Categorie archieven: Moestuin, het vroege voorjaar

Wanneer en hoe tomaten planten in de kas.

 

IMG_6217

Foto: Deze plant is klaar om te planten.

Update 2015

Nog enkele zeer koude nachten in ’t verschiet. Tot zaterdagochtend. Wie al geplant heeft, en dat zijn er wel wat, sluit best vroeg in de namiddag de serre zodat er veel warmte kan gespaard worden. Als je kan wachten met planten , dan zijn de planten beter af als ze overdag in de kas staan en ’s nachts afgedekt worden.  Of wachten met planten een optie is lees je in het begin van dit artikel.

Update 2014

Nog wat koude dagen dit paasweekend, maar daarna gaan de temperaturen omhoog en ook de nachttemperaturen.  Het weekend daarna halen we opnieuw bijna 20 graden. En met de nodige zonneschijn. Heb je al voldoende grote planten, dan kunnen die volgende week eigenlijk wel de kas in. Zijn de planten nog wat kleiner en doen ze het goed in de pot, dan kunnen we het weekend daarna aan de slag. Door het mooie weer is de grond wel voldoende warm, dus dat is geen punt. Dit jaar hoeven we niet te wachten tot 1 mei, zoals vorig jaar wel het geval was (zie hieronder). Zelf voorzie ik het uitplanten het weekend van 26-27 april.

(Update 2013 Nog wat koude nachten tot eind deze maand (april). Maar vanaf 1 mei lijkt er niets in de weg te zitten om de tomaten in de kas uit te planten. Deze tekst uit een ander artikel  is nu wel heel toepasselijk : “In regel kan men ten vroegste vanaf half april tomaten in de kas brengen. Toch zijn er heel wat jaren waarin het beter is om te wachten tot 1 mei om de tomaten definitief in de kas te brengen, wegens al te koude nachten, nog niet opgewarmde grond en onvoldoende uitgegroeide planten” Zelf kwam ik ook niet aan planten toe. De planten zijn nog te klein en de voorteelt is nog niet geoogst!)
 

Het goede planttijdstip kiezen?

Of je al dan niet kan planten hangt van veel dingen af. Van de grootte van de planten die je teelde of gekocht hebt. En van de voorbereidingen die je al genomen hebt. Die voorbereidingen, zijn na een koude aprilmaand extra belangrijk. Kleinere planten kun je nog wat verder in de pot opkweken. Je kan ze wel al naar de kas brengen om af e harden. En de grond kan je best nog wat laten opwarmen. Maar waarschijnlijk is dit laatste dut jaar niet echt nodig.

Ten eerste, hoe groot zijn de planten al?

Als je zelf opkweekte is er veel kans dat de planten ook wel al vrij groot zijn. Als de bloemen nog niet zichtbaar zijn, en als de groei nog in de plant zit, met een mooie bladkleur, dan is er geen haast bij. Zo kan je nog een weekje wachten. Maar toch al de voorbereidingen treffen. Zelf zal ik nu nog niet planten, omdat de planten nog geen bloemtrosje laten zien. En omdat de grond nog te koud en te nat is, na een voorafgaande slateelt. Volgend weekend, dan wel.

Afkweken, Afharden (wat is dat)?

Is er al bloei of is het eerste trosje zichtbaar, dan kan er toch wel aan uitplanten gedacht worden. Ook planten waar de groei er uit is, omdat ze al te lang in dezelfde pot staan, kunnen best uitgeplant worden.

Deze planten, die al dan niet een zeer kleine, bloemtros hebben maken we best al gewoon aan de kas. Breng deze planten, die in een aparte opkweekruimte stonden, of die je kocht in het tuincentrum naar de kas, maar laat ze in de pot. De eerste dag laat je ze nog bij elkaar. De volgende dag zet je ze uit elkaar, zodat ze elkaar niet meer raken. Een vijftal dagen laten we de planten zo in de pot. Sommige jaren is dit goed om de planten gewoon te maken aan de fellere lichtinval in de kas. Soms is het om gewoon te worden aan de lagere temperaturen. Hoe dan ook, de overgang maken van de opkweekruimte of het tuincentrum naar de kas, door ze eerste enkele dagen in de pot te laten is een goed idee. Wil je het helemaal perfect maken, dan haal je ze, bij nachttemeraturen onder de 7-8 graden, de eerste twee dagen ’s nachts naar binnen.

De grondvoorbereiding (verhoog de bodemtemperatuur).

Foto : Bloemtrosje net zichtbaar

Dit alles geeft ons de tijd voor de grondvoorbereiding, om de grond los te maken en te bemesten. Strooi een 80 gram van een samengestelde minerale meststof, bv 12-8-16, of 150 gram van een organische handelsmeststof bv 6-3-12. Dit is voldoende als er de grond ieder jaar ook voorzien wordt van compost of stalmest en er vanaf de derde tros aan bijbemesting gedaan wordt. Specifiek voor tomaten strooien we op lichte grondsoorten nog wat extra kalium voor een betere kwaliteit en kleuring van de vruchten? Strooi zo’n 45 gram per m².

Werk alles zeer goed in. En maak zo de grond goed los. Dit bevordert de opwarming van de grond.

Maak droge grond wel eerst wat vochtig, maar niet (te) nat. Doe dit voor de grondbewerking en bemesting. Een iets vochtiger grond zal wat trager opwarmen, maar geeft ’s nachts minder snel zijn warmte af.

Als alles klaar is leggen we een plastiekfolie, zo warmt de grond sneller op. Eind deze week kan je planten.

Hoe planten?

Maak een voldoende ruime plantput. Plaats de potkluit daar in. Vul aan met aarde, tot je even hoog zit als de potkluit en druk met de hand aan. Aarde op de potkluit vermijd ik liever de eerste weken. Dit doet de mogelijkheid ontstaan dat er sporadisch een stengel net boven de grond gaat rotten door verschillende varianten van voetziekten. Dit is zeker van belang bij komkommers, paprika en meloen die gevoeliger zijn dan tomaat voor voetziekten

De bovenkant van de potkluit zit iets dieper dan het omringende grondniveau, zo ontstaat er een klein putje rondom de plant. Op die manier wordt het makkelijk om de plant aan te gieten met, bij voorkeur, lauw water. Tomaten verdragen wel wat in verband met de temperatuur van het water, maar koud en te veel water aangieten bij komkommers en meloenen kan de wortels onmiddelijk doen afsterven.

Enkele weken later, als de plant goed ingeworteld is, de stengel harder en beter bestand tegen voetziekten is, kan het putje rondom de plant dicht gedaan worden, waardoor er nu ook kasgrond tegen de stam zal komen. Maar noodzakelijk is dat volgens mij niet. Een wijd verbreid gebruik bij volkstuinders is het schuin in de grond zetten van (iets te lang uitgegroeide) tomatenplanten. Ook hier zou ik het planten in twee keer uitvoeren en dus pas later de hele plantput vullen.
Foto : goed doorwortelde potkluit.

Tomaten planten

Hoe ziet een ideale tomatenplant er uit als die klaar is om uit te planten?

  • De potkluit is voldoende doorworteld, zodat deze bij het uitplanten niet uiteen valt.
  • Het eerste tomatentrosje wordt net zichtbaar. Dit is de ideale grootte van de plant. In een grotere potmaat (diameter 12 cm) kunt u wachten tot net voor de bloei. Als u het planten uitstelt, let er dan op dat de bladeren mooi groen blijven, zoniet moet u uitplanten of bijbemesten indien dit niet mogelijk is.
  • De potkluit is voldoende vochtig (de planten enkele uren vooraf water geven ofwel de potten water laten opzuigen)
  • De planten zijn al gewoon aan de lichtrijke – warme en (in andere jaren) koude omstandigheden van de kas. Ze zijn afgekweekt/afgehard.

Nader verklaard : afharden/afkweken van tomatenplanten.
Met name planten die voor het raam opgekweekt zijnzet u de eerste dagen niet de ganse dag in de volle zon. Zoniet zou er bladverbranding kunnen voorkomen. De planten moeten afgekweekt (= afharden, maar dan in de kas) worden, dat wil zeggen gewoon maken aan het klimaat in de kas. Breng ze bij zeer zonnig en warm weer de eerste twee dagen slechts enkele uren in de kas, hetzij voor 11 uur, hetzij na 16 uur. Na een drietal dagen laat u ze de hele tijd in de kas, maar wel nog even in de pot. U zal merken dat de bladkleur donkerder wordt en de stengel steviger.

Tot slot : beter een iets kleinere plant uitplanten dan één die al volop in bloei staat. Jonge planten slaan beter aan en maken meer blad vooraleer de eerste tros bloeit. Planten die bloeien in de pot zijn dikwijls niet sterk genoeg om deze eerste tros goed te doen uitgroeien.

 

 

Foto : Ruim en voldoende diep plantgat

Foto : Niet helemaal bijvullen, die plantput, doe dit binnen enkele weken

Lees hier tientallen artikels over tomaten telen

Tomaten poten

Straks nog lentenachtvorst? Geen paniek!


sla_vorst Volgens de weersvoorspellingen komt er lentenachtvorst aan. De thermometer gaat op sommige plaatsen onder nul, dus aan de grond wordt dat nog een paar graadjes lager. 

In de tabel onderaan dit artikel kan je even checken of bescherming van de plantjes in open lucht al dan niet nodig is. Heb je je niet laten verleiden door het zachte voorjaar om bepaalde groenten vroeger dan aanbevolen te planten, dan is er in principe geen probleem. 

Twee uitzonderingen misschien : het aardappelloof en de bloemen van de op sommige plaatsen al bloeiende aardbeien. Zit het aardappelloof niet onder gaatjesplastiek of vliesdoek, dan is aanaarden een oplossing om het jonge loof te beschermen. Heb je daar de tijd niet meer voor of is het al gedaan, leg dan folie of vliesdoek of ander textiel over de aardappelen. De voorspelde lentenachtvorst duurt voorlopig maar één nacht.  Misschien staan  de aardbeien in een kleine tunnel of koude bak? Sluit deze dan tijdig vandaag zodat de warmte langer behouden blijft. Wil je geen bloemen van aardbeien verliezen, leg er dan een groeivlies over, maar ’s nachts tijdelijk afdekken met iets anders (krantenpapier, deken, jutezak) helpt ook.

Toch kunnen bijna alle voorjaarsgroenten  een wit rijmlaagje wel verdragen. Sla, spinazie, radijs, erwten, tuinbonen, ajuin, wortelen, peterselie, … , afdekken ervan is niet noodzakelijk. Maar misschien hebt u al andere dan de typische voorjaarsgroenten in de tuin. Dan kan afdekken wel noodzakelijk zijn, zelfs in de kas. Staan er al tomaten in de kas? Leg er toch maar een krantenpapier over. ’s Morgens vroeg kan de kastemperatuur gemakkelijk de buitentemperatuur benaderen. 

Een uitzondering zijn pas gekochte plantjes, helemaal nieuw uit het tuincentrum. Deze zijn de lage temperaturen nog niet gewoon en kunnen bij plotse blootstelling aan een zeer lage temperatuur toch schade oplopen. Daarom dat het zo belangrijk is om aangekochte plantjes eerst enkele dagen af te harden (zie dit artikel)

De open, heldere hemel en windstil weer zorgt ervoor dat de temperatuur aan de grond nog een paar graadjes lager uitvalt dan de luchttemperatuur.
De grond is droog, waardoor deze de zonnewarmte van vandaag niet zo goed kan vasthouden. Daardoor koelt het morgenochtend boven de grond nog wat meer af. Dek je de voorjaargroenten niet af, dan is het dus wel een goed idee om de tuin vandaag eens te gieten. Zo is de afkoeling morgenochtend minder groot.

Hetzelfde geldt voor grond die gemulcht is, ook die kan zijn warmte morgenochtend minder goed afgeven. Ook in iets lager gelegen en  afgeschermde moestuinen is er meer  grondvorst. Koude lucht gaat naar de laagste plaatsen en doordat er geen luchtbeweging is kan die niet gemengd worden met warmere luchtlagen. Ook de randen van de tuin, dicht bij een graskant of haag, waar de grond door de groenbedekking minder goed zijn warmte kan afgeven zijn gevoeliger.

Foto : op gemulchte grond verschijnt er sneller een laagje rijm (rijp).
rijm rijp sla mulch compost

In de volgende tabel vindt u een schatting van de vorstgevoeligheid van groenten als ze niet afgedekt worden. Het is niet makkelijk dit in tabelvorm te zetten. Ik heb het toch geprobeerd. Het is een goed hulpmiddel voor de beginnende of de twijfelende moestuinder. Overloop de tabel en check even de groenten die nu in de tuin staan. In sommige streken hebben we te maken met lentenachtvorst type 1, in het binnenland en meer noordelijk is het lentenachtvorst type 2.

Legende

Lente2= Lentenachtvorst, vroege voorjaar : enkele graden vorst in het voorjaar, maar niet overdag. Komt voor vanaf maart en ook nog in april.
Lente1 = Lentenachtvorst, later: vooral vorst aan de grond, soms een graadje vorst in de lucht. Typisch voor de maand april tot soms de eerste helft van mei
Herfst1 = Herfstnachtvorst, sporadisch : slechts enkele verspreide nachten grondvorst, eventueel een graadje onder nul in de vroege ochtend, kan voorkomen vanaf half oktober.
Herfst2= Herfstnachtvorst, regelmatig : enkele dagen luchttemperatuur onder nul, komt voor vanaf eind oktober. Eventueel af te remmen door afdekking met vliesdoek. Afdekking van groep “Herfst1” helpt nu niet meer.
Winter = : december tot februari, vriestemperaturen, aanhoudend, dikwijls ook overdag

+ :bestendig

: niet bestendig, verdraagt dit weertype niet.

± : risico op beschadiging, soms rasafhankelijk

: uitzonderlijk in de tuin op dat moment

Opmerking: door af te dekken met plastiekfolie of vliesdoek kunt u de vorstgevoeligheid één trapje verbeteren. Zo kan je door afdekken de bestendigheid “opwaarderen” van “Herfst1” naar “Herfst2”. Of van “niet bestendig” tegen nachtvorst naar bestendig tegen het type “Herfst1”.

Lente2

Lente1

Herfst1

Herfst2

Winter

Aardbeien

+

+

+

+

+

Aardpeer

+

+

+

+

+

Ajuin
Winterajuin

+
+

+
+


+


+


+

Andijvie

±

Artisjok

+

+

+

+

Asperge

+

+

+

+

+

Aubergine

Augurk

Bleekselder

Bloemkool

+

+

+

Boerenkool

+

+

+

Bonen

Broccoli

+

+

+

Chinese
kool

+

+

Courgette

Erwten

+

+

Groene selder

+

Groene
witte kool

+

+

±

Groenlof
Suikerbrood

+

±

Kardoen

+

+

+

+

Keukenraap

+

+

+

+

±

Knoflook

+

+

+

+

+

Knolselder

+

Knolvenkel

+

Komkommer

Koolraap

+

+

+

Koolrabi

+

+

Meloen

Nieuwz. spinazie

Paprika

Pastinaak

+

+

+

+

+

Patisson

Peterselie

+

+

+

+

Pompoenen

Prei

+

+

+

+

+

Raapstelen

+

+

+

Rabarber

+

+

+

+

+

Radicchio
Roodlof

+

±

Radijs

+

+

+

±

Rammenas

+

+

+

±

Rode biet

+

±

Rode kool

+

+

+

Savooikool

+

+

+

+

Schorseneer

+

+

+

+

+

Sjalot

+

+

Slasoorten

±

+

±

Snijselder

+

+

+

+

+

Spinazie
Winterspin.

+
+

+
+

+

+


+

Spruitkool

+

+

+

+

Suikermais

Tomaten

Tuinbonen

+

+

Veldsla langbladige

+

+

+

+

Veldsla
roosjes

+

+

+

+

+

Warmoes Snijbiet

+

+

+

+

Watermeloen

Witloof

+

+

±

Wortelen

+

+

+

±

Zeekool

+

+

+

+

+

De groentetuin in april : plantjes kopen?

Dit artikel gaat over de verschillende aandachtspunten bij de aankoop en het uitplanten van groenteplanten. groenteplanten  collage

Het lenteweer bracht een grote drukte op gang in de tuincentra deze week. In de afdeling groenteplantjes is het assortiment aangevuld. Bij mijn bezoek aan het tuincentrum werd ik aangesproken door een dame die mij vroeg “of die slaplantjes al buiten kunnen geplant worden??”

Ik vond het dan ook een goed  idee om even het aangeboden vroege assortiment  van groenteplanten één voor één te bespreken en de verschillende aandachtspunten bij de aankoop en het uitplanten de revue te laten passeren. Sommige groentesoorten zijn inderdaad op hun best als ze zo vroeg mogelijk geplant worden. Maar er zijn ook groenten die nu beter nog niet geplant zouden worden, of in ieder geval in beperkte hoeveelheid.

Perspotjes

Niet laten uitdrogen.
Zowat alle groenteplantjes worden momenteel aangeboden in perspotjes. Laat perspotjes, tijdens het afharden, niet helemaal droog worden. Dit is nefast voor de gezondheid van de wortels en ze zijn moeilijk te herbevochtigen. Enkele uren voor het uitplanten laat je de perspotjes voldoende water opzuigen door ze een kwartiertje in een laagje water te plaatsen.

Voldoende diep planten
Plant, de perspotjes zodanig dat ze volledig in de grond zitten. Perspotjes die boven de grond uitsteken, zullen bij zonnig of winderig weer zeer snel uitdrogen.

De eerste week moet het perspotje immers steeds vochtig blijven omdat er nog niet voldoende doorworteling is.
Dit kan enkel door

  • de perspot water te laten opzuigen
  • door voldoende diep te planten
  • door na het planten aan te gieten zodat de tuingrond goed aansluit tegen de perspot.

Afharden

Zijn de plantjes pas geleverd aan het tuincentrum of worden ze te koop aangeboden in de kas van het tuincentrum, dan is het best alle groenteplanten nog even te laten afharden vooraleer uit te planten. Dit schept de gelegenheid om het blad en stengel sterker te maken.

Waarom afharden?
Deze groenteplantjes zijn opgekweekt in de kas. Dat betekent dat ze een vrij constante opkweektemperatuur en regelmatig water gekregen hebben. Dit maakt dat, als je ze direct uitplant in de groentetuin, ze een sterke klimaat- en vochtschok zullen ondervinden. ‘s Nachts kan de temperatuur nog flink dalen, overdag kan de oostenwind en de zon voor een sterke verdamping zorgen. Dit kunnen de nog zachte ‘serreblaadjes’ nog niet zo  goed aan. Ook al omdat de plantjes allemaal afzonderlijk komen te staan en geen bescherming hebben van de buurplantjes zoals dat tot voor het uitplanten het geval was. Met andere woorden : er is geen beschermend microklimaat meer. Tot slot is het zo dat bij het uitplanten de perspotjes uit elkaar gehaald worden en zo de wortelgroei voor korte tijd verstoord wordt.
Heel wat veranderingen dus voor die kleine plantjes. Dit alles samen zorgt zeker en vast voor een al dan niet kortstondige groeistilstand. Door af te harden kunnen we de overgang minder bruusk maken en de groeistilstand alvast minimaliseren

Hoe afharden?
Het is dus goed de plantjes  een tijdje in hun potjes of bakjes te laten en nog enkele dagen in open lucht, op het terras of op een andere ietwat beschutte, maar wel zonnige plaats te laten afharden. Zo worden de planten gewoon aan de lagere nachttemperaturen en de blaadjes worden steviger. Bij het uitplanten zijn ze dan minder gevoelig voor koude en overmatige verdamping. Door het afharden zal ook de kleur van de blaadjes donkerder groen worden of zullen de plantjes een lichte, paarse verkleuring vertonen. Deze paarse kleur is afkomstig van de kleurstof anthocyaan die bij lage temperaturen minder vlot getransporteerd wordt doorheen de plant.

Spitskool afharden
Voor : let op de bleekgroene stengel van de plantjes Na vier dagen afharden : lichte paarse verkleuring op de steel en een paarse schijn op de blaadjes.
spitskool_plantjes_voor afharden spitskool na afharden

Slaplantjes

Er is dikwijls keuze uit een ruim assortiment : rode eikenbladslaKropsla, Lollo Rossa, Lollo Bionda, Rode eikenbladsla, Groene eikenbladsla, Batavia en ijsbergsla.
Al deze slaplantjes kunnen vanaf begin april in open lucht geplant worden, zonder gevaar op vorstschade. Een graadje nachtvorst zal de plantjes niet vernietigen, hoogstens het oogsttijdstip wat verlaten. Daarom, om een zekere spreiding in de oogst te hebben, kan je op hetzelfde moment ook enkele plantjes onder een klein tunneltje of in de koude bak planten. Denk er ook aan dat de groene slasoorten sneller groeien dan de rode slasoorten.

Lollo rossa geplant Plant, in tegenstelling tot de kasteelt, de perspotjes voldoende diep. Zo vermijd je dat op een sterk drogende dag de perspotjes op één dag droog staan. De plant kan in het begin immers nog geen vocht uit de omliggende, vochtige grond halen. Voor zowat alle slasoorten is 30 cm tussen en in de rij een goede plantafstand. Vermijd uitdroging in het begin, geef water indien nodig.

Het is nu zeker en vast een goed moment om sla te planten in de moestuin. Reken ongeveer 6 weken vooraleer je de eerste, nog  jonge kropjes,  kan oogsten. De oogst kan dan ongeveer twee weken doorgaan, daarna is er kans op opschieten. Daarom dat het goed is telkens, om de twee tot drie weken, nieuwe slaplantjes in de tuin te zetten.

