen (Asteraceae). Veldsla is bij de familie van de Valeriaanachtigen (Valerianaceae) en rucola, mizuna, tatsoi en mosterdsla (babyleaf) bij de familie van de Kruisbloemigen (Brassicaceae). Pousse de blete (jonge snijbiet) is familie van de Ganzevoetachtigen (Chenopodiaceae).
De smaak houdt verband met de familie waartoe de slasoort behoort (bijvoorbeeld kruisbloemigen smaken wat intenser en Chichorium soorten bevatten bitterstoffen), maar het is beter om de indeling volgens kleur en smaak te tonen aan de consument.
Dit is wat slateler Christophe Callewaert heeft gedaan met slaatje.be. Hij heeft op eigen houtje een website opgestart ter promotie van zijn product. Bedoeling is de consument wegwijs te maken in al de groenten die in de keuken als slaatje kunnen gebruikt worden. Bovendien hoopt hij met de hulp van de bezoeker een echte receptenbibliotheek te kunnen aanleggen. Hierna volgt een citaat uit een artikel uit Het Nieuwblad.

Het eigenlijke bouwen van de site nam een goede maand in beslag. Het resultaat mag er zijn. Eenvoud en overzichtelijkheid zijn de sleutelwoorden.
,,Met mijn site wil ik een antwoord geven op drie vragen: wat is sla, hoe ziet het eruit en wat kunnen we ermee doen? Ik bied de 17 meest courante soorten sla aan, die uiteenvallen in de groepen groene sla, rode sla en babyleaf. Een korte beschrijving wordt geïllustreerd met een mooie foto. Op dat ogenblik kan de bezoeker doorklikken naar de recepten. Momenteel bevat de site een 70-tal recepten, waarin sla centraal staat. Het is de bedoeling de bezoeker aan te sporen zijn eigen recepten te deponeren om tot een echte receptenverzameling te komen.”

De website over de slasoorten vindt u hier

Kropsla en vele groentesoorten nu voordeliger


Slaatjestijd! Na een dure periode zijn kropsla en veldsla in de voorbije dagen fors in prijs gedaald op de Belgische veilingen. Veldsla werd zelfs de helft goedkoper. De krulsalades (lollo bionda en lollo rossa) en eikenbladsla blijven voordelig. We hebben dus alle reden om nu volop te genieten van gezonde zomersalades. En stond er vorige week niet in de krant dat kropsla goed is voor ons seksleven?
Welke groenten zijn nog aanraders deze week? Welke zijn duur of duurder geworden? Lees het in de
Groenteman van 29 juli

Sla van de vensterbank

Supermarktketen Sainsbury’s gaat beginnen met de verkoop van slaplanten die men op de vensterbank kan telen. Deze planten zullen worden verkocht in 180 van de 550 Sainsbury’s-winkels. De consument plukt blaadjes naar believen . De slasoort is volgens het bericht een kruising (of is het een mix, dit is niet helemaal duidelijk) van verschillende sla-achtigen, waaronder krulandijvie en Little Gem (kleine romeinse sla). Een plantje kost ongevevee € 1,50. Het wordt volledig onder glas geteeld en heeft een anvoerperiode van 12 maanden. De levensduur, éénmaal aangekocht wordt aangeprezen als zeven dagen, maar zou eventueel langer kunnen zijn.

Meer info vind je in dit bericht of in The Guardian

Dat je dit ook zelf kan telen, dat kon je al eens lezen in dit bericht

De slamix van McDonalds in uw plantenbak.

De slamix van McDonalds in uw plantenbak.

Sla is in. Ook bij McDonalds hebben ze het geweten. Hun nieuwste product bevat volgens hun reclame zes verschillende soorten sla. Net deze zes soorten sla komen ook aan bod in het artikel over babyleaf telen. (opmerking voor de plantkundigen onder u: niet alles is echte sla, er is namelijk ook andijvie en radicchio bij)

Zo’n mix van slablaadjes kan je ook makkelijk zelf telen zonder zes verschillende percelen sla te moeten telen. Babyleaf is een vorm van sla telen waarbij veel dichter opeen gezaaid wordt. Daardoor ontstaat er een opgerichte groeiwijze met iets smallere bladeren, die zich uitstekend leent om met het mes of de schaar ‘afgeknipt’ te worden. De blaadjes zijn nog jong bij het oogsten en daardoor net iets minder knapperig dan de blaadjes afkomstig uit volgroeide kroppen.

U kunt dit in de vollegrond telen, maar evengoed in potten en bakken. Je kan best deze teelt starten vanaf februari in een zonnige veranda of kas en vanaf maart gewoon buiten. Daarna kan je tot en met september regelmatig wat zaaien.

Lees hier het gedetailleerde artikel over mesclun of babyleaf telen

Kropsla telen volgens een strikt lastenboek.

Kropsla geteeld onder glas is in West-Vlaanderen nog steeds de belangrijkste groente voor de verse markt. In Vlaanderen is de groente beter bekend als serresla. Het is een zeer belangrijk exportproduct. Onder andere in Duitsland weet men de interne en externe kwaliteit van de Belgische kropsla enorm te waarderen.

Heel veel jonge Vlaamse bedrijven hebben zich gespecialiseerd in de slateelt. Nieuwe technieken werden verder ontwikkeld om het arbeidsintensieve karakter van deze sector te verlichten.De meest recente ontwikkelingen zijn de slaoogstband, de volautomatische zelfrijdende plantmachine en de spuitboom.

De slaoogstband zorgt ervoor dat de knieën en de rug veel minder belast worden, hetzelfde kan gezegd worden van de plantmachine. De spuitboom zorgt voor een optimale verdeling van de plantenbeschermingsmiddelen, waardoor de hoeveelheid product sterk verminderd kan worden.

Wist u trouwens dat voor iedere oogst de tuinder een controle moet laten uitvoeren op de eventuele aanwezigheid van plantenbeschermingsmiddelen? Dit is slechts één van de vele voorwaarden waaraan een teelt moet voldoen om te mogen gecommercialiseerd worden. Flandria kropsla wordt namelijk geteeld volgens een strikt lastenboek, gecombineerd met regelmatige controle op het bedrijf. Bijna alle bedrijven leveren kropsla onder het Flandria keurmerk.

Wilt u eens weten hoe het eraan toe gaat op zo’n serreslabedrijf? Francky Bouckaert doet mee aan het project “samen de boer op” , waardoor u in groep het bedrijf kunt bezoeken. Maar eerst moet u een kijkje nemen op de zeer informatieve website ’t glazen dak waar u een alvast een mooie impressie krijgt van deze dynamische tuinbouwsector.