Categorie archieven: Winter

Nitraten in groenten : nader verklaard.

In de winterperiode bevatten sommige groenten meer nitraten. In dit bericht leest u er meer over.
Op de website van www.proefstation.be kan je de kleurrijke brochure “Goede keukenpraktijken voor groenten en fruit” downloaden via deze link (pdf).

Het gedeelte over nitraten genoot mijn bijzondere aandacht omdat dit soms wel heel moeilijk uit te leggen is zonder bladgroenten als het ware in een slecht daglicht te zetten.
Het deel over nitraten kunt u hieronder lezen. Maar je leest er ook tips voor aankoop, bewaring, bereiding en verwerking van groenten. En ook waarom de aankoop van groenten van bij ons absoluut veilig is (voedselveiligheidsketen voor groenten).

Nitraten zijn een belangrijk voedingselement voor planten en ze worden omgezet in eiwitten. Soms is de plant omwille van allerlei factoren niet in staat om alle opgenomen nitraten om te zetten in eiwitten zodat er nitraten voorkomen in ons voedsel.

Nitraten op zich zijn niet gevaarlijk voor de mens. Wanneer ze bij bederf van de groente of door onhygiënische behandeling omgezet worden in nitrieten, ontstaan er nitrosamines in de maag. Nitrosamines hebben mogelijk nadelige effecten, maar deze worden steeds vaker in twijfel getrokken.

Voor baby’s tot 4 maanden oud zijn nitrieten gevaarlijker dan voor volwassenen
omwille van het risico op blauwzucht. Kinden Gezin raadt dan ook aan om baby’s pas
vanaf 4 à 6 maanden groenten en fruit telaten eten.

In België wordt het nitraatgehalte bij bladgewassen, geteeld in de serre, gecontroleerd vóór de oogst. Indien het nitraatgehalte de geldende normen overschrijdt, mag het product niet op de markt gebracht worden.

Tips

  • De meeste bladgewassen bevatten een hoger nitraatgehalte, voornamelijk in de winterperiode.
  • Varieer voldoende tussen bladgewassen en andere types groenten, zeker tijdens de winterperiode.
  • Verwijder de nerven en de oudste bladeren van het bladgewas, want deze bevatten het meeste nitraat.
  • Reeds bereide spinazie mag nietopnieuw opgewarmd worden, want tijdens het opwarmen worden de aanwezige nitraten omgezet in nitriet.
  • Geef baby’s jonger dan 4 maanden geen bladgewassen. Ze zijn gevoeliger voor denegatieve gevolgen van nitriet.
  • Bewaar verse bladgewassen nietlanger dan 2 dagen in de koelkast. Bereide bladgewassen mogen niet bewaard worden.
  • Gebruik geen groentenat van bladgewassen in soep of saus. Het kookvocht wordt dus altijd weggegoten.

Radijs, rammenas, daikon.Een variatie aan vormen en kleuren.



Radijs, daikon, rettich en rammenas zijn variëteiten van de soort Raphanus sativus. Ook de winterrammenas behoort tot deze bonte groep van radijsachtigen.
Bij iedere variëteit is er een mooie variatie aan kleuren en vormen.
De uitwendige kleuren zijn rood, wit of een combinatie daarvan. Bij winterrammenas is de uitwendige kleur zwart. Van binnen zijn ze allemaal wit. Soms zijn de wortels kegelvormig, soms zijn ze rond. Het eetbare deel, de knol, is een verdikking van het stukje stengel tussen wortel en kiemblaadjes.
De teelt stelt weinig eisen. Zomerse temperaturen en droogte (bij radijs) kunnen, net zoals de koolvlieg, de teelt dwarsbomen. Op lichte grond is het makkelijker om lange, rechte rammenas of daikon te oogsten. De soort Raphanus sativus behoort tot de familie van de kruissbloemigen (Brassicaceae), waartoe ook alle koolsoorten behoren. Daar moet terdege rekening gehouden mee worden bij de vruchtafwisseling.
Radijs en zomerrammenas wordt meestal rauw verbruikt, bijvoorbeeld in salades. Maar rammenas kan ook worden gekookt of gebruikt in roerbakschotels. In de Aziatische keuken is de daikon heel populair. Zomerrammenas heeft een sterkere smaak dan radijs. Zwarte winterrammenas is pittig en peperachtig.
Lees het vervolg in het nieuwe artikel over teelt van radijs, rammenas en daikon.