Spitskool

Lente-kool
spitskool plantjesApril is zeker en vast een goede maand om spitskool te planten. Deze snel groeiende lente- en zomerkool heeft een zachtere smaak dan de andere sluitkolen. Spitskool is dan ook goed bruikbaar in zomerse gerechten, gestoofd in de wok, of rauw in salades.

spitskool diep planten spitskool diep planten2 Diep planten
Spitskool vormt  een vrij lange stengel. Grote planten worden dan ook diep geplant. Het “hart” (= groeipunt) van de plant blijft echter altijd boven. Spitskool mag iets minder ruim geplant worden dan de andere sluitkolen. 50 cm tussen de rijen en 40 cm in de rij is een goede afstand.

spitskool oogst2

spitskool oogst Oogst
De vroege geplante spitskool kan al eind juni geoogst worden. Plant niet teveel in één keer, want spitskool is gevoelig voor barsten als die te lang blijft doorgroeien. Dan zijn de kolen ook minder lekker. Je kan in mei nog eens een paar plantjes kopen, om ook in juli nog over spitskool te beschikken. Of je later ook nog spitskool wil planten hangt een beetje af van wat je zelf wil, want spitskool is toch wel een typische vroege groente die in de late zomer wat van zijn charme verliest.

kool insectengaas

Koolvlieg en rupsen

Spitskool is  een koolsoort, wat betekent dat de koolvlieg en rupsen zeker van de partij zullen zijn. Hoe vroeger je de spitskool plant, hoe minder last je er van zal hebben. Koolkragen en insectengaas (foto) kunnen uitkomst bieden, maar je kan ook twee biologische middelen gebruiken: i Conserve (i koolvlieg, rupsen) en i Pyrethrum (rupsen).

Rode kool, witte kool

rodekool plantenOok de andere sluitkoolsoorten worden in april al te koop aangeboden. Toch even opletten hier bij de aankoop. Hou er rekening mee dat de oogst midden in de zomer zal vallen. En dat lijkt nu niet echt het moment om al heel veel kool op tafel te brengen. Daarbij komt dat je deze kolen ook niet lang kan overhouden in de tuin en dat ze al zeker niet geschikt zullen zijn voor de bewaring. De rode kool en witte kool zal snel i openbarsten en kan dus slechts een korte tijd geoogst worden. Wie toch graag rode kool in de zomer wil, kan nu enkele plantjes uitplanten, maar hou de rest voor later. Wil je in de herfst rode kool of witte kool oogsten, of  wil je bewaarkool telen, plant dan half mei (herfst) tot half juni (bewaarkool) nog wat vers plantgoed.
(zie ook i de teelthandleiding rode kool)

Spruitkool

Jawel, ook spruitkool staat begin april al in de rekken. Dit is echt wel heel vroeg. Misschien ben je een echte spruitjesfanaat en wil je in augustus al de eerste spruitjes op het menu. Het is logischer spruitkool te planten in mei (voor oogst september-oktober) of begin tot half juni (oogst november-december en later). Het oogsttijdstip bij spruitkool is echter slechts gedeeltelijk afhankelijk van het planttijdstip. Ook het ras speelt een grote rol. Gelijktijdig uitgeplant, zal het ene ras verschillende weken vroeger oogstbaar zijn dan het andere (late ras). Zie ook i de tekst over teeltspreiding bij spruitkool.

Peterselie

peterselie plantenHet loont zeker de moeite om nu enkele peterselieplantjes aan te kopen. Deze zorgen binnen een goeie maand voor een mooie eerste oogst. En door regelmatig plukken kun je er nog een flink stuk van de zomer van genieten vooraleer ze opschieten. Doordat er meerdere plantjes in één perspot staan moet je de peterselie voldoende ruimte geven, plant ze uit op 30 x 30 cm.

peterselie insectengaas

Geelverkleuring

Peterselie houdt van wat schaduw. Verder heeft peterselie dikwijls last van geelverkleuring door zwakke wortels en wortelvlieg Ook een virus- of bladluisaantasting speelt een rol bij de geelverkleuring van peterselie. Heel veel  moestuinders telen het bedje peterselie dan ook onder insectengaas. Dan heb je extra schaduw en kunnen de bladluizen en de wortelvlieg niet bij de plantjes.

Snijselder, groene selder, bleekselder.

bleekselder plantenIn april bleekselder of knolselder planten is vrij vroeg. Het vroegste planttijdstip is  eventueel eind april. Zo vroeg op het jaar selder uitplanten schept een aantal risico’s. Ten eerste is bleekselder tamelijk vorstgevoelig. Voor het begin van mei planten is dus af te raden.  Groene selder of snijselder verdraagt beter de vorst en kan eventueel al de  grond in. Maar ook dan nog in beperkte hoeveelheid, en enkel voor een vroege oogst. Het is beter in mei (oogst zomer) en juli (oogst herfst) bladselderij te planten. Ook knolselder voor de bewaring planten we beter in mei. Vind je nu knolselderplantjes in het tuincentrum, plant er dan enkele, alleen voor een vroege oogst.
groene selder schotZoals je kan lezen in i de teelthandleiding van selder, moet selder warm opgekweekt worden. Komen de plantjes te vroeg buiten, dan krijgen ze toch nog een koude-inductie met opschieten tot gevolg. Staan de plantjes al een tijdje in het tuincentrum, dan zijn ze ook daar al een tijdje blootgesteld geweest aan de koude.   De selder zal, afhankelijk van het voorjaarsklimaat,  hoogstwaarschijnlijk vroegtijdig opschieten. Vroegtijdig wil hier zeggen : “voor de plant een redelijk hoeveelheid blad gevormd heeft”. Zoals dat vorig jaar het geval al half juni (foto) het geval was met snijselder, aangekocht begin april. Schiet de snijselder in juni toch op, snij ze dan af boven de grond en ze zal opnieuw jong blad vormen.

Broccoli

broccoli plantenBroccoli is echt onmisbaar in de lente-moestuin. Heb je (nog) geen zelf geteelde plantjes, dan moet je er nu echt wat kopen. Eind juni kan je dan de eerste broccoli oogsten. Regelmatig (om de drie weken) opnieuw planten als dit één van je favoriete groenten is, is de boodschap. Ook in volle zomer en in de herfst is broccoli vrij makkelijk te telen, als je de typische koolplagen (koolvlieg en rupsen) in de gaten hebt

In ieder geval een heel gezonde groente!
Zie i de vierdelige reeks over broccoli telen.

broccoli klemhart

Hartloosheid
Het enig nadeel bij het vroeg telen van broccoli en bloemkool is dat er wel eens hartloosheid kan voorkomen. Vorig jaar verscheen er op GroentenInfo nog een i artikel over klemhart of hartloosheid. Dit kan bij eigen opkweek voorkomen, maar ook gekochte planten kunnen er last van hebben. Zo vond ik in één setje van zes planten, twee hartloze planten die dus niet kunnen geplant worden. (zie foto, de  twee plantjes op de houten lat). Broccoli heeft meestal een minder lange stengel waardoor niet zo diep als bloemkool moet geplant worden, maar zoals bij alle koolsoorten is het wel goed te planten met het hart van de plant net boven de grond.

Bloemkool

bloemkool plantjesNog zo’n groente die onmisbaar is als vroege vogel. Bloemkool mag zeker niet ontbreken bij de eerste plantingen in de moestuin en planten in april is dan ook een aanrader. Een vroege bloemkoolteelt lukt op zowat alle grondsoorten en heeft het minste last van koolvlieg en rupsen. De oogst van een planting begin april kan eventueel al eind juni. Bij ongeveer dezelfde plantgrootte doet bloemkool er tien dagen langer over dan broccoli vooraleer er kan geoogst worden. Je kan dus broccoli en bloemkool gelijktijdig planten, zonder alles in één week te moeten oogsten. Bloemkool wordt ruimer (60 x 60 cm) geplant dan broccoli (45 x 45 cm ).

Net zoals bij alle koolsoorten is  wel goed te planten met het hart van de plant net boven de grond, zo vermijd je het
i afdraaien van koolplanten door de wind (artikel en foto’s)

De moestuin in het vroege voorjaar (maart, april)

bemestenDit artikel heeft het over enkele van de vroegste teelten die traditioneel vanaf maart in de moestuin geteeld worden:  tuinbonen, erwten, vroege aardappelen, ajuin, sjalot, wortelen, bloemkool, broccoli, spitskool, spinazie, rode biet, radijs en slasoorten. Bij de start van de teelt is er speciaal aandacht voor de bemesting.
Deze week is het voor de bezitters van een moestuin met lichte grond al heel goed mogelijk om aan de slag te gaan.  Welke grondsoort u hebt en de waterdoorlaatbaarheid ervan bepaalt immers of u al dan niet aan de slag kan in de moestuin. Bezitters van lichte en droge gronden (artikel) zijn in het voordeel. Lichte gronden zijn niet alleen droger maar warmen ook sneller op. Maar in volle zomer zijn dit wel de gronden die het snelst onder de droogte te lijden hebben.
Ondertussen zijn, na bijna twee weken zonder regen ook de nattere gronden ook stilaan klaar om bewerkt te worden.

Wat er allemaal kan in maart en april :

  • Erwten zaaien en planten.
  • Rode bietjes zaaien
  • Tuinbonen zaaien, voorkiemen en planten
  • Spinazie zaaien
  • Worteltjes zaaien
  • Radijs zaaien
  • Aardappelen planten (onder folie tot begin april) Lees ook aardappelen poten en aardappelen, pootgoed snijden.
  • Slasoorten planten (onder folie tot half maart) kan ook al.
  • Vroege bloemkool  planten
  • Broccoli planten
  • Ajuin en sjalot planten
  • Peterselie planten
  • Ajuin zaaien
  • Zaaien in de kas, voor de plantopkweek : plantjes voor spitskool, sla, bloemkool, broccoli, prei, selder

Is de grond nog te nat, of heb je nog geen tijd voor de tuin? broccoli
Geen nood. Het is nog maar half maart en zowat alle vroege teelten kunnen nog de hele maand april opgestart worden. Plantgoed dat klaar is om te planten, maar de grond niet in raakt wordt best beschut voor de regen om doorweken van de potgrond en uitspoelen van voeding te vermijden. Maar wel in het licht en zo koel mogelijk zetten.
Bij mooi weer zoals nu zullen we dit plantgoed waarschijnlijk wat moeten water geven. Perspotjes drogen beter niet helemaal uit, anders krijg je ze achteraf nog moeilijk vochtig. Gaat het om relatief weinig plantjes en ziet u niet direct kans om ze te planten kunt u eventueel ook overpotten in grotere potten. Pootgoed van ajuin of sjalot legt u in afwachting zo koel mogelijk. Net als pootgoed van aardappelen waarvan de scheuten te lang dreigen te worden.

Vroeg
spruitkool-rupsen-koolwitje-klein Toch biedt het vroeg starten een aantal voordelen. Zo zijn we een aantal veel voorkomende plagen (koolvlieg, wortelvlieg, rupsen en bladluizen) en schimmelziekten  te snel af. En hebben we minder last van de droogtegevoeligheid van sommige lichte gronden.  Wie vroeger start kan de werkzaamheden (en de oogst) wat spreiden.

 

 

 

 

Grondbewerking.

Bewerk de grond niet als deze nog te nat is. Controleer in ieder geval goed de vochtigheid van de grond vooraleer je aan de slag gaat. Neem wat grond in de hand en knijp het samen, lekt er water uit, wacht dan nog wat met de grondbewerking. Wie te natte grond bewerkt veroorzaakt structuurbederf waardoor de plantengroei achteraf sterk gehinderd wordt. Ook einde maart en in april kan je  nog starten met de hierna opgesomde teelten! Wat je, bij aanvang van een mooi-weer periode, wel kan doen is de grond oppervlakkig open breken. Dit bevordert het opdrogen van de grond. Indien er groenbemester moet ondergewerkt worden of als je veel stalmest wil inwerken is spitten nodig. Is de grond bedekte geweest met compost, dan is er een grote kans dat de grond makkelijk kan bewerkt worden  met de spitvork in plaats van met de spade.

Afdekken

afdekking Je kan de natuur een handje toesteken door al vroeg in het voorjaar stukjes grond af te dekken met zwarte plastic, zo blijft de grond droog en warmt hij ook wat sneller op. En ben je minder afhankelijk van het weer om te kunnen starten in de moestuin. Bij langere droge periodes gaat de plastic er beter af om het drogen te bespoedigen.

Na het zaaien kan je de kieming makkelijker maken door af te dekken met doorzichtige gaatjesplastiek of vliesdoek. De warmte zal de zaden sneller doen kiemen. Hevige regen zal de grond niet toeslaan. Schrale voorjaarswinden zullen het zaaibed niet doen uitdrogen.

Plantenopkweek
zaaien Is het buiten niet goed, binnenshuis of in de kas kunnen we wel volop uitzaaien en plantjes opkweken: broccoli, bloemkool, spitskool, slaplantjes. Onder  bescherming kan er nu ook nog prei gezaaid worden. Ook Selder en peterselie kan, maar dan wel best in een warme ruimte om de kieming te bespoedigen. Warmte is bij selder ook belangrijk om vroegtijdige bloei (opschieters) te vermijden.

Bij het zaaien binnenshuis of in de kas zijn temperatuur en licht de sleutelwoorden. Tot aan de kieming kan je het zaaibakje best zo warm mogelijk zetten. Vanaf het moment dat de zaadjes aan het kiemen gaan, als er barstjes komen in de afdekgrond, is licht veel belangrijker. Dan moet je het zaaibakje bij een aan de groentesoort aangepaste temperatuur en veel licht plaatsen. Bij te weinig licht fileren de planten en worden ze dun en zwak. Broccoli, bloemkool, sluitkool, spitskool, slasoorten, erwten, allemaal hebben ze baat bij meer licht en gematigde temperaturen.

Organische bemesting
stalmestBij het spitten wordt er stalmest, compost of eventueel gedroogde koemest ingewerkt. Dit is de basisbemesting. De hoeveelheid hangt af van de vruchtwisselingsgroep. Koolgewassen en vruchtgroenten en aardappelen hebben een grote behoefte aan stalmest of compost. Bladgroenten, met uitzondering van prei, hebben iets minder nodig. Veel Wortelgroenten en peulgewassen behoeven op goed onderhouden grond geen organische voorraadbemesting. Afhankelijk van de teelt die op het perceel komt wordt deze organische voorraad bemesting dan aangevuld. Dit kan met minerale, samengestelde meststof of gedroogde, organische mest met verrijkte samenstelling zijn.  Zie ook het artikel “kiezen tussen minerale en organische handelsmest

Ajuin en andere wortelgroentenajuin
Denk eraan dat niet alle vruchtwisselingsgroepen gediend zijn met stalmest. Met name het perceel van de wortelgewassen (ajuin, wortelen, sjalot) en van de peulgewassen krijgt geen stalmest,  een zeer kleine hoeveelheid goed verteerde compost (5 liter per m²) kan wel. Voor ajuin, sjalot en wortelen wordt er dus vlak voor de teelt weinig organisch materiaal ingewerkt en er wordt in principe niet bemest met stikstof. De stikstof die vrijkomt uit de humusafbraak zou op goed onderhouden percelen moeten volstaan. Twijfel je daar aan, gebruik dan maximaal 50 g/m² samengestelde, kaliumrijke organische meststof. Kalium toedienen voor deze wortelgroenten is altijd noodzakelijk. Dit is ook een aanrader bij de bemesting van aardappelen. Gebruik daarvoor patentkali of vinasse (beide bevatten 30% K). Een goede dosis is op lichte grond 60 gram/m². Op zwaardere grond, waar de kalium tijdens de winter minder uitspoelt is 40 g/m² voldoende. Stalmest kan bij wortelen zelfs vertakte wortelen veroorzaken. Bij wortelen moet de kaliumgift tijdig gebeuren. Kiemplantjes van worteltjes verdragen geen verse  mest, dit geeft verbranding door een te hoge zoutconcentratie. Een organische kaliumbron zoals vinasse (30 of 38% K, naargelang de soort) kan ook gebruikt worden. Kalium is bij veel groenten een zeer belangrijk voedingselement, bij wortelgroenten en  vruchtgroenten zelfs belangrijker dan stikstof.– Lees daartoe het artikel Kalium bij groenten.
– Stop de plantajuintjes niet helemaal in de grond, zeker niet op zware grond of probeer eens de tip van Adelin uit : Ajuin planten op worteldoek.
– Lees ook Ajuin en sjalot planten en Worteltjes zaaien.
– zaaikalender van wortelenuiensjalot

Erwten en peulenerwt
Het perceel van de erwten kan, na deze lange, regenrijke winter (uitspoeling) een kleine dosis samengestelde organische handelsmest (30 g/m²) krijgen als startbemesting. De grond is koud, de mineralisatie is nog niet op gang gekomen en de voorraad aan stikstof in de grond is dus gering. Als ze wat groter zijn halen de erwtenplanten de stikstof uit de lucht via de wortelknobbeltjes die op de wortels zitten. Daarin zitten bacteriën die de stikstof omzetten tot nitraten en die zijn opneembaar voor de plant.– Lees Erwten zaaien en planten. en ook erwten voorkiemen.
zaaikalender erwten en peulen

Zowel voor vroege erwten als voor tuinbonen is voorkiemen een aanrader. Vanaf maart is voorkweken van erwten of tuinbonen in potjes alleen nog zinvol als u voorziet pas in april te kunnen starten in de moestuin. Maar voorkiemen kan natuurlijk altijd.

Tuinbonentuinboon
Tuinbonen, alhoewel ook vlinderbloemigen mogen een grotere dosis organische handelsmest (40-50 g/m²) én ook wat organische mest (10 liter compost per m²) Het zijn grote planten die ook veel blad vormen, de voedingsbehoefte is groot
– Lees Tuinbonen van zaaien tot oogsten.
– Al tientallen lezers zonden tips in voor het artikel
Tuinbonen, luizenprobleem

 


Bladgewassen en koolgewassen

spitskoolBloemkolen, broccoli, spitskool en spinazie hebben behoefte aan een rijkere grond. Hier gebruiken we zowel stalmest of compost alsook een samengestelde meststof. Hou er bij de vroege teelten rekening mee dat de organische bemesting niet onmiddellijk ter beschikking is van de plant. En dat de mineralisatie en omzetting van organische mest zo vroeg op het jaar heel gering is. Vandaar dat hier een aanvulling met samengestelde, snel werkende minerale meststof  aangewezen is (100 g/m²). Organische samengestelde mest zal zo vroeg op het jaar te laat zijn voedingsstoffen afgeven.
– Lees Spinazie zaaien

Aardappelen
aardappelOok aardappelen hebben een grote behoefte aan organische mest. Maar hier moeten we opletten met te veel aanvulling van samengestelde meststof. Te veel stikstof veroorzaakt overdadige loofgroei, met een slechte kwaliteit van de aardappelen en  meer kans op aardappelplaag tot gevolg.
Een bijbemesting met Kalium, zoals uiteengezet in het artikel Bemesting aardappelen is noodzakelijk. Zo vermijd je een overdadige loofgroei en is de kwaliteit van de aardappelen veel beter. Gebruik daarvoor patentkali (30% K). Een goede dosis is op lichte grond 60 gram/m². Op zwaardere grond, waar de kalium tijdens de winter minder uitspoelt is 40 g/m² voldoende.– Lees Aardappelen planten (onder folie tot begin april).
Meer info over aardappelen kweken.
– Lees ook
aardappelen poten en aardappelen, pootgoed snijden
plantkalender aardappelen

Radijs als tussenteelt

radijs

Vergeet niet om de, in het begin, nog  ruime tussenafstand tussen de rijtjes sla, ajuin, erwten op te vullen met wat radijsjes. Zaai er niet meer dan nodig, maar zaai er iedere week. Later op het seizoen is radijs minder makkelijk. Op lichte grond raakt de radijs snel aangetast door de made van de koolvlieg. En bij grote hitte/droogte word radijs snel voos. Radijsjes horen dan ook bij de (vroege) lente.

Rode biet

rode biet

  • Voor de bewaarteelt van rode biet is het nog wat vroeg, maar toch kan je vanaf eind maart al een vroege teelt van rode biet in open lucht zaaien. Rode biet vraagt wat meer voeding dan andere wortelgroenten. Geef als extra bovenop de organische bemesting een 50g/m² van een kaliumrijke, samengestelde meststof. Je kan de rode biet al jong oogsten. Je kan gerust wat dichter zaaien dan aangegeven. De zaailingen die je uitdunt kan je gebruiken al vroeg gebruiken als baby-leaf.

Wortelenwortelen

Voor de grovere Nantes-types (zomerwortel, waspeen) is het nog wat te vroeg, net zoals voor de winterwortel. Maar de wortelen van het type Amsterdamse Bak (bospeen, busselwortelen, jonge worteltjes) kunnen nu volop gezaaid worden. Gebruik geen stalmest. Ook een stikstofbemesting is voor deze jong te oogsten wortelen niet nodig. Kalium wel. Bij wortelen moet de kaliumgift tijdig gebeuren. Kiemplantjes van worteltjes verdragen geen verse  mest, dit geeft verbranding door een te hoge zoutconcentratie. Gebruik ongeveer 45 gram patentkali per are. Een organische kaliumbron zoals vinasse (30 of 38% K) kan ook gebruikt worden. Wie in maart worteltjes zaait en deze tijdig/jong oogst, kan nog net de wortelvlieg voor zijn. Vanaf 10 april is afdekking met insectengaas aan te raden.  Aangezien wortelen en ajuin ongeveer dezelfde voedingsbehoefte hebben kan je ook afwisselend een ruitje ajuin en wortelen zaaien om zo de aantasting door wortelvlieg te verminderen. Er ontstaat dan immers geurverwarring.

Raadpleeg bij twijfel over het juiste tijdstip en afstanden van de groenten de teeltschema’s voor alle groentesoorten


Echte kropsla telen lukt best in het vroege voorjaar

Kropsla botersla, moestuinBotersla of kropsla is het makkelijkst te telen in het voorjaar. Geen problemen met ziektes en plagen en ook niet met te hoge temperaturen. Nu vind je slaplantjes op de markt en in tuincentra. Wist je dat deze plantjes al gezaaid werden eind december?

