Categorie archieven: mm

Nog eens een droge aprilmaand? 20 teelttips bij droogte in de moestuin.


Weinig regen in het vooruitzicht de eerste tien dagen, het lijkt wel een herhaling van april 2007 en April 2009 en april 2011. Komt er zo bijna om de twee jaar een warme aprilmaand? Plaatselijk is het zeer droog, vooral in de groentetuinen op lichte grond (zandgrond). De volgende dagen komt er regen aan, maar slechts een beperkte hoeveelheid en zeer verspreid. De kans is dan ook groot dat de tuin in relatief droge toestand blijft de komende tien dagen.

Bladgroenten in de tuin zoals spinazie en slasoorten en ook de radijzen kunnen best eens een extra gietbeurt krijgen.

Bij de erwten, tuinbonen, aardappelen, ajuin, broccoli, bloemkool die al een tijdje in de groei zijn kunnen we nog eventjes de kat uit de boom kijken. Voor die groenten kan je het weekend afwachten, en hopelijk valt er in uw tuin dan wat regen. Valt er slecht een paar liters, dan zal, naarmate deze groenten in bloei komen of het oogststadium naderen een gietbeurt zich binnenkort toch opdringen.

Maar misschien bent u pas onlangs met de groentetuin begonnen. Groenten die nog niet lang geplant of gezaaid zijn hebben nog te weinig wortels om het vocht uit de diepere lagen te halen. Eén extra gietbeurt kan hen al vooruit helpen. Maak zeker niet de fout te veel en in te kleine beurten te gaan gieten.

Hebt u nog nog één en ander te planten of te zaaien? En is de grond toch wel droog? Dan zijn de 20 tips bij droogte in dit artikel zeker nuttig. Ze werden ook al aangevuld met tips van lezers.

( Archief : april 2007 : Het is  niet zo erg als in april-mei  van twee jaar geleden, want in april 2007 viel in België en Nederland geen druppel neerslag. Toch is er ook nu hier en daar droogte, die in sommige noordelijke regio’s al enkele weken aanhoudt (zoals hier in de Belgische Kuststreek). April 2009 was relatief droog, maar ook warm, en deze tendens zet zich nu in veel regio’s verder. De felle oostenwind van de laatste dagen zorgt ervoor dat de planten heel veel verdampen. April 2011: Uitzonderlijk zacht, zeer droog en zeer zonnig)

Hoe pakt u deze droogte aan in de moestuin? Laat het weten in de reactiebox onderaan het artikel. Er zijn al heel wat interessante tips van lezers in het artikel opgenomen.

Je kan het planten of zaaien even uitstellen  tot er een weersverandering optreedt. Maar je kan natuurlijk niet blijven wachten. Sommige plantjes zijn misschien te groot aan het worden, en sommige teelten zijn op het einde van hun ideale zaaiseizoen.

 

Vandaar deze twintig tips voor wie tijdens een droge periode toch aan de slag wil.

  • Voer de grondbewerking, voor zover deze nog niet gebeurd is uit vlak voor het planten of zaaien.
  • Druk na de grondbewerking de grond goed aan, rollen is daarbij een goed idee, anders gewoon met de voet overlopen en aandrukken. Terwijl dit in natte grond te vermijden is, is dit in droogte juist heel goed. Zo kan de vochtaanvoer vanuit de ondergrond verder gaan (dit noemt men de capillaire werking van de grond)
  • Nadat de grond goed aangedrukt is harkt u enkel het bovenste laagje los, net diep genoeg om te kunnen zaaien. Druk nu enkel het laagje grond boven het zaarijtje aan.
  • Vooraleer de grondbewerking uit te voeren, of vooraleer te zaaien of te planten, maak de grond één dag vooraf (niet te) nat. Zo vermijd u dat u een te harde grond (bij klei) of een zandhoop (op een lichte grond) moet bewerken.
  • Vermijd een te diepe grondbewerking, indien mogelijk enkel het bovenste laagje losmaken met de spitvork, zo behoudt u de capillaire werking van de grond.
  • Vooraleer te zaaien giet u water in het zaaigeultje en laat dit bezinken. Daarna zaad afdekken met licht vochtige grond.
  • Op pas gezaaide groenten water geven met een fijne druppel, zo vermijdt u structuurbederf (korstvorming) van het bovenste laagje.
  • Ook goed om korstvorming te vermijden is pas gezaaide groenten afdekken met een doek of jute(zak). Hierop water geven en regelmatig controleren op vochtigheid onder het doek. Enkele dagen voor de kieming het doek verwijderen. Afdekken van pas gezaaid goed met gaatjesfolie of agryldoek kan ook uitdroging voorkomen.
  • Onthoud de leuze : wie water geeft moet blijven water geven. Eénmaal water gegeven na het zaaien moet u blijven doorgaan, tot er regen valt, anders loopt u het risico op uitdrogen van het kiempje.
  • Geef in deze periodes van lage luchtvochtigheid  ’s avonds water. Het nadeel dat het gewas langere tijd nat blijft, weegt hier niet op tegen het feit dat de grond langer de tijd krijgt het water op te nemen.
  • Groenten planten gebeurt ook best in een vochtige grond. Water geven de dag voor het planten tot de grond weer licht vochtig is indien nodig. Giet water in ieder plantgat en vul na het planten aan met een licht vochtige grond. Daarna de planten aangieten in het plantgat. De volledige plantoppervlakte water geven is niet nodig in het begin.
  • Na één maal goed aan te gieten wacht u best iets tijd om water te geven. Pas als de grond rond het onlangs geplante plantje droog is, giet u nogmaals aan. Het plantje moet ook de tijd hebben om zelf zijn vocht te zoeken en zo een sterker wortelstelsel te ontwikkelen.
  • Dagelijks water geven in de moestuin is af te raden. Geef voldoende water in één keer, met een fijne druppel. Geef desnoods op één avond twee keer water, met een tussenperiode van één uur. Wacht daarna meerdere dagen tot de grond weer te droog dreigt te worden. Dagelijks water geven veroorzaakt zwakke planten met een te klein wortelstelsel.
  • Ook het groeistadium van de plant is belangrijk, planten in het oogststadium moeten meer water krijgen. (Denk aan aardbeien, spinazie, slasoorten, radijs en vroege bloemkool en broccoli)
  • Zorg ook dat het potkluitje van het plantmateriaal voldoende vochtig is (water geven voor het planten)
  • Pas geplante planten met losse wortel dekt u (niet meer) dan twee dagen af met één velletje krantenpapier.
  • Als je water gegeven hebt aan al langere tijd geplant gewassen, schoffel de grond dan de volgende dag. Maak enkel de bovenste millimeters van de grond los. Dit los gemaakte laagje beperkt de verdamping van de ondergrond
  • Mulching, waar mogelijk is ook een goed idee. Dit kan met een fijn laagje compost, of een dun laagje grasmaaisel.
  • Groenbemesters worden best tijdig afgemaaid om zo het verder uitzuigen van de grond te vermijden.
  • Dit is een lijstje met tips voor de droogte. Maar dat is ondertussen al flink aangevuld. Er werden immers al heel wat tips opgestuurd naar lezersbijdrage@plantaardig.com.
    Deze zijn hieronder gepubliceerd. Je kan nog altijd blijven opsturen naar het bovenstaande mailadres, of je kan gewoon rechtstreeks jouw reactie typen in de commentaarbox hieronder. Alvast bedankt!

     


    Reacties

     

    Jan schrijft op zijn website Jan’s moestuin volgende tips

    Elke keer na het water geven probeer ik zo snel mogelijk te schoffelen. Ik maak dan een isolerend laagje op de bovengrond, zodat de ondergrond minder uitdroogt.

    Een andere truc tegen de droogte die ik toepas is het afdekken met oude vitrage, dat gaat de verdamping tegen, zorgt voor een iets lagere temperatuur overdag en voorkomt vraat door duiven. Ook pas uitgeplante planten krijgen een minder grote overgang met afdekking van vitrage.

    Mijn advies is om niet te vaak water te geven en geef vooral veel in een keer. Krab eens in de grond met een stokje om te kijken hoever het water is doorgedrongen. Vaak valt dit zelfs na een half uur water geven nog erg tegen. Je kan op de website van Jan nog veel meer lezen over moestuinieren in de tweede helft van april.

    Nella schrijft

    Als je jonge plantjes uitplant in een droge periode is het handig om gaas op een frame te nieten, dit frame over de jonge plantjes te leggen en over het frame een katoenen lap (b.v. met knijpers vastzetten) vast te maken. Dit beschermt de plantjes enigszins tegen uitdrogen. Ik maak frame’s van ongeveer 60 bij 1 meter, die zijn goed te hanteren. Een leuke bijkomstigheid is dat je zo ook de kippen ervan weerhoudt om in zo’n bedje te gaan krabben. Ook over zaaibedden die ik water gegeven heb zet ik vaak zo’n beschermend frame.

    Robert schrijft

    Ja ik heb het ook moeilijk met deze droogte en dit zoals vele andere. Dagelijks water geven behoort tot onze taken en een bijkomende factor is dat het zeer zware kleigrond is, de grond barst van de warmte en en de droogte, eens gieten is blijven gieten en nu met de harde noordoosten wind is het veel slechter.

    Maar allee het loont de moeite we kunnen volop sla eten(serre)en de buren profiteren er ook van.

    Andere groenten(buiten)komen ook tot hun recht(spinazie,struikbonen,radijzen,bloemkool,witte-,groene kolen,ajuin,look,sjalotjes,bieslook en meer andere groenten komen tot hun recht.

    de heer Kolk schrijft

     

    Tijdens de huidige droogte doe ik veel onkruid wegnemen, dat nu snel opkomt, maar als je het uittrekt ook snel verdroogt en dus niet weer aanslaat.

    Erik schrijft

     

    ik tracht de droogte te bestrijden door een laag compost tussen de planten aan te brengen

    Hanneke schrijft

     

    Wij hebben in onze tuin een waterput laten slaan van zo’n 25 meter diep en door de hele tuin een beregeningssysteem ( www.aukekoops.nl) aangelegd die onze beplanting/grasmat én moestuin voorziet van grondwater. Het is een éénmalige investering maar het idee dat er geen schoon drinkwater aan te pas komt vind ik een goede zaak én de sla en aardbeien hebben er nog nooit zo mooi bijgestaan, ondanks de droogte.

    Bij de moestuin hebben we ook nog een wat kleinere put laten slaan, waar een handpomp op zit. Prima water voor de moestuin……

    Hennie schrijft

    a:jaarlijks goed bemesten
    b:alles op rijen zaaien en poten
    c:veel licht schoffelen

De groentetuin in april : plantjes kopen?

Dit artikel gaat over de verschillende aandachtspunten bij de aankoop en het uitplanten van groenteplanten. groenteplanten  collage

Het lenteweer bracht een grote drukte op gang in de tuincentra deze week. In de afdeling groenteplantjes is het assortiment aangevuld. Bij mijn bezoek aan het tuincentrum werd ik aangesproken door een dame die mij vroeg “of die slaplantjes al buiten kunnen geplant worden??”

Ik vond het dan ook een goed  idee om even het aangeboden vroege assortiment  van groenteplanten één voor één te bespreken en de verschillende aandachtspunten bij de aankoop en het uitplanten de revue te laten passeren. Sommige groentesoorten zijn inderdaad op hun best als ze zo vroeg mogelijk geplant worden. Maar er zijn ook groenten die nu beter nog niet geplant zouden worden, of in ieder geval in beperkte hoeveelheid.

Perspotjes

Niet laten uitdrogen.
Zowat alle groenteplantjes worden momenteel aangeboden in perspotjes. Laat perspotjes, tijdens het afharden, niet helemaal droog worden. Dit is nefast voor de gezondheid van de wortels en ze zijn moeilijk te herbevochtigen. Enkele uren voor het uitplanten laat je de perspotjes voldoende water opzuigen door ze een kwartiertje in een laagje water te plaatsen.

Voldoende diep planten
Plant, de perspotjes zodanig dat ze volledig in de grond zitten. Perspotjes die boven de grond uitsteken, zullen bij zonnig of winderig weer zeer snel uitdrogen.

De eerste week moet het perspotje immers steeds vochtig blijven omdat er nog niet voldoende doorworteling is.
Dit kan enkel door

  • de perspot water te laten opzuigen
  • door voldoende diep te planten
  • door na het planten aan te gieten zodat de tuingrond goed aansluit tegen de perspot.

Afharden

Zijn de plantjes pas geleverd aan het tuincentrum of worden ze te koop aangeboden in de kas van het tuincentrum, dan is het best alle groenteplanten nog even te laten afharden vooraleer uit te planten. Dit schept de gelegenheid om het blad en stengel sterker te maken.

Waarom afharden?
Deze groenteplantjes zijn opgekweekt in de kas. Dat betekent dat ze een vrij constante opkweektemperatuur en regelmatig water gekregen hebben. Dit maakt dat, als je ze direct uitplant in de groentetuin, ze een sterke klimaat- en vochtschok zullen ondervinden. ‘s Nachts kan de temperatuur nog flink dalen, overdag kan de oostenwind en de zon voor een sterke verdamping zorgen. Dit kunnen de nog zachte ‘serreblaadjes’ nog niet zo  goed aan. Ook al omdat de plantjes allemaal afzonderlijk komen te staan en geen bescherming hebben van de buurplantjes zoals dat tot voor het uitplanten het geval was. Met andere woorden : er is geen beschermend microklimaat meer. Tot slot is het zo dat bij het uitplanten de perspotjes uit elkaar gehaald worden en zo de wortelgroei voor korte tijd verstoord wordt.
Heel wat veranderingen dus voor die kleine plantjes. Dit alles samen zorgt zeker en vast voor een al dan niet kortstondige groeistilstand. Door af te harden kunnen we de overgang minder bruusk maken en de groeistilstand alvast minimaliseren

Hoe afharden?
Het is dus goed de plantjes  een tijdje in hun potjes of bakjes te laten en nog enkele dagen in open lucht, op het terras of op een andere ietwat beschutte, maar wel zonnige plaats te laten afharden. Zo worden de planten gewoon aan de lagere nachttemperaturen en de blaadjes worden steviger. Bij het uitplanten zijn ze dan minder gevoelig voor koude en overmatige verdamping. Door het afharden zal ook de kleur van de blaadjes donkerder groen worden of zullen de plantjes een lichte, paarse verkleuring vertonen. Deze paarse kleur is afkomstig van de kleurstof anthocyaan die bij lage temperaturen minder vlot getransporteerd wordt doorheen de plant.

Spitskool afharden
Voor : let op de bleekgroene stengel van de plantjes Na vier dagen afharden : lichte paarse verkleuring op de steel en een paarse schijn op de blaadjes.
spitskool_plantjes_voor afharden spitskool na afharden

Slaplantjes

Er is dikwijls keuze uit een ruim assortiment : rode eikenbladslaKropsla, Lollo Rossa, Lollo Bionda, Rode eikenbladsla, Groene eikenbladsla, Batavia en ijsbergsla.
Al deze slaplantjes kunnen vanaf begin april in open lucht geplant worden, zonder gevaar op vorstschade. Een graadje nachtvorst zal de plantjes niet vernietigen, hoogstens het oogsttijdstip wat verlaten. Daarom, om een zekere spreiding in de oogst te hebben, kan je op hetzelfde moment ook enkele plantjes onder een klein tunneltje of in de koude bak planten. Denk er ook aan dat de groene slasoorten sneller groeien dan de rode slasoorten.

Lollo rossa geplant Plant, in tegenstelling tot de kasteelt, de perspotjes voldoende diep. Zo vermijd je dat op een sterk drogende dag de perspotjes op één dag droog staan. De plant kan in het begin immers nog geen vocht uit de omliggende, vochtige grond halen. Voor zowat alle slasoorten is 30 cm tussen en in de rij een goede plantafstand. Vermijd uitdroging in het begin, geef water indien nodig.

