Categorie archieven: Lezersbijdragen

Zelf een groentebed op worteldoek aanleggen

Ter inleiding

DSC00135 Dit artikel vormt één geheel met het artikel “slateelt op worteldoek“. Daar vindt u ook de talrijke voordelen die verbonden zijn aan het gebruik van gronddoek in de groentetuin. Deze uiteenzetting behandelt één mogelijke methode om het worteldoek-bed op een degelijke manier aan te leggen. Je kan dit groentebed op worteldoek ook gebruiken voor andere teelten mits de afstand en de diameter van de plantgaten aan te passen.

Een zo perfect mogelijke plaatsing van het worteldoek verzekert u van de beste teeltresultaten. Ook omdat het groentebed op worteldoek op het einde van het tuinseizoen wordt verwijderd om het jaar daarna terug te plaatsen, dringt een vlotte en goede werkmethode om dit doek te plaatsen zich op. Vandaar dit artikel…

De eisen waaraan een degelijk worteldoek-bed moet voldoen

  • Het bed moet voldoende vlak zijn (en blijven) om geen ophoping van water te krijgen onder het doek.
  • De afstanden en de grootte van de plantgaten dienen aangepast te zijn aan de soort teelt.
  • De zijwanden (randen) van het bed moeten mooi verticaal afgewerkt zijn. Zo is het mogelijk om het doek zo vlak mogelijk op te spannen.
  • De plantgaten mogen niet uitrafelen.
  • De basisbemesting van de tuingrond moet op voorhand toegediend te worden.

Het worteldoek, hier besproken, is specifiek gemaakt voor het inplanten van slasoorten, andijvie, suikerbrood,…

Het voorbereiden van het doek

Wat is er nodig?

  • Een stuk worteldoek (de breedte varieert volgens merk van 2,00m tot 2,07m). De lengte = de lengte van het bed (de afstand tussen het eerste en laatste plantgat) + 0,80 m.
  • Een gasfles + roofingbrander
  • Een ronde dikwandige buis (buitendiameter 8 cm) voor het inbranden van de plantgaten.
  • Een ronde houten mal (diameter 8 cm) met een opening van 12 mm in het midden.
  • Een rode stift (waterproof) voor aftekenen van de plantgaten op het zwarte doek.
  • Een stuk elastische metsersdraad + 2 zware stenen

DSC00141 De foto toont 5 rijen met elk 16 plantgaten. De afstand tussen de rijen en de plantgaten is telkens 30cm. Het doek is dus (15 x 0,30m) + 0,80m= 5,30m lang. Na plaatsing zal het worteldoek een zichtbare breedte en lengte van respectievelijk 1,6 m en 4,9 m hebben. Daarbij zijn er 16 x 5 = 80 plantgaten beschikbaar.

DSC00143
De foto toont de verschillende elementen die nodig zijn voor het aftekenen en branden van de plantgaten

Werkwijze

  • Het doek wordt uitgespreid op een harde ondergrond. In de lengterichting worden 5 rijen, op 30 cm afstand van elkaar, met de stift uitgetekend  op de kop-uiteinden.
  • Door middel van de metsersdraad worden, met de stift, alle plantgaten met een kruisje aangeduid op het doek.
  • Alle plantgaten worden met de houten mal en de stift afgetekend. Omdat de mal een gat heeft in het center,kan men haar mooi over de eerder aangeduide kruisjes positioneren.
  • Onder het doek wordt een stuk houten plaat (bv. vezelplaat) gelegd op de plaatsen waar men de plantgaten zal inbranden.
  • Met de roofingbrander wordt het uiteinde van de buis voldoende opgewarmd en kunnen normaal gezien, tussen de opwarmbeurten, gemiddeld 4 gaten gebrand worden. De buis zal, zolang ze voldoende opgewarmd is, mooie ronde plantgaten maken, waarbij het uitgebrande deel volledig los dient te komen uit het doek, zoniet betekent dit dat de temperatuur van de buis te laag geworden is.

Best eerst eens uittesten op een stukje overschot van worteldoek om te leren hoeveel er moet opgewarmd worden.

Grondvoorbereiding

Omspitten van benodigde grondoppervlakte

De om te spitten oppervlakte = de zichtbare doekoppervlakte (in dit geval 1,60m x 4,90m) + rondom 30 cm extra.

Basisbemesting

Voor slasoorten is de basisbemesting (voldoende voor minstens 2 x uitplanten in dezelfde plantgaten) als volgt :

– 100 gr/m2 zeewierkalk

– 300 gr/m2 koe-kip-paard gedroogde mestkorrels

– 80 gr/m2  blauwe korrel (12-12-17)

– 45 gr/m2 patentkali (30% + 10% Mg)

update : klik hier om meer info over dit bemestingsadvies te lezen

Inwerken van basisbemesting en egaliseren van de oppervlakte.

De omgespitte grond wordt nu bij voorkeur ongeveer 20 cm diep ingefreesd.

Daarna dient de gefreesde oppervlakte mooi vlak gemaakt worden na een paar keer rollen, teneinde  inzakken van de grond te vermijden in de loop van het teeltseizoen.

Het aanleggen van het worteldoekbed gebeurde  op 16 juni 2008 ;vroeger had dus zeker gekund.

Plaatsen van het doek

Hiervoor zijn nodig :

  • Eén grote dunne (3 mm min.) beschermplaat zoals een kartonnen (Unalit) plaat van 1,25 m x 2,50m om het platte grondoppervlak intact te houden tijdens het plaatsen van het doek
  • een planttouw (metserskoord)
  • een kruiwagen en graafschop
  • een plantspade (zie foto) of ander gereedschap om langs de plantdraad een mooi rechte,diepe gleuf te maken.
  • twee unalit platen (40 cm hoog,ongeveer 70 cm lang,3 mm dik) om langs de zijkanten te plaatsen.