In het voorjaar kan de slateelt aanmerkelijk vervroegd worden door te telen in een koude serre (kas) of plastiektunnel. Zonder risico op vorstschade kan je er de zelf geteelde of aangekochte plantjes uitplanten vanaf half februari. Dan oogst je half april. De kans op vorstschade op kleine slaplantjes is eerder gering. Het mag al eens wat vriezen in de kas, de plantjes zullen zich hiervan snel herstellen. (Grote oogstbare kroppen lopen sneller vorstschade op, dit is dan vooral in het late najaar) Komt er toch nog een late vorstperiode, dek de slaplantjes dan wat af met agryldoek of plastiekfolie. Zo valt de groei niet stil en blijft de kwaliteit optimaal. Maar het moet niet!Onder beschutting planten kan tot einde maart, vanaf dan schakelen we zeker over naar de buitenteelt. In de maand maart kan je al buiten planten, als ja afdekt met geperforeerde plastiekfolie of agryldoek.

Plant nu slaplantjes in de kas, koude bak of plastiektunnel en binnen twee maanden is een succesvolle oogst gegarandeerd. Een snelgids in tien stappen.

  1. –  Maak de grond goed los met de spitvork.
  2. –  Werk ongeveer 100g/m² organische handelsmeststof.
  3. –  Werk ook een paar cm goed verteerde compost mee in.
  4. –  Laat de grond wat opdrogen, hark de grond fijn, breek de kluiten.
  5. –  Droge (harde) perspotjes eerst een kwartiertje onder water ‘duwen’
  6. –  Plant de blokjes ongeveer half in de grond, en druk de grond tegen het blokje aan.
  7. – Geef na een drietal dagen een kleine hoeveelheid water.
  8. – Tot begin maart geen water meer geven. Vanaf dan om de tweek water geven ’s morgens als een zonnige en warmere dag verwacht wordt, indien nodig.
  9. – Het is niet noodzakelijk, maar wie zijn plantjes beschermt tegen vrieskou, met vliesdoek, zal vroeger oogsten.
  10. – Luchten is nodig vanaf drie weken na het planten,  vanaf  ’s morgens vroeg op een kiertje en tijdens de dag meer als de temperatuur in de kas boven de 20-22°C komt.

Lees ook : Groenten vervroegen in februari Kropsla botersla, moestuin

Lees ook : Groenten vervroegen in februari

Het blijft koud. Kan ik er dan toch aan beginnen? Een artikel voor de beginnende moestuinder.

Verschillende beginnende moestuinders vroegen mij wat ze nu kunnen doen met dit koude weer. De tuinmagazines en de ‘to-do’ lijstjes op diverse websites staan vol met activiteiten, maar kan je dat nu eigenlijk wel maken? Velen hebben vakantie, hebben de tuin of bak bijna  klaar, en vragen zich af of ze nu echt moeten wachten tot volgende week woensdag. Want, alhoewel binnen enkele dage de scherpe kantjes er wat afgaan,  eerder verdwijnt de nachtvorst niet uit onze streken.  Het is dan heel gemakkelijk om te antwoorden, “nee  het is te koud “.

Graag wil ik jullie een iets uitgebreider antwoord geven , waar je zeker iets aan hebt. Want misschien heb je paasvakantie, misschien heb je een dag vrij deze week en wil je echt wel iets doen in de moestuin.
Lees dit artikel, en je zal zien, morgen sta jij ook in de moestuin, met dikke jas en muts weliswaar. En, net zoals jij niet in hemdsmouwen buiten komt dezer dagen, zo zal je ook de plantjes niet in hun blootje zetten. Het  frisse weer heeft ook zijn voordeel, want zo kunnen we het werk rustig spreiden. Van dit laatste maak ik alvast gretig gebruik om mijn uitgelopen winterslaap in te halen.

Voor de ervaren moestuinders is het iets eenvoudiger. Zet de kalender twee weken terug, doe alsof het half maart is en neem de voorzorgen die jij ook dan zou nemen…

Lees nu het dubbele artikel

– Het onkruid kiemt niet… Onze zaadjes wel?
– Het gras wil niet groeien… Onze groenteplanten wel?

Het onkruid kiemt niet…  Onze zaadjes wel?
Het weertype zoals we nu kennen -droge lucht, wind, zon, lage temperatuur- staat gekend als ‘schraal’ weer. Dat is hetzelfde als zeggen dat er geen ‘groei’ is. Plantjes blijven zoals ze zijn en veranderen niet.  De lage temperaturen ’s nachts en overdag zorgen ervoor dat je veranderingen met een vergrootglas zult moeten zoeken.  Kijk maar eens naar het gazon en het onkruid. Het groeit ook met geen millimeter. En toch, er is hoop,  pluk eens zo’n onkruidje uit de grond en je ziet toch heel wat witte worteltjes. Want net onder de grond is het warmer dan boven de grond! De opwarming door de zon gaat er sneller en de afkoeling ’s nachts komt later op gang. Maar boven de grond is de lucht te droog, te koud, kortom te schraal om te kunnen spreken van enige groei van betekenis.

Kan je dan eigenlijk wel iets doen buiten in de moestuin? 
Eerst en vooral kunnen we nu wel alles klaar maken. Onkruidvrij maken, compost of stalmest spreiden, een eerste grondbewerking en de indeling van de tuin. Kortom, onze tuin perfect klaar maken. Maar, misschien is dat al allemaal klaar?

En dan? Kunnen we dan nog iets doen.
Wel, het antwoord is ja! De omstandigheden zijn eigenlijk ideaal om in de tuin te werken. De grond is droog en en het regent niet. Alleen is het geen ‘groeizaam weer’. Om groeizaam weer te hebben zou het toch minstens 10-12°C moeten zijn overdag, dat is de normale maximumtemperatuur voor begin april.

Toch kunnen we zaaien.
Radijs, Raapsteeltjes, Wortelen, Spinazie, Erwten, Tuinbonen zijn de typische voorjaarsgroenten die we kunnen zaaien.

Zal dat dan wel groeien?
Wel, het antwoord is ‘bijna niets’! Dus, het zaad blijft in de grond, maar zal tergend traag kiemen. Opkomst verwacht binnen  twee, drie weken. Zaadjes en kiemplantjes zullen niet kapot gaan door de kou, de zaden zullen kiemen, maar het zal een tijdje duren. Niet alleen de koude, maar ook de droogte zal ervoor zorgen dat er weinig animo in zit. Uitdroging van de zaaigrond moet je alvast vermijden.

Kan je dan nog iets aan doen?
afdekking-vliesdoekGoed nieuws, aan dit schrale weer kunnen we iets doen. Veel is het niet en eigenlijk zijn het tips die we dikwijls begin april kunnen toepassen. Alleen hebben ze nu dubbel zoveel effect dan in een normaal jaar.

1. De grond vochtig maken.
De grond waar we willen zaaien, een dag vooraf al eens vochtig maken. Niet echt water geven, want de onderste laag zal wel vochtig zijn. Maar gewoon de bovenste laag vochtig maken. Een vochtige grond neemt overdag iets minder snel warmte op, maar zal ’s nachts ook minder snel afkoelen, kortom een vochtige grond is gemiddeld gezien warmer dan een droge grond. Alhoewel je, als je alleen de situatie overdag bekijkt, het wel eens anders zou kunnen inschatten. Al eens gedacht aan de koude nachten in de woestijn?

2. Na het zaaien de grond afdekken.
Dat kan met een vliesdoek zijn (groeivlies), met flodderfolie, met een tunneltje. Met wat je ook afdekt, ’s nachts en overdag zal het een paar graden verschil maken en zal de kieming dubbel zo snel gaan. Wedden dat onder zo’n dekentje eind volgende week de radijsjes en de spinazie gekiemd zijn? En dan kunnen plantjes  nog de hele maand april verder groeien onder de doek om zo hun voorsprong verder op te bouwen.

Besluit : misschien heb je paasvakantie, Misschien heb je zin én tijd om in de moestuin te werken. Misschien vind je het leuk om bij dit gezonde weer  in de moestuin te kunnen werken. Laat de kou u niet tegenhouden en ga aan de slag met bovenstaande tips. Hou jezelf en de zaadjes warm en zaaien maar!

Het gras groeit niet… Onze groenteplantjes wel?

afhardenSommige groenteplantjes uit het tuincentrum kan je nu beter maar naar huis halen. Want, aangezien er niet zoveel animo is, worden ze daar stilaan groter en weker. Ook al kan je niet planten, het lijkt aangewezen zelf de plantjes wat te verzorgen om straks te kunnen starten met een korte, stevige plant. 

Drogende koude
Deze middag kwam ik mijn jas en een dikke muts halen. Toch even het weer verkeerd ingeschat. Van achter het glas lijkt het nog wel mee te vallen. De gevoelstemperatuur is -1°C ! De wind zie je niet waaien, wegens geen blaadje te bespeuren, maar je voelt het wel. Ijzig koud! De drogende, koude wind is nu de grote spelbreker.

Plantjes die uit een beschermde omgeving komen zullen nu enorm afzien door uitdroging en ’s morgens door de kou. Afharden is de boodschap. Anders is de kans op een terugslag in de groei reëel. Wie een folie of vliesdoek niet ziet zitten kan de Bloemkool, Broccoli, Peterselie, Slasoorten, Spitskool, snijselder, overplanten in een groter bloempotje van 10 cm. En zo nog wat verder kweken op een beschutte plaats tegen het huis of tuinhuis aan. Dan kun je binnen twee weken starten met een grote plant! Heb je daar geen zin in, dan plant je straks een goed afgeharde plant onder vliesdoek of folie of tunnel.

Zomaar nu plantjes uit het tuincentrum zonder bescherming in de tuin zetten lijkt een nuloperatie te worden. En voor een stuk een processie van Echternach. Hoe kan je dan wel voorsprong opbouwen? Door nu plantjes te kopen, ze af te harden, en binnen een week in de tuin te zetten. Heb je nu al afgeharde plantjes, dan kan je ze nu wel al in open lucht planten, maar een vliesdoek of folie lijkt de eerste dagen toch wel een groot pluspunt opdat de groei niet zou stilvallen.

Ajuin en sjalot kan je nu wel planten. Folie hoeft niet. Aardappelen kan je ook planten. Op voorwaarde dat ze goed volledig voorgekiemd zijn! Zoniet kan je best nog wat laten groeien op hun kiemplaats. Wil je vroeg nieuwe aardappelen? Leg er dan maar een folie of doek op.

Wat doe je met die plantjes uit het tuincentrum?
M4110018a (3)Bloemkool, Broccoli, Sla, Peterselie, Spitskool, Vroege prei zijn typische voorjaarsgroenten die je nu kan planten. Haal nu plantjes uit het tuincentrum. Zet ze de eerste drie dagen overdag buiten in een plastic box en ’s nachts binnen op de koelste plaats. Laat ze de twee volgende dagen buiten ’s nachts, maar dek ze af met een krantenkatern. Na vijf dagen heb je een goed afgeharde plant die je kan overpotten in een grotere bloempot en op een beschutte plaats nog wat groter telen. Of je kan ze uitplanten. Onder folie zolang het overdag geen 10°C wordt, om de voorsprong niet weer in te leveren. Dit laatste alleen maar als de planten al een normale grootte bereikt hebben.

Besluit : planten van groenteplantjes zonder bescherming lijkt momenteel toch wel een riskante situatie. Daarom planten we afgeharde groenteplanten onder een folie. Of potten we ze over in een grotere pot om ze dan later in de tuin te kunnen planten. In beide gevallen zullen we zeker iets winnen ten opzicht van iemand die graag wacht tot de vrieskou het land uit is en zich alleen in luchtige kledij de tuin in waagt.

Tot slot nog één tip voor wie al ervaring heeft : Zet de kalender twee weken achteruit, doe alsof het half maart is en lees dan deze artikels. Zo weet je ook  wat je kan doen in de moestuin….

De moestuin in het vroege voorjaar (maart, april) – GroentenInfo

De moestuin in maart en april. (GroentenInfo, Nieuwsbrief nr. 138, 10 de jaargang)

Begin april en het tuincentrum staat vol groenteplanten. Daar sta je dan, als één van de vele beginners. Wat meenemen, wat niet?

De moestuin in maart en april. (GroentenInfo, Nieuwsbrief nr. 138, 10 de jaargang)

Een landelijk startschot voor het  moestuinseizoen kunnen we nu nog niet geven. Te nat in veel regio’s. Zaaien of planten in een te natte grond is af te raden. Enkel dagen zonder regen zijn zeker welkom. En om het drogen te bespoedigen mag het ook wel een graad of tien warmer worden. Zelfs voor de bezitters van lichte, droge grond komt het voorjaar uitzonderlijk laat op gang. Even geduld nog voor velen onder jullie! Alles wat hieronder opgesomd wordt kan ook nog in april. Maar hou je klaar, want als dit jaar het seizoen eenmaal begint, ja dan…

Deze nieuwsbrief brengt u tips bij de vroegste teelten die traditioneel vanaf maart in de moestuin geteeld worden:  tuinbonen, erwten, vroege aardappelen, ajuin, sjalot, wortelen, bloemkool, broccoli, spitskool, spinazie, rode biet, radijs en slasoorten. We hebben het daarbij over de grondbewerking, bemesting, zaaien, opkweek van plantjes, kopen van groenteplantjes en leuke tips bij de diverse teelten.

aWens je, net zoals in deze nieuwsbrief, wat meer diepgang en kennis bij het moestuinieren op te doen, overweeg dan eens de aankoop van de Groente & Fruit Encyclopedie. Het is waar, een moestuin is een echt plezier, je kan er echt van genieten,  en moeilijk hoeft het niet te zijn. Maar het wordt nog veel leuker als je al doende én al lezend je kennis beetje per beetje kan bijspijkeren. Met wat achtergrondkennis wordt eigen groenten telen nog veel plezanter .  Duikt er al eens een probleempje op, dan heb je met de Groente en Fruit Encyclopedie een altijd raadpleegbare vraagbaak bij de hand.  Lees nu alle info over de vijfde druk van de Groente en Fruit Encyclopedie.

Ook Tuinman Peter brengt ons deze maand enkele nieuwe artikels. Dit zijn ze. Allemaal stuk voor stuk prachtige artikels. Bedankt Peter om dit te delen met ons!

Aardbeien : onbekende rassen, smaken, kleuren en texturen.
beaseascapeTuinman Peter brengt ons een superleuk en origineel artikel. Het werd een bloemlezing van te weinig gekende smaken, kleuren en texturen van talrijke bekende maar vooral minder bekende aardbeirassen. Het resultaat van jarenlang kweken, proeven en aantekenen. Geïllustreerd met tientallen foto’s.  Lees verder

Oerprei kweken in de moestuin, eenvoudig en veelzijdig.

115een mooie oogst voor de diepvriesIn dit artikel beschrijft Tuinman Peter zijn teeltwijze van oerprei, een minder bekende alliumsoort. Deze doorlevende groente is voor de hobbytuinder interessant omwille van de gemakkelijke teelt en talrijke toepassingsmogelijkheden in de keuken.
Na de uitgebreide teeltbeschrijving volgt nog een fotoreportage. Lees verder

Zuring, makkelijk in de moestuin, een zoektocht in de keuken.

In dit artikel schrijft Tuinman Peter enkele ideeën over over zuring (zurkel), een ietwat vergeten bladgroente. Lees verder

Zaai nu uw eigen kiemgroenten!

kiemgroenten-potjes (5)In dit artikel van Tuinman Peter beschrijft hij zijn verschillende teeltwijzen. Dit alles rijkelijk geïllustreerd met eigen foto’s. Je komt er ook te weten welke groentesoorten je zo allemaal kan gebruiken. Lees het artikel en ga daarna onmiddellijk zelf aan de slag! Lees verder

 

De groentetuin in het vroege voorjaar.

Welke grondsoort u hebt en de waterdoorlaatbaarheid ervan bepaalt  of u al dan niet aan de slag kan in de moestuin. Bezitters van lichte en droge gronden (artikel) zijn in het voordeel. Lichte gronden zijn niet alleen droger maar warmen ook sneller op. In  volle zomer zijn dit wel de gronden die het snelst onder de droogte te lijden hebben.

Wat er allemaal kan in maart en april :

  • Erwten zaaien en planten.
  • Rode bietjes zaaien
  • Tuinbonen zaaien, voorkiemen en planten
  • Spinazie zaaien
  • Worteltjes zaaien
  • Radijs zaaien
  • Aardappelen planten (onder folie tot begin april) Lees ook aardappelen poten en aardappelen, pootgoed snijden.
  • Slasoorten planten (onder folie tot half maart) kan ook al.
  • Vroege bloemkool  planten
  • Broccoli planten
  • Ajuin en sjalot planten
  • Peterselie planten
  • Ajuin zaaien
  • Zaaien in de kas, voor de plantopkweek : plantjes voor spitskool, sla, bloemkool, broccoli, prei, selder

Zit het weer voorlopig niet mee of is de grond nog te nat? broccoli

Geen nood. Het is nog maar half maart en zowat alle vroege teelten kunnen nog de hele maand april opgestart worden. Plantgoed dat klaar is om te planten, maar de grond niet in raakt wordt best beschut tegen de regen om doorweken van de potgrond en uitspoelen van voeding te vermijden. De kans is echter groot dat de zelf opgekweekte plantjes het ritme van dit seizoen gevolgd hebben en best nog een weekje verder opkweken kunnen verdragen. Zijn ze groot genoeg, zet ze dan wat koeler, maar zet ze wel in het licht.  Vergeet ook niet de plantjes af te harden. Vooral deze die je koopt in het tuincentrum zijn dikwijls verwend geweest, zowel bij de plantenkweker als in het tuincentrum zelf. Als je na de aankoop deze plantjes onmiddellijk uitplant in de tuin veroorzaakt dit een groeischok. Dus, laat de plantjes eerst nog enkele dagen in hun bakje. Zet ze ergens op het terras maar laat de perspotjes niet uitdrogen.En neem ze enkel binnen, als het zou vriezen de eerste paar dagen na de aankoop.
Na 5-7 dagen kunt u in alle veiligheid de plantjes in de uitplanten. De bladeren hebben ondertussen een waslaag opgebouwd en de steeltjes zijn steviger geworden. Niet alleen de kou, maar ook de wind en de uitdroging kunnen ze nu veel beter verdragen.

Voor wie plantjes wil aankopen in het tuincentrum en graag wil weten waar er op moet gelet worden is het uitgebreide artikel “over groenteplantjes kopen” een absolute aanrader. Je leest er nog meer over afharden en tips bij iedere groentesoort die je nu in het tuincentrum vindt.

Hebt u planten die door het wachten hun groeimedium dreigen te ontgroeien, dan kunt u eventueel ook overpotten in grotere potten. Vooral koolgewassen lenen zich goed daartoe (zie foto hiernaast uit het artikel spitskool telen). Hetzelfde kan je doen met plantjes die je nu koopt maar nog niet wil of kan uitplanten. Dit is zelfs een aanrader om de teelt te vervroegen. Zo kan je straks starten met een grotere plant en een klein beetje achterstand inhalen.

Pootgoed van ajuin of sjalot legt u in afwachting zo koel mogelijk. Net als pootgoed van aardappelen dat je al een tijdje aan het voorkiemen was en waarvan de scheuten te lang dreigen te worden.

Vroeg spruitkool-rupsen-koolwitje-klein

Vroeg starten biedt een aantal voordelen. Zo zijn we een aantal veel voorkomende plagen (koolvlieg, wortelvlieg, rupsen en bladluizen) en schimmelziekten  te snel af. En hebben we minder last van de droogtegevoeligheid van sommige lichte gronden.  Wie vroeger start kan de werkzaamheden (en de oogst) wat spreiden. Nog een geluk dat, als het weer geen al te grote bokkesprongen maakt, ook de plagen dit seizoen wat later zullen zijn.

Grondbewerking.

Bewerk de grond niet als deze nog te nat is. Controleer in ieder geval goed de vochtigheid van de grond vooraleer je aan de slag gaat. Neem wat grond in de hand en knijp het samen, lekt er water uit, wacht dan nog wat met de grondbewerking. Wie te natte grond bewerkt veroorzaakt structuurbederf waardoor de plantengroei achteraf sterk gehinderd wordt. Ook in april kan je  nog starten met de hierna opgesomde teelten! Wat je, bij aanvang van een mooi-weer periode, wel kan doen is de grond oppervlakkig open breken. Dit bevordert het opdrogen van de grond. Indien er groenbemester moet ondergewerkt worden, er veel onkruid staat,  of als je veel stalmest wil inwerken is spitten nodig. Heb je de grond tijdens de winter afgedekt met een laagje compost, dan is die waarschijnlijk onkruidvrij en luchtig van structuur, dan is het omwoelen met de spitvork waarschijnlijk voldoende.

 Afdekken afdekking

Voor het zaaien. Je kan de natuur een handje toesteken door al vroeg in het voorjaar stukjes grond af te dekken met zwarte plastic, zo blijft de grond droog en warmt hij ook wat sneller op. En ben je minder afhankelijk van het weer om te kunnen starten in de moestuin. Bij langere droge periodes gaat de plastic er beter af om het drogen te bespoedigen.

Na het zaaien kan je de kieming makkelijker maken door af te dekken met doorzichtige gaatjesplastiek of vliesdoek. De warmte zal de zaden sneller doen kiemen. Hevige regen zal de grond niet toeslaan. En bij schrale voorjaarswind droog het onder de folie of groeivlies niet uit.

Lees het artikel Plastiekfolie en vliesdoek helpen de vroege moestuinder om te zien hoe ander moestuinders gebruik maken van afdekking om teelten te vervroegen.