Het is nu zeker en vast een goed moment om sla te planten in de moestuin. Reken ongeveer 6 weken vooraleer je de eerste, nog  jonge kropjes,  kan oogsten. De oogst kan dan ongeveer twee weken doorgaan, daarna is er kans op opschieten. Daarom dat het goed is telkens, om de twee tot drie weken, nieuwe slaplantjes in de tuin te zetten.

Spitskool

Lente-kool
spitskool plantjesApril is zeker en vast een goede maand om spitskool te planten. Deze snel groeiende lente- en zomerkool heeft een zachtere smaak dan de andere sluitkolen. Spitskool is dan ook goed bruikbaar in zomerse gerechten, gestoofd in de wok, of rauw in salades.

spitskool diep planten spitskool diep planten2 Diep planten
Spitskool vormt  een vrij lange stengel. Grote planten worden dan ook diep geplant. Het “hart” (= groeipunt) van de plant blijft echter altijd boven. Spitskool mag iets minder ruim geplant worden dan de andere sluitkolen. 50 cm tussen de rijen en 40 cm in de rij is een goede afstand.

spitskool oogst2

spitskool oogst Oogst
De vroege geplante spitskool kan al eind juni geoogst worden. Plant niet teveel in één keer, want spitskool is gevoelig voor barsten als die te lang blijft doorgroeien. Dan zijn de kolen ook minder lekker. Je kan in mei nog eens een paar plantjes kopen, om ook in juli nog over spitskool te beschikken. Of je later ook nog spitskool wil planten hangt een beetje af van wat je zelf wil, want spitskool is toch wel een typische vroege groente die in de late zomer wat van zijn charme verliest.

kool insectengaas

Koolvlieg en rupsen

Spitskool is  een koolsoort, wat betekent dat de koolvlieg en rupsen zeker van de partij zullen zijn. Hoe vroeger je de spitskool plant, hoe minder last je er van zal hebben. Koolkragen en insectengaas (foto) kunnen uitkomst bieden, maar je kan ook twee biologische middelen gebruiken: i Conserve (i koolvlieg, rupsen) en i Pyrethrum (rupsen).

Rode kool, witte kool

rodekool plantenOok de andere sluitkoolsoorten worden in april al te koop aangeboden. Toch even opletten hier bij de aankoop. Hou er rekening mee dat de oogst midden in de zomer zal vallen. En dat lijkt nu niet echt het moment om al heel veel kool op tafel te brengen. Daarbij komt dat je deze kolen ook niet lang kan overhouden in de tuin en dat ze al zeker niet geschikt zullen zijn voor de bewaring. De rode kool en witte kool zal snel i openbarsten en kan dus slechts een korte tijd geoogst worden. Wie toch graag rode kool in de zomer wil, kan nu enkele plantjes uitplanten, maar hou de rest voor later. Wil je in de herfst rode kool of witte kool oogsten, of  wil je bewaarkool telen, plant dan half mei (herfst) tot half juni (bewaarkool) nog wat vers plantgoed.
(zie ook i de teelthandleiding rode kool)

Spruitkool

Jawel, ook spruitkool staat begin april al in de rekken. Dit is echt wel heel vroeg. Misschien ben je een echte spruitjesfanaat en wil je in augustus al de eerste spruitjes op het menu. Het is logischer spruitkool te planten in mei (voor oogst september-oktober) of begin tot half juni (oogst november-december en later). Het oogsttijdstip bij spruitkool is echter slechts gedeeltelijk afhankelijk van het planttijdstip. Ook het ras speelt een grote rol. Gelijktijdig uitgeplant, zal het ene ras verschillende weken vroeger oogstbaar zijn dan het andere (late ras). Zie ook i de tekst over teeltspreiding bij spruitkool.

Peterselie

peterselie plantenHet loont zeker de moeite om nu enkele peterselieplantjes aan te kopen. Deze zorgen binnen een goeie maand voor een mooie eerste oogst. En door regelmatig plukken kun je er nog een flink stuk van de zomer van genieten vooraleer ze opschieten. Doordat er meerdere plantjes in één perspot staan moet je de peterselie voldoende ruimte geven, plant ze uit op 30 x 30 cm.

peterselie insectengaas

Geelverkleuring

Peterselie houdt van wat schaduw. Verder heeft peterselie dikwijls last van geelverkleuring door zwakke wortels en wortelvlieg Ook een virus- of bladluisaantasting speelt een rol bij de geelverkleuring van peterselie. Heel veel  moestuinders telen het bedje peterselie dan ook onder insectengaas. Dan heb je extra schaduw en kunnen de bladluizen en de wortelvlieg niet bij de plantjes.

Snijselder, groene selder, bleekselder.

bleekselder plantenIn april bleekselder of knolselder planten is vrij vroeg. Het vroegste planttijdstip is  eventueel eind april. Zo vroeg op het jaar selder uitplanten schept een aantal risico’s. Ten eerste is bleekselder tamelijk vorstgevoelig. Voor het begin van mei planten is dus af te raden.  Groene selder of snijselder verdraagt beter de vorst en kan eventueel al de  grond in. Maar ook dan nog in beperkte hoeveelheid, en enkel voor een vroege oogst. Het is beter in mei (oogst zomer) en juli (oogst herfst) bladselderij te planten. Ook knolselder voor de bewaring planten we beter in mei. Vind je nu knolselderplantjes in het tuincentrum, plant er dan enkele, alleen voor een vroege oogst.
groene selder schotZoals je kan lezen in i de teelthandleiding van selder, moet selder warm opgekweekt worden. Komen de plantjes te vroeg buiten, dan krijgen ze toch nog een koude-inductie met opschieten tot gevolg. Staan de plantjes al een tijdje in het tuincentrum, dan zijn ze ook daar al een tijdje blootgesteld geweest aan de koude.   De selder zal, afhankelijk van het voorjaarsklimaat,  hoogstwaarschijnlijk vroegtijdig opschieten. Vroegtijdig wil hier zeggen : “voor de plant een redelijk hoeveelheid blad gevormd heeft”. Zoals dat vorig jaar het geval al half juni (foto) het geval was met snijselder, aangekocht begin april. Schiet de snijselder in juni toch op, snij ze dan af boven de grond en ze zal opnieuw jong blad vormen.

Broccoli

broccoli plantenBroccoli is echt onmisbaar in de lente-moestuin. Heb je (nog) geen zelf geteelde plantjes, dan moet je er nu echt wat kopen. Eind juni kan je dan de eerste broccoli oogsten. Regelmatig (om de drie weken) opnieuw planten als dit één van je favoriete groenten is, is de boodschap. Ook in volle zomer en in de herfst is broccoli vrij makkelijk te telen, als je de typische koolplagen (koolvlieg en rupsen) in de gaten hebt

In ieder geval een heel gezonde groente!
Zie i de vierdelige reeks over broccoli telen.

broccoli klemhart

Hartloosheid
Het enig nadeel bij het vroeg telen van broccoli en bloemkool is dat er wel eens hartloosheid kan voorkomen. Vorig jaar verscheen er op GroentenInfo nog een i artikel over klemhart of hartloosheid. Dit kan bij eigen opkweek voorkomen, maar ook gekochte planten kunnen er last van hebben. Zo vond ik in één setje van zes planten, twee hartloze planten die dus niet kunnen geplant worden. (zie foto, de  twee plantjes op de houten lat). Broccoli heeft meestal een minder lange stengel waardoor niet zo diep als bloemkool moet geplant worden, maar zoals bij alle koolsoorten is het wel goed te planten met het hart van de plant net boven de grond.

Bloemkool

bloemkool plantjesNog zo’n groente die onmisbaar is als vroege vogel. Bloemkool mag zeker niet ontbreken bij de eerste plantingen in de moestuin en planten in april is dan ook een aanrader. Een vroege bloemkoolteelt lukt op zowat alle grondsoorten en heeft het minste last van koolvlieg en rupsen. De oogst van een planting begin april kan eventueel al eind juni. Bij ongeveer dezelfde plantgrootte doet bloemkool er tien dagen langer over dan broccoli vooraleer er kan geoogst worden. Je kan dus broccoli en bloemkool gelijktijdig planten, zonder alles in één week te moeten oogsten. Bloemkool wordt ruimer (60 x 60 cm) geplant dan broccoli (45 x 45 cm ).

Net zoals bij alle koolsoorten is  wel goed te planten met het hart van de plant net boven de grond, zo vermijd je het
i afdraaien van koolplanten door de wind (artikel en foto’s)

De moestuin in juni. De maand waarin alles kan: zaaien, planten, oogsten.

prei-planten
Juni, aflossing van de wacht in de groentetuin
Ziezo, de vorstgevoelige gewassen zijn nog maar net gezaaid of uitgeplant of de oogst van de koukleunen die we in het vroege voorjaar aan de grond toevertrouwden is al begonnen.

Het is aflossing van de wacht. In de loop van de maand juni komen wat stukjes grond in de moestuin vrij.
Spinazie, peulerwten, slasoorten, vroege aardappelen, lenteuitjes en jonge worteltjes ruimen in de loop van de maand juni soms al de baan voor een volggewas. Maar, het is eigenlijk nog te vroeg om deze maand al helemaal de kaart van de echte najaarsgroenten en nateelten te trekken.  Er zijn immers in juni nog heel wat hoofdteelten die kunnen opgestart worden.

Wie later op het jaar nog op zoek is naar een volggewas kan na dit artikel ook best de tabel met uiterste plant- of zaaidata raadplegen in het artikel Groenten zaaien en planten in juli en augustus.

Probeer niet af te wijken
Voor wie zich wil houden aan de regels van de vruchtwisseling is de keuze van dit volggewas niet altijd eenvoudig.
Toch hou je er best wat rekening mee. De indeling van de moestuin in perceeltjes is echt geen boekenwijsheid. Niet dat de planten dan niet zouden willen groeien als je de vruchtwisseling aan je laars lapt, maar wel omdat je zonder teeltplanning stilletjes aan de grond verziekt. In een nieuwe moestuin zal je de eerste jaren zeker niet afgestraft worden als je steeds dezelfde groenten op één perceel teelt. Maar plots zal je zien dat schimmelziekten en aaltjesaantastingen veelvuldiger en nadrukkelijker aanwezig zijn.
Koolgewassen zijn daarbij het beste voorbeeld. Wie jaar na jaar koolgewassen op dezelfde plaatst zal niet lang moeten wachten vooraleer hij problemen ondervindt. Maar ook prei-ajuin, wortelen-selder-peterselie en de groep van de peulgewassen zijn nogal eens combinaties die bij sleche opvolging problemen in de moestuin veroorzaken. En niet te vergeten aardappelen natuurlijk die zichzelf best pas na 5-6 jaar opvolgen. Er zijn nog heel wat andere redenen die een vruchtafwisselingsplan verantwoorden, maar dit valt niet in het bestek van dit artikel.

In het vervolg van dit artikel werden wat ideeën verzameld over de vervanging van teelten in de loop van de maand juni.

Tips en ideeën

Koolgewassen
Koolgewassen moeten absoluut op hun eigen perceel blijven gedurende het hele moestuinjaar. De kans is groot dat u op dit perceel al wat broccoli en vroege bloemkool kunt oogsten. Om bloemkool en broccoliplantjes op te kweken heb je nu nog ruim de tijd. Je kan bloemkool en broccoli immers, met tussenpozen, uitplanten tot de eerste dagen van augustus. Eind juni is ook het moment om de minder gekende teelt van winterbloemkool te starten.
Maar, het is tot half juni nog het goede moment om het perceel verder aan te vullen met sluitkool en spruitkool.  Voor de opkweek van rode en witte kool en spruitkool is het eigenlijk te laat. Het is best dat de planten van deze gewassen voor half juni de grond ingaan. Late savooikool kan je nu nog wel zaaien (tot half juni) met de bedoeling deze uit te planten voor einde juli.
Chinese kool is een typische najaarsteelt die in juni al eens geplant kan worden. Best niet te veel, want  je kan zeker nog zaaien en plantjes opkweken tot begin augustus en zo de oogst van deze minder goed bewaarbare koolsoort spreiden. Hetzelfde geldt ongeveer voor koolrabi. Spitskool kan in principe nog gezaaid worden tot 10 juni, maar het blijft toch eerder een typische  groente voor het voorjaar en de vroege zomer,  die bij oogst tijdens hoogzomer weinig aantrekkelijk is. Juni is ook de zaaimaand van de boerenkool met oogst tijdens de winter.
Keukenraap zaaien in juni wordt niet gedaan. Het is beter dit uit te stellen tot na half juli. Vanaf eind juni kan je winterrammenas zaaien.

Bladgewassen
Het perceel van de bladgewassen is waarschijnlijk het perceeltje met het meeste ‘in- en uitgaande verkeer’. De oogst is er nu al volop aan de gang met de verschilende slasoorten en spinazie. De keuze voor een tweede teelt is enorm groot en het enige wat in juni niet mogelijk is, dat is spinazie omdat die het in de zomer niet goed doet. Die vervang je dan beter door Nieuwzeelandse spinazie. Voor de rest kunt u volop bladgroenten telen. Slasoorten, andijvie, radicchio, groenlof, prei en selderij peterselie, het kan allemaal nog.Plantjes van deze gewassen opkweken van deze gewassen is in juni nog perfect mogelijk. Juni is ook de maand dat heel wat herfst- en winterprei geplant wordt. Dit kan ook nog  wel in juli om tijdens de winter prei te oogsten

Bij slasoorten is het de gewoonte dat die zichzelf opvolgen. Het is goed mogelijk gedurende één jaar sla na sla te telen. Veel tuinders reserveren dan ook een perceeltje voor slasoorten, eventueel met worteldoek.

U merkt het al, de kans is groot dat het perceeltje van de bladgewassen wat te klein uitvalt. Daarom wordt er wel eens gezondigd met de groep van bladgewassen. Zo kan je zonder groot risico met de teelt van bladgewassen uitwijken naar het perceel van de vroege aardappelen. Toch zeker voor slasoorten en andijviesoorten. Winterprei en bladselder kan nog na vroege aardappelen geteeld worden, op voorwaarde dat dit niet tot gevolg heeft dat er slechts twee tot drie jaar tussen wortelen-selder zit of ajuin-prei zit. Zoniet horen selder en prei thuis op, eventueel een tweede perceel, van de bladgewassen. Spinazie kan dan weer ingezet worden als voorteelt op een ander perceel.

Vruchtgroenten
In veel moestuinen biedt dit perceel de minste variatie omdat de teelt van tomaten, paprika aubergine dikwijls in de kas plaats vindt. Je vindt er wel courgettes en pompoenen. En ook wel een openluchtteelt van tomaten, al dan niet met regenbescherming. Hier is dus geen teeltwisseling aan de orde. Enkel suikermaïs kan nog gezaaid worden tot begin juni. Alhoewel, vergeet niet nog enkele courgettes te zaaien einde juni, die u dan kan uitplanten om tot diep in het najaar courgettes te oogsten. De eerste geplante courgettes zijn immers meestal versleten en uitgeteld begin september.

Wortelgroenten
Na de lenteuitjes en de groen geoogste plantajuin kunnen we nog steeds  wortelen zaaien. Je kan immers bospeen zaaien tot half augustus. Ook pastinaak behoort nog tot de mogelijkheden.  Na de vroege worteltjes of vroeg geoogst uien kan je makkelijk nog rode biet telen en knolvenkel. Juni is een goede maand om knolvenkelplantjes op te kweken. Het probleem met opschieten vlak voor de oogst is bij laat zaaien zowat onbestaande. Voor witloof zijn, bij noodgevallen, de laatste dagen van juni echt wel het uiterste moment om te starten.  Pastinaak zaaien in juni kan ook nog.