Het plaatsen van het doek *Zie ook de stap-voor-stap foto’s onder deze beschrijving.

Het  planttouw wordt op een onderlinge afstand van 1,60 m uitgezet.

Na het plaatsen van het planttouw (beginnend aan linker-langszijde van het bed) wordt het doek overgeplooid bovenop het bed zodat het planttouw vrij op de grond ligt.

Nu wordt de beschermplaat bovenop het doek, voldoende dicht bij het planttouw gelegd,teneinde de grond te kunnen betreden en met de kruiwagen te berijden zonder de grond in te drukken;

Met de plantspade wordt een mooie diepe en mooi verticale gleuf gemaakt vlak naast de plantdraad. Men doet dit in stukken van 1,5 meter; onmiddellijk daarna duwt men de twee unalit platen (40 cm hoog) in de gemaakte gleuven

Hierna wordt, met een gewone schop, de grond rondom het bed, schuinweg uitgehaald  tot men de unalit platen raakt. De grond wordt in een kruiwagen gedaan.

Hetzelfde herhaalt zich verschillende malen tot men de volledige linkse zijde afgewerkt heeft. Eventueel kan ook de greppel aan de kopzijde van het bed al  uitgegraven worden maar dit kan ook nog later.

Als de linkse langszijde klaar ligt, wordt de eerder overgeplooide worteldoek mooi recht,en goed gespannen in de greppel overgeplooid en onmiddellijk met een verschillende hoopjes aarde(vanuit de kruiwagen)vastgelegd. Met het vastleggen van het kopeinde van het bed wordt gewacht tot alle drie zijden (rechtse langszijde+ voorste kopeinde) afgewerkt zijn.

Op dezelfde manier wordt, in wijzerzin de besproken methode herhaald voor alle zijden van het bed.

Nu volstaat het alleen nog de greppels, rondom het bed, vol te storten met aarde en goed aan te drukken met de voet.

Het midden van de plantgaten aan de zijkanten van het bed bevindt zich op ongeveer 20 cm van de kant, zodat er ruim plaats is om sla te telen aan de buitenzijden.

Stap-voor-stap (klik op de foto’s)

DSC00133

 DSC00135

DSC00136DSC00137   DSC00139

 

Opmerkingen:

*Voor een worteldoek van 2,07 m breed i.p.v. 2,00 m (o.a. te koop bij Makro; 50 €/50m) verandert de afmeting van het bed niet maar wordt er 3,5 cm doek meer langs beide langszijden in de greppel overgeplooid.

*De afgebeelde plantspade is een eerder professioneel type maar kan vervangen worden door een ander(eventueel zelfgemaakt) gereedschap. Het komt erop aan om vlak naast het planttouw een rechte, voldoende diepe(25 cm is minimum) gleuf te maken waarin de unalit platen kunnen geplaatst worden.

*Het beschikbaar zijn van een tweede kruiwagen of ander recipiënt om de aarde in te deponeren kan handig zijn als het groentebed wat langer is.

*De gemaakte plantgaten stemmen overeen met de diameter van de zogenaamde bollenplanter die op de foto’s te zien is.

*De dikwandige buis voor het inbranden van de gaten in het doek is door mijzelf voorzien van een handvat en dus niet verkrijgbaar in de handel.

*Op het einde van het tuinseizoen (november) kan het worteldoek- bed, door losgraven van de zijwanden, opgeborgen worden en het volgende jaar terug aangelegd worden.

Voor voorbeelden en bespreking van de slateelten op worteldoek verwijs ik naar het artikel “slateelt op worteldoek

Een eerste inplanting van uitgedunde slaplantjes is alvast te zien op onderstaande foto(157) genomen op 20/06/08.DSC00157

Deze unieke teelttechniek op gronddoek is zeker en vast toepasbaar voor iedere hobbytuinder! Veel succes!

  • Uw eigen ervaringen en tips bij het plaatsen van worteldoek om groenten te telen in de tuin zijn heel welkom in de commentaarbox hieronder.

Hoe teel je sla op gronddoek?

DSC00161

Herman de Moor experimenteerde vorig jaar met het telen van sla op gronddoek. Geïnspireerd door enerzijds de tips en het artikel (“Ajuin telen op worteldoek”) van Adelin en anderzijds de korte beschrijving met foto van dit systeem in de Groente & Fruit Encyclopedie (pagina 80-81).

Het werd meteen een succesverhaal!

In dit artikel geeft hij een volledige teeltbeschrijving van deze speciale teeltmethode van kropsla, eikenbladsla en krulsla. 
Deze unieke teelttechniek, is zeker en vast toepasbaar voor iedere hobbytuinder!

Inleiding

Sinds vele jaren teel ik, gans het jaar door, verschillende soorten sla in koude bak en volle tuingrond.

De eerste teelt (februari-maart) bestaat uit aangekochte plantjes voor teelt in de koude bak. Terzelfdertijd werd ook reeds sla gezaaid in de koude bak waarvan de uitgedunde planten werden uitgeplant in de volle tuingrond of koude bak, afhankelijk van het weer (zie ook artikel het nut van de koude bak).

Ook wordt er vroege sla geplant onder een kleine tunnel met zelf opgekweekt plantmateriaal (zie artikel zelf kropsla zaaien en opkweken)

Zodra het weer dit toeliet (vanaf begin mei) werd er vervolgens sla gezaaid in volle grond waarna, na uitdunnen, een nieuw bed met uitgeplante sla gemaakt werd.