Plantenopkweek zaaien

Is het buiten niet goed, binnenshuis of in de kas, tunnel of koude bak konden we wel al volop uitzaaien en plantjes opkweken (zie  de nieuwsbrief van vorige maand, 16 februari). Er is nog steeds volop de mogelijkheid om  broccoli, bloemkool, spitskool, slaplantjes zelf op te kweken zoals in de vorige nieuwsbrief aangegeven. Onder  bescherming kan er nu ook nog herfst- en winterprei gezaaid worden. Wat in februari nog niet kon, wegens te vroeg, was de opkweek van Selder (artikel over de teelt) en peterselie (artikel over de teelt)  Dit kan vanaf nu wel,   maar dan wel best in een warme ruimte om de kieming te bespoedigen. Warmte is bij selder ook belangrijk om vroegtijdige bloei (opschieters) te vermijden. De zaaiperiode voor knolselder en bleekselder is vrij kort en situeert zich tussen half maart en half april. Waarom is die periode zo kort? Wel, de zaadjes zijn zeer fijn, de kieming verloopt traag, en de begingroei is niet zo snel.  Zelf selder opkweken is eigenlijk niet aan te raden voor ‘eerstejaars’ tuiniers. Bij het zaaien binnenshuis of in de kas zijn temperatuur en licht de sleutelwoorden. Tot aan de kieming kan je het zaaibakje best zo warm mogelijk zetten. Vanaf het moment dat de zaadjes aan het kiemen gaan,  is licht veel belangrijker. Dan moet je het zaaibakje bij heel veel licht plaatsen. Bij te weinig licht fileren de planten en worden ze dun en zwak.

 

 Organische bemesting stalmest

Bij het spitten wordt er stalmest, compost of eventueel gedroogde koemest ingewerkt. Dit is de basisbemesting. De hoeveelheid hangt af van de vruchtwisselingsgroep. Koolgewassen en vruchtgroenten en aardappelen hebben een grote behoefte aan stalmest of compost. Bladgroenten,  hebben net iets minder nodig maar zijn hoe dan ook zeer dankbaar voor een flinke organische bemesting.  Veel Wortelgroenten en peulgewassen behoeven op goed onderhouden grond geen organische voorraadbemesting. Uitzondering zijn de aardappelen die niet houden van een te arme grond, dat lees je dan wat verder in dit artikel. Afhankelijk van de teelt die op het perceel komt wordt deze organische voorraad bemesting dan aangevuld. Dit kan met minerale, samengestelde meststof of gedroogde, organische mest met verrijkte samenstelling zijn. 

Zie ook het artikel "kiezen tussen minerale en organische handelsmest aan de hand van 10 vragen"

Door de natte winter en het koude voorjaar zal de hoeveelheid direct beschikbare stikstof eerder beperkt zijn. Ook de compost zal pas later voeding afgeven. Wil je daar het fijne van weten, dan is het artikel “Stikstof bij vroege groenten vraagt aandacht” aan te bevelen lectuur. Zo lees je daar waarom je in het vroege voorjaar soms wat snelwerkende stikstof kan geven.

 

Ajuin en andere wortelgroentenajuin

Denk eraan dat niet alle vruchtwisselingsgroepen gediend zijn met stalmest. Met name het perceel van de wortelgewassen (ajuin, wortelen, sjalot) en van de peulgewassen krijgt geen stalmest,  een zeer kleine hoeveelheid goed verteerde compost (5 liter per m²) kan wel. Stalmest kan bij wortelen en witloof en schorseneer kan zelfs vertakte wortelen veroorzaken.

Voor ajuin, sjalot en wortelen wordt er dus vlak voor de teelt weinig organisch materiaal ingewerkt en er wordt in principe niet bemest met stikstof. De stikstof die vrijkomt uit de humusafbraak zou op goed onderhouden percelen moeten volstaan. Twijfel je daar aan, gebruik dan maximaal 40 g/m² samengestelde meststof. Kalium toedienen voor deze wortelgroenten is dan wel belangrijk. Dit is ook een aanrader bij de bemesting van aardappelen. Gebruik daarvoor bijvoorbeeld patentkali (30% Kalium). Een goede dosis is op lichte grond 60 gram/m². Op zwaardere grond, waar de kalium tijdens de winter minder uitspoelt is 40 g/m² voldoende. Bij wortelen moet de kaliumgift tijdig gebeuren. Kiemplantjes van worteltjes verdragen geen verse  mest, dit geeft verbranding door een te hoge zoutconcentratie. Een organische kaliumbron zoals vinasse (38% K) kan ook gebruikt worden. Kalium is bij veel groenten een zeer belangrijk voedingselement, bij wortelgroenten en  vruchtgroenten zelfs belangrijker dan stikstof.– Lees daartoe het artikel Kalium bij groenten. – Stop de plantajuintjes niet helemaal in de grond, zeker niet op zware grond of probeer eens de tip van Adelin uit : Ajuin planten op worteldoek. – Lees ook Ajuin en sjalot planten

 

Erwten en peulenerwt

Het perceel van de erwten kan een kleine dosis samengestelde snelwerkende meststof (30 g/m²) krijgen als startbemesting. De grond is koud, de mineralisatie is nog niet op gang gekomen en de voorraad aan stikstof is tijdens de winter flink uitgespoeld. Als ze wat groter zijn halen de erwtenplanten de stikstof uit de lucht via de wortelknobbeltjes die op de wortels zitten. Daarin zitten bacteriën die de stikstof omzetten tot nitraten en die zijn opneembaar voor de plant. Na de teelt van erwten of bonen zal de grond meer stikstof bevatten. Zeker als we de erwten of bonen boven de grond afknippen en de wortelresten in de grond laten.

– Lees Erwten zaaien en planten (volledige teelthandleiding) en ook erwten voorkiemen. – zaaikalender erwten en peulen

Zowel voor erwten als voor tuinbonen is voorkiemen een aanrader. Of zelfs het voorzaaien van erwten of tuinbonen in potjes is nu nog zinvol, want velen  voorzien pas in april te kunnen starten in de moestuin. 

Spreid de erwten open  en leg ze in een bodem van water die net boven de erwten uitkomt en laat ze zwellen.  Enkele uren later is het water bijna verdwenen en giet ik er nog wat water bij tot halfweg de hoogte van de erwten.  Daarna houden we de erwten gewoon vochtig. Dit kan door ze open te spreiden in één laag. Het schaaltje, waar een bodempje van hooguit één mm water inzit, dek ik af met een folie zonder echte volledig af te sluiten. Giet eventueel het bodempje water twee keer per dag en vervang het door vers water. Na een viertal dagen zie je een worteltje verschijnen. Deze gekiemde erwtjes kan je dan uitzaaien in de tuin. Zaai je erwten in de groentetuin die niet voorgekiemd zijn, dan duurt het toch zeker een week voor het worteltje te voorschijn komt. Is de moestuin nog niet bewerkbaar, dan kan je de erwtjes ook in potjes uitzaaien, zaai er dan een drietal per potje. Die kan je dan later uitplanten.

Heb je al eens sugarsnaps uitgeprobeerd in plaats van peultjes. Ik wel, en het was echt een meevaller. Je ziet het in deze fotoreportage : suikererwten of peultjes? En je ziet er ook nog eens hoe je te werk gaan bij het voorkiemen of voorzaaien in potjes.

Tuinbonentuinboon

Tuinbonen, alhoewel ook vlinderbloemigen mogen een grotere dosis snel werkende kunstmest (40-50 g/m²) én ook wat organische mest (10 liter compost per m²)

Heb je zin om tuinbonen te telen, maar geen idee hoe te beginnen aan deze eiwitrijke groenten? – Lees dan Tuinbonen van zaaien tot oogsten, de serie in vier delen.

Tuinbonen zijn echt gemakkelijk te telen, het enig probleem zijn de bladluizen die later op het seizoen de jonge scheuten aantasten. Maar dat kan bij jou eigenlijk niet meer gebeuren, want al tientallen lezers zonden tips in voor het artikel "Tuinbonen, luizenprobleem"  

Bladgewassen en koolgewassen spitskool

Bloemkolen, broccoli, spitskool en spinazie hebben behoefte aan een rijkere grond. Hier gebruiken we zowel stalmest of compost alsook een samengestelde meststof. Hou er bij de vroege teelten rekening mee dat de organische bemesting niet onmiddellijk ter beschikking is van de plant. En dat de mineralisatie en omzetting van organische mest zo vroeg op het jaar heel gering is. Vandaar dat hier een aanvulling met samengestelde, snel werkende kunstmeststof een voordeel is (80 g/m²). Wilt u zich wat verdiepen in wat hierboven kort weergegeven is, lees dan eens het artikel Stikstofbemesting bij vroege groenten vraagt bijzondere aandacht.

Ook een tip speciaal voor dit voorjaar, voor wie nog niet kan beginnen in de vollegrond en toch niet alle tijd wil verliezen : het artikel voorzaaien van spinazie in potjes.

Aardappelen aardappel

Ook aardappelen hebben een grote behoefte aan organische mest. Maar hier moeten we opletten met te veel aanvulling van samengestelde meststof. Te veel stikstof veroorzaakt overdadige loofgroei, met een slechte kwaliteit van de aardappelen en  meer kans op aardappelplaag tot gevolg. Een bijbemesting met Kalium, zoals uiteengezet in het artikel Bemesting aardappelen is daarentegen een aanrader. Zo vermijd je een overdadige loofgroei en is de kwaliteit van de aardappelen veel beter. Gebruik daarvoor patentkali (30% K). Een goede dosis is op lichte grond 60 gram/m². Op zwaardere grond, waar de kalium tijdens de winter minder uitspoelt is 40 g/m² voldoende.

Kan je wat tijd nemen om je te verdiepen in de aardappelteelt vanaf de aankoop van het plantgoed tot het oogsten. Dan is de link "gratis cursus aardappelen telen in de groentetuin” aan te bevelen.

Waarschijnlijk is de grond nog te nat en te koud om te planten. Maar, als je dit nog niet gedaan hebt, koop nu wel uw pootgoed. Je kan het immers een maand laten voorkiemen. Het is weinig zinvol vroege aardappelen te planten die nog niet voorgekiemd zijn. Zo verlies je een flink stuk van de vroegheid en wordt het aantal groeidagen veel langer.

Wil je eens wat speciaals uitproberen? Dan is er het artikel “aardappelen telen boven de grond” !

Nu tijd om raapstelen om in open lucht te zaaien.

Wie straks als eerste verse groenten uit zijn tuin wil halen moet misschien eens denken aan raapstelen. Moeilijk is het helemaal niet. En het resultaat van uw inspanningen wordt vrij snel beloond.  Lees nu alles over de teelt van raapstelen

Het planten van aspergeplanten ( gezaaid of gekocht)

Maart is een goede periode om asperges te planten. Gekochte planten, of misschien wel zelf gekweekte planten. In dit artikel leest u over hoe je te werk gaat bij het planten van asperges en wat de aandachtspunten zijn. Vanzelfsprekend kunt u op dezelfde manier te werk gaan als u planten gekocht hebt. Met tien stap-voor-stap foto’s.
Lees het artikel over asperges planten, kik hier.

 

Rabarberpotten.
Kent u ze al, die decoratieve rabarberpotten om vroeg in het voorjaar langgerekte rabarberscheuten te hebben? Lees verder.

 

10 verschillende groentevullingen voor eieren.
Voor de Paaslunch. Gevulde eitjes zijn een verrassend hapje vooraf. Niet alleen voor de paasbrunch of het traditionele paasmaal, maar voor alle feestelijke gelegenheden. Vooral voor kinderen zijn ze plezierig om maken. Laat de jongste kinderen helpen om de eitjes uit te lepelen, eiwit en dooier te prakken, de groenten te mengen of de eitjes te vullen. Oudere kinderen die met een mes overweg kunnen, mogen de groenten ook in reepjes en blokjes snijden.
Lees verder

Groenten zaaien ? Hoe afdekken?

De groentezaden afdekken met tuingrond is niet altijd eenvoudig. Soms is de grond te droog, soms bevat hij te veel kluiten. En onstaat er korstvorming waardoor de zaden niet boven raken. Verder bevat deze grond ook onkruidzaden die dan tegelijkertijd met de groenten en tussen de groenten kiemen.
Herman De Moor was op zoek naar een goede methode om, bij het ter plaatse zaaien, de zaden af te dekken en de boven genoemde nadelen te omzeilen. Zijn resultaten met een aangepast grondmengsel om de zaden af te dekken waren dusdanig goed, dat hij het de moeite vindt om deze teelttechniek, in de vorm van een artikel, aan de lezer(s) te laten geworden.
Lees hier de nuttige zaaitip van Herman.

 

Hoe zit dat nu eigenlijk met de plantdatum van aardbeien?

Heb je net op GroentenInfo gelezen dat je aardbeien best plant zo ergens in augustus. Dan kom je dan één van deze dagen in het tuincentrum, en  zie je daar aardbeienplanten in potjes staan. Of misschien, zoals ik vorige week, aardbeiplanten uit de koelcel, verpakt als in turfmolm, in het rek van de bloembollen. Deze laatste zijn dan zogenaamde frigoplanten.

InlineRepresentationa579bfd4-22f6-44a3-bdf7-77a57f5015fa[4]

Hoe zit dat nu? In augustus planten of in maart? Of…?

In dit artikel wordt er uitgelegd waarom aardbeien van oudsher in augustus geplant worden. En dat er nu ook de mogelijkheid is om in het voorjaar te planten. Maar wat is nu het beste?

Lees verder

Radijs als tussenteelt radijs

Vergeet niet om de, in het begin, nog  ruime tussenafstand tussen de rijtjes sla, ajuin, erwten op te vullen met wat radijsjes. Zaai er niet meer dan nodig, maar zaai er iedere week. Later op het seizoen is radijs minder makkelijk. Op lichte grond raakt de radijs snel aangetast door de made van de koolvlieg. En bij grote hitte/droogte word radijs snel voos. Radijsjes horen dan ook bij de (vroege) lente.

Alleen in de lente kan je ze overal in de tuin zaaien. Later op het seizoen kunnen ze ook de drager zijn van knolvoet en horen ze net als alle andere koolgewassen thuis op een apart perceel.

Rode biet rode biet

  • Voor de bewaarteelt van rode biet is het nog wat vroeg, maar toch kan je vanaf eind maart al een vroege teelt van rode biet in open lucht zaaien. Rode biet vraagt wat meer voeding dan andere wortelgroenten. Geef als extra bovenop de organische bemesting een 50g/m² van een kaliumrijke, samengestelde meststof (12+10+18). Je kan de rode biet al jong oogsten. Je kan gerust wat dichter zaaien dan aangegeven. De zaailingen die je uitdunt kan je gebruiken al vroeg gebruiken als baby-leaf.

Wortelenwortelen Voor de grovere Nantes-types (zomerwortel, waspeen) is het nog wat te vroeg, net zoals voor de winterwortel. Maar de wortelen van het type Amsterdamse Bak (bospeen, busselwortelen, jonge worteltjes) kunnen nu volop gezaaid worden. Gebruik geen stalmest. Ook een stikstofbemesting is voor deze jong te oogsten wortelen niet nodig. Kalium wel. Bij wortelen moet de kaliumgift tijdig gebeuren. Kiemplantjes van worteltjes verdragen geen verse  mest, dit geeft verbranding door een te hoge zoutconcentratie. Gebruik ongeveer 45 gram patentkali per are. Een organische kaliumbron zoals vinasse (38% K) kan ook gebruikt worden. Wie in maart worteltjes zaait en deze tijdig/jong oogst, kan nog net de wortelvlieg voor zijn. Vanaf 10 april is afdekking met insectengaas aan te raden.  Aangezien wortelen en ajuin ongeveer dezelfde voedingsbehoefte hebben kan je ook afwisselend een ruitje ajuin en wortelen zaaien om zo de aantasting door wortelvlieg te verminderen. Er ontstaat dan geurverwarring. Maar enkel afdekken met insectengaas biedt 100% bescherming. Moet je de worteltjes dunnen of wieden, verwijder dan het doek ‘s morgens vroeg. Dan is de wortelvlieg nog niet actief.

 

Raadpleeg bij twijfel over het juiste tijdstip en afstanden van de groenten de teeltschema’s voor alle groentesoorten

 

De Groente en Fruit Encyclopedie, vijfde druk is verschenen.

  • a
    De Groente en Fruit Encyclopedie,
    vijfde druk is uit!
    De Groente en Fruit Encyclopedie heeft nogmaals zijn kwaliteit bewezen!

    Vooral de mond aan mond reclame van de vele tuinliefhebbers die het boek kochten zorgt ervoor dat de Groente en Fruit Encyclopedie steeds in de aandacht blijft. Daarom mijn welgemeende dank aan de meer dan tienduizend mensen die de Groente en Fruit Encyclopedie in de afgelopen jaren hebben aangeschaft.

  • Lees nu alle info over de vijfde druk van de Groente en Fruit Encyclopedie.

Tomaten zaaien : alle info die je nodig hebt.

In dit artikel vind je alle belangrijke info die je nodig hebt om tomaten te zaaien.

tomaten zaaien

Het zaaiseizoen voor tomaten is begonnen. Sommigen beginnen al in februari, maar de meest gekozen maand is maart. Eerder in de maand zaaien voor de kastomaten en wat later op de maand zaaien voor de tomaten in open lucht.

In dit artikel lees je niet de ideale en perfecte omstandigheden om te zaaien (bestaan die wel?) maar tips en bedenkingen opdat ook de hobbytuinder met soms eenvoudige middelen toch tot een goed resultaat kan komen. Deze zijn ook gebaseerd op de vele lezersbijdragen, mails en op discussiemomenten tijdens de voordrachten. Met voorbeelden onderaan het artikel.

Lees verder Tomaten zaaien : alle info die je nodig hebt.

Informatie over tomaten zaaien.

De aankondiging “Tomaten zaaien vanaf 10 tot 25 maart!” van Guy op zijn weblog Fruit ABC  deed mij er aan denken dat er op GroentenInfo al meerdere interessante artikels over tomaten zaaien verschenen zijn. Over de exacte zaaidatum lopen de meningen nogal uiteen. Wie de zorgen bij de opkweek wil beperken kan zich inderdaad richten op half maart voor de kasteelt en op einde maart voor de openluchtteelt. Enkele ervaren tuiniers, die graag het maximum uit hun teelt halen, zaaien al eind of zelfs half februari. Het is niet zo dat een maand vroeger zaaien ook een maand vroeger oogsten betekent, de oogst zal  wel bv. één week vroeger zijn en er zal waarschijnlijk, bij een goede groeikracht, een tros meer kunnen geteeld worden. Maar de opkweek van deze plantjes zal meer aandacht vragen in verband met de temperatuureisen van de plantjes, niet iedereen is daartoe uitgerust en voldoende ervaren. Ook wie in maart zaait zal nog een mooi resultaat halen. Maar, dit ter zijde, eerst nog wat leesvoer voor wie tomaten wil gaan zaaien, misschien voor de eerste keer, of gewoon om wat ideeën op te doen. Daarop aansluitend vindt u mijn zaaimethode van 2008 in een fotoreportage van 21 foto’s, zonder tekst, want daarvoor verwijs ik graag naar de andere  vier berichten. Er zijn immers heel wat mogelijkheden om tomaten te zaaien.

Artikels  over tomaten zaaien.

Zelf tomatenplanten kweken, de methode van Cor. Hier doet Cor zijn beproefde methode uit de doeken, onder het motto “Het leed dat je normaal ondervindt bij het uitproberen kun je met dit artikel wel vergeten” Tomaten zaaien : hoe doe jij dat? In dit artikel worden de verschillende aspecten belangrijk bij het zaaien nog eens besproken, met aandacht voor vocht, licht, warmte, zaaisubstraat en zaaimethodes. Tomaten zaaien. Met foto’s stap voor stap. Eén van de eerste artikels op deze weblog. Een praktische methode om wat later op het seizoen tomaten te zaaien zonder extra verwarming van het zaaikistje of belichting. Best wat later op het seizoen uit te voeren. Zaaien en Verspenen (Tomaten kweken bij Herman in 2007 Deel 1) In dit artikel leest u hoe u tomaten kan zaaien en opkweken binnenshuis met behulp van een verwarmde propagator en een lichtbak.

 

Foto’s tomaten zaaien

 

Zo zag mijn zaaimethode er vorig seizoen stap voor stap uit. Ik heb er geen tekst bij vermeld, er zijn immers al vier artikels met tekst over tomaten zaaien, zie hierboven. De beelden spreken voor zich, hoop ik. Indien u toch vragen hebt bij sommige foto’s, stel ze op de voorziene plaats onder dit artikel.
Klik op de foto’s voor een vergroting.

tomaten zaaien 2008-1 tomaten zaaien 2008-2 tomaten zaaien 2008-3

tomaten zaaien 2008-4 tomaten zaaien 2008-5 tomaten zaaien 2008-6

tomaten zaaien 2008-7 tomaten zaaien 2008-9 tomaten zaaien 2008-10

tomaten zaaien 2008-11 tomaten zaaien 2008-11 tomaten zaaien 2008-12

tomaten zaaien 2008-13 tomaten zaaien 2008-15 tomaten zaaien 2008-14

tomaten zaaien 2008-16 tomaten zaaien 2008-17 tomaten zaaien 2008-18

tomaten zaaien 2008-20 tomaten zaaien 2008-21 DSC00068

Het is nu ook het moment om uw zaaimethode onderaan dit bericht toe te voegen. Met dank!

Zaai nu uw eigen kiemgroenten!

Februari, de winter nog steeds in zijn volle ornaat en  de verse groenten uit onze eigen groentetuin raken op. Dit is het ideale moment om kiemgroenten te kweken. In dit artikel leer je hoe en verneem je ook welke zaden je hiervoor kan gebruiken.

collage kiemgroenten

Kiemgroenten kun je kweken op verschillende manieren:

  • in kleine bloempotjes met potgrond
  • in een kiemtorentje
  • op keukenpapier of op katoen
  • in glazen bokalen afgedekt met neteldoek.