Peulgewassen
Het perceel van de peulgewassen schept nog wel het meeste problemen in verband met de volgteelten. Peultjes en tuinbonen kunnen nog tot 10 juli opgevolgd worden door late boontjes. Tot uiterlijk eind juni kan je ook een teelt van stokbonen aanvatten. Maar natuurlijk kunnen we niet alle boontjes na de erwten gaan telen, er moeten er ook al een beetje gezaaid worden half mei, begin juni en half juni om zo een mooie oogstspreiding te bekomen. Na de erwten worden dan ook wel eens enkele snelgroeiende bladgroenten geteeld.

Aardappelen
Op het perceel van de vroege en halfvroege aardappelen kan best nog wat als nateelt verbouwd worden. Daarom wordt er wel eens gezondigd met de groep van bladgewassen. Zo kan je zonder groot risico met de teelt van bladgewassen uitwijken naar het perceel van de vroege aardappelen. Toch zeker voor slasoorten en andijviesoorten. Winterprei en bladselder kan nog na aardappelen geteeld worden, op voorwaarde dat dit niet tot gevolg heeft dat er slechts twee tot drie jaar tussen wortelen- selder zit of ajuin-prei zit.

 

De teelt van suikermaïs : vers oogsten op het juiste moment!

suikermais (5)Maïs behoort tot één van de makkelijkste teelten in de moestuin. Weinig of geen belagers waar je rekening mee moet houden. Enkel koud en nat weer, een eerste maal bij het zaaien, een tweede maal bij de korrelzetting, kan de pret lichtjes bederven. Over bederven gesproken, het bovenstaande is niet de enige reden waarom je suikermaïs in eigen moestuin zou telen. Nog meer dan bij andere groenten geldt bij suikermaïs : vers is best! Zelfgekweekte suikermaïs die je kan koken enkele minuten na het oogsten smaakt het allerbeste. Ter illustratie : kolven die niet koel bewaard worden zullen op 2 uur tijd tot 50% van het suikergehalte verliezen. Maar zelfs met de beste bewaarzorgen zal de suiker in de maïs vrij snel omgezet worden in zetmeel.

Zaaien.

In potjes
Om zeker te zijn van een goede opkomst, ook tijdens een minder goed voorjaar,  zullen veel liefhebbers voorzaaien in potjes onder bescherming.  Ben je een groot liefhebber van suikermaïs en wil je er langere tijd van kunnen gebruiken, dan zal je best de zaaitijd wat spreiden. De vroegste maïs kan je voorzaaien half april en na drie weken uitplanten. Dit voorzaaien in potjes kan je dan blijven doen, bijvoorbeeld om de twee weken, tot uiterlijk begin juni.

Ter plaatse
Vanaf mei kan je ook ter plaatse zaaien. Dan is wel een bodemtemperatuur van 10°C nodig. Eventueel kan je de grond een week voor het zaaien al eens afdekken met doorzichtige plastiek om zo de grond warmer te maken. De allerlaatste maïs wordt best ter plaatse gezaaid begin juni.

Werkwijze
Je zaait twee zaadjes per potje of per kuiltje. Maïs mag je vrij diep zaaien, zo’n twee cm in de potjes. Zeker als je in open lucht zaait is diep zaaien belangrijk. Om te voorkomen dat vogels de zaden komen oppikken maar  vooral om in perioden van droogte toch een goed resultaat te bekomen mag je ook drie cm diep zaaien.

Water geven moet je vermijden bij het ter plaatse zaaien van maïs. Ook bij het zaaien in potjes is licht vochtig houden voldoende. Als de plantjes een week boven de grond staan hou je de sterkste plant over. Een goede plant- of zaai afstand is 60 cm  x 30 cm of 45 cm x 45 cm.

Standplaats en bemesting

Maïs is een eenjarige plant die behoort tot de familie van de grassen en is in die zin uniek in de groentetuin. Omwille van de hoge bemestingseisen zou je suikermaïs op het perceel van de vruchtgewassen kunnen voorzien. Maar, omdat er geen familieleden zijn die ook in de groentetuin geteeld worden, mag maïs ook wel eens op een andere plaats geteeld worden. Het perceel van de wortelgroenten of peulgewassen is dan wel een niet zo goede keuze, omwille van de te geringe bemesting van dit perceel. Maar op dat van de koolgewassen of bladgewassen lukt het wel. Ook kan maïs al eens dienst doen als windscherm. Let dan wel op de schaduwvorming. En maïs op één of twee rijtjes zaaien is ook minder goed voor de bestuiving (zie verder).

Groei en bloei.

Koude
Maïs is een warmteminnende plant. Zo kan het gebeuren dat bij een koud voorjaar de groei niet echt opschiet. Zowel geel- als paarsverkleuring van de bladeren is een veel voorkomend symptoom bij maïs in koud weer. Het voorzaaien in potjes is ook daarom een goed idee. Als een warmere periode aanbreekt kan de groei dan plotseling wel heel hard gaan. Dit is meestal het geval einde juni, begin juli

Bloeiwijzen
Maïs is eenhuizig, met aparte mannelijke en vrouwelijke bloeiwijzen op één plant. Als de lengtegroei ten einde loopt, ontwikkelt zich in de kop van de plant een mannelijke bloeiwijze, de pluim genoemd. Later komen de vertakkingen van de pluim volledig horizontaal te staan. Pas dan start  de stuifmeelproductie.

Zijdelings op de plant, een zestal bladeren onder de pluim, groeien de zogenaamde kolven, waarop de maïskorrels zitten en waaruit de stampers hangen, als een dik pak groene draden. Zij moeten dan het stuifmeel opvangen. Deze pak draden noemt men de kolfkwast, de draden worden ook baardharen genoemd. De kolven zijn de vrouwelijke bloeiwijze.

Er ontwikkelen zich slechts één of twee kolven per plant. Om de kolf zit een dik pak schutbladeren die de jonge maïs goed beschermen.

suikermais (4)

Foto : iedere maïskorrel is verbonden met één draadje van de kolfkwast. Als je maïs oogst kan je nog zien waar het draadje vastzat.

Bestuiving en bevruchting.
De baardharen (vr.) komen pas te voorschijn als de pluim (m.) al enkele dagen stuifmeel produceert. Dit is om de kans op kruisbestuiving te vergroten. Het is dus nodig om voldoende maïsplanten te kweken.
Door windbestuiving zal het stuifmeel vanop de mannelijke pluimen op de draden van de kolven terecht komen. Dan pas zullen de maïskorrels uitgroeien.

Als er net voor en tijdens de periode van bloei en bestuiving droogte is, dan durft de zaadvorming nogal eens tegenvallen. Het is zeker niet gek om de maïs water te geven op dat moment. Waarschijnlijk is het best om dan één keer een grote hoeveelheid te geven dan dagelijks wat grondbevochtiging. Maïswortels groeien immers tamelijk diep.

Op bijgaande foto kan je zien dat enkele korrels van de kolf niet zijn uitgegroeid. Wat je op de foto ziet kan net zo goed het gevolg zijn van heel slechte (koud en nat) weersomstandigheden tijdens de bestuiving als van droogte. Omwille van een betere windbestuiving wordt er ook  aanbevolen de maïs in blokken te zaaien en niet in rijen.IMG_0726

Foto : slechte vruchtzetting bij maïs door *droogte *gure weersomstandigheden *te weinig planten bij elkaar.

Oogst

Als de groene draden donker bruin verkleuren  kan er geoogst worden. Het is het gedeelte van de draden die uit de kolf hangt, onder de schutbladeren zijn ze dan nog groen.

Kleur
Twijfel je, dan kan je eventueel al eens “spieken”. Dat wil zeggen dat je aan de top van de kolf de schutbladeren uiteen haalt, terwijl je de kolf aan de plant laat. De kleur van de korrels  is dan geel tot zwak oranjekleurig. Wit is onrijp. Donker oranje is te rijp.

Sap
Omdat kleur beoordelen niet altijd even makkelijk is en verschilt volgens ras is het nog beter om enkele korrels te beschadigen. Als je met de vingernagel of met een duimspijker enkele korrels aanprikt moet er een melkachtig sap uit komen. Is het sap nog doorzichtig, dan moet je nog wachten met oogsten. Is het sap nog wel wit, maar niet zo vloeibaar meer, dan ben je al wat te laat.

www.plantaardig.com suikermais (2)

Foto : de kolfkwast wordt als de oogst nadert, geleidelijk aan bruin. Links is waarschijnlijk nog net iets te vroeg om te oogsten. Rechts zal zeker moeten gecontroleerd worden.

Wacht je na het bruin worden van de de draden te lang met oogsten, dan zullen de korrels van de suikermaïs gekrompen en taai zijn. Dan zijn de korrels niet meer melkrijp, maar deegrijp. Een deel van de suikers is dan al omgezet in zetmeel. Oogst van suikermaïs moet dus gebeuren in het melkrijpe stadium.

Oogsten
De eerste oogst kan je ten vroegste verwachten eind juli. Het grootste deel van de oogst zal echter plaats vinden in de maand augustus en zelfs de eerste helft van september als er pas laat ter plaatse gezaaid werd.  Terwijl je met de ene hand de plant vasthoudt, kraak je met de andere hand de kolf helemaal naar beneden. Na de oogst die best ’s morgens vroeg gebeurd moeten de kolven zo koel mogelijk bewaard worden, de optimale bewaartemperatuur is zelfs 0°C. De bewaarduur is enkele dagen, het suikergehalte vermindert snel. Vers oogsten is absoluut aan te raden.

suikermais (6)suikermais (7)

Foto’s : het pellen van de kolven.

suikermais

Foto : Naar verluidt wordt de omzetting van suikers naar zetmeel stopgezet door de kolven gedurende 6-8 minuten te blancheren. Deze kolven kan je dan  invriezen.

Pompoenen biologisch kweken: teelthandleiding

In dit artikel leest u de samenvatting van een teelthandleiding voor professionele, biologische telers van pompoenen. Daar deze teelt weinig gemechaniseerd is en wegens de geringe gevoeligheid voor ziekten en plagen zich uitstekend leent voor biologische teelt kan ook de hobbytuinder heel wat nuttige info in deze infobrochure vinden.

Verantwoording.
imageToestemming tot het overnemen van deze samenvatting werd verleend door
www.biokennis.nl.  De volledige teelthandleiding (45 pagina’s) kan u downloaden via de website Biokennis.nl, klik hier. In deze teelthandleiding wordt de teelt en de afzet van de biologische pompoen besproken. Deze teelthandleiding is tot stand gekomen als onderdeel van het project Leren met Toekomst. De auteurs, studenten aan de Christelijke Agrarische Hogeschool, hebben deze teelthandleiding geschreven voor de biologische pompoenenteler.

image
De pompoen is afkomstig uit Midden-Amerika en begin 1500 naar Europa gekomen. Pompoenen zijn geschikt om te eten voor de sier of om uit het zaad olie te persen. De eetbare pompoenen worden onderscheiden in de volgende twee geslachten Cucurbita maxima en Cucurbita moschata. De C. moschata zijn veelal de butternut soorten. De C. maxima zijn de buttercup en de kabocha soorten. In deze soorten is een heel scala aan verschillende rassen aanwezig. Voor de Nederlandse biologische markt zijn de rassen Uchiki Kuri en de Sweet Mama de belangrijkste. Belangrijke teeltgebieden in de wereld zijn de USA, Nieuw-Zeeland, Mexico en Japan. In Nederland is het areaal biologische pompoenen ongeveer 250 – 300 hectare.

Groei en ontwikkeling

Een pompoen houdt van warme groeiomstandigheden, en kan slecht tegen natte voeten, zodat zaai vaak pas tussen half mei en half juni gedaan kan worden om zo een vlotte start te krijgen. De pompoen heeft twee groeifasen de vegetatieve fase en de generatieve fase. De vegetatieve fase bestaat uit kieming, opkomst en aanleg echte bladeren. De generatieve fase bestaat uit aanleg van bloemen, (mannelijke en
vrouwelijk) bloei en bestuiving, zaadvorming, zaadrijping en kiemrust. De grote en het aantal vruchten per plant is te sturen door de dichtheid van zaaien, afhankelijk van het doel waarvoor de pompoenen geschikt
moeten zijn. Het gevraagde gewicht voor de Uchiki Kuri is tussen de 900-1200 gram, voor de Sweet Mama is dit 1500 gram.

Rassen

De twee belangrijkste rassen in de biologische teelt van pompoenen zijn de Uchiki kuri en de Sweet Mama.
Daarnaast zijn er nog veel rassen die gegeten kunnen worden, deze zijn echter minder bekend bij de consument. Een belangrijk onderscheidt tussen rassen is hoe rankend een ras is. Dit is belangrijk voor de
snelheid van grondbedekking en de plaats van de vruchten. Het onderscheidt wordt gemaakt in drie groepen: bush (vruchten aan de stam), semi-bush (vruchten aan de stam en ranken) en rankend (vruchten
aan de ranken). De snelheid van grondbedekking hangt af van hoe rankend een ras is, en de grootte van de bladeren.

De grond

Pompoenen kunnen verbouwd worden op bijna alle grondsoorten.

Lees verder Pompoenen biologisch kweken: teelthandleiding

Wat zijn de gevolgen van een hittegolf in de groentetuin?

WA In dit artikel 15 gevolgen van extreme hitte en droogte. De meeste kunnen weggewerkt worden door tijdig water te geven en in de kas ook door de zon wat af te schermen met schaduwdoek of krijt.

Welke nadelige gevolgen heb jij al ondervonden van dit droog en tropisch heet weertje?

Update: bezitters van lichte grond zullen de meeste problemen ondervinden en, zoals blijkt uit de reactie van Ulrich, is het goed mogelijk om met dit weer ook nog mooie groenten te telen.

1. Bloemkool : boorders (te vroege koolvorming door gebrek aan blad), bloemkolen hebben vocht nodig nu om voldoende blad te maken.

2. Broccoli : te kleine schermen.

3. Aardappelen : loofverbruining bij aardappelen, vroegtijdig afsterven loof, te kleine aardappelen (bij de vroege teelten)  Bij latere teelten slechte knolzetting. Straks misschien doorwas?

4. Spinazie : voortijdig opschieten van late spinazie.

5. Tomaten : neusrot, slechte vruchtzetting, veel gekruld blad onderaan bij tomaten, groenkragen.

6. Komkommers : brandkoppen, kromme vruchten en vruchten met smal uiteinde.

7. Paprika : brandvlekken op de vruchten.

8. Aardbeien : te klein, bevatten te weinig sap.

9. Ajuin:  voortijdig afrijpen, te kleine ajuin.

10. Bonen : slechte vruchtzetting bij bloeiende bonen, met als gevolg korte peultjes met slechts enkele zaadjes erin.

11. Courgettes : puntvormige courgettes (kan ook van slechte bestuiving zijn).

12. Peultjes en erwten : versnelde oogst van de peultjes en erwten, hou het bij!

13. Meloenen : snelle groei van meloenen, hou de snoei in de gaten! Ze groeien dagelijks verschillende centimeter bij.

14. Slasoorten : bruine bladranden, sla moet heel regelmatig water krijgen.

15. Andijvie, knolvenkel : voortijdig opschieten van vroeg gezaaide knolvenkel en andijvie.

Culinaire eigenschappen van kleine en grote puntpaprika

Met twee verrassende recepten!

 

image

Paprika’s kwamen van Zuid-Amerika naar Europa en via Hongarije kwamen ze in onze streken terecht. Geen wonder dat ‘paprika’ het Hongaarse woord voor ‘pepertje’ is.

Europees geteelde paprika’s werden zoeter dan de kleine vurige ‘Spaanse’ pepers.