Deze methode herhaalt zich, gans het jaar door, tot wanneer zaaien buiten echt niet maar kan.

Voordeel hiervan is dat men, met één maal zaaien, eigenlijk twee oogsten heeft die qua oogst-tijdstip ongeveer 2 weken verschillen. Dit omdat uitplanten steeds wat groeivertraging veroorzaakt.

Bovendien zaai en verplant ik naast gewone kropsla tussendoor ook andere slasoorten zoals krulsla (Lollo’s) en eikenbladsla, die minder vlug opschieten of oprotten zoals dat bij kropsla wel eens het geval kan zijn tijdens bepaalde weersomstandigheden. Krulsla en eikenbladsla zijn over het algemeen ook minder gegeerd door bladluizen.

Motivatie

Naar aanleiding van verschillende reacties en tips van lezers die gegeven werden bij het  artikel van Adelin, ajuin planten op worteldoek, besloot ik een worteldoekbed aan te leggen voor het telen van uitgeplante slaplantjes afkomstig van mijn originele zaaibedden.

7  voordelen van een groentebed op worteldoek

  • steeds een plantklaar bed beschikbaar voor uitplanten van verschillende soorten sla, zo kan je telkens een kleine hoeveelheid planten als het moment gunstig is
  • geen onkruidgroei, niet meer schoffelen.
  • veel minder uitdroging van de grond, minder water geven.
  • minder vervuiling door opspattend slijk en minder zand in de krop
  • veel minder last van rot onderaan de krop
  • geen grondbewerking in de loop van het seizoen nodig
  • de grond onder het worteldoek blijft de hele tijd uitstekend van structuur

Dit artikel behandelt dus uitsluitend het uitplanten van slasoorten op worteldoek. Een ander artikel toont de methode om een degelijk worteldoekbed aan te leggen. (klik hier)

Het worteldoekbed

Door gebruik van 2 meter brede zwarte (anti)worteldoek, werd over een lengte van ongeveer 5,40 meter (tussen de betonnen looppaden) het groentebed opgebouwd.

groentebed op grondoek, klaar om uit te planten

In het doek werden, met tussenafstand van 30 cm, zowel tussen als in de rijen, gaten van 8 cm doormeter gebrand wat mij 80 beschikbare plantgaten opleverde.

De verschillende inplantingen (een zestal gedurende het volledige teeltseizoen), gebeurden telkens  met een veelvoud van 5 planten. Er zijn namelijk in totaal 16 rijen van 5 gaten beschikbaar.

Teeltverloop

– 20/06/08      Eerste planting van kropsla + krulsla(Lollo Rossa)

Over de grondbewerking en de bemesting bij aanleg van een groentebed op worteldoek lees je meer in dit artikel.

Werkwijze bij sla planten op worteldoek?

Met behulp van een narcisplanter wordt een zo diep mogelijk gat gemaakt. Een deel van de aarde wordt fijn gemaakt en terug in het plantgat gedeponeerd. Met een plantschopje wordt de ronde gladde zijwand van het plantgat verder losgemaakt onder het doek, zodat het inwortelen van het slaplantje gemakkelijker in de breedte kan gebeuren.

Met het plantschopje worden de slaplantjes, één per één, zorgvuldig, met zo groot mogelijke aardkluit, weggenomen uit het originele zaaibed en mooi ingeplant in een plantgat van de worteldoek. Men zorgt ervoor niet te diep te planten. De foto toont 15 kropsla (Limax) en 5 krulsla (Lollo Rossa) planten van de eerste uitplantbeurt.

sla op gronddoek in de tuin

Onmiddellijk na uitplanten wordt voorzichtig wat water gegeven in het plantgat.  Gezien de weersomstandigheden was afdekken van het bed hier niet nodig. Later in het seizoen zal dit wel nodig zijn.

– 04/07/08     3de uitplantbeurt van kropsla.

Sinds de 1ste uitplanting was er nog een tussentijdse (2de) uitplanting van 2 x 5 kropsla-planten.sla en lollo rossa op worteldoek in de tuinkropsla op worteldoek in de tuin

Bescherming na het uitplanten.

Bij de 3de uitplanting (3 x 5 Limax kropsla-planten) wordt er, na het planten, gedurende een drietal dagen afgedekt; op de foto zijn de balken(18 cm) reeds geplaatst aan de zijkant van het bed.

Voor het afdekken gebruik ik gewone schaduwdoek. Over de balken worden een drietal planken gelegd om doorzakken van het doek te voorkomen. Met enkele buizen of dergelijke wordt het doek vastgehouden. Op de foto ziet men nog duidelijk de slaplanten doorheen het doek, dat nog voldoende licht moet doorlaten. Dus geen fijnmazig doek gebruiken. Het afdekken met schaduwdoek blijkt een perfect middel te zijn om, zelfs in volle zomer én bij zonnig weer, toch een geslaagde planting te bekomen. De test toonde aan dat de plantjes absoluut niet verwelkten, zelfs niet bij felle zon. Een drietal dagen later, bij verwijdering van het doek waren ze perfect in de groei en hadden niet in het minst te lijden gehad van de felle zon (zie verder).

kropsla beschermd door schaduwdoek (moestuin)

– 13/07/08     De toestand tot en met de 3de planting.

slasoorten op gronddoekDe foto illustreert duidelijk de perfecte staat van de 3de inplanting, 9 dagen na het planten en dit in volle zomer. Sinds aanplanting is er slechts een paar maal water gegeven aan de planten. De 1ste en 2de inplantingen doen het ook uitstekend.

 

 

 

– 30/07/08     4de planting van 4 x 5 kropsla.