PS : Klik op de foto’s om te doorbladeren en te vergroten.

In bloempotjes met potgrond

Je neemt ronde potjes van 10.5cm en vult die met groenten en kruidenpotgrond tot op 2cm van de rand. De resterende ruimte tot aan de rand vul je verder op met zaai- en stekgrond. Hier zaai je nu de te kweken soorten dik op (de zaadjes mogen elkaar bijna raken) en je dekt de zaden af met een laagje van 1mm grof zand. Goed bevochtigen en binnen op de vensterbank plaatsen. Volgens de soort kiemen de eerste plantjes al na 3 dagen. Als de kiemplantjes na 1 tot 2 weken een hoogte bereiken van ongeveer 5cm zijn de plantjes kniprijp en zijn ze te gebruiken bij koude schotels of om te mengen met rauwe bladgroenten die nog kon oogsten uit de tuin of serre (bv groenlof, veldsla)

kiemgroenten-potjes (1)kiemgroenten-potjes (2)kiemgroenten-potjes (3)kiemgroenten2 (1)kiemgroenten-potjes (4)kiemgroenten-potjes (5)

In een kiemtorentje

Er zijn verschillende types van kiemtorentjes.
Die waar ik mee werk (gekocht bij VT zaden) leg ik eerst een enkele laag keukenpapier in. Dit  maak ik vochtig en zaai ook nu aan een hoeveelheid zodanig dat de zaden elkaar bijna raken. Elke dag moet je opnieuw bevochtigen. Als de zaden goed gekiemd zijn moet je de verschillende compartimenten om en om plaatsen zodat er luchtcirculatie is in de zaaibakjes. Als de kiemplantjes ongeveer 3-4 cm mag je oogsten en gebruiken zoals bij de vorige methode.

kiemgroenten-kiemtoren (1)kiemgroenten-kiemtoren (2)kiemgroenten-kiemtoren (4)

 

In een plantenschaal met 2lagen keukenpapier

De plantenschaal goed uitwassen en daar 2 lagen keukenpapier in leggen, dit bevochtigen en opnieuw dik zaaien. Je hoeft een grotere schaal niet met 1 soort te zaaien, meer soorten geven een leuk uitzicht. Hou er wel rekening mee dat je de verschillende soorten op mekaar afstemt zodat de kweekduur niet te sterk uiteenloopt. Als de plantjes 3 tot 4cm hoog zijn kan je oogsten maar je hoeft niet alles ineens te oogsten. Oogst dagelijks zodat de kiemgroente steeds dagvers is.

kiemgroenten-schaaltjes (2)

In glazen bokaaltjes die afgedekt zijn met een kaasdoekje

De gekozen zaden gaan zonder toevoeging in een bokaaltje afgedekt met een neteldoek  waarbij meestal niet meer dan een koffielepel zaad gebruikt wordt. Elke morgen en elke avond moet je onder de kraan spoelen tot de zaden goed rondwellen. Na het spoelen de bokaaltjes omgieten en laten uitlekken, de neteldoekjes maak je vast met een elastiek rond de bokaalhals. Het uitlekken doe je in een plantenschaal en je zet de bokaaltjes schuin op de rand van de schaal (zo laat je zuurstof binnen). De vochtigheid die achterblijft in de bokaal is voldoende opdat de zaden zouden kiemen. De temperatuur voor deze kweek mag niet hoger zijn dan 18-20 graden. Hogere temperaturen zijn niet bevorderlijk voor de gezondheid van de kiemende groentjes. Volgens de gekozen soort kun je reeds oogsten na 5 dagen.

kiemgroenten-bokalen (1)kiemgroenten2 (4)kiemgroenten-bokalen (2)kiemgroenten2 (5)

kiemgroenten2 (3)

De soorten groenten en de beste methodes:

Tuinkers: in een kiemtoren, in potjes met aarde, in een schaal op keukenpapier

Radijs: in glazen bokalen, in een kiemtoren, in potjes met aarde

Zonnebloemen: in glazen bokaaltjes, in een kiemtoren, in potjes met aarde

Waterkers: in glazen bokalen, in onderschalen op keukenpapier, in potjes met aarde, in een kiemtoren

Prei en ajuinscheuten: ideaal in glazen bokaaltjes, in potjes met aarde

Worteltjes: in glazen bokalen, in potjes met aarde

Alf alfa(luzerne): in glazen bokalen, in een kiemtoren, in potjes met aarde

Rode biet: in een glazen bokaal, in een kiemtoren, in potjes met aarde

Sla in verschillende soorten: in potjes met aarde, in een kiemtoren

Broccoli: in potjes met aarde, in een kiemtoren en niet in glazen bokaaltjes(de kiemplantjes verslijmen na een paar dagen, weet niet waarom maar het gaat gewoon niet)

Andere soorten kooltjes: in glazen bokaal, in potjes met aarde, in een kiemtoren

Erwten: in een grote pot met aarde en dan bleken in het donker

Spinazie: in glazen bokaaltjes, in potjes met aarde, in een kiemtorentje(je moet steeds de zaadhuid manueel plukken)

Rode kool(zeer decoratief door de rode kleur): in glazen bokaaltjes, ideaal in potjes met aarde zo veel mogelijk in de zon voor de rode kleur

Rucola: in potjes met aarde, in een kiemtorentje

Basilicum: in potjes met aarde

Koriander: in potjes met aarde, in een kiemtorentje

Knolvenkel: in potjes met aarde

De zaden die je gebruikt voor de kiemgroenten kunnen uit een gewoon zakje zaad gehaald worden, maar je moet altijd niet ontsmet zaad gebruiken.
Je kan ook speciale biologisch gekweekte zaden gebruiken, dit zijn natuurlijk de gezondste (oa van het merk Lima).

Hoe kan je niet ontsmette zaden herkennen? De Belgische wetgever (en wie weet ook buitenlandse maar dit weet ik niet) bepaalt dat een ontsmettingsmiddel steeds een goed zichtbare kleurstof moet bevatten(vb. groen) zodat je bestrijdingsmiddelen kunt herkennen op zaden.

Veel succes bij het kweken en proeven!

Groetjes,

Peter

DSC08116kiemgroenten in een aantrekkelijk jasje als een geschenk

DSC08110DSC08113DSC08120

Lente-ui, pijpajuin, bosui, sla-ui, schalulleke in januari, februari planten

Klik op de foto’s voor een vergroting en een beschrijving.


“Er is nu volop plantajuin te bekomen in het tuincentrum. Buiten kunnen ze nog niet de grond in. Maar in de kas, tunnel (of koude bak straks) wel. Binnen de zes weken oogst je al jonge, frisse lenteui! Zeker eens proberen! Je kan ze dichter opeen planten, dan bij de gewone teelt, het is de bedoeling heel jong te oogsten. Plant niet te diep, de top van het uitje mag nog net zichtbaar zijn.
Plantui kan je in de kas uitplanten vanaf januari.
Van zodra de grond bewerkbaar is kan je in open lucht planten vanaf maart.
Alles over plantajuin telen, lees je op de website :
http://www.plantaardig.com/groenteninfo/ajuin_plantui.htm”

From Nu lentuitjes telen in de kas, in de plastiektunnel, ….. Posted by GroentenInfo on 2/11/2011 (7 items)

Generated by Facebook Photo Fetcher 2


Tien tips bij het zaaien van groenten voor de moestuin

De kiemplantenziekte, omvalziekte (Pythium spp.) kan al eens roet in het eten gooien van de beginnende tuinier die graag zijn plantjes voor de moestuin zelf opkweekt. Het is de meest voorkomende oorzaak van het afsterven van pas gekiemde groenteplantjes. Op de grens van grond en lucht ontstaat er een bruinverkleuring van het stengeltje waardoor het plantje al snel ‘omvalt’. Dit wordt ook wel ‘smeul’ genoemd. De schimmel zal van daaruit verder doordringen naar het jonge (pen)worteltje dat ook bruin wordt. Meestal is dit proces onomkeerbaar. Er is bij de kiemplantenziekte geen typisch kenmerk zoals schimmelpluis. Het enige wat opvalt is de insnoering en bruinverkleuring van het nog jonge stengeltje.

Hoe kan je de omvalziekte bij het zaaien van groenten voorkomen?

Lees het onder deze foto van een komkommerplantje dat  ten prooi viel aan de kiemplantenschimmel.

omvalziekte

  • Werk proper. Zorg voor nieuwe of volledig proper gemaakte potjes en zaaiteilen. Was gebruikte zaaibakjes met detergent en spoel ze daarna af. Restjes grond aan de zaairecipiënten zijn ontoelaatbaar
  • Gebruik gezonde grond. Zorg voor steriele zaaigrond. Gebruik enkel zaaigrond ‘uit de zak’. Geen gebruikte zaaigrond en al zeker geen aarde uit bloempotten of uit de groentetuin.
  • Te nat vermijden. Zorg ervoor dat de zaaigrond nooit te nat wordt. Eénmaal te nat kan je de grond op korte termijn nog moeilijk droog krijgen.
  • Gebruik luchtige zaaigrond. Om een luchtige zaaigrond te bekomen kan je één derde wit zand toevoegen. Zo heeft het per ongeluk te veel water toegediend water geen al te grote gevolgen omdat zaaigrond met zand zeer goed draineert.
  • Geen teiltje eronder. Geef nooit water door het zaaibakje met pas gekieme groenteplanten in een schaaltje met water te zetten. Het laten opzuigen van water langs onder zorgt ervoor dat het snel veel te nat wordt.
  • Water geven voor het zaaien. Heb je de indruk dat de zaaigrond wat aan de droge kant is, geef het voorbereide zaaipotje dan wat water voor het zaaien van de groenten en liefst nog een dag voordien.
  • Een droge afdeklaag. Als het zaaien al in een luchtig mengsel gebeurde dan is dit nog meer belangrijk voor het afdeklaagje. Gebruik ook hier een mengsel van potgrond en zand, of gebruik rivierzand (rijnzand).
  • Vernevelen op de afdeklaag. Na het zaaien en het aanbrengen van een heel dun laagje afdekgrond (ook hier is een mengsel potgrond-zand ideaal) kan je lichtjes bevochtigen met een nevelspuitje (handspuitje)
  • Geef heel veel licht. Plaats de pas gekiemde groenten  bij voldoende licht zodat het stengeltje steviger wordt en minder gevoelig voor aanvallen door de kiemschimmel
  • Maak snelheid. Een snelle kieming is belangrijk, zorg dat de zaaigrond opgewarmd is vooraleer te zaaien en plaats het zaaibakje de eerste dagen bij kamertemperatuur. Het gebruik van bodemwarmte is ideaal.  Afhankelijk van de soort groente breng je het nog net voor de opkomst naar een gematigde temperatuur.

zaaigrond_zand_mengen_collage

De teelt van raapsteeltjes: gewone groene of gele malse?

raapstelen Dit artikel is bedoeld voor twee groepen tuiniers….

1. Zij die nog nooit raapstelen geteeld hebben, er misschien zelfs nog noiit van gehoord hebben, maar toch graag dit voorjaar al die teelt eens zouden willen uitproberen. Ik gok dat in deze groep de Vlamingen een lichte meerderheid zullen hebben.

2. Zij die al jaren met plezier als eerste voorjaarsgroente raapsteeltjes oogsten. Dit zullen voor voor de grote meerderheid Nederlanders zijn, dat denk ik toch.

De eerste groep kan hier hopelijk voldoende kennis en inspiratie opdoen om heel binnenkort aan de slag te gaan. De tweede groep zal waarschijnlijk nog heel wat tips aan dit artikel toevoegen. Want ik ben zelf  een Vlaming :-).

Hier gaan we dan!

De seizoenen

Raapstelen zijn de lentegroente bij uitstek. Juist hun vroege oogst maakt deze groente zo populair.  Alhoewel je ze ook nog in de zomer of het najaar kan telen, worden ze overwegend geoogst in de periode april-mei. Je ziet ze weinig geteeld in de zomer. De concurrentie van andere groenten is te groot en de meeste varianten van raapstelen zullen in de zomer te snel doorschieten. Bij zomerteelten zal de malsheid ook wel tekort schieten. 
Als herfstteelt kunnen raapstelen eigenlijk wel prima, maar dan is er de concurrentie van vele andere (kool)gewassen, waardoor ze ook dan minder geteeld worden dan in het voorjaar.

De namen

Deze heerlijke lentegroente is regionaal nog bekend onder diverse andere namen. Ze worden ook rubbeke,  kelen (Westland), Amsterdams vet, steeltjes, ribbekens (Vlaanderen) genoemd en soms worden de namen snijmoes, stengelmoes, bladkool of namenia gebruikt. Alhoewel deze laastste vier benamingen eerder de onderverdelingen binnen het gewas raapstelen zijn. (zie verder in dit artikel). gele malse
Raapstelen “Gele Malse” (foto http://www.flickr.com/photos/sarahivy/729430539/)

 Namenia
Namenia, bladmoes (foto http://www.koys.de/Gemuese-Abenteuer/Blatt/Namenia.php )

De groente of de teeltwijze

Raapsteeltjes is eigenlijk niet de naam van een groente, maar wel de naam van een teeltwijze. Raapstelen, snijmoes, bladmoes, namenia het zijn allemaal teeltwijzen van diverse koolsoorten (Brassica’s zoals raap, koolraap, chinese kool).

De indeling

1. Bladmoes of Namenia heeft helder groene, sterk ingesneden bladeren.  Een afwijkende teeltwijze van Namenia is de herfsteelt. Dan wordt er gezaaid in augustus en in de rij gedund op 25 centimeter. Zo lijkt de kweekwijze iets meer op deze van andijvie, maar de hoofdreden van deze ruime afstand is dat Namenia gevoelig is voor rot bij een te nauwe plantafstand in de vochtige herfst. Maar je ziet ook in de herfst wel Namenia met een dichtere plantafstand. Zij behoren allemaal tot de soort Brassica napus (koolzaad, koolraap). Net zoals de meer recente Mizuna is de smaak van deze groep het meest intens.

2. Gele Malse wordt geteeld uit het zaad van diverse rassen Chinese kool. Het blad is dan ook veel lichter en zachter van kleur dan dat van Namenia. Deze groep raapstelen verdraagt iets minder goed koude weersomstandigheden. Zaaien in de kas of indien in open lucht iets later in het voorjaar is voor deze groep ideaal. Wil je ook in de zomer raapstelen, dan is dit de beste keuze. Als najaarsteelt wordt er in augustus in de open lucht geteeld en in september in de kas. Zij behoren allemaal tot de soort Brassica rapa subsp. chinensis (Chinese kool, paksoi)

3. De Gewone Groene of Platte Witte zijn eigenlijk zaden van diverse rassen keukenraapjes. Doordat er dicht gezaaid wordt krijgt het gewas de kans niet om knollen te vormen. De bladeren zijn donkerder dan van Gele Malse. De smaak is zachter dan deze van Namenia. Behoren tot de soort Brassica rapa subsp rapa (keukenraap)

4. Snijmoes is de groep die het beste bestand is tegen koude weersomstandigheden. Het zaad zal ook al kiemen bij vrij lage temperaturen. De vroegste teelten worden dan ook best met deze groep gedaan. Een gekend ras is “Blauwe Groninger”. Dit gewas heeft groene bladeren met paarse bladnerven en is bestand tegen vorst. Bij deze soort wordt wat meer ruimte tussen de rijen gehouden, namelijk 20 centimter. Behoort tot de soort Brassica napus (koolraap, koolzaad). Deze groep is nauw verwant aan het bladgewas “Russian Kale”. 

Blauwe Groninger
Blauwe Groninger (foto http://albatros-schoonhoven.nl/ ), sterk verwant aan Russian Kale

 

De teeltperiodes.

Je kan raapstelen al kweken als de temperatuur overdag 10°C bereikt. In de kas is dit al vanaf half januari. In de koude bak zal dit al in februari kunnen. Zonder bescherming wachten we toch best tot half maart. Later dan half april worden raapstelen niet gezaaid. Onder glas geteeld zijn de raapsteeltjes veel malser. Natuurlijk lenen raapsteeltjes zich ook uitstekend om allerlei vervroegingstechnieken toe te passen. Op GroentenInfo verscheen al een artikel over allerlei soorten afdekking met plastiekfolie en vliesdoek. Dat kan je perfect gebruiken om ideeën op te doen om dit voorjaar raapstelen te telen.

De grond

De grondsoort is niet zo belangrijk. Wel heeft de groente een voorkeur voor een stikstofrijke grond. In een droog voorjaar en een iets latere zaai is de vochthoudenheid van de grond ook een voordeel. Raapstelen doen het goed op een grond met “oude kracht”, een humusrijke grond dus die de jaren voordien steeds goed voorzien geweest is van compost of stalmest. Daar raapstelen een vroege groente zijn, zal een vroege grond een voordeel zijn. In dat opzicht, zijn de zwaarste gronden dan ook minder geschikt.

De zaai

Heb geduld tot de grond voldoende opgedroogd is. Zaaien in een natte grond is immers niet gemakkelijk en verstikkend voor het zaad. Als je denkt dat de grond nog iets aan de natte en koude kant is kan je beter kiezen voor breedwerpig zaaien en het zaad dan achteraf lichtjes inharken. In alle andere gevallen is het aan te raden om in rijtjes te zaaien. Laat tussen de rijen vijftien centimeter en zaai 0,5 tot 1 cm diep. Er wordt dicht opeen gezaaid, waardoor je toch zo’n 3 gram zaad per m² nodig hebt. Doordat ze dicht opeen staan zullen de bladstelen rekken en ontstaan er lange, witte tot bleekgroene bladstelen. Vandaar de naam raapstelen.

namenia_steeltjes
De stelen van raapstelen, “Namenia” (foto http://www.havenyt.dk/artikler/koekkenhaven/groensager/salat_og_bladgroentsager/798.html)

Tussenteelt, Voorteelt, Nateelt.

Raapstelen lenen zich uitstekend als tussenteelt. Hierbij kan in het voorjaar vooral gedacht worden aan halfhoge en hoge erwten en sluimerwten maar ook aan tuinbonen. Verder kan je ook gemakkelijk een rijtje raapstelen zaaien tussen allerlei vroege koolgewassen (denk aan spitskool, bloemkool, broccoli). Deze laatste keuze heeft dan als bijkomend voordeel dat de raapsteeltjes onmiddellijk op het juiste perceel (vruchtwisseling) terecht komen. Ook in de kas werd de teelt al eens gecombineerd met bloemkool. Vroege serrebloemkool wordt immers ook veelal in januari uitgeplant (plantgoed afkomstig van de weeuwenteelt)

Je kan raapstelen ook gebruiken als voorteelt. Heb je een plaatsje gereserveerd voor de vruchtgroenten (tomaten, pompoenen) dan kan je daar eerst nog raapstelen kweken. Tegen half mei is de oogst al gebeurd. En zo kan je raapstelen ook in augustus zaaien op perceeltjes waar vroeg op het seizoen al plaats vrijkomt. Een nateelt dus.

tussenteeltraapstelenbijbloemkoolwww.groentennieuws.nl 
Tussenteelt raapstelen in de kas (foto www.groentennieuws.nl )

tussenteelt-raapstelen
Tussenteelt raapstelen onder folietunnel. (foto http://neulichimgarten.de/blog/gemueseanbau/stielmus-stielmusernte-randsaat-kohlbeet/)

De belagers.

Een typische aantasting bij raapstelen is de schade door aardvlooien. Vooral in een droog voorjaar kan de schade nogal groot zijn. De schade van aardvlooien is te herkennen aan de vele kleine gaatjes in de bladeren. Soms lijkt het wel een zeef. Er wordt gesproken van aardvlooien, maar eigenlijk zijn het kleine, blinkende kevertjes. Terwijl de schade aan de blaadjes het meest opvallend is, is de schade veroorzaakt door de larven van de aardvlooien minder gekend. Zij vreten namelijk ook aan de wortels. In droge periodes de grond bevochtigen en voldoende vroeg zaaien kan de plaagdruk al wat verminderen.

Vooral bij de teelt in de kas moet men tegen de oogst aan voorzichtig zijn met water geven. Als het gewas niet snel genoeg kan opdrogen kan er in de vochtige en warme kasomstandigheden gemakkelijk smeul ontstaan. Het is hoe dan ook aangewezen om bij de serreteelt de serre iedere dag ruim te luchten om kiemplantenschimmels en later in de teelt botrytisschimmel te voorkomen.

De serre (kas)

Wie ook in november, december raapstelen wil oogsten zal vanaf half september tot de eerste dagen van oktober in de kas zaaien. Net zoals bij de teelt van veldsla heeft het geen zin tijdens de maanden november en december te zaaien. Te weinig licht zorgt ervoor dat de teelt echt niet aan de groei raakt. Dat in combinatie met de hoge luchtvochtigheid in de herfstperiode maakt het vlot verloop van  de teelt haast onmogelijk. In een vochtige, koude omgeving rotten raapstelen gemakkelijk weg. In die zin zijn raapstelen niet zo goed bestand tegen de koude als veldsla. Ze zijn ook veel minder bestand tegen aanhoudende vorst. Raapstelen zijn dan ook niet geschikt als overwinteringsteelt in de kas, in tegenstelling tot veldsla en peterselie.

Vanaf januari neemt de lichtsterkte opnieuw toe en telen we als het ware met de ontluikende natuur mee. Zaaien doe je dan in een vorstvrije periode. Gaat het dan nadien alsnog vriezen in de kas, bescherm de plantjes dan met vliesdoek, of tijdens de nacht met krantenpapier. Folie is niet aan te raden om rechtstreeks op de plantjes te leggen. Je maakt dan beter een koepeltje binnen de kas.
Je kan natuurlijk ook nog in februari en maart raapsteeltjes zaaien in de serre.