Dit vurig trekje wordt veroorzaakt door de stof capsaïcine die de warmtezintuigen in de mond prikkelt, waardoor een gerecht inderdaad ‘hot’ gaat aanvoelen.

De typisch geblokte paprika’s (waarvan de rode, oranje, gele en groene variant het best bekend zijn) is helemaal niet pikant en is in menig keuken een bijna constant gegeven voor zomerse slaatjes of lekkere ovenbereidingen zoals pizza. Iets minder bekend is ook dat je gepofte paprika’s kunt gebruiken in tapenades en dat in combinatie met o.a. gedroogde tomaatjes, peterselie, pecorino, aubergines,olijven, walnoten… Tapenades vormen een smakelijk wachtbordje als bijvoorbeeld de barbecue nog niet helemaal op temperatuur is.

(Tapena is het Provençaalse woord voor ‘kappertje’. In een tapenade gaan altijd zwarte olijven, kappertjes, ansjovis en olijfolie. Een pesto zou dan weer van Genua afkomstig zijn. Het fijngestampte mengsel van olijven, knoflook, pecorino en olijfolie vormt altijd het basisbestanddeel van een pesto.)

Bovendien kan een paprika zeker mee op de barbecue want verwarmd wordt iedere paprika nog zoeter, nog zachter en zeker vol van smaak.

Een verse paprika herken je aan de stevigheid, de glanzende kleur en de knapperige, sappige beet. Als je de paprika in repen snijdt, zie je hoe de druppels – bevrijdt van spanning – uit de vrucht spatten.

Intussen kent het Flandria-gamma ook zoete puntpaprika’s. Vol van smaak maar nog veel zoeter dan hun collega’s. De zoetwaarde van vruchten wordt uitgedrukt door de zogenaamde Brix-waarde. Ter vergelijking: sommige puntpaprika’s halen een waarde van 9, een zoete appel een waarde van 10,5 tot 13. De gewone paprika’s halen een waarde tot 7.

Een ander voordeel van de puntpaprika’s is dat ze haast geen zaadlijsten bevatten en als het ware ‘hapklaar’ zijn. Dat maakt deze paprika handig voor gebruik: versnijden in ringen en het zomerse slaatje staat weer pittig. Of in de langte doorsnijden en opvullen voor een smakelijk en origineel voorgerecht. Of gewoon uit het vuiste als aperitiefhapje of tussendoortje.

Bovendien zijn puntpaprika’s (en eigenlijk de hele paprika-familie) super-gezond, want ze bevatten ontzettend veel vitamine C.

Puntpaprika’s zijn echte vitamine C-bommetjes: op 100 gr bevat de puntpaprika 200 mg vitamine C en dat is vier keer meer dan een sinaasappel!

Corno di Toroblnkyfuiemcyqbvx

 

Zuccherina, DolcePunta en Corno Di Toro (“stierenhoorn”, verwijzend naar zijn lange grillige vorm) zijn zoete puntpaprika’s uit het Flandria Specialty Street gamma.  
De Zuccherina is de kleinste van de drie zoete puntpaprika’s uit het gamma van Specialty Street. DolcePunta en Corno Di Toro zijn de grotere varianten, maar ze smaken even zoet. Je vindt de puntpaprika’s in verschillende kleuren: rood, oranje en soms ook geel.

Als we de paprika even onderwerpen aan de foodpairing-test krijgen we boeiende resultaten. Foodpairing is een procedé om op chemische wijze de aromabestanddelen van een voedingsstof te analyseren.

Nu blijkt dat producten die dezelfde essentiële aromastoffen delen, een zeer lekkere en smaakvolle combinatie vormen op je bord. Een idee dat natuurlijk heel wat nieuwe en fantasierijke wegen opent voor keukenprinsen en –prinsessen.

Volgens www.foodpairing.be zien we dat paprika’s zich mooi laten combineren met o.a. citroen- en sinaasappelschil, geroosterde of gekookte kip, gekookte kabeljauw, citroengras, verse oesters, lavendel, geroosterde pindanootjes… Als dat geen ideeën geeft voor een heerlijke verse zomerse schotel dan weten wij het ook niet meer!

Gevulde Corno di Toro paprika’s

Voor de paprika’s.

– 4 zoete Flandria Corno di Toro paprika’s

– 1 Crottin de Chavignol

– 75 gr vette verse kaas

– 1 dl zure room

– Limoen

Leg de paprika’s onder de gril, rooster ze tot ze bijna zwart zijn en schil ze. Snij ze open aan een kant en ontpit ze. Plet en meng de kazen. Voeg de zure room toe. Voeg wat peper en eventueel zout toe en breng op smaak met enkele druppels limoensap. Vul de paprika’s met de kaas en gaar ze verder in de oven aan 180° Fineer met een korstje onder de gril.

Gamba’s met Zuccherina’s, nameko’s en pilafrijst

Ingrediënten voor 4 personen:

8 Zuccherina’s van Flandria, 1 stukje gemberwortel, 2 pakjes nameko’s (Japanse bundelzwammen), 1 eetlepel sojasaus, 5 dl magere groentebouillon 1 ui, 2 eetlepels arachideolie, 250 g volle rijst, 1 Flandria oranje paprika, 1 Flandria rode paprika, 1 Spaans pepertje (Piccantina van Flandria) , 8 gamba’s, 2 eetlepels sesamzaadjes, peper en zout.

Schil de minipaprika’s met een fijne dunschiller en haal ze leeg. Pocheer ze 3 minuten in gezouten water en laat ze goed uitlekken. Stamp de gember fijn. Wrijf de nameko’s schoon met een vochtig stuk keukenpapier. Vul elke minipaprika met een bundeltje nameko’s. Leg de gevulde groenten in een grote pan. Voeg de gember, de sojasaus en zout toe en overgiet alles met 1 dl groentebouillon. Breng aan de kook en laat niet langer dan 10 minuten zachtjes smoren (de groenten moeten al dente blijven!).
Snipper de ui fijn. Fruit ze in 1 eetlepel arachideolie. Voeg de rijst bij en laat even meefruiten. Voeg 2,5 keer het volume van de rijst aan groentebouillon en een snuif zout toe en laat zachtjes koken tot al het vocht door de rijst is opgeslorpt.
Maak de paprika’s schoon, snijd ze in blokjes en voeg ze bij de minipaprika’s. Snijd het Spaanse pepertje open, verwijder de zaadjes en snipper het vruchtvlees fijn. Voeg het bij de paprikablokjes. Laat nog 5 minuten smoren. Bak de gamba’s in de rest van de arachideolie (laat ze desgevallend eerst ontdooien). Kruid met peper en zout.
Verdeel de groentebereiding over warme borden en leg er de gamba’s bovenop. Overgiet met enkele lepels van het smoorvocht van de groenten en bestrooi met sesamzaadjes. Geef de rijst er apart bij.

Dit artikel werd ons bezorgd door  http://www.flandria.vlam.be/

 

 

 

De teelt van mini-paprika vind je hier.

Tomaten : over de bestuiving en vruchtzetting

bloemen tomaten 

De bouw van de tomatenbloem

Zelfbestuiver
Tomaten zijn zelfbestuivend. Dat wil zeggen dat het voldoende is dat er stuifmeel op de stamper komt van dezelfde bloem. Na een goede bestuiving volgt normaal gezien ook een goede bevruchting en zal het vruchtbeginsel uitgroeien tot een tomaat.

Bouw van de bloem.
De meeldraden van de tomatenbloem zijn vergroeid tot een soort kokertje dat zich rond de stamper sluit.

Natuurlijke bestuiving
De bestuiving komt gemakkelijk tot stand bij normale, goed gevormde bloemen. De meeldraden, die als een zuiltje om de stijl gerangschikt staan, springen bij volle bloei in lange spleten open. Gedurende de bloei wordt ook de stijl van de stamper langer. Hierdoor wrijft hij langs de geopende meeldraden en komt zo in contact met het stuifmeel.

Hulp bij de bestuiving.
In principe kan de bestuiving dus goed verlopen zonder onze tussenkomst. toch nemen we best onze voorzorgen en is het bewegen van de bloem eigenlijk noodzakelijk om stuifmeel te doen loskomen.

Buitentomaten
Bij tomaten die in open lucht staan is de wind dan ook voldoende om het stuifmeel los te maken. Als er dan al een voordeel zou zijn aan het telen van tomaten in open lucht, dan is het dat misschien.

Serretomaten
In de kas is het bijna altijd nodig om het stuifmeel kunstmatig los te maken.

Bestuiving bij de beroepstuinders

Trillen met trilapparaat
In vaktaal noemt men dit “het trillen van de bloemen”. Bij beroepstelers werd dit destijds gedaan met een trilapparaat dat korte tijd tegen de steel van de tros gehouden werd. Dit werd vooral gedaan bij de vroege teelt van tomaten omdat dan de groeiomstandigheden het minst optimaal zijn.

Foto : trilapparaat.

trilapparaat tomaten

Trillen met stok
Bij een zomerteelt zijn de bloemen vruchtbaarder en komt het stuifmeel makkelijker los. Dan werd bij de beroepstelers het trillen dikwijls beperkt tot het “slaan tegen de draden of de touwen”. De plant werd dus bewogen door, al stappend tussen de rijen tomaten, de armen wijd open te houden en met een stok in iedere hand, de draden te bewegen door er rakelings langs te passeren.

Hommels
Sedert eind jaren tachtig werd het trillen op de bedrijven vervangen door hommels. Door een speciale kweektechniek werd het mogelijk hommels te doen vliegen op tomatenbloemen. Dat is niet zo vanzelfsprekend! Want, hebt u al eens bijen of hommels tomatenbloemen zien bezoeken in uw kas of in open lucht? Hoogstwaarschijnlijk niet. Tomatenbloemen zijn net zo min geliefd als een café zonder bier.

Bloemen zonder nectar.
Tomatenbloemen bevatten geen nectar! En dat is, voor zover mijn kennis over de voedingsgewoonten over hommels en bijen reikt, één van de essentiële voedingsstoffen waar bijen en hommels naar op zoek gaan. Enkel het stuifmeel is beschikbaar in tomatenbloemen, en gelukkig in grote mate. Doordat de hommelnesten in de professionele serres voorzien worden van “suikerwater” vliegen de hommels toch op de tomatenbloemen in kas. Zo verzamelen ze stuifmeel. Terwijl ze dit doen bewegen ze ook de bloemen en is de bestuiving verzekerd. Wanneer een hommel een tomatenbloem bezoekt, zal de bloem na enige tijd een bruinverkleuring van de meeldraadbuisjes laten zien. Zo gebeurt de  controle van de bevlieging.

Foto : hommels laten bijtsporen op de bloemen na.

hommel bijtsporen tomatenhommel bijtsporen tomaten

Bestuiven  bij de hobbytuinder.

Voor de hobbytuinder is het niet mogelijk om hommels dit werk te laten doen, al was het maar omwille van de kostprijs van één zo’n hommelnest. Wij blijven aangewezen op het trillen van de bloemen.

Drie tips bij het trillen van tomaten.

Wanneer trillen?

Het stuifmeel moet voldoende droog zijn om los te komen van de meeldraden. De stamper moet ook nog voldoende vochtig zijn opdat het stuifmeel er zou willen aan kleven.

Uit het bovenstaande leiden we af dat het ideale moment om te trillen zich voordoet in de  late voormiddag, en dat is -met het zomeruur in gedachten- rond 12 uur. Als je dan tegen de bloempjes tikt  zie je dikwijls het stuifmeel dwarrelen. Dit tijdstip geldt op een normale, ietwat zonnige dag. Regent het de hele voormiddag en klaart het in de namiddag uit, dan is 16 uur ook een goed tijdstip om te trillen.

Hoe trillen.

De beste manier is met een stokje of met de vingers tegen de tros van de tomatenbloemen tikken. Heb je veel tomatenplanten en vind je dit onbegonnen werk dan kan de planten zelf bewegen, bijvoorbeeld door tegen draden of touwen te slaan.

Hoe dikwijls trillen.

De stempel van de stamper is zelfs al enkele dagen voor de bloei ontvankelijk voor het stuifmeel. Drie tot vier dagen na het opengaan van de bloem is deze ontvankelijkheid het grootst. Daarna daalt dit snel. Daar kan je uit afleiden dat drie keer per week trillen voldoende is. Kies dan ook een zonnige dag uit, zodat het stuifmeel gemakkelijk loskomt.

Waarom volgt na bestuiving geen bevruchting.

– Te warm.

De optimale kiemingstemperatuur voor stuifmeel is 25°C. Bij temperaturen van 35°C is de kieming zwak en boven de 40°C lukt het niet meer. Vanaf 14°C neemt de kieming duidelijk af en bij 7°C is er geen kieming.
Zowel bij koude nachten (vroege voorjaar) als bij te grote hitte (zomer) kan het zijn dat er de vruchtzetting te wensen overlaat. Als de temperatuur langdurig boven de 35°C blijft zal de kieming van het stuifmeel niet meer goed verlopen. Waardoor de bloempjes geen vruchten vormen en afvallen. Of, in het beste geval “knopen” vormen, dat zijn tomaten ter grootte van een duivenei, die geen zaad bevatten.

Foto : slechte bevruchting na een hittegolf.

slechte vruchtzetting tomaten

Te zware vruchtbelasting

Als er onderaan de plant al enkele trossen zijn met zeer veel vruchten zal de plant energie tekort komen om nog een goede vruchtzetting te hebben bij de hoger gelegen trossen. Dit zal vooral te zien zijn bij grootvruchtige tomaten, vleestomaten in het bijzonder. Om te vermijden dat er geen vruchten komen op de vierde of vijfde tros is het belangrijk dat er bij de eerste trossen aan trossnoei gedaan wordt. Dit betekent dat we bij vleestomaten het aantal vruchten beperken tot 5-6 per tros. Vooral aanbevolen voor wie wil dat de plant ook later in het seizoen nog goed doorgroeit.

Foto : trossnoei, “punten” van de tros.

trossnoei tomaten trossnoei tomaten

– Zwak groeiende planten.

Planten die zwak groeien zullen ook moeite hebben om voldoende vruchtzetting te hebben. De kwaliteit van het stuifmeel neemt dan af. Planten met kurkwortel zullen daar zeker onder leiden.

– Dubbele bloemen

Soms zien we op tomatenplanten dubbele bloemen. Uit deze bloemen ontstaan steeds misvormde vruchten. Soms is dit eigen aan de soort. Soms is dit een tijdelijk fenomeen bij tomatenplanten die een te koude opkweek gehad hebben. Door de specifieke bouw van dergelijke dubbele bloemen verloopt de bestuiving niet altijd even goed. Hierbij denk ik aan Beefsteaktomaten. Dubbele bloemen hebben veel meer dan vijf kroonblaadjes en ook de stuifmeelkoker is veel breder. Uit dergelijke bloemen ontstaan altijd geribde, ietwat brede vruchten.

Foto : “dubbele” bloemen bij vleestomaten.

dubbele bloemen tomaten

– Zeer grote trossen

Het is niet altijd zo, maar als een plant zeer grote trossen heeft, kan het zijn dat een vrij groot percentage van de bloemen geen vruchten vormt. Hierbij denk ik met name aan enkele types Coeur de Boeuf en aan Beefsteaktomaten.

Foto : grote, vertakte trossen bij Coeur de Boeuf – type

grote trossen tomanten

Courgettes zaaien van eind april tot eind juni

Courgettes groeien snel. Als je niet kiest voor de hele vroege zaaidata (teeltschema courgette) kan je na zes weken al de eerste courgettes oogsten.
Zorg voor een hoge temperatuur bij het zaaien, bij de opkweek en tijdens de teelt. Je zaait dus best in de kas of binnenshuis in potjes. Vanaf juni kan je ook buiten zaaien. Maar het blijft aan te raden om in potjes te zaaien en daarna uit te planten, van zodra  twee echte blaadjes te zien zijn (dus niet de kiemblaadjes).