De foto is genomen onmiddellijk na inplanten, aangieten en afdekken met schaduwdoek van 20 bijkomende kropsla-planten. Die dag is er doorlopend felle zon, dus een prima test voor het nut van het gebruik van schaduwdoek.

slasoorten beschermd door schaduwdoek

– 01/08/08      Bij wijze van test, controle de volgende dag.

slasoorten pas geplant. Na precies één dag blijkt, bij het verwijderen van het schaduwdoek, dat de plantjes niet verslappen. De manier van afdekken blijkt dus heel doeltreffend te zijn. Ik besluit het doek terug te plaatsen gedurende een paar dagen.

– 03/08/08     5de en laatste inplanting van dit seizoen

Deze laatste plantbeurt bestaat uit het inplanten van 15 kropsla-planten in de overblijvende plantgaten van het worteldoek.  Bovendien worden er nog een tiental kropsla-planten ingeplant in reeds vrijgekomen  plantgaten van de allereerste plantbeurt. Op latere datum zal blijken dat een tweede inplanting in reeds gebruikte plantgaten geen probleem stelt i.v.m. beschikbaarheid van voedingsstoffen.

Men kan dus rustig, zolang het seizoen niet te ver gevorderd is, een 2de maal inplanten in reeds eerder gebruikte plantgaten.

Conclusies

* Het gebruik van worteldoek voor de teelt van ingeplante slasoorten is echt de moeite waard en laat toe van ononderbroken sla beschikbaar te hebben.  Als men bovendien combineert met verschillende slasoorten zoals krulsla en eikenbladsla, wordt de spreiding van de oogst nog groter.

De rode versies van krulsla en eikenbladsla geven goede resultaten in volle zomer terwijl de groene versies in de vroege lente of in de herfst opmerkelijk beter  presteren dan de rode. De groenbladige hebben minder licht nodig om goed te groeien. Dit is uiteraard een feit dat onafhankelijk is van de teelt op worteldoek.

* Deze methode met worteldoek zou in principe ook van toepassing zijn op andijvie,suikerbrood, radicchio en vele andere groenten, maar werd hier niet getest.

In een volgend artikel deel ik mijn ondervinding, i.v.m.  het oordeelkundig aanleggen van het worteldoekbed, met de lezers. Daar zal in detail, met foto’s, besproken worden hoe ik tewerk ging om een goed vlak bed te bekomen voorzien van mooie gaten.

Het nut van de koude bak, het jaar rond.

Herman wil u in dit artikel graag overtuigen van het nut en de veelzijdigheid van de koude bak om groenten in te telen. Dit aan de hand van  enkele voorbeelden  zoals sla, wortelen, prei en boontjes. Ook de opbouw van zijn koude bak is de moeite waard om te bekijkenInleiding

Sinds jaren tuinier ik, maar had tot een viertal jaren geleden geen koude kas. Sinds mijn pensioen en de verhuis naar een andere locatie, wou ik op een vaste plaats in de nieuw aangelegde groentetuin een degelijke koude bak opbouwen.

Voordien had ik  een stevig gebouwde koude bak opgebouwd met betonplaten en afgedekt met de goeie ouwe “éénruiters”. Nadelen van deze constructie was de onmogelijkheid om deze bak gedeeltelijk te demonteren én de slechte isolering van de betonnen constructie.

Nu ik meer vrije tijd heb wilde ik, als gedreven knutselaar, iets beter maken.  Zo kwam ik uiteindelijk tot een oplossing die het mogelijk maakt de bak in verschillende modules te demonteren.

Bedenkingen

Na twee jaar intensief gebruik van deze “koude bak”, voor de eerste vroege teelten en de opkweek van plantgoed (voor uitplanting in volle grond), geef ik de voorkeur aan de koude bak boven de koude kas. Dit betekent niet dat de koude kas in het voorjaar overbodig is, maar dat, voor sommige teelten, de combinatie van de beide het meest logisch is.

Inderdaad, met uitzondering van bv. snijsla, oogstbaar vlak na de winterperiode, zijn aan het gebruik van de koude kas voor de vervroegde teelt van allerlei voorjaarsgroenten nogal wat vervelende obstakels verbonden zoals

  • Een vroege groenteteelt in de kas maakt dat er geen mogelijkheid is de kasgrond, kort na de winter te spoelen. (zie in dit artikel  “zoutconcentratie ”)
  • Bepaalde vroege zaaiingen of plantingen zijn soms nog niet oogstbaar als de tomatenplanten klaar zijn om uit te planten. (zie in dit artikel ‘”hoe ziet een ideale tomatenplant er uit?”)
  • Tijdens zonnige periodes in het vroege voorjaar zijn sommige teelten, zoals lente-kropsla, niet gelukkig met de hoge temperaturen in de koude kas. Minder goede kropvorming is daar dan ook wel eens het gevolg van. (zie artikel “liefhebbersteelt van kropsla”)

Ik ken genoeg collega’s hobbytuinders die geen koude kas bezitten en met eenvoudige middelen een vaste of verplaatsbare (eventueel telkens terug op te bouwen) koude bak opbouwden met goed resultaat. Dit vereist eventueel elk jaar wel wat planning i.v.m. de plaats van opbouw en het nodige werk daaraan verbonden.

Ten behoeve van de gedreven knutselaars zal ik, in een later artikel, en als ik foto’s ter beschikking heb, eens de constructie van mijn koude bak in detail uit de doeken doen.

Graag wil ik met enkele voorbeelden van de groenteteelt in koude bak, overtuigen van het nut ervan, om het even hoe deze  bak opgebouwd is.

De opbouw

opbouw koude bak moestuin De  bovenstaande foto geeft ook een goed beeld weer van de gedeeltelijk gedemonteerde voorzijde van de koude bak.