De teeltduur

De tijd tussen zaaien en oogst schommelt tussen 10 weken (vroege voorjaarsteelt of late najaarsteelt) en 4 weken (als je zaait in mei). Maar voor de meest voorkomende teeltwijzen zal dit ongeveer 6-8 weken zijn.

De oogst

Soms worden raapstelen met wortel opgetrokken, soms worden de blaadjes tot tegen de grond afgesneden. De raapstelen van de groep “Gewone Groene” worden voor de handel traditioneel met wortel geoogst. Het zijn immers keukenraapjes! De groepen “Bladmoes”, “Gele Malse”   “Snijmoes” worden tegen de grond afgesneden. Als je het hart van de plant met rust laat, kan dan soms nog eens een tweede oogst gedaan worden, net zoals bij spinazie. Er wordt geoogst als het gewas zo’n 10 tot 25 cm lang is. Toch moet de voorkeur gegeven worden aan een gewaslengte van zo’n 15 centimeter, dan zijn er de meest malse blaadjes. Met als nadeel een lagere productie.  Bij een goede gewasontwikkeling mag je rekenen op een opbrengst van zo’n 2 kg blaadjes per m².

Het niet gekookte blad van raapstelen kan in een stamppot verwerkt worden. Je kan de raapstelen ook koken. Of ze verwerken in een lentesalade. Hier vind je meer dan honderd recepten met raapstelen

Heb je een favoriet recept waardoor we door het bos met recepten de bomen beter zien? Heb je  extra tips en teeltadvies om raapstelen te kweken,? Dat vernemen we  heel graag in de reactiebox hieronder of stuur het naar lezersbijdrage@plantaardig.com.

Om dit artikel te schrijven heb ik o.a. veel originele Nederlandse literatuur geraadpleegd.

  • De teelt van raapstelen”, De Volkstuin, december 1992.
  • “Groenten uit eigen hof”, Tj.Buishand, 1979.
  • “De Dordrechtse Courant”, 24 april 1943.
  • “Groenteteelt onder glas”, J.M. Riemens, 1956
  • “Groenteteelt voor de volle grond”, A.J. Verkley, 1957
  • “Groenten, fruit en kruiden uit eigen tuin”, P.A. Kruijk, 1964
  • “Het nieuwe moestuinboek”, Wim Oudshoorn, 1982
  • “Handboek voor het kweken van groenten in vollegrond”, Turkenburg Tuinserie, 1977
  • Groente en Fruit Encyclopedie, derde druk, 2007.

Welke groenten zaaien en planten in februari?

1. Groenteplantjes opkweken in februari.
broccoliplantjesIn februari kan je al sommige groenteplantjes voor de moestuin opkweken in de koude kas, of koude bak, tunnel. Of bij gebrek daaraan bij een zuidgericht raam in de schuur. Op een te warme vensterbank telen van deze plantjes is een veel gemaakte beginnersfout. Zorg dat het zaaisubstraat vooraf opgewarmd is en plaats het zaaibakje de eerste paar dagen na het zaaien op een warme plaats om het kiemen snel te activeren. Daarna, nog voor ze boven de grond staan, gaan ze naar een (zeker ‘s nachts) koele, maar lichtrijke ruimte. Geen van deze groenten houdt van kamertemperatuur. Een koele nacht is nodig om stevige, kloeke planten te bekomen. Overdag mag het warmer, als er maar veel licht is. De temperatuur mee met de zon is ideaal.

mengsel_voor_zaaienGebruik een luchtig zaaisubstraat, want in deze periode van het jaar is de kans groot dat de grond te nat wordt. Door het bijmengen van één derde zand is dit veel minder waarschijnlijk. Om een groeistilstand te vermijden laat je het beter niet vriezen bij de slaplantjes en koolplantjes.

Enkele tips om uw prille zaaisel vorstvrij te houden zijn deze. Plaats het zaaiteiltje in een kist en leg over de kist een dubbele laag vliesdoek als er ‘s nachts vrieskou verwacht wordt. Maak een klein tunneltje dat je kan dichtmaken als het ‘s nachts toch zou vriezen. Plaats uw zaaisel in een kleine kweekkastje dat je dan kan sluiten als het ‘s nachts vriest. Kortom, maak een soort kasje in de kas en dek dit dan af met  vliesdoek. Dan hou je de vorst (in februari) wel uit de kas.

Je vindt meer gedetailleerde info en foto’s door de link bij de groenten aan te klikken.

  • erwten (rechtstreeks in potjes, drie zaden per potje, eerst laten voorkiemen)
  • peultjes (rechtstreeks in potjes, drie zaden per potje, eerst laten voorkiemen)
  • tuinboon (rechtstreeks in potjes, een nachtje in het water leggen)
  • spinazie (rechtstreeks in potjes, drie zaadjes per potje) – bloemkool (in zaaikistje en verspenen)
  • broccoli (in zaaikistje en verspenen)
  • spitskool (in zaaikistje en verspenen)
  • slasoorten (in zaaikistje en verspenen)

2. In februari ter plaatse zaaien

spinaziekiemDit kan in de koude kas, koude bak of tunnel. Warm de grond eventueel in januari al wat op door af te dekken met folie en vliesdoek. Leg na het zaaien een vliesdoek en -tot het kiemen- daar zelfs een flodderfolie (met gaatjes) overheen. Dit verbetert merkbaar de snelheid en uniformiteit.

wortelen
spinazie
– radijs
veldsla
raapstelen
 kervel
pijpajuin

 

3. In februari planten in de koude kas, bak of tunnel voorkiemen

 

 

 

4. Iets warmer te zaaien of wachten tot eind februari.
Dit kan je ook zaaien, maar een hogere temperatuur is noodzakelijk, best toch even wachten tot eind februari of wachten op hogere temperaturen.

– prei – koolrabi – rode biet

Wortelen zaaien in januari en februari

Wortelen behoren tot de vroegste groenten die in de koude bak of zelfs in open lucht kunnen gezaaid worden. Kiemplantjes kunnen tot -6° verdragen, zodat een afdekking met folie en/of vliesdoek na het zaaien voldoende is om een januarizaai te beschermen. In de zandstreek van West-Vlaanderen, dat een milder klimaat kent dan het binnenland, worden wortelen in open lucht dan ook dikwijls al gezaaid begin januari. Vorig jaar was dit nog voor de vrieskou toesloeg. Wortelen zaaien in januari of februari is enkel haalbaar voor wie over hele lichte, droge grond beschikt en niet te ver van de kust af woont. Dit jaar werden de wortelen omwille van de regen en de sneeuw en vorst die daarna kwam nog niet gezaaid. Het is nu wachten tot de grond voldoende droog is om te kunnen zaaien, en dit zou, zo lijkt het, best nog een tijdje kunnen duren.

Waarschijnlijk is de grond in de koude bak, tunnel of kas al iets droger. Zodat we daar vanaf nu zonder problemen wortelen kunnen zaaien. Het zou kunnen dat de grond nog iets te nat en te kleverig  is om de zaadjes ook mee af te dekken. Gebruik daarvoor dan een mengsel met de helft potgrond en de helft zand.

Let wel, dit is geen pleidooi voor het zaaien om ter vroegst. Het is niet zo dat wie wortelen zaait half januari een maand vroeger zal oogsten dan wie zaait eind februari. Een maand eerder zaaien in die periode zal waarschijnlijk uitkomen op een weekje vroeger oogsten. De kieming bij januarizaai verloopt dan ook zeer traag. Maar het lijkt mij goed om te weten dat je in de komende periode best wortelen kan zaaien als de omstandigheden gunstig zijn (geen vorst, droge grond) wat ook het weer nadien wordt. Een goede grondvoorbereiding is veel belangrijker dan wat vroeger kunnen zaaien. Vorig jaar waren de omstandigheden voor de bedekte primeurteelt van wortelen in open lucht ideaal begin januari, dit jaar lijkt het eerder februari te worden. De grond is nu immers nog drijfnat.

Kortom, wil je toch al beginnen met wortelen zaaien, dan zal je dit moeten doen in een tunnel, koude bak of kas.

Wie wortelen zaait in januari of februari onder beschutting kan de eerste oogst in mei verwachten. Wie in dezelfde periode in de open lucht zaait (onder folie of vliesdoek) mag in juni de eerste worteltjes uit de grond halen.

Trouwens, wist je wat het grote voordeel is om zo vroeg op het jaar al wortelen te zaaien? De wortelvlieg is dan nog niet actief! Naast het gebruik van insectengaas of een omheining om de wortelvlieg tegen te houden is vroeg zaaien ook een mogelijkheid.


Foto : Half maart, wortelen gezaaid in een hoge folietunnel én afgedekt met vliesdoek, gezaaid in januari.
 

Besluit : een kleine hoeveelheid wortelen zaaien in januari en februari is zeker aan te raden voor de gelukkige bezitters van lichte grond, een kas, tunnel of koude bak.

Meer info?

1. Wortelen telen vanaf de jaarwisseling :

http://www.plantaardig.com/groenteninfo/berichten/wortelen-zaaien-kan-al-vanaf-de-jaarwisseling/

2. Primeurgroenten,je kan ze zelf telen, de wortelen in de plastiektunnel

http://www.plantaardig.com/groenteninfo/berichten/primeurgroenten-je-kan-ze-zelf-telen-2-wortelen-peen/

3. Groenten zaaien, hoe afdekken met grond?

http://www.plantaardig.com/groenteninfo/berichten/groenten-zaaien-hoe-afdekken/

4. Alles over de teelt van wortelen, de teelt van A tot Z.

http://www.plantaardig.com/groenteninfo/wortelteelt.htm

De Groente en Fruit Encyclopedie, tiende druk is verschenen. Een standaardwerk voor de moestuin!

De hedendaagse moestuin is mooi, kleurrijk, plezant, ontspannend, lekker, gezond, hip, trendy…. Maar ooit komt er een tijd dat je ook aandacht hebt voor de prestaties en even onder de motorkap wil kijken. Ook daarvoor is er de Groente en Fruit Encylopedie!

Update januari 2019 : tiende druk is er! Een klassieker onder de klassiekers, onmisbaar voor iedere moestuinier!

Update Januari 2016. Een nieuw jaar, een nieuwe editie. Dank zij de enorme waardering die het boek nog steeds geniet vond de uitgeverij het opportuun om het boek volledig te herzien. De Groente en Fruit Encyclopedie is opnieuw helemaal up to date. Teksten en foto’s werden aangepast aan de nieuwste inzichten. Ook zijn er diverse teelttechnieken en groentesoorten toegevoegd. De achtste herdruk van de Groente en Fruit Encyclopedie is weer helemaal mee. Een nieuw boek , klaar voor de toekomst!

(Update: Januari 2015

De zevende druk van de Groente en Fruit Encyclopedie is verschenen.)

(Update : Januari 2014
De zesde druk van de Groente en Fruit Encyclopedie is verschenen)
(Oktober 2012.
De vijfde druk van de Groente en Fruit Encyclopedie
is er!)

Vooral de mond aan mond reclame van de vele tuinliefhebbers die het boek kochten zorgt ervoor dat de Groente en Fruit Encyclopedie steeds in de aandacht blijft.
Daarom mijn welgemeende dank aan de meer dan tienduizend mensen die de Groente en Fruit Encyclopedie in de afgelopen jaren hebben aangeschaft.
Het doet deugd hoe mensen mij , tijdens mijn voordrachten en lezingen,  telkens opnieuw komen vertellen hoeveel plezier ze al aan dit boek beleefd hebben. En het boek tegelijkertijd aanbevelen aan de andere aanwezigen, hun vrienden en familie.

Na één  jaar was de zesde druk dan ook al weer uitverkocht en is ondertussen de zevende druk  verschenen.

Tuinboeken komen en gaan. Maar de Groente & Fruit Encyclopedie, die blijft. Niet alleen een klassieker onder de tuinboeken, maar ook een echte tuinboek-bestseller!

Meer info, klik hier.

 

a
De Groente en Fruit Encyclopedie,
zevende druk is uit!
De Groente en Fruit Encyclopedie heeft nogmaals zijn kwaliteit bewezen!

De inhoud van de vierde/vijfde druk van De Groente en Fruit Encyclopedie is grondig herzien. De vormgeving en de materiaalkeuze van de cover is vernieuwd. De nieuwe uitvoering liet  toe de prijs te verlagen.

De teksten werden aangepast aan de nieuwste inzichten wat betreft de   teelttechnieken, dit alles in het licht van milieuvriendelijker tuinieren. Ook de rassenkeuze werd in dat licht opnieuw bekeken.

Lees de recensies en de voorgeschiedenis van deze tuinboekklassieker; verneem meer over de aankoopmogelijkheden : klik hier.

– De Groente & fruitencyclopedie is een standaardwerk met zeer uitgebreide teelthandleidingen van alle bekende en bijzondere groente- en fruitsoorten, voor succesvolle en vooral smakelijke opbrengsten uit kleine en grote tuinen.
– Praktische informatie over de basisprincipes van het telen in de volle grond, in de kas/serre en in potten.
– Van elke groente- en fruitsoort is de teelt stap voor stap uitvoerig beschreven: van zaaien of planten via de verzorgingsaspecten (bemesting, gewasbescherming, snoei e.d.) tot aan de oogst.
– Vele honderden kleurenfoto’s en tekeningen van alle gewassen, de gereedschappen, de hulpmaterialen en de werkzaamheden om tal van zaken in één oogopslag helder te maken.
– Milieuvriendelijke benadering door het creëren en onderhouden van gezonde groeicondities en door selectie van ziektetolerante gewassen.
– Rassenoverzichten en bestuivingslijsten helpen de juiste keuze te maken uit het zeer omvangrijke assortiment – een rijkdom en variatie die veel groter is dan groente- en fruitzaken en supermarkten doen vermoeden. De aanbevolen rassen (groenten en fruit) werden opnieuw aangepast.
– Naast groente en fruit wordt ook de verzorging van de belangrijkste keukenkruiden behandeld. Alle bekende en bijzondere groenten en fruitsoorten worden behandeld.
– Met duidelijke zaai- en oogstschema’s voor nog meer gebruiksgemak.
– Met de “Teeltplanner” achteraan krijgt u een duidelijk overzicht van wat u kunt zaaien, planten en oogsten per maand.
– Een overzicht met aanbevolen plantafstanden voor fruitsoorten maken het boek compleet.
– Ook in dit boek: adressen van gespecialiseerde leveranciers van groentezaden en van fruitgewassen, plus vermeldingen van nuttige websites.

 

Het valt op dat de boeken in verband met de eetbare tuin, t.t.z. over groenten kweken en over fruit kweken de laatste tijd goed vertegenwoordigd zijn. Maar de Groente & Fruit Encyclopedie is nog steeds anders en uniek. Het boek is allesomvattend wat groenten en fruit telen betreft. De beknopte schrijfstijl maakt opzoeken van informatie gemakkelijk. Het belandt zelden in het rijtje in de boekenkast, maar wel in het tuinhuis of op de keukenkast. De Groente & Fruit Encyclopedie is dan ook een praktisch opgevat naslagwerk dat je telkens opnieuw ter hand neemt bij het voorbereidende en uitvoerende werk in de moestuin.  Het is mooi meegenomen dat je met dit boek twee werken in huis haalt, één over groenten en kruiden telen en één over fruit telen.

Natuurlijk kan een boek niet populair blijven als het na aankoop in de boekenkast belandt. En, het blijkt uit de vele reacties dat dit met de Groente & Fruit Encyclopedie zeker niet het geval is. Het is een boek voor in het tuinhuis! Steeds bij de hand om iets op te zoeken. En ‘s avonds verhuist het mee naar binnen om zich wat meer te verdiepen in één of andere teelttechniek of teelt.

Een  niet te onderschatten  onderdeel van de succesformule van het boek is de online-support die geboden wordt via de website GroentenInfo en Houtwal. Lezers kunnen er steeds terecht voor bijkomende info, vragen, opmerkingen en contacten met andere tuinliefhebbers.

Om meer te weten te komen over de aanschafmogelijkheden, klik hier.

 

Lees nu meer info over het boek.

Witloofwortels telen zonder groentetuin.

Witloof kroppen kweken kan zelfs zonder groentetuin

is een bekend en veel gelezen artikel op www.plantaardig.com. Nu zorgt Tuinman Peter voor een  vervolg, of beter gezegd, een proloog bij dit artikel.

Witloofwortels telen kan ook zonder groentetuin!

witloof-potjes-collage-met-tekst

Waarschijnlijk weet je wel dat je geen mooie, witte witloofkroppen kan telen zonder eerst in de zomer witloofwortels te telen of in het najaar witloofwortels te kopen.

Na het lezen van het populaire artikel “witloofkroppen kweken zonder groentetuin” op Plantaardig.com en de reacties daarop door de jaren heen, kan ik niet anders dan een artikel schrijven over een weinig gekende methode om wortels te telen. Om zo ook twee zeer veel terugkomende vragen op te helderen. Namelijk : “Waar koop ik witloofwortels?” en “Ik zag in een tuincenter witloofplantjes staan, volgens mij geen goed idee?”

Het is duidelijk dat veel lezers een probleem hebben om witloofwortels te bekomen of te telen. Witloofwortels nemen nog al wat plaats in om te telen en sommigen hebben een te kleine of geen moestuin of een kleine balkontuin. Al een paar keer heb ik op een voordracht voor de vereniging ‘De Volkstuin’ mijn andere kijk op het telen van witloofwortels voorgesteld. Maar omdat de meeste leden van De Volkstuin een groentetuin hebben werd ik wel eens op een binnensmonds gemonkel afgerekend…..

Bij deze dus mijn alternatieve teeltmethode, witloofwortels telen op een andere manier. Daarbij gaan we er dus van uit dat we te weinig  of geen grond ter beschikking hebben om de hele zomer lang daar witloofwortels op te telen. In een kleine moestuin kan immers door het telen van witloofwortels te veel grond gedurende te lange tijd bezet zijn.

(Na de beschrijving stap-voor-stap volg een tiendelige fotoreportage stap-voor-stap)

Zaaien.
In de periode tussen begin mei en zelfs einde juni, zaai ik een zaaikistje met witloof, dit is alvast een flinke besparing op zaden. Er zal immers niets verloren gaan door een minder goede opkomst in de groentetuin of door het dunnen van de plantjes.

Verspenen
Wanneer de plantjes groot genoeg zijn om te verspenen, neem ik bloempotjes van ongeveer 10.5cm. Bij mij zijn dit de potjes van de zomerbloemen voor de bloembakken die anders toch bij het afval terecht komen. Ik vul die met een goede potgrond met een beetje klei in het mengsel, dit is een kwalitatieve geraniumpotgrond. Daarna begiet ik de potjes flink en laat ze tien minuten rusten. Dan is  de aarde klaar om in te verspenen.

We verspenen één tot maximum drie plantjes  per potje. In mei mag je drie plantjes nemen, in juli slechts één. Als  je vroeg zaait heb je voldoende tijd om de wortelgroei vlot  te laten verdergaan, en dan kan je drie plantjes in één pot verspenen.  Eén wortel in een pot zorgt voor een snellere groei op een kortere tijd.  Voor iemand die uitsluitend dikke kroppen wenst te oogsten is 1 plant per pot de standaard, zo bepaal je zelf de latere dikte van het geoogste loof.
Deze verspeende plantjes kweek ik verder op als andere groenteplantjes.  Na vier tot zes weken is de potkluit goed doorworteld en zijn de planten al flink gegroeid.

Je kan ook plantjes gebruiken uit het tuincenter, die zijn dan voorgekweekt in persblokjes.

Open zetten
In dit stadium kunnen we niet verder dan de potjes ruimer te plaatsen om de planten meer licht te geven.

Dit kunnen we op 2 manieren:

1. We nemen een plantentray met de bijhorende maten volgens de gebruikte bloempotjes en we gaan openzetten. De potjes blijven in de tray maar we laten telkens één plaats open. Regelmatig gaan we de potjes lostrekken van de vaste aarde of de bloembak om de doorgroeiende penwortel los te breken. Hierdoor blijft de volledige wortelgroei binnen het bloempotje. We kunnen de planten op deze manier verder verzorgen, dan hebben we in oktober, november volgroeide witloofwortels in een potje.

2. We nemen de bloempotjes en gaan ze in de groentetuin in rijtjes een klein beetje ingraven, zodat de wortels door de drainagegaten kunnen groeien. Om de 2 weken gaan we de ingegraven potjes een kwartslag draaien om de penwortel te breken om de wortelgroei te dwingen in de pot. In november zijn de planten ook klaar!

Voordelen
Bij methode 1 kun je witloofwortels kweken in een stadstuin. Bij methode 2 kun je witloofwortels kweken als een nateelt en kun je uw beschikbare oppervlakte beter benutten. Dan heb je pas in juli of augustus meer ruimte nodig. Zo heb je een perfecte nateelt en verlies je niet van in het begin de grond aan de teelt van witloofwortels.  Handig toch!

Rooien van de wortels
Indien vroeg gezaaid kun je de potjes loswrikken met de spitvork begin oktober om na 2 tot 3 weken het loof af te snijden en in te tafelen. Bij een latere oogst (november) mag je losmaken, afsnijden en intafelen op één en dezelfde dag. Ikzelf forceer witloofwortels steeds na nieuwjaar dan heb ik minder groenten recht uit de tuin

De kroppenteelt
Voor de forcerie (kroppenteelt) blijft alles dus gelijk aan een ‘normale’ teelt, met als verschil dat de wortels in een potje zitten met aarde. Plaats je deze potjes in een waterdichte bak dan kun je tijdens het forceren in het donker uiteraard verder water geven. Als de oogst klaar is neem je gewoon potje per potje mee naar de keuken en je hebt ‘super vers’ witloof. Je snijdt de oogst af, en het potje kan bij het restafval.
Je kan meer info opdoen over het kweken van de kroppen op de wortels in een donkere ruimte in  het artikel Witloofkroppen telen zonder groentetuin.