Tip : Zaai niet alle zaden op hetzelfde moment. Je kan al zaaien eind april onder beschutting, maar ook eind juni kan je nog courgettes zaaien. Dit zorgt ervoor dat je in augustus en september een jong en productief gewas hebt. Courgette is een gulzige en snelle groeier, maar raakt ook snel ´versleten´. De groei van oudere planten stagneert wat waardoor ze vatbaarder worden voor witziekte (echte meeldauw). Door gespreid te zaaien kan je dit voorkomen.

Kies niet alleen een plekje uit de wind en in de zon maar voorzie dit plekje ook van voldoende compost en organische mest. In droge periodes is water geven zeker nodig. De grote bladeren verdampen zeer veel en de snelgroeiende vruchten kunnen alleen maar zwellen als ze voldoende water kunnen opnemen. Vergeet ook niet een (bamboe) stok bij de planten te zetten. En om de twee weken het stukje bijgegroeide stengel vast te binden. Zo zullen er minder vruchten op de grond liggen en groeien de planten niet kriskras door elkaar.

Dit zijn enkele weetjes afkomstig uit de
 Uitgebreide teelthandleiding over courgettes

5 oorzaken van moeilijke groei en bladverkleuring bij gekrulde peterselie.

Met dit bericht starten we een nieuwe serie : Een uitgebreid antwoord en analyse op zorgvuldig geselecteerde lezersvragen, verzameld tijdens de afgelopen 12 jaar GroentenInfo.

Naast deze analyse van het probleem hoop ik vanzelfsprekend dat er ook nog andere oplossingen aangereikt worden. Want samen weten we veel meer. We lezen het graag op lezersbijdrage@plantaardig.com of rechtstreeks in de commentaarbox hieronder.

Vandaag gaan we drie jaar terug in de tijd, met een vraag van Alex.

De Lezersvraag
Sent:
Monday, July 09, 2007 8:46 PM

Subject: Peterselie

Beste,

Als beginnend tuinliefhebber had ik graag wat goede raad gekregen.

Na het zaaien van gekrulde peterselie en gladbladige peterselie in de groetentuin bleek alles goed te verlopen tot de peterselie +/- 5 à 10 cm groot was.
De stengels en het blad werden roestbruin en op enkele dagen waren de 2 zaaibedden volledig aangetast en vergaan.
Na het toevoegen van zaai- en stekgrond en kalk opnieuw gezaaid, maar nu zit ik weer met hetzelfde probleem.
Het zaad is elitezaad, zodat ik vermoed dat het daaraan ligt, vermoedelijk iets in de bodem.
Weet er iemand raad?
met vriendelijke groeten,

Alex

Inventaris van mogelijke problemen bij peterselie.

1. Een zwak wortelgestel dat niet wil doorgroeien. De inworteling laat te wensen over. De plant blijft min of meer los in de grond zitten.

  • Te grote planten bij het uitplanten.
  • Een te droge perspot bij het uitplanten
  • Structuurbederf van de grond na plotse, hevige regenbuien
  • Een teelt op worteldoek zal minder onderhevig zijn aan structuurbederf.

2. Een aantasting door geelroodverkleuringsvirus.

  • Dit virus wordt overgebracht door  bladluizen. Deze bladluizen vallen bij gekrulde peterselie bijna niet op, daar ze zich bevinden tussen de plooien van het blad.
  • Om bladluisaantasting te vermijden is het belangrijk onder insectengaas te telen.
  • Het virus is vooral actief in de maanden mei, juni, juli. Bij laat geplante peterselie schijnen er minder problemen te zijn.
  • Info : Het virus wordt benoemd als Carrot motley dwarf disease  Overdracht van het virus gebeurt door door bladluizen vanaf het planten tot en met juli. Andere schermbloemigen in omgeving kunnen de aantasting bevorderen. De bladeren verkleuren geel en/of rood. De wortelpunten oranjebruin. De planten hergroeien moeilijk of kwijnen weg. De virusoverdracht gebeurt door de wilgenbladluis Cavariella aegopodii.

3. Een aantasting door de wortelvlieg

  • Dit is één van de nadelen van peterselie ter plaatse te zaaien, met name op lichte grond. Het blijkt dat de aantasting van wortelvlieg dan vrij veel voorkomt. Peterselie behoort tot de familie van de schermbloemigen en is dus ook een waardplant voor wortelvlieg. Bij uitgeplante peterselie is mij geen schade bekend. Gezaaide peterselie kan wel afsterven. De oorzaak is waarschijnlijk dat de wortelvliegmaden bij geplante peterselie nog wel schade doen aan de wortels, maar de plant er niet door afsterft. Bij gezaaide peterselie kunnen enkele maden voldoende zijn om de plantjes te doen afsterven.
  • Om dit te vermijden is zaaien van peterselie ter plaatse in openlucht best onder insectengaas uit te voeren

4. Een te zonnige en droge plaats.

  • Het is algemeen gekend dat peterselie geen extreme zonneklopper is. Peterselie houdt wel van een beetje schaduw.
  • Daardoor dat ook hier het insectengaas van pas komt.

5. Bladvlekkenziekte

  • Een minder voorkomende oorzaak van mislukking bij peterselie is de aantasting door bladvlekkenziekte (Septoria), die vooral gekend is bij selder. Peterselie behoort tot dezelfde familie en kan ook door deze schimmel aangetast worden. Veel regen, maar ook te veel water geven op de bladeren van een dicht gewas kan deze schimmelziekte bevorderen.

 

Oplossingen van diverse problemen bij peterselie.

  • Te grote planten.
    Als je plantjes koopt of zelf teelt, zet ze dan bijtijds in de vollegrond. Peterselie kan niet tegen verplanten als de plantjes te groot zijn. Koop plantjes peterselie als je zie dat ze nog maar enkele blaadjes hebben. Vermijd planten te kopen die al enkele weken in het tuincentrum staan. Deze zijn te herkennen aan de lange slierten wortels die uit de perspot hangen
     
  • Ter plaatse zaaien.
    Indien mogelijk, zaai peterselie ter plaatse. Dat is niet echt voor beginners, aangezien de lange kiemduur van peterselie, zeker in het voorjaar als de grond nog koud is kan dit oplopen tot verschillende weken. Ter plaatse zaaien zorgt voor het beste wortelstelsel, want peterselie heeft van nature een penwortel. Deze kan in de groei belemmerd worden als je gaat zaaien, verspenen en uitplanten.
  • Wortelvlieg vermijden
    Als je ter plaatse zaait en in uw tuin zijn er regelmatig problemen met wortelvlieg, neem dan uw voorzorgen en zaai rechtstreeks onder insectengaas.
  • Bladluizen vermijden.
    Dek ook uitgeplante peterselie af met insectengaas, dit helpt zowel tegen wortelvlieg als tegen bladluizen. Daarbij komt dat dit ook zorgt voor extra schaduw.   
  • Worteldoek.
    Plant misschien, als je daar de mogelijkheid toe hebt, wat peterselie op worteldoek, om zo de grond luchtiger te houden.
  • Platte peterselie.
    Gladbladige peterselie lijkt minder gevoelig voor de meeste van bovenstaande problemen. Overweeg eens deze teelt uit te proberen.

Diagnose bij de lezersvraag
Het probleem van Alex is hoogstwaarschijnlijk een aantasting door wortelvliegmaden. Bladvlekkenziekte zou ook kunnen, maar deze schimmelziekte zal zich eerder manifesteren vanaf half-augustus op oudere planten en ook op een groter en dichtgegroeid gewas dat lang vochtig blijft. Wortelvlieg kan jonge plantjes direct kapot maken vandaar deze diagnose.
Verder lijkt het mij dat het toevoegen van kalk geen oplossing kan bieden en misschien eerder kwaad dan goed kan doen aan de jonge kiemplantjes.

Naast deze analyse van het probleem hoop ik vanzelfsprekend dat er ook nog andere oplossingen aangereikt worden. Want samen weten we veel meer. We lezen het graag op lezersbijdrage@plantaardig.com of rechtstreeks in de commentaarbox hieronder.

Aardappelplaag, Aardappelziekte, Tomatenplaag, Tomatenziekte, fytoftora, Phytophthora infestans

voor-de-tomaten-ziektetomaten-ziekte-plaag-2de-tros Vergeet de tomaten niet! De aantasting kan zich razendsnel verspreiden. Wie denkt dat het allemaal wel meevalt komt vroeg of laat voor een onaangename verrassing te staan. Bovenstaande foto’s van een fervente tuinierster uit Engeland bewijzen dit.  ( bron : http://nipitinthebud.wordpress.com)

 

Afgelopen week waren de  nachten uitzonderlijk warm en viel er regelmatig regen. En dat betekent dus extra schimmeldruk. Met name de aardappelplaag kreeg afgelopen week diverse infectiekansen. Na de waarschuwing van vorige week voor de aardappelziekte bij aardappelen wordt het hoogtijd om ook aandacht te besteden aan de infectiekansen bij tomaten. Daartoe kunt u het herwerkte artikel Waarschuwing aardappelplaag, nu ook bij tomaten in open lucht  lezen.

Hulp gevraagd!
Bij het herwerken van dit artikel stootte ik op een eigenaardig probleem! Het lijkt dat er in Nederland geen enkel middel (meer) erkend is om de aardappelziekte bij tomaten in open lucht te bestrijden of te voorkomen. Terwijl in België zelfs de biologische telers een beroep kunnen doen op koperhoudende producten, blijkt dit in Nederland niet te mogen. Of sla ik de bal mis? Is het droog houden van de tomaten planten met extra bescherming de enige preventiemaatregel die men in het Noordelijk deel van de lagen landen ter beschikking heeft? Laat het weten op lezersbijdrage@plantaardig.com of in de reactiebox onderaan dit artikel.

In dit artikel vindt u een overzicht van alle artikels op de site over aardappelziekte, met veel foto’s en talrijke reacties van lezers. Laat ons hopen op een goede zomer, zodat de aardappelziekte ons niet te veel kopzorgen baart.

Klik hier om de tien artikels over aardappelziekte te lezen.

 

Paprika enten?

geënte paprika Vorig seizoen had ik de kans om twee geënte paprikaplanten uit te testen. Tot mijn verbazing bleek dat deze eigenlijk niet beter groeiden dan de niet geënte. De oorzaak was mij niet helemaal duidelijk, en ik twijfelde dan ook of dit wel degelijk een gevolg was van het enten of van het ras. Tot ik op proefresultaten van het proefcentrum Hoogstraten stootte. De vette, onderlijnde tekst in het citaat hieronder geeft precies weer wat ik vorig jaar vaststelde. Er was inderdaad wel een goede vruchtzetting, maar de gewasgroei bleef achter. De plant bleef het hele seizoen duidelijk kleiner dan niet geënte.

Je vindt het onderstaand bericht via deze link. Wie wat wil bijleren over het (professioneel)gewasonderhoud van paprika, vindt er trouwens nog wel wat interessante proefresulaten.(foto: let op de verdikking onderaan, dit is de entplaats)

 

De bedoeling van het enten van paprika is om met een groeikrachtige onderstam met een sterk wortelgestel een verhoogde groeikracht van het gewas en een groter productiepotentieel te bekomen. De resultaten van proeven die enkele jaren geleden werden uitgevoerd waren erg wisselend en in de gangbare teelt wordt het enten dan ook niet toegepast. In 2004 leverde het enten van Solution op onderstam NR 15 10 tot 14 % meer op, bij Derby geënt op NR 15 kwam er echter geen meerproductie uit de bus. De proeven van 2005 leverde opnieuw wisselende resultaten op. Diverse cultuurrassen werden op verschillende onderstammen geënt, bij slechts enkele objecten lag de productie hoger. Uit deze proeven bleek wel duidelijk dat het enten van paprika een generatief karakter geeft aan de planten tijdens de eerste maanden van de teelt. De zetting gaat vlot maar de gewasgroei blijft achter, pas naar de zomer toe is de groei beter.  Met de geteste onderstammen is geen significante en consistente productieverhoging mogelijk.

Iemand onder jullie die geënte paprika al geteeld heeft?

De moestuin in mei, van lente naar zomer!

Mei 2011. Wat oorspronkelijk door de vroege warmte een vroeg moestuinjaar leek te worden, blijkt het toch niet helemaal te zijn. De droogte heeft duidelijk een remmende invloed op de groei in de moestuin. Zo blijven de vroege aardappelen  als het ware stilstaan. Een beetje regen zou genoeg zijn om een uitzonderlijke vroege oogst van primeuraardappelen te hebben. De droogt houdt nu al meer dan een week aan.
(Dit is van 2010,  wat een moestuinjaar verschillen kan…Deze typische overgang van lente, naar soms al zomerse temperaturen, laat dit jaar op zich wachten. Men kan zich zelfs afvragen of het de afgelopen dagen zelfs al lente was. Na een paar zeer koude weken is er hier al twee nachten na elkaar grondvorst geweest. Gelukkig werden de aardappelen die niet onder folie zaten donderdag aangeaard zodat de schade nog zal meevallen. Wie het toch al waagde vorstgevoelige planten in de tuin te planten zou straks wel eens teleurgesteld kunnen zijn . De groei van veel groenten liet de laatste weken te wensen over. En toch, zoals ieder jaar zullen we zien dat de natuur zich herstelt en valt er van  deze koude eerste helft van mei binnen twee weken niets meer te zien. Wat ongetwijfeld wel zal blijven is dat de primeurs die niet onder folie stonden wel wat later zullen zijn, zoals aardappelen, spinazie  en de eerste sluimerwten. Wat in koude bak geteeld is heeft veel minder achterstand opgelopen te hebben, met name spinazie en sla)
Normaal gezien is mei  zowat de meest intensieve maand in de moestuin. De eerste voorjaarsgroenten worden geoogst en vragen de nodige onderhoudszorgen, maar er is nog heel wat te doen wat planten en zaaien betreft. Het is voor onze groentetuin dan ook de sprong van het voorjaar naar de zomer. Weinig wat niet kan gezaaid of geplant worden in mei.  De klimaatcondities zijn straks wel  ideaal voor zowat alle groenten. Laat u echter niet verleiden om té veel te poten of te zaaien. Dit zou op een bepaald moment tot overproductie leiden. Hou nog wat achter de hand voor juni, juli en ook augustus. Om ook later in het jaar nog te kunnen oogsten. Er zijn immers nog heel wat groenten die laat kunnen gezaaid worden, of zelfs het best laat gezaaid of geplant worden. Mei is wat mij betreft nog net  iets te vroeg voor de  typische herfstgroenten zoals knolvenkel, andijvie , suikerbrood en radicchio en chinese kool.

In dit artikel vindt u een bloemlezing uit de mogelijkheden met links waar u op kunt klikken om u in één en ander te verdiepen.