 

  • De totale lengte is ongeveer 5,40m, verdeeld in 3 gelijke segmenten. Elk segment is apart afsluitbaar door een schutsel uit hout of met fijn gaas.
  • De breedte (1,42m) stemt overeen met de maat van de zogenaamde eenruiters (78cm x 145 cm).
  • De hoogte verloopt, omwille van de afvoer van regenwater, van 40 cm naar 35 cm.
  • Alle wanden zijn samengesteld uit tuinhout-planken (met pen en groef) en allemaal individueel verwijderbaar.

 

Het teeltverloop in de koude bak

15/02/08 het spitten en bemesten

 

Na grondig en diep omspitten wordt er bemest zoals volgt :

– 100 gr/m2 zeewierkalk

– 300 gr/m2 koe-kip-paard mestkorrels

– 100 gr/m2 blauwe korrel (12-12-17)

– 30 gr/m2 patentkali (30% K + 10% Mg)

De klaargemaakte grond wordt nu gedurende een paar weken, om op te warmen en te drogen, afgedekt met de glazen eenruiters.

08/03/08 Zaaien en uitplanten van de vroege teelten

 

koude bak met sla, wortelen, prei,

Bovenstaande foto (genomen op 03/05/08) toont de resultaten van inzaaien en inplanten van :

  • gezaaide vroege worteltjes (Mokum) die geoogst werden vanaf 20/05/08 tot 16/06/08.
  • 14 geplante, aangekochte, kropslaplantjes.
  • 10 geplante groene krulslaplantjes
  • gezaaide herfst-winterprei (Mako Star) uitgeplant in volle grond op 11/06/08
  • gezaaide Limax en Sylvesta kropsla;opmerkelijk is hier de slechtere kieming van Sylvesta t.o.v. Limax, wat later, in volle grond, terugkwam als kenmerk. Ook in mijn artikel “zelf kropsla telen” werd dit vastgesteld

20/05/08 De toestand  vandaag

Koude bak, sla , prei

koude bak, peen, wortelen, mokum 

Bovenstaande foto’s geven een zicht op:

  • de jonge preiplantjes (gezaaid op 08/03/08)
  • de ondertussen uitgedunde Limax en Sylvesta slaplantjes (gezaaid op 08/03/08)
  • de bijna oogstbare jonge worteltjes (afgedekt met een net tegen de katten)

23/05/08 Eerste oogst van jonge worteltjes.

Een primeurteelt van wortelen! Vanaf nu tot 16/06/08 kon er regelmatig geoogst worden.vroege oogst wortelen mokum

 

06/08/08 Late zaaitest van struikprincessen (Valdor)

Niettegenstaande het late tijdstip, doe ik toch nog een test van het zaaien van “Valdor” boterboontjes in een afgedekte koude bak. Boontjes in open lucht worden best gezaaid voor 15-20 juli om zeker te zijn van een goede oogst. Door het gebruik van een koude bak kan de groei wat versneld worden en de invloed van koude en natte periodes, die zo nadelig zijn voor bonen, geminimaliseerd worden. (zie ook artikel “de teelt van bonen”). Misschien dat op die manier een later zaaitijdstip dus ook nog kan?

De kieming verliep uitstekend. Of het nog tot volledige oogst zal komen is nog een dubbeltje op zijn kant!

22/10/08 De toestand van de struikprincessen.

struikbonen, boterbonenTot mijn verwondering zijn de struikprincessen zeer mooi opgegroeid en een eerste plukbeurt is nu mogelijk.De planten staan er bijzonder gezond en volop in bloei bij.

Gezien het tijdstip(einde oktober) is verdere ontwikkeling van de gevormde bloemen uitgesloten.Dit was ook te voorzien.

De test toont aan dat de koude bak,mits een vervroeging van het zaaitijdstip met een viertal weken,voor een laatste oogst van struikprincessen,een haalbare oplossing kan zijn.

stambonen, boterbonen

Conclusies

  • Een koude bak een uitstekend instrument om, naast het voordeel van het vroeg telen van groenten in het voorjaar, slechte weersomstandigheden te omzeilen in volle zomer en het najaar.
  • Zaaien in de koude bak en daarna uitplanten vanuit de koude bak is is  een zeer goede teeltmethode (sla, prei, bloemkool…)
  • Het omgekeerde, uitplanten vanuit vollegrond naar de koude bak (bv. uitdunnen vanuit een vollegrond slabed), om de teelt langer te kunnen aanhouden, behoort ook tot de mogelijkheden.
  • Voor wie ook een kas heeft, is de combinatie met telen of opkweken voor uitplanten naar volle grond of kas eveneens een echte meerwaarde.

Zoals steeds zijn reacties, tips of eigen oplossingen, steeds welkom in het speciaal daartoe voorziene hoofdstuk, onderaan dit artikel. Alles kan inderdaad nog beter. Laat het ons weten…

Tomaten in open lucht : enten of niet?

In het laatste deel van de artikelenreeks “Teeltverloop bij enten en pottenteelt van tomaten” beschrijft Herman De Moor zijn waarnemingen, en conclusies bij een teeltvergelijking van geënte en niet geënte tomaten in open lucht.

Tomaten telen met Herman.

Inleiding

Dit artikel beschrijft, als laatste van mijn 2008 tomatenteelt, de teelt van geënte en niet geënte tomaten in openlucht (onbeschermd). Bedoeling was om, voor de buitenteelt, in een door bodemmoeheid aangetaste grond, de vergelijking te maken tussen geënte en niet-geënte planten. Dit leidde tot heel wat interessant conclusies.

Voorbereidingen voor het planten.