We hebben op deze manier zelf onze eigen witloofwortels gekweekt op een zeer beperkte ruimte in de tuin of op een terras én we hebben babywitloof gekweekt. Wat een luxe.

Je kunt dit met gewoon witloof, met haverwortel en je kunt dit ook met rood witloof.

Fotoreportage : stap voor stap witloofwortels telen in bloempotjes

een koolgewas  maar het kon evengoed een veld witloofwortels zijn in wording
Foto 1 : De teelt start met het zaaien van witloof in zo’n klein potje om dan later te verspenen.pas verspeend!
Foto 2 :  De witloofplantjes zijn pas verspeend vanuit het zaaikistje naar de bloempotjes van 10,5 cm.

Witloof uit perspotjes, pas geplant!
Foto 3 : Witloofplantjes uit het tuincentrum werden zopas in bloempotjes geplaatst.

een mooi opengezet wachtveldje (Kopie)
Foto 4 : Deze witloofplanten zijn al wat ruimer gezet.

De groei van de witloofkroppen begint!Meer dan één witlofkropje per potje!

Foto 5 en 6 : De groei herneemt, je ziet duidelijk dat er meer dan één wortel in een potje zit!

Mooi doorgeworteld
Foto 7 : Tijdens de forcerie (kroppenteelt) groeien de vezels goed door het potje.

halfwas (Kopie)

Foto 8 : De witloofkropjes zijn halfwas.

bijna oogstklaar (Kopie)

Foto 9 : Straks oogsten!

Veel succes met de teelt van de eigen witloofwortels dit jaar. ‘Geen moestuin’ is nu geen excuus meer…
Tuinman Peter

Half april tot half mei in de moestuin.

Tijd voor een nieuwe lichting.

Download nu de gratis brochure " De moestuin van half april tot half mei".

brochure half april

Een mooi voorjaar hadden we tot nu toe. De nachten mochten iets warmer en de lucht mocht iets vochtiger, maar je kan niet alles hebben. Er kon al heel wat gezaaid en geplant worden. De regen is nu welkom.

Voor wie er dit voorjaar nog niet aan toe kwam, is er ook goed nieuws. De typische voorjaarsgroenten zoals erwten, plantajuin, sjalot kunnen, met dank aan het koude weer, op de valreep nog de grond in.

Voor vorstgevoelige en warmteminnende groenten zoals courgette,
pompoen, bonen, suikermaïs is half april nog geen startpunt. Tenzij voor
de opkweek van de plantjes. Buiten zetten gaat nog niet, zij vrezen
immers de lentenachtvorst die nog kan optreden tot half mei.

Midvoorjaarsgroenten.

Naast de typische voorjaarsgroenten zijn er ook veel groenten die het
prille, koude voorjaar schuwen, maar niet zeer vorstgevoelig zijn. Voor
deze groenten is half april, begin mei het tijdstip om ermee te starten.
Over deze groenten zoals pastinaak, knolselder, prei, spruitkool,
schorseneer, zomerwortelen, winterwortelen enz… gaat deze brochure.

Om je verder op weg te helpen kan je nu tijdelijk deze brochure van GroentenInfo gratis downloaden.

Download nu de gratis brochure " De moestuin van half april tot half mei".

Deze brochure is voor iedereen gratis maar mag niet bewerkt worden. Webmasters mogen deze brochure op hun website aanbieden met bronvermelding www.plantaardig.com

Spitskool telen?

spitskool oogst2 Er zijn van die groenten die je moet vroeg telen, al weet je dat je ze later ook nog kan zaaien.  Al was het maar omdat het een soort traditie is. Spitskool bijvoorbeeld, het is raar, maar deze kool is niet in alle streken in Vlaanderen even goed gekend. En zeker niet in alle Vlaamse groenteschappen terug te vinden. In Nederland is het wel anders heb ik zo de indruk, spitskool is er veel meer verspreid.

Als West-Vlaming heb ik deze groente pas later leren kennen. Al snel heeft de spitskool overtuigd. Voor mij is het een groente van de vroege zomer, als er nog geen andere kolen zijn. De spitskool is prima om in moderne wokgerechten en gezonde pasta’s te verwerken. Het is en blijft een sluitkool, maar de smaak is zachter en minder overheersend dan van de andere sluitkolen.

Spitskool kan je ook telen om in de herfst te oogsten. Of tijdens de late zomer. Sommige rassen zijn dan beter geschikt. Maar dan zijn er misschien al de gewone sluitkolen. En nog een pak andere groenten. En dan verliest de spitskoolteelt naar mijn gevoel ietwat van zijn charme. Spitskool laat zich opmerken door zijn groeisnelheid en het vermogen om in korte tijd tot een kool van grote omvang te komen. Daardoor is ze ook gemakkelijker te telen dan de andere sluitkolen. Vroeg telen zorgt er dan nog eens voor dat je van veel (kool)plagen min of meer gespaard kan blijven. Deze zullen tijdens het zomerseizoen meer te lijden hebben van insectenplagen en van droogte.

Teeltperiodes

De vroegste teelt wordt gezaaid in februari in de koude kas en geplant in april. Half juni kan je soms al oogsten. Latere teelten worden gezaaid tot begin juni en uitgeplant tot begin juli. Dezelfde periodes als bij rode en witte kool ongeveer. Je kan spitskool ook in de kas telen of als weeuwenteelt, zie verder in dit artikel.

Vroege teelt van spitskool.
Zaaien

Zaai in een zaaibakje en dek af met een halve centimeter potgrond. Benevel de grond zodat deze voldoende vochtig wordt. Plaats het zaaibakje de eerste dagen warm, om zo de kieming te versnellen. Dat kan dus zeker binnenshuis. Hou de kieming goed in de gaten. Zie je iets door de aarde priemen, plaats dan onmiddellijk op een plaats met veel licht en gematigde temperaturen. Dit om het rekken van de plantjes (fileren) te vermijden. De koude kas is dan in feite ideaal. Je kan de zaaibakjes eventueel binnen nemen als er vorst verwacht wordt. Niet omdat de plantjes zouden kapot vriezen, maar gewoon om de teelt niet al te veel af te remmen.

Verspenen

Verspenen van de vroege teelt doen we in maart. Het is een vroege teelt. Dat betekent dat we best niet verspenen in trays, te kleine bloempotjes of in perspotjes. Dan moet je te gauw naar buiten met de planten. Eenmaal de pot vol gegroeid is met wortels valt de groei min of meer stil. Verspeen dus in potjes van minstens 10 centimeter.  Zo hou je de planten langer in de koude kas en vervroeg je de teelt nog wat. Heb je grond die in het voorjaar traag opdroogt en traag opwarmt, kies dan misschien nog grotere potten van twaalf centimeter diameter. Is de potkluit goed doorworteld, dan moet je planten. Bij grote potten kunnen er dan al flink wat bladeren op de plant staan.

spitskool_planten_uitstellen  
Foto : spitskool opgekweekt in grotere potten om te vervroegen.

Bemesting

Waarschijnlijk heb je goed verteerde stalmest of goed verteerde compost in de tuin gebruikt. En strooien we een basisbemesting met samengestelde meststof.  Dit kunnen  minerale meststoffen of organische handelsmeststoffen zijn. Het is een vroege teelt. Dan komt de stikstof slechts traag vrij. Op mijn voordrachten doe ik altijd de pro’s en contra’s van organische en minerale meststoffen uit de doeken. Kort komt het hier op neer. Eén van deze is dat  organische meststoffen tijd nodig hebben om te verteren en hun voedingsstoffen af te geven.  Dit noemt men mineralisatie en dit  gebeurt onder invloed van vocht en warmte. Gelukkig dat bij de commerciële organische meststoffen ook ureum toegevoegd wordt. Zodat ze toch nog wat sneller werken. Hoe dan ook raad ik, op basis van deze redenering, voor een vroege kolenteelt op zijn minst de helft van de basisbemesting onder de vorm van minerale meststoffen aan. Deze komen sneller vrij en zorgen ervoor dat de spitskool in het begin beter blijft doorgroeien.

Planten

Plant van zodra de grond geschikt is, dat wil zeggen voldoende opgedroogd is. Plant de spitskool, net zoals alle koolsoorten voldoende diep. Zeker als de planten door lichtgebrek op de opkweekplaats eventueel wat gerokken zijn.
Daarna heb je er niet veel omkijken meer naar. Onkruidvrij houden natuurlijk. Dat kan je combineren met het aanaarden van de planten na enkele weken groei.

Oogsten

spitskool oogst 6spitskool oogst 2

spitskool oogst 3spitskool oogst 4 

Foto’s : bij de oogst gaat er een flink deel van de bladeren af, de kippen zijn er blij mee.

Oogsten

Vanaf juni gaat alles heel snel. Begin tijdig met oogsten, wacht niet tot de kolen groot zijn. Want je zal al snel merken dat je ze niet snel genoeg kunt verbruiken. De zegswijze “De kruik gaat net zo lang te water tot hij barst” kunnen we perfect toepassen op een volgroeid spitskool.  Als het plots wat meer en langduriger regent gaat de (bijna) oogstbare spitskool openbarsten. Dan kan je ze niet lang meer houden. Ben je een echte fan van spitskool, zaai of plant wat gespreid. Een rode kool of witte kool kan lang in de tuin blijven zonder echt onderuit te gaan. De houdbaarheid van spitskool in de moestuin daarentegen is beperkt.

SSA53666

Foto : spitskool is eerder bleek van kleur en zachter van smaak.

Spitskool in de kas.

Ook de kasteelt van spitskool is mogelijk, zelf geen ervaring mee, maar Diana wel. Diana schrijft er over op haar website :

Als je een kasje hebt kun je haar heel lang telen; zelf zaaien we haar ook in het najaar in de kas en oogsten haar dan rond april, nog voor de tomaten de kas in willen. En vroege spitskool uit de kas is echt heel lekker zacht van smaak en mooi licht van kleur.(http://ruudendiana.webs.com/spitskool.htm)

Op de website van Diana vind je nog wat tips in verband met de rassen die je kan kiezen en de ervaringen met rode spitskool.


De weeuwenteelt van spitskool.

Het is ook mogelijk spitskool te telen als weeuwenteelt, dus zaaien in september om al heel vroeg te kunnen uitplanten in het voorjaar. Cor van Cor’s moestuin website heeft er al eens een berichtje over geschreven, het artikel staat hier.

Aardappelen aanaarden, bemesting en nachtvorst.

Aanaarden_aanaarder2Er staan al heel wat vroege aardappelen  een flink eind boven de grond. Zeker deze onder folie of doek.
Als het nog niet gebeurd zou zijn, dan wordt het tijd om het doek of folie eventjes aan de kant te schuiven en aan te aarden (artikel). Daarna de afdekking toch nog even terug leggen, want aanstaande woensdag wordt in sommige streken in het binnenland nog een koude ochtend voorspeld, kans op vorst aan de grond dus! Ook  bij de aardappelen zonder doek of folie wordt het uitkijken naar woensdagochtend. Zelfs  als ze nog geen tien centimeter hoog zijn kan het dan nodig zijn toch al aan te aarden, als op dat moment zou blijken dat er inderdaad nachtvorst aan de grond aankomt.

Als het loof zo’n tien tot vijftien centimeter lang is kan je de aardappelplanten een eerste maal aanaarden. Dit betekent dat je aarde aan de voet van de plant brengt. Het aanaarden bevordert de ondergrondse stengelontwikkeling.  Dan groeien er ook meer knollen. Verder voorkom je ook dat de aardappelknollen nadat ze dikker worden boven de grond uitkomen en dan groen worden door het licht. Bij vroege aardappelen kan aanaarden een remedie zijn tegen late lentenachtvorst.

Maak van de gelegenheid gebruik om extra kalium aan de aardappelen te geven. Hoe lichter de grond, hoe meer een kaliumgift noodzakelijk is. Ook kan je nog andere meststoffen geven, indien je niet genoeg gaf voor het planten.

In dit artikel wordt het belang van kalium en stikstof bij de teelt van aardappelen nagegaan. Het artikel wordt afgesloten met een direct uitvoerbaar advies voor bemesting bij de teelt van aardappelen. Om het even welke bemesting toegepast wordt, aanvullen met een extra kaliumbemesting is altijd noodzakelijk. Lees het artikel en ga na of u al voldoende voeding aan de aardappelen gegeven hebt: bemesting bij aardappelen

Hoe te werk gaan bij het aanaarden?

Aanaarden_met_hak aardappelen
Aanaarden kan je doen met de hak. Dan haal je de aarde tussen de rijen weg en leg je die tegen de aardappelplanten. Als achteraf de toppen van de plant nog net boven de grond uitkomen is dit voldoende (tenzij nachtvorst verwacht wordt, dan stop je ze helemaal onder)

Aanaarden kan ook met een aanaarder.

Aanaarden_losmaken_spitvork aardappelen

Om het werken met een aanaarder minder lastig te maken kan het nodig zijn de grond tussen de rijen los te maken met een spitvork. Zo kan je de aanaarder makkelijker door de grond halen.

Aanaarden_aanaarderAanaarden_aanaarder2

Aanaarden_resultaat
En dit is het resultaat na een eerste keer aanaarden, geultjes tussen de rijen, aarden wallen waar de planten bovenop lijken te staan en geen onkruid meer te bespeuren. Binnen de twee weken wordt er nog een tweede maal aangeaard, meestal iets minder dan de eerste keer.

Wat vooraf ging : Aardappelen, het pootgoed aankopen, voorkiemen en poten , zoals je in dat artikel kan lezen werd in iedere rij een ander ras geplant, daardoor zie je duidelijk verschil tussen de rijen, de twee buitenste rijen zijn immers vroege variëteiten, de binnenste rijen zijn halfvroege soorten en zijn nog niet zo sterk ontwikkeld.

Aardappelen kweken?

Paarse boerenkool in pot : een prachtige, meerjarige, winterharde terrasplant.

paarse boerenkool pot 2010 Verleden jaar op 13 mei schreef ik er al een berichtje over. Toen had ik echter niet gedacht dat diezelfde plant  dit jaar er nog steeds zou zijn. En minstens even mooi zou bloeien en groeien als vorig jaar. Voor de tweede keer de blikvanger van het vroege voorjaarsterras dit jaar! Wil je meer weten over de voorgeschiedenis van deze terrasplant : lees dan dit artikel over de paarse boerenkool.

Is dit dan een groente(!) die het perfect doet als winterharde kuipplant of terrasplant? Het ziet er wel naar uit, want ook nu staan de gele bloemen bij de donkerpaarse bladeren beeldig. En, wat meer is, ik zie geen reden om te denken dat dit het laatste jaar zou zijn.

Hoe is het nu verder gegaan sinds mei vorig jaar?

Als de plant uitgebloeid was, werden de zaadstengels netjes afgeknipt. Ondertussen waren ook al nieuwe scheuten gevormd vanuit de basis van de plant. Ook de zaadstelen snijden we niet tot helemaal beneden af.  Zo was er nog voldoende stengel over om ook daar nieuwe scheuten te vormen.
Vanaf toen leidde de paarse boerenkool een ietwat verborgen bestaan achteraan de kuipplanten. Echter niet zonder nu en dan eens de plant te controleren. Want in tegenstelling tot wat ik verleden jaar schreef moest er de afgelopen zomer wel één keer behandeld worden tegen rupsen. (Conserve, Pyrethrum) Misschien dat paarse boerenkool minder gevoelig is voor rupsenplagen, maar onmogelijk is het zeker niet dus.

Deze harde winter was trouwens een goede test voor veel planten. Veel spruitbroccoli en winterbloemkool hebben deze winter niet overleefd, zo lezen we in enkele reacties van onze lezers. De boerenkool dus wel! Zelfs al stond die in pot.

april 2010

paarse boerenkool pot 2010 IMG_1680

augustus 2009 : uitgebloeide plant met veel zaadstengels.

IMG_0592

augustus  2009 : zaadstengels verwijderd, jonge scheuten zijn overgehouden.

IMG_0690

IMG_0691

Vorige jaren.

november 2008 (links) en april 2009 (rechts)

boerenkool_pot

boerenkool_paars_geel4

Lees ook het vorige artikel over boerenkool in pot.

Vroeg groenten telen zonder kas.

Plastiekfolie en vliesdoek helpen de vroege moestuinder.

folie of vliesdoek?Wie al vroeg in het voorjaar groenten wil zaaien of planten kampt met twee problemen : te koud en te nat. Dat mochten we dit jaar nog meer dan anders ervaren.

Is het zonder kas dan moeilijk om de groenten te vervroegen en te beschutten tegen regen en kou? Toch niet. De moestuinder gebruikt de twee afdekmaterialen –(gaatjes)plastiek en vliesdoek- op een creatieve manier.
Getuige daarvan zijn deze foto’s genomen op het volkstuincomplex van Gentbrugge, vorig jaar op 1 april.

Er is vast nog meer van dit in de moestuinen van de de Lage Landen. Gebruikt u ook folie of doek op een speciale manier in uw vroege moestuin? Stuur dan een foto van uw creatie, die nu in uw tuin staat, naar lezersbijdrage@plantaardig.com. Dan komt uw foto hier te staan. Alvast bedankt voor uw bijdrage.asperge folie ruggen
1.
De aspergerug is afgedekt met zwarte plastiek, dit geeft extra warmte en vervroeging.

zaaien onder folie
2. Zaai je vroeg in het voorjaar spinazie of sla dan je het zaaibed afdekken met folie.

tunnel aardbeien
3. Een tunnel kan je maken met gebogen PVC buizen en plastiekfolie. Bij aardbeien een veel toegepaste methode. Plaats dan het tunneltje begin maart.tunnel flodderfolie gaatjesplastiek
4. Vroege geplante sla kan je ook in zo’n zelf gemaakt tunneltje planten. Gaatjesfolie (flodderfolie) zorgt er in dit geval voor dat we dan niet iedere dag moeten luchten.

vliesdoek agryldoek moestuin
5. Alhoewel het niet gebruikelijk is, kan je met vliesdoek ook een tunneltje maken. Vliesdoek (agryldoek) wordt veelal gebruikt voor een vlakke afdekking.

minkas groentetuin
6. Deze met plastiek afgespannen houten kaders vormen een mooie miniserre en zijn makkelijk op te bergen na gebruik.

Lidl kas serre
7. Deze kasjes zijn iedere jaar te koop bij een bekende Duitse discounter. Hier gebruikt men ze om de aardbeien te vervroegen.

zwart gronddoek opwarmen vervroeging
8. Zwarte doek zorgt ervoor dat de grond droger blijft en sneller opwarmt. In deze grond zullen de zaadjes of plantjes een snellere start nemen.

koude bak ramen
9. Nog een manier om de afvalberg te verkleinen : recyclage van de ramen in de moestuin.

Info
Voor de bescherming van de vroege zaaibedden en jonge plantjes wordt meestal vliesdoek of (gaatjes)folie gebruikt.
Vliesdoek is duurder en gevoeliger voor scheuren. Maar heeft toch wel wat voordelen, toch zeker als je de afdekking rechtstreeks op de plantjes plaatst. Zo veroorzaakt het minder schade aan de plantjes bij winderig weer. En is er minder gevaar voor verbranding als het dan toch eens een paar dagen warmer wordt. Je kan het dan ook tot veel later in het seizoen op het gewas laten liggen dan folie. Het zou ook enkele dagen voorsprong geven t.o.v. plastiek.
Plastiekfolie is steviger en goedkoper. En het is veel beter geschikt om er kleine tunneltjes of andere constructies mee te maken. Het klimaat onder folie is iets vochtiger dan bij vliesdoek.

Er is vast nog meer van dit in de moestuinen van onze Lage Landen. Gebruikt u ook folie of doek op een speciale manier in uw vroege moestuin? Stuur dan een foto van uw creatie, die nu in uw tuin staat, naar lezersbijdrage@plantaardig.com. Dan komt uw foto hier binnen de 24 u te staan. Alvast bedankt om dit bericht te helpen groeien.

12/04 Een bijdrage van Lenn, hartelijk dank daarvoor!

Beste,

Ik heb al veel van jullie site opgestoken! proficiat trouwens.

ik wil daarom een kleine bijdrage leveren. Ik heb het nieuwe artikel ‘vroege groenten telen zonder kas’ gelezen en wou daar een methode bij toevoegen die jullie ongetwijfeld ook kennen. Tenminste als jullie het met mij eens zijn dat deze methode er bij past. Ik spreek over een soort ‘mini serre’ door middel van een doormidden gesneden fles, die dan over de sla, kool of eens andere groenten word gezet. Vervangt makkelijk een serre. Ik heb zelf een serre maar gebruik deze methode toch nog als ik nu sla buiten plant. Zo groeien de plantjes de eerste weken nog beter en heb ik sneller sla.

Hopelijk ben je iets met de foto’s in de bijlage!


mvg  Melotte Lenn, helchteren

    03/04/2011, een bijdrage van Michiel Dobbelaere uit Oost-Duitsland

(http://dezelfvoorziener.blogspot.com/)
Bedankt voor deze originele tip!

Klik op de foto voor een vergroting!

Michiel schrijft :Hallo,
deze kas uit gerecycleerde dubbelglas ramen wordt na de ijsheiligen afgebroken. Bij strenge nachtvorst wordt zij extra toegedekt met dekens en plastiek. Zo is het bij mij (Oost-Duitsland) mogelijk om vroeg voor te zaaien en verpotten. Komkommers kunnen ook al vroeg in deze bak geplant worden. Nadat de kas is afgebroken kunnen ze verder klimmen langs het gaas dat voorlopig nog aan de ‘nok’ van de serre opgerold hangt.

Gezonde broccoli groeit ook goed in potten

Geen groentetuin nodig voor de teelt van de gezondste aller groenten!

Al broccoliplantjes gezien in het tuincentrum?
Ja maar, wegens het aanhoudend koude en natte weer, is de moestuin nog niet klaar? Of misschien hebt u helemaal geen (groente)tuin?
En toch wil u broccoli telen?