Voorjaar
Voorjaarsgroenten die al een tijdje geleden gezaaid en geplant  zijn komen eind deze maand soms al aan oogsten toe. Wat in de koude bak of onder plastiek tunneltjes geteeld werd is nu soms al oogstbaar.
Vroeg gezaaide Spinazie en slasoorten zijn er al, ook de eerste peultjes komen eraan. Pluk regelmatig de bladeren van spinazie en laat per plant enkele jonge blaadjes staan. Geef bij droogte ook regelmatig water. Zo heeft u er het meeste genot en opbrengst van.
-Ook de meeste slasoorten kunt u telen als pluksla. Behalve de kropsla, ijsbergsla en batavia, bij deze wacht u best wacht tot u volledige kroppen kunt oogsten. Uw voornaamste belagers bij de teelt van deze makkelijke groenten zijn bladluizen en slakken.
-De peultjes of sluimerwten worden straks best heel regelmatig geoogst, jong zijn ze echt op hun best.
-Ook tuinbonen moeten jong geoogst worden, want jonge tuinbonen smaken beter. Hebben de peulen de neiging zwart te verkleuren, dan ben je eigenlijk te laat, zie het artikel over tuinbonen oogsten.
-De aardbeien staan volop in bloei en maken al veel vruchten aan.  (2011 : zijn al rijp!) Tot nu toe was het ideaal weer voor de bloei, want het is precies tijdens regenachtig weer bij de bloei dat infectie door Botrytis (vruchtrot) optreedt. Het is ook het moment om stro tussen de openluchtaardbeien te leggen. Zorg ook voor voldoende water. Bij droogte blijven de vruchten te klein.
-De asperge-oogst kwam dit jaar zeer vroeg op gang en is nog altijd bezig. Het is misschien een goed idee om de ruggen,  na het vele graven en oogsten wat opnieuw vorm te geven en te bevochtigen. Waarschijnlijk is het goed dit jaar wat vroeger te stoppen met oogsten, zelf ben ik van plan einde mei te stoppen. Door de warmte hebben de planten dan eigenlijk al evenveel geproduceerd als in een normaal jaar half juni.
-De jonge rabarber is nu op zijn best om te oogsten. Geef ook de rabarber water. Hier kan je duidelijk zien dat de bladeren slap hangen. Dit geeft dan ook meer vezelige bladstelen. Water geven zorgt voor malsere stelen. Bij te laat oogsten (na juni) is de rabarber minder goed omwille van de aanwezigheid van teveel oxaalzuur. Ook kan je bij teveel oogsten de plant uitputten, net zoals bij asperges. Er komen nog steeds vragen over bloei bij rabarber. Meestal heeft dit te maken met droogte, voedingstekort of veroudering van de plant. Maar dit jaar lijkt de strenge winter opnieuw de bloei te bevorderd te hebben
-Misschien moet je nog eens de laat geplanten Aardappelen aanaarden. Strooi wat patentkali voor het aanaarden. En vergeet vanaf nu niet de bestrijding van de aardappelplaag bij aardappelen. Met het vroege voorjaar moet je ook voor juni al op je hoede zijn voor deze schimmel. Zeker als er straks wat neerslag van betekenis zou vallen. Hoe dan ook moet je preventief optreden, maar daarover de toekomende week meer in een apart artikel.
(Ook  op 3 en 4 mei 2011 vroor het aan de grond in sommige streken. Hier en daar is er schade, want het mooie weer had al veel planten flink doen groeien.  Op 14 en 15 mei 2010  hadden we, toch zeker in de kustststrekken van de Lage Landen af te rekenen met grondvorst. Vijf  jaar terug, in 2005, vroor het vrij algemeen in de Lage Landen op 17 mei en was er schade aan het aardappelloof en pompoenen en courgettes die al geplant waren. Lezers reageerden toen in dit artikel : Late grondvorst verrast tuinders. ) Het blijft wegens gevaar op nachtvorst steeds opletten gebazen met de zomergroenten in de tuin te brengen voor 15 mei.

Zomer
Na half mei wordt het startschot gegeven voor de teelt van zomergroenten in open lucht.  Zit het weerbericht voor de eerste dagen na half mei goed (lees temperaturen hoger dan 15°C), dan kunnen we met een gerust gevoel ook in open lucht de vorstgevoelige teelten zoals tomaten, pompoenen, courgettes, augurken, vollegrondskomkommers, bladselder, knolselder en bonen starten.  Is het te koud en te nat, wacht dan enkele dagen om deze gevoelige teelten te starten. Zelfs voor het zaaien van courgettes, pompoenen, augurken en vollegrondskomkommers is het tot einde mei zeker nog niet te laat. Planten van deze kan ook nog in juni.
Courgettes kan je zelfs nog zaaien einde juni om zo over een jong en groeikrachtig gewas te beschikken in augustus en september. Zelfs kleinvruchtige pompoenen kunnen ook nog in juni. Bij courgettes is, vooral in het begin van de teelt, de bestuiving en de bevruchting een aandachtspunt.
Bonen kiemen soms moeilijk als het weer wat tegenvalt en de temperaturen aan de lage kant zijn en het overvloedig regent. Een oplossing kan zijn in potjes zaaien en dan uitplanten of het zaaisel afdekken met een plastiekfolie tot aan de opkomst.
Selder : Om knolselder zelf te zaaien is het nu te laat, maar de tweede helft van mei tot begin juni is wel een goede periode om knolselder te planten. Bleekselder, groene selder en snijselder kan je nu, zonder gevaar voor vroegtijdig opschieten, planten. Maar je kan er ook nog zaaien om dan te oogsten in september, oktober.
Tomaten in open lucht vragen om een goede zomer, maar de aardappelplaag maakt de teelt in open lucht niet makkelijk. Daardoor is de teelt in openlucht steeds een riskante zaak. In dit artikel lees je er meer over : tomaten en aardappelziekte.

Mei is ook een goede plantmaand voor heel wat koolgewassen. Spitskool kan nu nog steeds en sluitkool en spruitkool worden vanaf deze maand geplant. Toch zeker deze waarvan je al in het najaar wil gebruik maken. Wil je ook laat in de winter nog spruiten of wil je sluitkool lang bewaren dan plant je deze pas einde mei tot half juni ten laatste. Late savooikool kan zelfs nog tot half juli, na de vroege aardappelen bijvoorbeeld.

Bloemkool en broccoli kunnen nu doorlopend geplant worden tot begin augustus. Hou eventueel rekening met het feit dat de zomerteelt van bloemkool niet zo goed lukt op droogtegevoelige en lichte gronden. Broccoli is dan net iets makkelijker. Ook de uitvliegperiode van de koolvlieg is een referentie. Tijdens de maand mei vliegt heel wat meer koolvlieg rond (eerste generatie) dan half juni (overgang tussen de eerste en tweede generatie).  Met insectengaas hou je ook de rupsen weg. Kolen zijn hoe dan ook een zorgenkind, omwille van de koolvlieg en van de rupsen. Gelukkig is er nu het biologische middel Conserve (Tracer) waarmee je de plantjes enkele dagen na het planten kan aangieten en waarmee je ook een beginnende rupsaantasting kunt behandelen. Heb je niet veel plaats of lukt de broccoli niet goed in de vollegrond, probeer dan eens de teelt in potten van broccoli.

Mei is dé maand om de grote bewaarwortelen te zaaien (winterwortelen), met de busselwortelen kan je regelmatig doorgaan tot half augustus. Ook de wortelteelt is nu moeilijker dan in het vroege voorjaar wegens de aanwezigheid van wortelvlieg, voor wortelen is insectengaas een must. Regelmatig zaaien en jong oogsten is ook een goede tactiek om weinig aangetaste wortelen te hebben.
Witloofwortelen
worden nu best gezaaid, uiterlijk tot de eerste dagen van juni. Kies een niet bemest stukje grond om later gezonde wortels te kunnen oogsten. Zorg ook voor een diep bewerkte grond en gebruik ook geen organische mest.
Ook pastinaak kan je nu zaaien, maar ook nog in juni en begin juli. Want in feite is pastinaak een wintergroente. De kiemkracht is bij pastinaak een gekend probleem, gebruik zeker geen oud zaad.

Prei. Zomerprei wordt nu geplant. Voor de herfstprei is er ook in juni nog tijd. Prei die je na de winter wil oogsten kan je planten tot einde juli. Plant in ponsgaten op een goed bemeste grond, ongeveer 10 centimeter diep en aard daarna nog een keer of twee aan. Wil je geen last van de preimot en de preivlieg en wil je niet behandelen met  het biologische middel Conserve (Tracer) dan is ook hier insectengaas haast noodzakelijk.

Enkele de typische najaarsgroenten zoals andijvie, suikerbrood, veldsla, radicchio, chinese kool en ook wel knolvenkel, daar wachten we misschien nog even mee, tenzij je over plantgoed beschikt dat warm opgekweekt werd (met deze warme aprilmaand minder een probleem). Hou deze teelten voor juni, juli en zelfs tot begin augustus. Je kan vanaf mei en ook nog in juni het plantgoed van veel herfstgroenten opkweken (met uitzondering van veldsla).

Wat nog in mei?
Snijbiet(warmoes) zaaien en planten, suikermaïs zaaien, schorseneer zaaien, rode biet zaaien tot einde juli, koolrabi zaaien en planten,….

Weinig wat niet kan gezaaid worden of geplant in mei. De klimaatcondities zijn ideaal voor zowat alle groenten.
Laat u echter niet verleiden om té veel te poten of te zaaien. Dit zou op een bepaald moment tot overproductie leiden. Hou nog wat achter de hand voor juni, juli en ook augustus. Om ook later in het jaar nog te kunnen oogsten. Raadpleeg daartoe alle teeltkalenders per groentesoort. of neem eens een kijkje  in de kalender met de uiterste zaai- en plantdata van de verschillende groenten.

Lees zeker ook het nieuwe artikel met meer achtergrond info  “Tips voor de moestuin van half april tot eind mei

Een koud voorjaar in de groentetuinen van Sint-Niklaas

volkstuin-groenten Vorige week vrijdag, 7 mei,  was ik uitgenodigd om een lezing over vruchtgroenten te geven bij de Volkstuin – Werk Van de Akker te Sint-Niklaas. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om de groentetuinen, die vlakbij het lokaal gelegen zijn te gaan bekijken. De vele tuintjes lagen er allemaal kraaknet bij.  Ze hadden, door het koude weer, eerder een aanblik van een groentetuin in april dan van één in mei. Het is de afgelopen twee weken dan ook uitzonderlijk koud geweest voor de tijd van het jaar. Met als kers op de taart, de grondvorst, vandaag 14 mei.
Ik nam er verschillende foto’s van diverse teelten die ik graag even van wat commentaar voorzie. Opvallend was de grote voorsprong die groenten in de koude bak en van onder plastiekfolie hebben ten opzichte van de openluchtteelt. Plastiekfolie en  vliesdoek hebben dit voorjaar duidelijk hun nut bewezen.

Klik op de foto’s om de details te zien.

broccoli_koude_bak 
Deze broccoli is al flink uitgegroeid door het telen in de koude bak. De glasplaten zijn er nu wel af, omdat de planten te hoog geworden zijn. Ten laatste begin juni kan deze tuinder al broccoli oogsten, ondanks het koude voorjaar. Bemerk ook de mooie kroppen sla waarvan al volop geoogst wordt. Normaal is dit alles begin maart geplant onder de ramen van de koude bak.

 

broccoli-gaatjesplastiek 
Ook deze broccoli, oorspronkelijk geteeld onder een tunneltje met gaatjesplastiek, heeft al een mooie voorsprong opgebouwd ten opzichte van de teelt in open lucht. De tuinder heeft hier gekozen voor de ondersteuning met stokjes in plaats van aanaarden.

 

kolen-aanaarden-duivenschade-bemesting 
Deze tuinder heeft de boogjes gebruikt om enkele touwen kriskras door elkaar te spannen. Dit is een gekende maatregel tegen het pikken aan de bladeren van bosduiven. Koolgewassen zijn in het voorjaar hun favoriet voedsel. Dat er bovenop de grond meststoffen liggen, vind ik niet zo goed. Het is beter de meststoffen in de grond te werken. Nu zal het veel te lang duren vooraleer de planten van deze meststof gebruik kunnen maken.
Deze planten zijn wel al aangeaard. Het hart van de plant komt nog net boven de grond.

 

asperge-onder-folie 
Meerdere bedden asperges op één tuin.  De zwarte plastiek zorgt ervoor dat je niet alle dagen moet oogsten. Verder zorgt de warmte ervoor dat er een oogstvervroeging is. Voor een klein huisgezin is één bed asperges eigenlijk al voldoende.

 

groene-asperges-oogsten 
Groene asperges telen is natuurlijk veel gemakkelijker, je hoeft geen verhoogde ruggen te maken en geen plastiek te gebruiken. Ook het oogsten verloopt veel sneller.

 

tunnel-gaatjesfoliekoude-bak-insectengaas 
Met deze koude bak gemaakt uit stevige, dubbelwandige, polycarbonaatplaten kan je alle kanten uit. Je kan er achteraf nog een tunneltje op monteren. Of je kan er insectengaas over spannen.

 

rode biet gekiemd 
Ondanks het koude weer en dankzij de directe afdekking met
gaatjesplastiek is deze rode biet toch al gekiemd. In het voorjaar heeft deze afdekking bij het zaaien van diverse groenten meerdere voordelen: extra warmte, vervroeging, geen uitdroging, bescherming tegen ongedierte en katten.

 

knoflook-na-de-winter 
Ondanks de koude winter en het koude voorjaar is deze knoflook toch al goed in de groei. Dit bewijst nogmaals dat de beste plantperiode voor knoflook oktober is.

 

peultjes-erwten-hoge-rond peultjes-erwten-hoge
Peulen worden er volop geteeld in Sint-Niklaas. In zowat ieder tuintje zijn ze aanwezig. Hierbij enkele constructies die gebruikt worden om de hoge soorten, die tot 2 meter hoog kunnen worden, te ondersteunen. Deze peulen/erwten werden voorgeteeld in potjes en begin maart uitgeplant in de tuin.

peulen-sluimerwten-in-kas-serre 
Deze tuinder was terecht trots op zijn mooie peulen in de serre waar al volop van geoogst kan worden. In normale omstandigheden zijn deze net op tijd leeg geoogst om dan plaats te maken voor de tomaten. Dit jaar zal dit iets langer duren dan voorzien. Een mooi voorbeeld dat ook de volkstuinder primeurgroenten kan telen die in de winkel niet verkrijgbaar zijn. Ook deze peulen werden voorgeteeld in potjes (januari) en uitgeplant in de kas half februari.

 

erwten-bladrandkever erwten-bladrandkever-groot 
Een algemeen probleem in alle tuintjes te Sint-Niklaas is wraat aan de blaadjes van de erwten door de bladrandkever. In normale omstandigheden is dit zelden een groot probleem. Door de koude en dus de zeer trage groei valt de schade dit jaar er veel meer op. Op de rechterfoto zie je dat zelfs de grote planten er nog wel wat last van hebben.

 

preiplanjes-opkweken 
Plantmateriaal voor de late planting van prei in juli (winterteelt) kan je in principe in open lucht opkweken. Er word dan op rijtjes gezaaid in april.
Dit jaar zullen de plantjes alleszins een groeivertraging oplopen. Het was beter geweest deze prei onder een gaatjesplastiek te zaaien zoals de rode biet daarnet en deze te laten liggen tot de ergste kou voorbij is.  Het lijkt erop dat er potgrond gebruikt werd om af te dekken.

 

gezaaid-potgrond 
Wat hier gezaaid werd is nog niet te zien. Er werd afgedekt met een laagje potgrond. In het artikel van Herman wordt beschreven dat het beter is een mengsel van potgrond en zand te gebruiken. Naar mijn idee is het grote nadeel van af te dekken met potgrond, dat dit te snel uitdroogt.

 

sjalot-planten 
De sjalotten hebben duidelijk nood aan warmte. Bij deze de opmerking dat je sjalotten nooit helemaal onder de grond stopt bij het planten, want dan komen ze gewoonweg niet boven. De neus van de bol moet nog goed zichtbaar zijn.

 

tunnel-insectengaas

Ook op de volkstuin van Sint-Niklaas is het gebruik van insectengaas al sterk ingeburgerd. Op deze foto zijn er verschillende te zien. De meeste zijn tunneltjes die opgezet werden boven een zaaibed met wortelen, met de bedoeling de wortelvlieg buiten te houden.

 

selder-planten 
In tegenstelling tot kolen planten we selder best niet dieper dan dat ze in de potjes stonden. De plantjes hebben haast geen stengel en het hart van de plant moet boven de grond blijven.