Knolselder(ij) met groen tijdens de wintermaanden De nieuwe en de oude werkwijze

Knolselderij verdraagt weinig vorst. En toch vind je momenteel in de winkel ‘knolselder met groen’. Ook de liefhebber kan tijdens de winter knolselder met groen oogsten. Voor half november worden de knollen gerooid en ingetafeld in een plastieken of glazen kas.

Luc Berden, gespecialiseerd in de teelt van knolselderij. ( Zie ook artikel De vroegste knolselderij ) brengt voor het tweede jaar op rij knolselderij met loof op de markt die afkomstig is van de gekoelde bewaring. Dat is dus de moderne methode.

De ‘oude’ methode gaat als volgt. In de kas graaf je een lapje grond zo’n 15 centimer uit, de bodem ervan maak je goed los. De knolselderij moet je oogsten met de spitvork om wortels intact te houden. De vergeelde en gekreukte bladeren worden verwijderd. Dit gaat het makkelijkst als je de bladeren naar beneden toe en van het hart van de plant weg trekt. Laat 5 à 10 blaadjes op de plant staan. Zet de knollen dicht opeen en maak dat de wortels wat contact hebben met de ondergrond. Strooi dan wat droge, losse aarde tussen de knollen. Sproei daarna water over de planten zodat de aarde mooi tussen de knollen terecht komt. Zolang het niet vriest zal het groen opnieuw schieten. Als je verwacht dat het ook in de kas gaat vriezen moet de kuil afgedekt worden met één laag agryldoek of plastiekfolie. Bij heel strenge en aanhoudende vorst kunnen twee lagen nodig zijn. Controleer regelmatig de knollen, want vanaf februari kan de kwaliteit sterk verminderen door uitdroging.

Pastinaak, een groente voor de winter


Met de winter in aantocht valt het op dat het assortiment aan vers te oogsten groenten in onze tuin weer heel wat minder wordt. Winterprei vinden we natuurlijk nog in bijna iedere tuin. Savooikool overleeft de vorst ook wel. Maar wist je dat er een groente is die pas het lekkerst is als de vorst erover gegaan is? Terwijl alle andere wortelgroenten gerooid moeten voor de naderende vorst, laten we de pastinaak ongemoeid. Misschien behoort deze witte wortel straks wel tot één van uw favoriete wintergroenten

Lees dit en veel meer in het uitgebreide artikel over pastinaak

Wortelen zaaien kan al vanaf de jaarwisseling!

De teeltperiodes voor busselwortelen bieden een waaier aan mogelijkheden. Zaaien kan al zeer vroeg, want de kiemplantjes van wortelen zijn ongevoelig voor vriestemperaturen tot -6°C. Het is wel goed te weten dat de bijna oogstklare wortelen niet tegen dergelijke vriestemperaturen kunnen, waardoor je wortelen gedurende de winter niet op het veld kan laten, althans niet zonder afdekking. Natuurlijk zal de grondsoort voor het grootste deel bepalend zijn of je al dan niet vroeg kan uitzaaien. Alleen wie lichte grond heeft die ’s winters nooit wateroverlast kent kan dan al aan de slag begin januari of zelfs eind december

Op een zonnige droge dag, vorstvrij natuurlijk, kan je dan al beginnen met de teelt van busselwortelen in de kas of onder kleine plastiektunnels. Dat wil zeggen dat je na het zaaien een kleine plastiektunnel over het zaaibed aanbrengt. In de tunnel wordt op de grond van het zaaibed nog eens een plastiekfolie gelegd. De oogst is dan te voorzien vanaf mei. Het ras Mokum staat nog steeds gekend als het standaardras voor de vroege wortelteelt. Klik hier voor het teeltschema van dit ras.

Als je de zaaiingen aanvat eind januari of in februari hoef je geen gebruik meer te maken van kleine plastiekkoepeltjes, maar is het toch best om een dubbele afdekking van het zaaibed te voorzien. Dit betekent eerst een laag vliesdoek en daarover een flodderfolie (geperforeerde folie). De tweede plastiekfolie wordt dan vanaf half maart verwijderd. Een stuk van de zaaiing kan ook met één laag plastiek afgedekt worden, zodat deze wortelen dan iets lager oogstbaar zijn. Deze wortelen kunnen geoogst worden vanaf juni

Vanaf eind februari kan je met een gerust hart wortelen gaan uitzaaien zonder afdekking. Wat afdekking met agryldoek kan dan nog een lichte teeltspreiding in de hand werken. Ook de rassenkeuze kan de teeltspreiding bevorderen.