Wel, dat kan! Broccoli doet het heel goed in pot! Zo kon ik zelf ervaren. Leest u mee en kijkt u mee naar de teelt in potten van de gezondste groenten?

Broccoli is gezond, dat weet ondertussen zowat iedereen, wekelijks staat er wel een bericht over in de krant. Geen enkele groente waarvan het gezondheidseffect zo diep doorgedrongen is. Met dit artikel zorgen we ervoor dat iedereen deze groente kan telen. U heeft geen groentetuin nodig om broccoli te telen. De teelt in pot lijkt wonderwel te lukken.Neem ze dus toch maar mee, die leuke broccoliplantjes. Heb je een pot van 20-25 liter inhoud, dan kan je daar maar liefst vier broccoliplantjes in kwijt. Vanaf nu kan dat in open lucht, beschutting is niet meer nodig.

Vergeet ook niet het vierdelige dossier over Broccoli op deze website te raadplegen, klik hier.

Zijn kolen in pot moeilijk?

In dit artikel in Het Nieuwsblad zegt Marcel Vossen van de museumtuin van Gaasbeek :
Uit onze ervaring blijkt dat kruiden het best gedijen in potten. Daarnaast groeien ook sla, tomaten, paprika’s, selder en boontjes goed. Zelfs fruitbomen in potten zijn mogelijk voor wie alleen een terras ter beschikking heeft. Wat minder goed gaat zijn de koolsoorten. Waarom dat zo is, moeten we nog uitzoeken.’

Zowel de heer Marcel Vossen, als ikzelf zeiden tot nu toe dat kolen in potten niet van de gemakkelijkste zijn om te telen. Reden is de lange groeiduur en de constante groei, zonder schokken, die deze gewasgroep nodig heeft. De groeiduur van broccoli is eerder kort, dus misschien zijn deze dan toch makkelijker in pot te telen? De groeitijd van  broccoli is veel korter dan deze van sluitkolen, zoals rode kool en  witte kool, en van spruitkool. Daarom experimenteerde ik afgelopen zomer met het telen van broccoli in pot.

Grondmengsel

Neem een goed doorlaatbaar en tegelijk vochthoudend grondmengsel. De richtlijn is zo’n 50% kwaliteitspotgrond en 50% tuingrond. Heb je te maken met vrij stugge (zware) tuingrond (klei, leem) neem dan 50% potgrond, 35% tuingrond en 15% zand.

broccoli-kweken- potten- groentetuin1broccoli-kweken- potten- groentetuin2

Plant de vier plantjes aan de buitenkant van de pot. Plant ze met de kluit net onder. Vul  de pot niet helemaal met grond.  Dit is ook wel om een gietrand te bekomen, maar vooral om later nog een 5-10 cm grond te kunnen toevoegen. Dit naar analogie met het gebruikelijke aanaarden enkele weken na het planten bij de gewone teelt van koolgewassen.

Snelle begingroei.

broccoli-kweken- potten- groentetuin3 De groei van de broccoli in de pot gaat aanvankelijk sneller, maar wel vlokker dan de plantjes in de vollegrond. Het leek er eerst op dat deze in de pot een voorsprong aan het opbouwen zijn. Plots vertraagt de groei echter en is het blad harder en stugger geworden. De bladeren vertonen zelfs een paarse schijn en de onderste bladeren vergelen. Dit wijst op stikstofgebrek!

Bijbemesten

Alhoewel de planten nog niet zo lang in de ruime pot met voedzame potgrond staan lijkt het er inderdaad op dat ze voeding te kort hebben. Tijd voor een vergelijkende test. Eén pot wordt bemest met vloeibare kamerplantenmest, enerzijds omdat er op dat ogenblik niets anders beschikbaar was, maar vooral omdat deze meststof heel snel effect zal hebben. Dat er we niet veel nodig hebben is ook mooi meegenomen, omdat deze vloeibare mest zo duur is. We vullen een gieter (ong. 10 liter) met water en voegen de voorgeschreven dosis vloeibare meststof toe. Met deze gieter kunnen we de brocollipotten flink begieten. Blijf gieten tot het water onder uit de pot loopt en stop dan. Als we te maken hebben met een luchtig grondmengsel dan is er geen gevaar voor te natte grond.
Een paar dagen later, als het weer tijd is om water te geven, zullen we deze bijbemesting nog eens herhalen.

foto : toestand een tiental dagen na bijbemesting van de linkse pot, rechts kreeg geen bijbemesting.

broccoli-kweken- potten- groentetuin4

Resultaat

Een week later is het resultaat verbluffend: mooie grijsgroene bladeren en een herwonnen groeikracht. Ik  besluit om de andere  pot  niet langer teloor te  laten gaan en deze  ook te bemesten.
Ook met deze pot  komt het nog goed, alhoewel de opgebouwde achterstand niet helemaal meer kan  ingehaald worden. In ieder geval valt de oogst goed mee en dit van acht broccoliplanten.

foto : toestand een tiental dagen na bijbemesting van beide potten.broccoli-kweken- potten- groentetuin6

Plaatsbesparend

Deze planten zouden normaal gezien een oppervlakte van twee vierkante meter innemen en stonden nu in een grondvolume van om en bij de 40 liter. In vollegrond zou dit ongeveer (2 m² x 0,2 m wortel hoogte) 400 liter zijn.

Watergift en bemesting

Het is  logisch toch dat de bemesting, maar ook de watergift, zeer intensief moet gebeuren. Na één zonnige dag en bijna volgroeide potten is de pot gegarandeerd uitgedroogd en gaan de planten verwelken. Dagelijks controleren is de boodschap! Zeker in de tweede helft van de teelt.

Oogst

broccoli-kweken- potten- groentetuin9 Ondanks de onvermijdelijke  groeistress in de potten viel de oogst goed mee. Reken op zo’n 4 tot 6 kilogram broccoli van 8 planten.

Jammer dat het einde seizoen was, anders konden we zeker nog na enkele weken wat zijspruiten oogsten.

broccoli-kweken- potten- groentetuin8

Samengevat : aandachtspunten bij broccoli in potten

(Lees ook : het vierdelige dossier over broccoli op deze site,
klik hier.)

    • Je kan broccoli in pot planten van einde maart tot de eerste dagen van augustus
       

 

    • Neem een ruime pot van 20 tot 25 liter.
    • Zorg voor een luchtig, en toch vochthoudend grondmengsel.
    • Plant de vier broccoliplanten langs de buitenkant van de pot, maximaal één plant per 5 liter grondvolume.
    • Voeg na drie weken nog wat extra grond aan de pot toe. (cf. aanaarden)
    • Doe vanaf halfweg de groei aan bijbemesting.
    • Vermijd paars en geel blad, dit wijst op voedingsgebrek, onmiddellijk bijbemesten dan.
    • Vermijd droge potten, de groei mag nooit stil vallen.
    • Controleer regelmatig op ei-afzet van vlinders en verwijder deze onmiddellijk.
    • Oogst de broccoli met een korte stam, zodat er nog veel ruimte is voor de oogst van zijscheuten

 

Extra : Fotogalerij van dit artikel, klik op de “i” rechtsboven om meer info over de foto te bekomen. En klik ook eens op de knop FS rechtsonder voor volledig scherm.
[flagallery gid=1 name=”Broccoli-in-pot”].

Asperges oogsten, het tweede jaar na planten.

Dit artikel is een opvolging van de artikels over asperges zaaien (2007) en asperges planten (2008). In het tweede artikel vind je ook al heel wat info over het verdere teeltverloop.

Na een vrij probleemloos groeiseizoen waarbij noch de aspergekever, aspergevlieg of aspergeroest roet in het eten gooiden werden de stengels van het afgestorven loof in november 2008 een tiental centimeter diep onder de grond afgesneden. Zo haal je eventuele overwinteringspoppen van aspergevlieg ook weg. Door de koude winter gevolgd door een donkere en koude februarimaand met daarna een allesbehalve zachte eerste helft van maart leek het er op dat de groei maar traag op gang zou komen.

Ruggen maken.

Tijdens een droge periode in maart werd de grond boven de aspergerij al eens oppervlakkig los gemaakt met een spitvork. Zo zal de grond sneller drogen en opwarmen.

Een plotse ommeslag in het weer bracht  al snel verandering in de trage groei. Eén van de eerste dagen van april was er al de eerste aspergestengel die zijn kopje boven de grond stak. Door het warme weer en de zandgrond waarin ze groeien kwam de hergroei toch vroeg op gang.

Tijd om aan te aarden dus. Het is gebruikelijk dit in twee keer te doen. Om zo een snellere opwarming van de berm te bekomen. Daarom wordt er eerst een laag van zo’n 15 centimeter  bovenop de asperges gelegd. Door het warme weer duurde het echter niet lang of ook daar kwam er een asperge bovenuit. Tijd dus om de aspergerug volledig te maken, zodat ze zowat 35 centimeter hoog wordt ten opzichte van de naastliggende geulen (dit is ongeveer de plantdiepte van de asperges). Druk de berm daarbij stevig aan en maak deze bovenaan voldoende breed (35 cm breed bovenaan, 60 cm onderaan). Let er goed op dat het midden van de berm perfect boven de aspergerij ligt. Eventueel zet je lange bamboestokken om de planten te markeren en maak je daarna de grondberm.

Zwart/wit folie

asperge-oogsten

Om niet iedere morgen te moeten controleren of er asperges de kop opsteken en om te vermijden dat ze het aspergekopje verkleurt wordt er best zwart doek of plastic op de rug gelegd. Het zwarte afdekmateriaal zal tevens de oogst vervroegen. Toch wacht je best niet te lang met oogsten onder de zwarte folie. Zeker bij warm weer worden ze dan te lang en kleuren ze roze.
Best is zwart/wit folie te gebruiken. Tijdens een koud voorjaar kan je dan de zwarte kant boven leggen om de groei te versnellen. Tijdens een warm voorjaar leg je beter de witte kant boven om zo een te snelle groei van de asperges te vermijden. Bij een te snelle groei door een te hoge temperatuur onder de plastic zijn de asperges dunner en is de culinaire kwaliteit minder goed. Droge grond bovenop de ruggen moet vermeden worden. Maak ze desnoods eens nat. Zo vermijd je roze koppen.

Oogst

Tot voor kort werd steeds voorop gesteld om van een tweedejaarsplanting niet te oogsten. De laatste jaren raadt men aan een kleine oogst te doen van bijvoorbeeld 3 tot vier stengels per plant, wat overeen zou komen met een oogstperiode van twee à drie weken.
Voordelen die dan aangehaald worden zijn :

– stimulatie van de knopvorming op de wortelstok, en dus tijdens de zomer meer stengels en meer loof per plant. Daardoor wordt de groei van de vlezig wortels bevordert, zodat deze extra veel reservestoffen kunnen opslaan voor het volgende jaar.

– bescherming tegen nachtvorst, aspergestengels zijn namelijk gevoelig voor bevriezing. Om te vermijden dat de eerste stengels bevriezen is het dus misschien beter om ze te oogsten. Dit jaar lijkt dit (voorlopig) niet van toepassing.

De eerste oogst van de asperges, geplant in 2008, had al plaats op 16 april 2009, een tweede oogst op 23 april 2009. Er wordt langsheen de asperge wat aarde weggegraven, zodat de asperge op een lengte van zo’n 25 centimeter kan afgesneden worden. Daarna wordt het putje weer dicht gemaakt.

In de vorige artikels kon u lezen dat het om slechts 11 planten gaat. Nog een geluk dat het zo’n groeizaam weer was. Zo kon de oogst meteen flink van start gaan en was het niet nodig om wat asperges in de koelkast te bewaren om, dan samen met een tweede oogst enkele dagen later, een volledig maal te vormen. Want eigenlijk is 11 planten wat weinig. Dat kan je hier lezen in dit bericht van Jan.
Door deze snelle groei zit de oogst van deze tweedejaarsaanplanting er ook snel op. Er werd besloten om na de tweede oogst de asperges te laten uitgroeien. Zo spelen we op zeker en vermijden we dat de plant te veel verzwakt wordt. Volgend jaar kunnen we dan al iets meer en langer oogsten, tot einde mei. Daarna kan de oogst steeds plaatsgrijpen tot 24 juni. 
Het is best de geoogste asperges eerst een paar uren in koud water te leggen. Daarna wikkel je ze in een vochtige doek en wat folie en bewaar je ze zo in de ijskast. Maar vers zijn ze natuurlijk op hun best.

Na de oogst

Straks zal het loof hard gaan groeien en is het zaak het loof gezond te houden, maar ook van voldoende voeding te voorzien.
Je kan vooraleer de ruggen lichtjes af te graven een matige hoeveelheid compost in de geulen tussen de ruggen aanbrengen. Dit kan ook tijdens het vroege voorjaar bovenop de aspergebedden om deze dan wat door de grond te mengen met een spitvork.
Na het afgraven strooi je nog een matige hoeveelheid samengestelde meststof (bv 40 g/m² 12-10-18 of 80 g/m² 6-7-8) Half juli zullen we nog eens bijbemesten met dezelfde  hoeveelheid samengestelde meststof. De eerste dosis meststof kan ook vroeger op het jaar gegeven worden tijdens de maand maart.
Vergeet niet om toch tweejaarlijks  tijdens de winter  het aspergeperceel te bekalken met 100g/m².

De vroegste groente uit openlucht : spruitbroccoli!

 collage_broccoli2

Spruitbroccoli, niet in de winkel, maar wel een delicatesse uit eigen tuin.

  • Nu verse broccoli uit de eigen moestuin oogsten, de eerste verse groente van het nieuwe openluchtseizoen en dat terwijl alle broccoli die in het groentenschap te vinden is als herkomstbenaming “Spanje” draagt!
  • Verse, gezonde broccolischeutjes  in het vroege voorjaar vanaf maart tot eind april, en dit zonder kas, tunnel, koude bak of enige andere bescherming. Het kan!

 
paarse-broccoli_hoofdknop_sfeer Dit jaar was het, door de strenge winter,  wat later en kon er pas begin april geoogst worden, maar in een zachtere winter is een oogst van jonge, verse spruitbroccoli vanaf maart zeker en vast mogelijk!

Om welke groente gaat het eigenlijk?

Het gaat dus alvast niet om de bekendste broccoli, de  zomerbroccoli (Brassica oleracea var. italica, – Calabrese rassen) die kan geoogst worden van juni tot december (planten maart tot begin augustus).  Op  deze site is er een volledig dossier aan gewijd : “Broccoli? Gezondheid!

We hebben het hier wel over een zeer gekende groente in Engeland die nu ook stilaan bij onze moestuinders stilaan bekend en bemind raakt : ***de winterbroccoli of spruitbroccoli.  Soms gebruikt men ook de benaming speerbroccoli of aspergebroccoli.

Spruitbroccoli is de verzamelnaam voor een groep van tweejarige broccolirassen die purperen of witte kleine, bebladerde, langwerpige, paarse of witte bloemhoofdjes vormen nadat ze op het veld hebben overwinterd. Men noemt ze ook winterbroccoli.

Teelt van spruitbroccoli/winterbroccoli.

Deze lente staat op de proeftuin van GroentenInfo de variëteit “Purple Sprouting” van Thompson & Morgan. Hier volgt een uitgebreide beschrijving van deze zeer interessante liefhebbersteelt die begon op 15 juni van vorig jaar.

Kenmerken
De winterbroccoli is tweejarig, dat wil zeggen dat de plant groeit tijdens het eerste jaar en bloeit vroeg in  het tweede jaar. Deze tweejarige rassen vormen pas bloemhoofdjes nadat ze op het veld zijn overwinterd.  Er is  koude nodig vooraleer deze broccolisoorten tot bloei kunnen overgaan. Er zijn paars-spruitende of wit-spruitende winterbroccoli’s. Pas onlangs zijn er ook spruitbroccoli’s ontwikkeld die geen  koude nodig hebben en dus eigenlijk als zomerbroccoli kunnen geteeld worden. Zo is er de paarse variëteit Bordeaux F1.

 

paarse-broccol_broccoletto_zaaien15juniZaaien
Deze winterharde broccoli wordt gezaaid in de vroege zomer en uitgeplant in juli. De ideale zaaiperiode is 10-15 juni. Tijdens de zomer en het najaar gaat de groei heel hard. De planten schieten flink hoog op en vormen een dikke stengel. Het lijkt eigenlijk wel op hoge boerenkool. Vanzelfsprekend moet deze broccoli ook beschermd worden tegen alle typische koolplagen. De teeltwijze is vergelijkbaar met deze van winterbloemkool, die vroeger in bepaalde regio’s ook wel winterbroccoli genoemd werd.  Het voornaamste verschil is dat de spruitbroccoli best zo’n twee weken vroeger gezaaid wordt en evenveel weken vroeger uitgeplant wordt. De plant moet immers voldoende hoog (ca. 70 cm) kunnen groeien voor de winter invalt.

Planten
Uitplanten gebeurt op een ruime afstand van zo’n 70 cm. De plant is vrij hoog en volumineus. In september moet er zeker en vast ook nog eens aangeaard worden, de plant heeft absoluut wat steun nodig. Kies ook een geschikte standplaats, want deze groente staat in de tuin als alle andere groenten geoogst zijn. Zorg dat ze niet in de weg staat van het teeltschema voor het komende seizoen. Een standplaats die ook in de winter niet te nat is, is noodzakelijk. Wat betreft andere gewaszorgen kunt u te rade gaan in het artikel over winterbloemkool en over zomerbroccoli. Het is zowat een teeltmix van deze twee groenten.

Foto’s van de opkweek: uitzaaien in een zaaikistje en uitplanten als losse plant (Losse planten vergen extra zorg na het planten, beter is verspenen en opkweken in potjes)
Zaaien op 15 juni, verdere opkweek in open lucht,  uitplanten op 15 juli, de laatste foto toont de gewasstand op 4 oktober.

paarse-broccol_broccoletto_opkomst28juniuitplanten-winterbroccoli uitplanten-winterbroccoli3uitplanten-winterbroccoli4gewasstand-winterbroccoli2

Winterhard 
spruitbroccoli_14_januari_2009 Vanaf de eerste koude, zo  begin december valt de groei helemaal stil. Dit jaar duurde deze groeistilstand zowat tot eind februari. Maar, wat het belangrijkst is, de winterbroccoli overleefde ook deze vrij strenge winter. Er was wel wat van het onderste blad beschadigd, maar de meeste bladeren en het groeipunt bleven intact. In tegenstelling tot de bladbroccoli (broccoletto) ernaast. Deze overleefde de vorst niet. (zie artikel 14 januari : vorstschade bij wintergroenten)

Hergroei
Bij de eerste zachte temperaturen herneemt de groei. Maar nu meer gedrongen en minder weelderig. In de kop van de plant groeien talrijke kleine blaadjes en in de bladoksels op de hoofdstam zien we de zijscheuten verschijnen.

Lang oogsttraject
Dank zij de relatief lage temperaturen in het voorjaar heeft deze groente een lang oogsttraject. Je kan, mits wat toe te geven op de opbrengst, vroeg beginnen met oogsten en lang doorgaan. Als, bij een zachte winter, de oogst kan starten begin maart, dan kan deze doorgaan tot eind april. Het duurt dus vrij lang tot de bloemhoofdjes de eerste gele bloempjes vertonen. Dit is bij zomerbroccoli wel anders.

Eerste oogst
winterbroccoli_oogst_maart

Einde maart kon al een eerste keer geoogst worden, alhoewel de hoofdjes nog wat klein waren.

(foto : een eerste oogst op 29 maart, de hoofdknop en de zijscheutjes zijn nog niet op volle grootte en lengte, er moet nog wat ‘rek’ inkomen)

Volop oogsten

Begin april waren de hoofdknoppen al groter uitgegroeid en kon de hoofdknop met enkele onderliggende zijscheuten geoogst worden. Tot op heden (10 april) is er van de planten die nog niet geoogst zijn is nog geen enkel schermpje tot bloei over gegaan. Het is nog even afwachten hoe lang het duurt vooraleer er bloei is van de schermen. In ieder geval is de oogst ondertussen al twee weken bezig.

winterbroccoli_oogst1winterbroccoli_oogst2
Foto’s boven : hoofdscherm wegsnijden, daarna de hoogste en voldoende uitgegroeide zijscheuten wegsnijden. Laat er een voldoende lange stengel aan en enkele van de kleinste blaadjes.

Foto’s onder : na de oogst van het hoofdscherm en de grootste zijscheuten, de bovenste bladeren wat wegsnijden. Dit zorgt voor meer licht en stimuleert de uitgroei van de onderste scheuten.

winterbroccoli_oogst3

spruitbroccoli_oogst4

Zijknoppen stimuleren.

Hou er rekening meer dat het uitsnijden van de hoofdknop, samen met enkele van de bovenste zijscheutjes de lager gelegen zijscheuten sterk stimuleert. Deze zijn nu al veel groter dan de zijscheuten van planten die waarvan nog niet geoogst is. Oogst dus nooit een volledige plant in één keer.

Opbrengst.

De opbrengst per plant is vrij groot. Per plant kan je nog net iets meer oogsten als van zomerbroccoli. Weliswaar niet in één scherm, maar verdeeld over veel verschillende scheutjes en over verschillende oogstbeurten.

Foto : een oogst van drie planten volstaat ruimschoots voor vier personen. Dit zijn drie hoofdschermen en per plant een vijftal zijspruiten. Oogst de zijscheuten met een lange steel en met enkele kleine blaadjes.
Hou rekening met de bereidingstijd : vijf minuutjes koken en klaar, ook de steel is snel zacht! Te lang koken doet smaak en structuur verdwijnen.

oogst-purple-sproutsspruitbroccoli gaar

Hebt u ervaringen met deze of andere soorten spruitbroccoli, laat het  dan weten. Alvast bedankt!