 

tomaten-geënte-sla 
De voojaarsgroenten en de zomergroenten in de serre, samen op één foto. Nogal wat tuinders in Sint-Niklaas telen bloemkool in de serre. Deze wordt gezaaid voor de winter en in januari uitgeplant in de kas. Het principe van de weeuwenteelt. Daar kan men dan al begin mei van oogsten, ondanks de koude winter en voorjaar. De geënte tomatenplanten die aangekocht werden, zijn opgekweekt in een verwarmde professionele serre. In een koud voorjaar als dit zorgt dit ervoor dat de voorjaarsgroenten nog niet weg zijn en de tomatenplanten al groot genoeg om uitgeplant te worden. U merkt dat het geënte planten zijn met twee stengels op één plant.

 

aardappelen-aanaarden-blauwe-korrel 
Aardappelen worden, als ze een 10-20 cm hoog zijn aangeaard en eventueel bijbemest. Maar het is beter de meststof te strooien vlak voor met het aanaarden begonnen wordt. Want deze meststof die bovenop de grond  ligt zal niet volledig door de planten kunnen benut worden. Zie ook het artikel over aanaarden en bemesten.

 

aardappelen-gaatjesplastiek 
Deze constructie zal dit jaar zeker zijn nut bewijzen. Ondanks de koude is het loof van deze aardappelen al hoog uitgegroeid en zal er begin juni kunnen geoogst worden.

Met dank aan alle volkstuinders van Sint-Niklaas!

Gebruik van, en combinaties met, komkommer in de keuken.

oocvjvvkKomkommer behoort tot de familie van de kalebassen en is verwant aan de meloen en courgette. Het is een warmteminnende plant die meestal onder glas geteeld wordt.

De meest bekende komkommer is deze met de donkergroene, gladde schil en de kleine snackkomkommer (augurk). Komkommers worden rauw gegeten, augurken vaak ingelegd. Maar een komkommer kan ook lekker smaken na snel aanbakken in de koekenpan.

Best is stevige, niet-verschrompelde exemplaren te kiezen. De dunne exemplaren bevatten minder van de bittere zaadjes. Komkommers kunnen een week onverpakt in de koelkast bewaard worden.

In de keuken kan komkommer geschild of ongeschild gebruikt worden. Toch is het om gezondheidsreden aan te bevelen de schil niet weg te werpen! Want precies onder de schil bevinden zich de meeste vitamines en antioxidanten. Komkommer is een caloriearme groente, bevat 0% vet en nauwelijks koolhydraten maar wel veel vezels, kalium en calcium. Kalium helpt de zuurresten in het lichaam neutraliseren. Deze ontstaan na eten van vet en vlees. Bovendien helpt komkommer tegen stress en hoofdpijn en helpt het de bloeddruk reguleren.

Afspoelen is altijd een vereiste. De zaadlijsten kunnen met een lepel verwijderd worden. Voor het koken kan een komkommer gezouten worden: dat houdt het product knapperig en de smaak minder bitter. Komkommer is niet gemakkelijk verteerbaar. Een prima middel dus bij het diëten. Wie last heeft van oprispingen lang na het verorberen van een komkommerslaatje kan dit verhelpen met de groenteschaal in te wrijven met een teentje knoflook.

Komkommer is meer dan een ‘bodembedekker’ voor koude schotels of slaatjes. Om je daarvan te overtuigen, deden wij beroep op www.foodpairing.be, een pareltje van een website overigens als je nieuwsgierig bent naar nieuwe en harmonische smaakcombinaties.

Foodpairing bestaat uit een wetenschappelijke analyse van smaakstoffen in voedingsstoffen, waardoor een smaakprofiel kan opgemaakt worden. Op die manier kan bepaald worden welke combinaties passend zijn of hoe je binnen een bepaalde combinatie een element door een ander kunt vervangen. Hierdoor is het mogelijk én creatief te zijn in de keuken én ook meer aandacht te geven aan groenten en fruit ter vervanging van calorierijkere of minder gezonde voeding, zonder aan smaak in te boeten.

Op deze website kun je een product invoeren en krijg je onmiddellijk een sterstructuur waarbij je ziet welke voedingsproducten direct of indirect een mooie smaakcombinatie afleveren. Een ideale start om met een groente tot verrassingen te komen!

Wij namen de proef op de som voor komkommer en aubergine (voor deze laatste, zie verderop).

Zo vormt komkommer aldus de foodpairingtheorie een ideale groentecombinatie met o.a. watermeloen, guave, boter, gruyère, mozzarella, olijfolie, makreel, venusschelpen, mosselen, sojamelk, cardemom, Iberische ham, geroosterd of gekookte kip, boekweit, basmatirijst, amandel en amandelkoekjes… maar ook melkchocolade (Venezuela en Dominicaanse Republiek) en bovendien laat komkommer zich goed smaken met een Elzaswijn à la Gewürtztraminer.

(Persbericht van Flandria Groenten, met toestemming overgenomen uit de persmap http://flandria.vlam.be/)

Win een Flandria-groenten draagtas

5azrvvccWin een Flandria draagtas!
Op 17 mei 2010 lanceert Flandria, het Belgische keurmerk van groenten en fruit, een nieuwe reclamecampagne met nieuwe televisiespots én een nieuwe slogan!
Wil jij graag een mooie, handige Flandria-draagtas winnen? Doe dan mee en krijg gratis de Flandria-tas thuis toegestuurd!
Je hoeft enkel te antwoorden op de vraag:
wat is de nieuwe slogan van Flandria?
a) Flandria is er voor iedereen
b) We hebben allemaal iets met Flandria
c) Die van Flandria zijn niet van gisteren
Tip: bekijk de spots op tv of surf naar de website www.mijnflandria.be
Noteer dan de juiste slogan op een voldoende gefrankeerde witte of gele briefkaart samen met je naam, voornaam en volledig adres en stuur op naar LAVA t.a.v. Ilse Ceulemans, Leuvensesteenweg 130 A, 3191 Boortmeerbeek of mail naar marketing@lava.be tegen ten laatste 31 mei 2010.

De rupsen van de slawortelboorder zijn nu al actief.

De rupsen van de nachtvlinder “slawortelboorder” zijn nu al aanwezig en veroorzaken al veel schade in de moestuin bij de uitgeplante sla. Toch wel een verrassing, want “bovengrondse” rupsen op kolen en andere groenten worden nog niet waargenomen.

Lees en bekijk de waarnemingen en de foto’s van Herman op deze link.

http://www.plantaardig.com/groenteninfo/berichten/de-slawortelboorder-straks-ook-in-jullie-moestuin/#comment-20445

Laat zeker niet na ook uw waarnemingen en adviezen neer te schrijven. Samen weten we heel veel meer!

Wie kweekt welke groenten?

image image

Onderzoekers van het OIVO hebben telefonische enquêtes uitgevoerd bij 631 mensen ouder dan 18 jaar in oktober 2009.

Met hun vragen wilden ze een zicht krijgen op de situatie van de groentetuintjes in België en in kaart brengen wat er zoal geteeld wordt.

Hierbij twintig  dia’s over het tuinbezit in België en het kweken van groenten en fruit (profiel, leeftijd, plaats, oppervlakte, hoeveelheid, gekweekte soorten enz. ……)

Dit waren de conclusies :

  • De grootste groep hobbytuiniers zijn de 50- tot 64-jarigen. 31% van hen kweekt groenten of fruit.
  • Bij de 40-tot 49-jarigen en de 65 plussers is het iets minder populair: 25% kweekt groenten of fruit.
  • In Vlaanderen en Wallonië wordt het vaakst getuinierd in de kleine dorpen (45% en 50%).
  • Groenten en fruit kweken gebeurt het vaakst door de middenklassen en de hogere sociale groepen.
  • In drie op vier gevallen worden groenten gekweekt in de tuin, bij 1 op 10 hobbytuiniers gebeurt dit ook in de serre.
  • Fruit wordt in de helft van de gevallen gekweekt in de moestuin.
  • Bovenaan de lijst van de gekweekte groenten staan sla, tomaten, wortelen en prei.
  • De meest gekweekte fruitsoorten zijn appels, pruimen, peren, kersen, frambozen en aardbeien.
  • De crisis heeft de Belgen niet bepaald aangezet tot meer tuinieren. 52% kweekt evenveel als vroeger, een kwart zegt meer te kweken en 23% beweert minder te tuinieren.

 

enquete tuinieren

  oivo_0001_0002 oivo_0001_0003 oivo_0001_0004 oivo_0001_0005 oivo_0001_0006 oivo_0001_0007 oivo_0001_0008 oivo_0001_0009 oivo_0001_0010 oivo_0001_0011 oivo_0001_0012 oivo_0001_0013 oivo_0001_0014 oivo_0001_0015 oivo_0001_0016 oivo_0001_0017 oivo_0001_0018 oivo_0001_0019 oivo_0001_0020

oivo_0001_0021

De volledige studie “De Belgen en tuinieren” kan geraadpleegd worden via  de website van OIVO (pdf). 

www.oivo.be

Aardappelen aanaarden, bemesting en nachtvorst.

Aanaarden_aanaarder2Er staan al heel wat vroege aardappelen  een flink eind boven de grond. Zeker deze onder folie of doek.
Als het nog niet gebeurd zou zijn, dan wordt het tijd om het doek of folie eventjes aan de kant te schuiven en aan te aarden (artikel). Daarna de afdekking toch nog even terug leggen, want aanstaande woensdag wordt in sommige streken in het binnenland nog een koude ochtend voorspeld, kans op vorst aan de grond dus! Ook  bij de aardappelen zonder doek of folie wordt het uitkijken naar woensdagochtend. Zelfs  als ze nog geen tien centimeter hoog zijn kan het dan nodig zijn toch al aan te aarden, als op dat moment zou blijken dat er inderdaad nachtvorst aan de grond aankomt.

Als het loof zo’n tien tot vijftien centimeter lang is kan je de aardappelplanten een eerste maal aanaarden. Dit betekent dat je aarde aan de voet van de plant brengt. Het aanaarden bevordert de ondergrondse stengelontwikkeling.  Dan groeien er ook meer knollen. Verder voorkom je ook dat de aardappelknollen nadat ze dikker worden boven de grond uitkomen en dan groen worden door het licht. Bij vroege aardappelen kan aanaarden een remedie zijn tegen late lentenachtvorst.

Maak van de gelegenheid gebruik om extra kalium aan de aardappelen te geven. Hoe lichter de grond, hoe meer een kaliumgift noodzakelijk is. Ook kan je nog andere meststoffen geven, indien je niet genoeg gaf voor het planten.

In dit artikel wordt het belang van kalium en stikstof bij de teelt van aardappelen nagegaan. Het artikel wordt afgesloten met een direct uitvoerbaar advies voor bemesting bij de teelt van aardappelen. Om het even welke bemesting toegepast wordt, aanvullen met een extra kaliumbemesting is altijd noodzakelijk. Lees het artikel en ga na of u al voldoende voeding aan de aardappelen gegeven hebt: bemesting bij aardappelen

Hoe te werk gaan bij het aanaarden?

Aanaarden_met_hak aardappelen
Aanaarden kan je doen met de hak. Dan haal je de aarde tussen de rijen weg en leg je die tegen de aardappelplanten. Als achteraf de toppen van de plant nog net boven de grond uitkomen is dit voldoende (tenzij nachtvorst verwacht wordt, dan stop je ze helemaal onder)

Aanaarden kan ook met een aanaarder.

Aanaarden_losmaken_spitvork aardappelen

Om het werken met een aanaarder minder lastig te maken kan het nodig zijn de grond tussen de rijen los te maken met een spitvork. Zo kan je de aanaarder makkelijker door de grond halen.

Aanaarden_aanaarderAanaarden_aanaarder2

Aanaarden_resultaat
En dit is het resultaat na een eerste keer aanaarden, geultjes tussen de rijen, aarden wallen waar de planten bovenop lijken te staan en geen onkruid meer te bespeuren. Binnen de twee weken wordt er nog een tweede maal aangeaard, meestal iets minder dan de eerste keer.

Wat vooraf ging : Aardappelen, het pootgoed aankopen, voorkiemen en poten , zoals je in dat artikel kan lezen werd in iedere rij een ander ras geplant, daardoor zie je duidelijk verschil tussen de rijen, de twee buitenste rijen zijn immers vroege variëteiten, de binnenste rijen zijn halfvroege soorten en zijn nog niet zo sterk ontwikkeld.

Aardappelen kweken?

Paarse boerenkool in pot : een prachtige, meerjarige, winterharde terrasplant.

paarse boerenkool pot 2010 Verleden jaar op 13 mei schreef ik er al een berichtje over. Toen had ik echter niet gedacht dat diezelfde plant  dit jaar er nog steeds zou zijn. En minstens even mooi zou bloeien en groeien als vorig jaar. Voor de tweede keer de blikvanger van het vroege voorjaarsterras dit jaar! Wil je meer weten over de voorgeschiedenis van deze terrasplant : lees dan dit artikel over de paarse boerenkool.

Is dit dan een groente(!) die het perfect doet als winterharde kuipplant of terrasplant? Het ziet er wel naar uit, want ook nu staan de gele bloemen bij de donkerpaarse bladeren beeldig. En, wat meer is, ik zie geen reden om te denken dat dit het laatste jaar zou zijn.

Hoe is het nu verder gegaan sinds mei vorig jaar?

Als de plant uitgebloeid was, werden de zaadstengels netjes afgeknipt. Ondertussen waren ook al nieuwe scheuten gevormd vanuit de basis van de plant. Ook de zaadstelen snijden we niet tot helemaal beneden af.  Zo was er nog voldoende stengel over om ook daar nieuwe scheuten te vormen.
Vanaf toen leidde de paarse boerenkool een ietwat verborgen bestaan achteraan de kuipplanten. Echter niet zonder nu en dan eens de plant te controleren. Want in tegenstelling tot wat ik verleden jaar schreef moest er de afgelopen zomer wel één keer behandeld worden tegen rupsen. (Conserve, Pyrethrum) Misschien dat paarse boerenkool minder gevoelig is voor rupsenplagen, maar onmogelijk is het zeker niet dus.

Deze harde winter was trouwens een goede test voor veel planten. Veel spruitbroccoli en winterbloemkool hebben deze winter niet overleefd, zo lezen we in enkele reacties van onze lezers. De boerenkool dus wel! Zelfs al stond die in pot.

april 2010

paarse boerenkool pot 2010 IMG_1680

augustus 2009 : uitgebloeide plant met veel zaadstengels.

IMG_0592

augustus  2009 : zaadstengels verwijderd, jonge scheuten zijn overgehouden.

IMG_0690

IMG_0691

Vorige jaren.

november 2008 (links) en april 2009 (rechts)

boerenkool_pot

boerenkool_paars_geel4

Lees ook het vorige artikel over boerenkool in pot.

Veel gelezen op GroentenInfo : de moestuin in april.

Dit veel gelezen artikel van april 2009 is nu weer actueel en gaat over de verschillende aandachtspunten bij de aankoop en het uitplanten van groenteplanten. De groentetuin in april, klik hier Bij mijn bezoek aan het tuincentrum werd ik aangesproken door een dame die mij vroeg “of die slaplantjes al buiten kunnen geplant worden??”
Ik vond het dan ook een goed  idee om even het aangeboden vroege assortiment  van groenteplanten één voor één te bespreken en de verschillende aandachtspunten bij de aankoop en het uitplanten de revue te laten passeren. Sommige groentesoorten zijn inderdaad op hun best als ze zo vroeg mogelijk geplant worden. Maar er zijn ook groenten die nu beter nog niet geplant zouden worden, of in ieder geval in beperkte hoeveelheid.

Lees verder over plantjes kopen van sla, spitskool, selder, peterselie, broccoli, bloemkool en rode kool.

Gezonde broccoli groeit ook goed in potten

Geen groentetuin nodig voor de teelt van de gezondste aller groenten!