* Basisbemesting na voldoende diep omspitten van de grond.
Opmerking : alle meststoffen voldoende diep door de grond inwerken.

– 100 gram/m2 zeewierkalk

– 300 gram/m2 koe-kip-paard mestkorrels (1)

– 100 gram/m2 blauwe korrel (12-12-17)

– 30 gram/m2 patentkali (30% + 10% Mg)

(1) eventueel te vervangen door goed verteerde stalmest (1,5 kg/m2), voldoende diep ingewerkt. (zie tabel voedingswaarden meststoffen, Groente en Fruit Encyclopedie, blz 32)

Teeltverloop

Van de 39 zelf opgekweekte tomatenplanten werden er 14 uitgeplant in de volle grond (de rest in de kas, zie vorige artikels in deze serie) waarvan :

* 7 x Hobby F1 (niet geënt) en in dezelfde rij, 3 x Hobby F1 (geënt)

* 4 x Tamaris F1 (geënt) in een 2de rij

De geënte planten waren afkomstig van mijn eerste zaaibeurt dd. 09/03/08.
De niet geënte planten maakten deel uit van een tweede zaaibeurt dd. 15/03/08, verspeend op 06/04/08

07/05/08        Uitplanten onder koepel

De 10 Hobby F1 planten worden een beetje vroegtijdig uitgeplant en omwille van de kans op koude nachten onder een koepeltje afgedekt met geperforeerde plastiekfolie (foto) uitgeplant.
Ondertussen zijn nog viertal geënte Tamaris F1 planten verplant in grotere potten (diameter 13 cm). Dit is dezelfde methode als in 2007, en is om eens de verschillen te controleren in opgroei van dit systeem t.o.v. het vroegtijdig uitplanten onder koepel. (zie voor beide teelttechnieken het artikel Tomaten te groot?)

14/05/08        Uitplanten van de 4 Tamaris F1, rechtstreeks in volle grond (2de rij).

20/05/08       De planten zijn nu ongeveer gemiddeld 35 cm hoog DSC00081

Er is geen enkel verschil op te merken in de opgroei. Planten, opgegroeid onder de koepel, zijn even groot als de 4 Tamaris F1 planten afkomstig van grotere potten en later geplant.
Bovendien blijkt dat er geen verschillen zijn tussen  geënte en niet-geënte planten.

01/06/08        Eerste behandeling tegen de aardappelplaag

16/06/08        Stand van zaken i.v.m. bloemvorming

– Hobby, niet geënt, staat nu in 2de bloemtros

– Hobby en Tamaris, geënt, staan slechts in 1ste bloemtros.

Vandaag wordt ook voor de 3de maal gespoten tegen de aardappelplaag.  De planten doen het  nog steeds uitstekend; hetzelfde kan niet gezegd worden van het weer.

Overzicht buitenteelt tomaten 2008.

30/06/08        Eerste bijvoeding met roze korrel

Indien er weinig regen is kan de bijvoeding, zoals in de kas, gegeven worden in opgeloste vorm. Als de grond al vochtig genoeg is, wordt de bijbemesting gegevens door lichtjes in te werken rond de voet van de plant (5 gr/plant), wat overeenkomt met 2,5 liter bijvoeding in opgeloste vorm per plant.

05/07/08        Wat een weer!

Invloed koude wind op de buitenteelt van tomaten  DSC00195 DSC00194

De laatste tijd heeft het niet alleen geregend maar bovendien zijn er vaak periodes van sterke noord-oostenwind die heel kwalijk blijken te zijn voor de niet geënte Hobby-planten.
Het weer geeft aanleiding tot sterk opkrullen van de bladeren en verminderde groei van de nochtans zeer resistente Hobby plant. Bovendien voelen de bladeren bijzonder hard aan alsof alle vocht eruit zou zijn. Blijkbaar is de koude wind in combinatie met het uit evenwicht gebracht wortelstelsel (tgv de vele regen) de boosdoener.

Opmerkelijk hebben de geënte planten daar véél minder last van, tenzij een licht verminderde groei. Dit bevestigt wat ik, omtrent de eigenschappen van de resistente onderstam, vond op het internet, namelijk dat het wortelstelsel van de onderstammen beter wateroverlast aankan zonder hiervan nadelige effecten te ondervinden.

09/07/08        Gietbeurt met patentkali in vervanging van bijvoeding met roze korrel

Gezien de groeistop bij de niet-geënte Hobby-planten, is het nu allicht beter de vruchtvorming te verbeteren op de bestaande trossen. Over de invloed van Kalium en hoe je te werk gaat bij het toedienen van patentkali, lees je in dit artikel.

11/07/08        Aftopping op 4 trossen en 5de behandeling tegen aardappelplaag.

Het aftoppen op 4 trossen is in de onbeschermde buitenteelt gebruikelijk.  Het teeltseizoen is sowieso korter dan de kasteelt. Het komt er nu nog op aan om de vruchten nog zoveel mogelijk te laten aandikken. Voor de niet geënte planten Hobby-planten zal dit niet evident zijn gezien hun slechte staat.

Het slechte weer, meer speciaal de vinnige noord-oostenwind, blijkt bijzonder schadelijk te zijn geweest.

Dit bewijst dat in, onbeschermde buitenteelt, de positionering van het teeltbed erg belangrijk kan zijn ingeval van ongunstig weer.

In 2007 was het, voor de meeste hobbytuinders met buitenteelt, een bijzonder slecht seizoen. De meeste teelten waren, gezien de vele regendagen, aangetast door de aardappelplaag. Toen was er geen noord-oostenwind en had ik, dank zij veelvuldig spuiten tegen de aardappelplaag,toch nog prachtige resultaten (2007-artikel buitenteelt, deel 8).