Om regelmatig wortelen te oogsten kan je zo om de drie weken zaaien, de uiterste zaaidatum van busselwortelen is half augustus. Indien je later zaait dan valt de oogstperiode na half november en is de groei van de wortelen minimaal waardoor er niet voldoende productie is. Het teeltschema van wortelen vind je hier

Strenge vorst veroorzaakt onzichtbare schade bij aardbeien.

Momenteel is er in de verste verste nog geen vorst te bespeuren, maar de winter heeft nog twee maanden de tijd om zijn tanden te laten zien. Vandaar dit artikel. Aardbeiplanten komen goed de winter door als er tijdens strenge vorstperiodes folie over gelegd wordt. De schade is zelden met het blote oog zichtbaar, maar heeft wel zijn weerslag op de hergroei in het voorjaar en uiteindelijk ook op de oogst Het zal zelden zo zijn dat de volledige aardbeiplant afsterft door de vorst. Wie zijn aardbeien in het voorjaar voor 100% wil zien groeien en bloeien zorgt best voor bescherming als het kwik ’s nachts lager gaat dan -5°C. Dit is dus zowat aanhouden vorst overdag en ’s nachts.

In het aardbeidossier heeft u misschien al gelezen dat een aardbeiplant wel voldoende koude nodig heeft om een goede en lange bloemstengel te krijgen. Te strenge vorst is daarbij echter niet gewenst. Er onstaat dan schade aan de pas aangelegde trossen. Ook de vaatbundels binnenin worden beschadigd. Na de paar strenge winters midden jaren negentig was dit duidelijk merkbaar toen men na de winter enkele plantjes overlangs doorsneed. In het rhizoom waren bruine strepen, ofwel lichtere vorstschade. Soms was het hele rhizoom helemaal bruin verkleurd, ofwel ernstige schade. Klik hier om foto’s te zien van deze schade Tijdens de zomer werd een productievermindering vastgesteld. Planten met vorstschade hergroeien moeilijker in het voorjaar.

Bij het bepalen van de schadedrempel is niet alleen de temperatuur belangrijk, maar ook de hoogte van de luchtvochtigheid en de wind. Een doorteelt is gevoeliger omdat de planten met het rhizoom hoger boven de grond staan.Vorstschade is te vrezen als de temperatuur ’s nachts lager dan – 6°C zakt, samen met een drogende oostenwind, vooral als dit een tijdje aanhoudt. Ook de duur van de vorstperiode is natuurlijk bepalend voor het al dan niet optreden van schade. Uitstralingsvorst met weing wind is niet schadelijk. Ook een sneeuwtapijt op de aardbeien heeft een positieve invloed. Of de vollegrondsaardbeien moeten beschermd worden hangt natuurlijk ook af van uw woonplaats. Wie in de kustprovincies woont heeft heel wat minder kans op vorstschade dan zijn Limburgse collega’s.

 

Door het leggen van plastic ontstaat er tijdens een vorstperiode een laagje ijs dat de planten beschermt tegen uitdrogen en vorst. Nadeel van plastic is dan weer dat de vorst langer in de grond blijft. U kan de planten ook bedekken met mulching van stro of bladeren. Het laten liggen van de plastic tijdens warmere periodes veroorzaakt een te vroege hergroei van de aardbeien. Daarom is het absoluut nodig dat na een vorstperiode de folie verwijderd wordt om aantasting door schimmels tegen te gaan. Enkel bij nachttemperaturen lager dan -6°C is de plastiek nuttig. Bij hogere temperaturen is het beter geen bedekking te gebruiken.

Het afdekken met folie moet meestal heel plots gebeuren. Neem dus op tijd uw voorzorgen door plastiek klaar te houden. Bij de teelt in containers of veenbalen is de kans op vorstschade veel groter, door het beperkte grondvolume.De potten moeten eerst vochtig gemaakt worden door water te geven vlak voor een vorstperiode. Zet de potten of veenbalen niet rechtstreeks op de grond, maar bijvoorbeeld op een antiworteldoek of een plastic folie. Soms moet bij een hele strenge vorstperiode een dubbele afdekking of een noppenfolie voorzien worden.