Al broccoliplantjes gezien in het tuincentrum?
Ja maar, wegens het aanhoudend koude en natte weer, is de moestuin nog niet klaar? Of misschien hebt u helemaal geen (groente)tuin?
En toch wil u broccoli telen?

Wel, dat kan! Broccoli doet het heel goed in pot! Zo kon ik zelf ervaren. Leest u mee en kijkt u mee naar de teelt in potten van de gezondste groenten?

Broccoli is gezond, dat weet ondertussen zowat iedereen, wekelijks staat er wel een bericht over in de krant. Geen enkele groente waarvan het gezondheidseffect zo diep doorgedrongen is. Met dit artikel zorgen we ervoor dat iedereen deze groente kan telen. U heeft geen groentetuin nodig om broccoli te telen. De teelt in pot lijkt wonderwel te lukken.Neem ze dus toch maar mee, die leuke broccoliplantjes. Heb je een pot van 20-25 liter inhoud, dan kan je daar maar liefst vier broccoliplantjes in kwijt. Vanaf nu kan dat in open lucht, beschutting is niet meer nodig.

Vergeet ook niet het vierdelige dossier over Broccoli op deze website te raadplegen, klik hier.

Zijn kolen in pot moeilijk?

In dit artikel in Het Nieuwsblad zegt Marcel Vossen van de museumtuin van Gaasbeek :
Uit onze ervaring blijkt dat kruiden het best gedijen in potten. Daarnaast groeien ook sla, tomaten, paprika’s, selder en boontjes goed. Zelfs fruitbomen in potten zijn mogelijk voor wie alleen een terras ter beschikking heeft. Wat minder goed gaat zijn de koolsoorten. Waarom dat zo is, moeten we nog uitzoeken.’

Zowel de heer Marcel Vossen, als ikzelf zeiden tot nu toe dat kolen in potten niet van de gemakkelijkste zijn om te telen. Reden is de lange groeiduur en de constante groei, zonder schokken, die deze gewasgroep nodig heeft. De groeiduur van broccoli is eerder kort, dus misschien zijn deze dan toch makkelijker in pot te telen? De groeitijd van  broccoli is veel korter dan deze van sluitkolen, zoals rode kool en  witte kool, en van spruitkool. Daarom experimenteerde ik afgelopen zomer met het telen van broccoli in pot.

Grondmengsel

Neem een goed doorlaatbaar en tegelijk vochthoudend grondmengsel. De richtlijn is zo’n 50% kwaliteitspotgrond en 50% tuingrond. Heb je te maken met vrij stugge (zware) tuingrond (klei, leem) neem dan 50% potgrond, 35% tuingrond en 15% zand.

broccoli-kweken- potten- groentetuin1broccoli-kweken- potten- groentetuin2

Plant de vier plantjes aan de buitenkant van de pot. Plant ze met de kluit net onder. Vul  de pot niet helemaal met grond.  Dit is ook wel om een gietrand te bekomen, maar vooral om later nog een 5-10 cm grond te kunnen toevoegen. Dit naar analogie met het gebruikelijke aanaarden enkele weken na het planten bij de gewone teelt van koolgewassen.

Snelle begingroei.

broccoli-kweken- potten- groentetuin3 De groei van de broccoli in de pot gaat aanvankelijk sneller, maar wel vlokker dan de plantjes in de vollegrond. Het leek er eerst op dat deze in de pot een voorsprong aan het opbouwen zijn. Plots vertraagt de groei echter en is het blad harder en stugger geworden. De bladeren vertonen zelfs een paarse schijn en de onderste bladeren vergelen. Dit wijst op stikstofgebrek!

Bijbemesten

Alhoewel de planten nog niet zo lang in de ruime pot met voedzame potgrond staan lijkt het er inderdaad op dat ze voeding te kort hebben. Tijd voor een vergelijkende test. Eén pot wordt bemest met vloeibare kamerplantenmest, enerzijds omdat er op dat ogenblik niets anders beschikbaar was, maar vooral omdat deze meststof heel snel effect zal hebben. Dat er we niet veel nodig hebben is ook mooi meegenomen, omdat deze vloeibare mest zo duur is. We vullen een gieter (ong. 10 liter) met water en voegen de voorgeschreven dosis vloeibare meststof toe. Met deze gieter kunnen we de brocollipotten flink begieten. Blijf gieten tot het water onder uit de pot loopt en stop dan. Als we te maken hebben met een luchtig grondmengsel dan is er geen gevaar voor te natte grond.
Een paar dagen later, als het weer tijd is om water te geven, zullen we deze bijbemesting nog eens herhalen.

foto : toestand een tiental dagen na bijbemesting van de linkse pot, rechts kreeg geen bijbemesting.

broccoli-kweken- potten- groentetuin4

Resultaat

Een week later is het resultaat verbluffend: mooie grijsgroene bladeren en een herwonnen groeikracht. Ik  besluit om de andere  pot  niet langer teloor te  laten gaan en deze  ook te bemesten.
Ook met deze pot  komt het nog goed, alhoewel de opgebouwde achterstand niet helemaal meer kan  ingehaald worden. In ieder geval valt de oogst goed mee en dit van acht broccoliplanten.

foto : toestand een tiental dagen na bijbemesting van beide potten.broccoli-kweken- potten- groentetuin6

Plaatsbesparend

Deze planten zouden normaal gezien een oppervlakte van twee vierkante meter innemen en stonden nu in een grondvolume van om en bij de 40 liter. In vollegrond zou dit ongeveer (2 m² x 0,2 m wortel hoogte) 400 liter zijn.

Watergift en bemesting

Het is  logisch toch dat de bemesting, maar ook de watergift, zeer intensief moet gebeuren. Na één zonnige dag en bijna volgroeide potten is de pot gegarandeerd uitgedroogd en gaan de planten verwelken. Dagelijks controleren is de boodschap! Zeker in de tweede helft van de teelt.

Oogst

broccoli-kweken- potten- groentetuin9 Ondanks de onvermijdelijke  groeistress in de potten viel de oogst goed mee. Reken op zo’n 4 tot 6 kilogram broccoli van 8 planten.

Jammer dat het einde seizoen was, anders konden we zeker nog na enkele weken wat zijspruiten oogsten.

broccoli-kweken- potten- groentetuin8

Samengevat : aandachtspunten bij broccoli in potten

(Lees ook : het vierdelige dossier over broccoli op deze site,
klik hier.)

    • Je kan broccoli in pot planten van einde maart tot de eerste dagen van augustus
       

 

    • Neem een ruime pot van 20 tot 25 liter.
    • Zorg voor een luchtig, en toch vochthoudend grondmengsel.
    • Plant de vier broccoliplanten langs de buitenkant van de pot, maximaal één plant per 5 liter grondvolume.
    • Voeg na drie weken nog wat extra grond aan de pot toe. (cf. aanaarden)
    • Doe vanaf halfweg de groei aan bijbemesting.
    • Vermijd paars en geel blad, dit wijst op voedingsgebrek, onmiddellijk bijbemesten dan.
    • Vermijd droge potten, de groei mag nooit stil vallen.
    • Controleer regelmatig op ei-afzet van vlinders en verwijder deze onmiddellijk.
    • Oogst de broccoli met een korte stam, zodat er nog veel ruimte is voor de oogst van zijscheuten

 

Extra : Fotogalerij van dit artikel, klik op de “i” rechtsboven om meer info over de foto te bekomen. En klik ook eens op de knop FS rechtsonder voor volledig scherm.
[flagallery gid=1 name=”Broccoli-in-pot”].

Je eigen snoeptomaatjes telen.

De snoeptomaatjes zijn een trend (Tommies©, TomBons©, Candiezz©).

Twee jaar geleden zag je ze zelden. Nu vind je ze bij de meeste supermarkten, soms in plastic doosjes, soms in bekers én in echte snoepzakjes. De snoeptomaatjes zijn, zoals soms gedacht wordt,  niet de gekende ronde cherrytomaatjes. De snoeptomaatjes bevatten net iets minder sap en het velletje is iets meer krokant, waardoor ze nog makkelijker en zonder morsen weg te happen zijn op op kantoor of op het werk, voor TV, in de wagen, of door de kinderen thuis en op school.TomBons_snoeptomaatjes 
candiezz_snoeptomaatjesDe moderne F1 rassen van de snoeptomaatjes zijn feitelijk zeer kleine  en zeer stevige mini pruimtomaatjes (Santa-types) De smaak is uitstekend, ze zijn ongevoelig voor scheuren, hebben een blinkend uiterlijk en zijn na de oogst lang houdbaar. Ze hebben een vruchtgewicht van ongeveer 10 gram. Uit onderzoek is naar voren gekomen dat Santella een wel 2 keer zo hoog lycopeen- en suiker gehalte heeft, als dat van een  gewone tomaat.

Rassen en exclusiviteit voor de beroepstuinbouw
De commercieel geteelde snoeptomaatjes zijn o.a. afkomstig van twee rassen :  Ministar F1 (Sakata) en Santella F1 (Western Seeds). Het zijn mini-pruimtomaatjes van het type “Santa”. Voor deze rassen geldt een exclusiviteitsrecht, dat wil zeggen dat slechts enkele telers dit ras mogen telen op een vastgelegde oppervlakte.

Vrij te telen door de hobbytuinder
Eigenaardig genoeg geldt dit exclusiviteitsrecht niet voor de particuliere zaad- en plantenverkoop. Zo kan je bij Vlaams Zaadhuis zaden bestellen van het ras Ministar. En kan je in het voorjaar in sommige tuincentra planten kopen van het ras Santella, geteeld door Superprof.

Proef
Van Superprof, dat planten teelt voor diverse tuincentra, kreeg ik enkele tomatenplantjes van het ras Santella om uit te proberen. En het werd een meevaller, echt niet verwacht. Zeker een aanrader voor wie eens iets anders wil. Het plantmateriaal wordt aangeboden in een ruime 10 cm pot. De planten op de foto zijn nog niet zo groot en kunnen nog wat verder opgekweekt worden in hun ruime pot. Uitplanten kan je, indien nodig, uitstellen tot net voor de bloei van de eerste tros. snoeptomaatjes vruchtgewicht is 9 gram

De plantjes worden aangeboden als Mini-Roma tomaten. Maar er zijn ook Mini Roma tomaten waarvan de vruchtjes nog net iets groter zijn dan deze zeer kleine snoeptomaatjes. 

En daar zit nu net het verschil : de echte snoeptomaatjes zijn heel klein, en mogen eigenlijk niet meer wegen dan 9-12 gram. Veel van de aangeboden “Grape” tomaten (= “druiven” tomaatjes zoals ze wel eens genoemd worden) zijn dikwijls groter met vruchtgewichten tot 20-25 gram. En dan is het snoepgehalte ervan  sterk verminderd.

Mini-Roma Santella plantgoed van Superprof

Plant- en vruchteigenschappen
pruimtomaatjes santellaDe groeikracht van Santella is zeer goed. De teelt schept dan ook geen enkel probleem. Doordat de groeikracht zo goed is en het een kleinvruchtige soort betreft kan je best meteen drie stengels per plant telen. Koop je twee plantjes, dan heb je korte tijd daarna eigenlijk zes planten. Dat is voldoende om zo twee tot drie keer per week een aardbeidoosje met snoeptomaten te kunnen plukken. Hou dus, na de bloei van de eerste tros enkele extra dieven aan om te dienen als extra stengel op dezelfde plant. 
Als je dan toch een  nadeel wil noemen, dan is dat misschien de vrij gerekte groei, waardoor de planten een weekje vroeger het dak van de serre zullen bereiken. Top ze dan echter niet, maar laat de toppen van de planten terug naar beneden komen, best over een horizontaal gespannen draad.  De vruchtdracht is overvloedig. Het zijn zeer grote, langgerekte en vertakte trossen. De vruchtjes hebben in onrijpe toestand een groene kraag, maar dit belet niet dat de kleuring van de vruchten zeer goed is. Je kan de vruchten zeer lang aan de plant laten hangen, zonder dat ze plots gaan barsten (iets waar veel cherrytomaten wel zeer gevoelig voor zijn).

 snoeptomaatjes in de keuken

Wacht met oogsten tot de vruchten dieprood verkleurd zijn. Oogsten met een kroontje is vrij moeilijk en als het al lukt, dan valt het kroontje er binnen de kortste keren vanzelf af. De vruchten zijn stevig en schitteren in het licht. De smaak en de knapperige ‘bite’ van deze tomaatjes zijn uniek.grape tomaten, santa type, druiventomaatjes dus.

 

Besluit : Zowel de groeiwijze, de vruchtkwaliteit en nog het meest de sublieme smaak en het bijtgevoel van deze tomaatjes zijn een echte meevaller. Een soort waarvan je toch een tweetal planten moet in de kas staan hebben zodat je altijd wat tomatensnoepjes bij de hand hebt.

PS Ondertussen is van het aardbeidoosje gevuld met druiventomaatjes dat hier op het aanrecht staat nog maar de helft over. Ze verdwijnen langzaam maar zeker, één per één door voorbijwandelende huisgenoten :-)

Rode en groene spruiten kweken en vergelijken

Op hetzelfde tijdstip, op dezelfde plaats en onder gelijkaardige omstandigheden werd groene en rode spruitkool geteeld. rode-spruitenHet gaat om een vergelijking tussen de rassen ‘Topline F1’ en de rode (paarse) spruitkool ‘Falstaff’. Beide rassen werden aangekocht via de zaadfirma Thompson and Morgan. Topline F1 eerder toevallig, als extraatje bij een bestelling. Falstaff met de bedoeling rode spruitkool beter te leren kennen. Topline is trouwens ook verkrijgbaar bij een aantal Nederlandse zaadleveranciers. Er werd voor gekozen om de neerslag van deze vergelijking rijkelijk te illustreren met (25) foto’s.
Zowel ‘Topline’ F1 als ‘Falstaff’ zijn een middenlate herfst- en winterspruitkool, met een vrij groot oogsttraject, oogstbaar van half oktober t.m. eind januari. Rubine is een ander gekend rood Lees verder Rode en groene spruiten kweken en vergelijken

Klemhart bij bloemkool of broccoli

De late nachtvorst tijdens de eerste helft van april heeft dit jaar het fenomeen van hartloosheid of klemhart, dat meestal sporadisch optreedt versterkt. De indruk bestaat dat er dit jaar zowel bij de professionele teler als bij de liefhebber meer hartloze bloemkoolplanten waren dan gewoonlijk. Met name bij de vroege teelten, dat wil zeggen geplant in maart of april.
Het fenomeen is bij de aankoop of het verspenen van de plantjes niet altijd op te merken. Pas enkele weken na het uitplanten als  er enkele grote bladeren gevormd zijn merk je dat er geen hartblaadjes meer bijkomen. Het laatst gevormde blad is dikwijls lepelvormig of misvormd. Het hart van de plant is vervormd en groeit niet meer verder. Zulke planten kunnen dus geen bloemkolen meer vormen.  Erg vervelend als je een setje van zes vroege bloemkoolplanten in het tuincentrum gekocht hebt, en er daarvan twee geen bloemkool kunnen voortbrengen.

Bij de beroepstelers werd het dit jaar met name waargenomen bij bloemkoolplanten die tussen 25 februari en 8 maart gezaaid zijn. Waarschijnlijk te wijten aan het het koude en donkere weer dit voorjaar in maart en april en de lage temperaturen aan de bodem (vorst) (bron : S&G)

Over het algemeen zijn vroege bloemkoolteelten gevoelig, zeker de weeuwenteelt, de januarizaai en de vrijsterteelt (zaai februari). (zie teeltschema bloemkool)

Oorzaken van deze planten met klemhart of hartloosheid zijn :

Lees verder Klemhart bij bloemkool of broccoli