30/07/08       Verschillen in groei tussen geënt en niet geënt.

Dank zij een goed uitgebouwd wortelstelsel blijken geënte planten, minder last te hebben van slecht en ongunstig weer.DSC00222 

Bovenstaande foto  toont duidelijk het verschil in gebladerte aan van de niet-geënte planten (vooraan op de foto) t.o.v. de geënte planten (achteraan op de foto).

Onderstaand foto toont nog eens detail van het minder aangetaste gebladerte van de 4 geënte Tamaris F1 planten. Dit heeft ook zijn invloed gehad op het aandikken van de trossen na aftoppen.

DSC00223

04/08/08        Eerste rijping op Hobby (niet geënte)

06/08/08        Eerste rijping op geënte Tamaris en achtste (laatste) spuitbeurt tegen de aardappelplaag

09/08/08        Eerste rijping op geënte Hobby

24/08/08        Bladsnoei rondom de trossen

Om het rijpen van de vruchten te verbeteren is bladsnoei van bladeren rondom de trossen een goede actie. Op dit tijdstip van het teeltseizoen kan het rijpen van vruchten,die verdoken kunnen zitten achter het gebladerte, de late zomerzon toch nog een beetje opwarmen. Voor goede rijping is geweten dat warmte en niet het licht bevorderlijk zijn.

Voor de laatste vruchten kan dit, gezien koudere nachten en minder warm weder, wel eens nuttig zijn.

28/09/08        Rooien van alle planten en bekijken van de wortelstelsels.

Wortelstelsels buitenteelt tomaten

Bij het rooien blijkt, zoals voorzien, dat de wortels van de geënte planten mooi wit tot lichtbeige zijn terwijl alle niet-geënte planten wortelstelsels hebben die in min of meerdere mate bruin tot donkerbruin waren, met nog zeer weinig witte worteltjes. Duidelijk is hier ook de kurkwortel-schimmel al aanwezig. Dat dit eveneens het geval is voor de kasgrond zal ook blijken bij het ruimen van de planten in de kas (zie tomaten ruimen? bekijk de wortels).

Conclusies

Naast mijn bedoeling om met deze teelt het al of niet aanwezig zijn van bodemmoeheid (kurkwortel dus) aan te tonen op de geënte en niet-geënte tomatenplanten, hoopte ik ook dat de vergelijkende test mij zou toelaten bijkomende voordelen van de teelt van geënte tomaten, in de onbeschermde buitenteelt, aan te tonen.

Aangezien ik onverwachts, ten gevolge van ongunstige weersomstandigheden, te maken had met een abnormaal slechte teelt van de niet-geënte Hobby F1 planten, ben ik enigszins beperkt in mijn vergelijkingen. Toch heeft die tegenvaller mij uiteindelijk nog een aanduiding van het weerstandsvermogen en recuperatievermogen van geënte tomaten gegeven.

Vandaag hebben we de mogelijkheid om, via zelfkweek of aankoop van geënte planten in een tuincenter, aan geënte plantenteelt te doen in onbeschermde buitenteelt.

De vraag is wat de voordelen daarvan kunnen zijn.

Andere belangrijke vraag is of er speciale aandachtspunten zijn voor deze buitenteelt.

Om daarop te antwoorden heb ik de conclusies opgevat als een vraag/antwoord lijstje.

1- Wie heeft nood aan geënte planten?

Als je het probleem van kurkwortel in de buitenteelt vaststelt en vruchtafwisseling geen oplossing biedt, dan is, naast vervanging van de grond, geen andere keuze dan met geënte tomatenteelt te starten. Het kweken in potten is, als je een goede productie wil, eerder voorbehouden voor de kasteelt en is daar reeds moeilijk genoeg (artikel kweken in potten/2008)

2- Kweek ik dan zelf de geënte planten of koop ik ze in een tuincenter?

* Wie het niet ziet zitten om zelfkweek te doen en het nodige geld wil besteden voor aankoop in een tuincenter is meteen geholpen. Aankoop is uiteraard een kostelijker zaak dan zelf opkweken.

* Wie echter de nodige tijd wil vrij maken en het zelf opkweken ziet zitten, geniet van enkele voordelen t.o.v. aangekochte planten.

– je bepaalt zelf (voorlopig nog beperkt) op welke variëteit onderstam er geënt wordt.

– je kiest welk ras je zet op de onderstam: dit is naar keuze bv. ronde tomaat, vleestomaat, waarmee niet gezegd is dat alle variëteiten even grote voordelen zullen bieden en aan te raden zijn. Sommige variëteiten zijn niet geschikt voor de teelt in open lucht.

– je hebt vrijheid van timing van aanplanting aangezien je zelf kweekt, in tegenstelling tot aankoop. Tuincentra stellen de planten vrij vroeg, vanaf april ter beschikking. Dit is dikwijls te vroeg voor de buitenteelt (te planten na half mei).

– je kiest bij zelfkweek of je een plant wil met één of twee stengels(zie mijn commentaar hieromtrent in punt 5 van dit hoofdstuk)

3- Wat zijn de voordelen van geënte tomatenteelt in openlucht t.o.v. niet geënte planten?

* Het probleem van bodemmoeheid (kurkwortel) is, door het feit dat de onderstam resistent is tegen verschillende wortelziekten, omzeild.

* De groeikracht van de plant is door het gezonde wortelstelsel groter en de groei gaat langdurig door.

* Bij slechte weersomstandigheden zal de plant daarna vlugger haar groei hernemen. (zie de commentaar hierboven in “teeltverloop”)

4- Is er resistentie tegen de aardappelziekte?

Absoluut niet, gezien aardappelziekte geen wortelziekte is. Er moet dus nog evengoed regelmatig gesproeid worden tegen de aardappelziekte bij geënte tomaten in buitenlucht.

5- Kan ik meer trossen per plant kweken dan op een niet-geënte plant?

In principe wel maar in de buitenteelt is het teeltseizoen kort. Er zijn slechts een grote vier maanden tussen het planten (vanaf half mei) en einde seizoen, vermoedelijk einde september.
Bovendien zou de eerste bloemtros wel eens een weekje later kunnen zijn t.o.v. een niet geënte plant.

Wie teveel trossen kweekt zou wel eens veel groene tomaten moeten oogsten op einde seizoen. Beter is misschien om 4 tot 5 trossen te kweken op een plant met één stengel en ook niet teveel tomaten per tros te laten. Een tweede stengel opkweken met behulp van een dief in het blad onder de eerste bloementros betekent een tijdverlies wat gezien de beperkte lengte van het seizoen in de buitenteelt misschien geen zin heeft. Als bovendien de weersomstandigheden tegenvallen kan dit een probleem zijn. In elk geval is door mij getest met éénstengelige planten met 4 trossen/plant.

Het komt er dus op aan om op tijd de planten te toppen. Het is bekend dat tomaten sneller rijpen als de plant stopt met groeien. Het stoppen met groeien wordt ingezet kort na aftoppen, enigszins versneld door wegnemen van bladeren, door bladsnoei rond de trossen op einde seizoen, door de weersomstandigheden, ziekten, enz. .

Gezien een geënte plant lang kan doorgaan met groeien kan het afrijpen van de vruchten een probleem worden. Goed opletten dus.

6- Zijn er beperkingen in de keuze van de entsoort (ras)?

Er wordt aangeraden alleen te enten met hybride soorten m.a.w. “F1” soorten. De reden is dat enten  best niet toegepast wordt bij rassen die niet bestand zijn tegen tomatenmozaïekvirus. Door het enten wordt de kans op besmetting immers veel groter. Verder zullen vermoedelijk bepaalde entsoorten betere resultaten geven dan andere. Testen met enkele enten  van de gewenste variëteit is misschien aan te raden.

7- Biedt beschermde buitenlucht-teelt belangrijke voordelen?

Inderdaad, onbeschermde buitenteelt blijft, gezien het onvoorspelbaar klimaat, een delicate zaak:

* de aardappelplaag ligt, veel meer dan in beschermde teelt, permanent op de loer. Het gebladerte van tomatenplanten blijft beter gespaard van regen; watergift gebeurt best aan de voet van de plant.

* naast de aardappelplaag is de plant gevoelig voor andere bladziekten. Noodzakelijke spuitbeurten missen vaak hun effect door onverwachte regenbuien.

* men heeft geen controle op de watergift wat niet ideaal is voor het wortelstelsel van de plant en nogal eens leidt tot allerlei ziekten.

Daarom: wie niet over een kas beschikt, zou best de mogelijkheden bekijken van het overdekken (afdak voldoende breed) van de buitenteelt om de regen weg te houden van het gebladerte.

Een voldoende breed afdak biedt in elk geval nog het voordeel dat men de watergiften aan de voet van de plant zelf onder controle heeft.

Bovendien besteedt men best aandacht aan een doorzichtige afscherming langs de zijkanten van het teeltbed om kwalijke wind, zoals noord-oostenwind, te vermijden.

De hoogte van een afdak moet bovendien afgestemd worden op de soort van teelt. Dit kan verschillen voor geënte (één of twee stengels) of niet-geënte planten.

Bij teelt van ongeënte planten moet het afdak best jaarlijks van plaats  veranderen omwille van de bodemmoeheid (kurkwortel).

8-  Zijn er speciale aandachtspunten gedurende de teelt van tomaten in open lucht?

* Bij het planten de entplaats boven de grond houden m.a.w. niet te diep planten zodat de ent de grond niet raakt en daar wortels gaat vormen, wat kan leiden tot verlies van wortelziekten-resistentie.

* Indien overdreven groot gebladerte optreedt (ten koste van bloem-en vruchtzetting) moeten er eventueel bladeren weggenomen worden (bvb. één blad tussen elke tros tem de derde tros).

* Bij het vormen van een nieuwe tros, trossnoei doen van zodra de vruchtjes gevormd zijn. Misvormde vruchten zeker wegnemen.

* Men neemt als regel : 4 tomaten/tros voor vleestomaat en 6 tot 8 tomaten/tros voor de gewone ronde tomaat.

* Als alle trossen gevormd zijn,eventueel bijvoeding geven met patentkali i.p.v. roze korrel om de kleuring en kwaliteit van de vruchten te bevorderen (zie het hoofdstuk “teeltverloop”).

* Tijdens het afrijpen worden de bladeren tot aan de laatste (hoogste) rijpende tros weggesneden. Men stopt bij de 3de tros en later wordt alleen bladsnoei rond de hogere trossen gedaan op einde seizoen

Beste lezer, hiermee zijn de voornaamste teelten van tomaten getest en is het nu aan u om, in functie van uw teelt-omgeving, het ent-concept in de praktijk bij u toe te passen.

Omdat enerzijds mijn artikels geen evangelie zijn en anderzijds “alles altijd beter kan”, zijn uw reacties en tips steeds van harte welkom.

Wij zullen u zoveel als mogelijk uitleg en oplossingen aanreiken op al uw vragen.

Zelf kropsla telen : van zaad tot krop (deel 1 2008)

Kropsla of botersla ontbreekt in haast geen enkele moestuin. In dit artikel beschrijft Herman De Moor het  zelf opkweken van sla voor de vroege lenteteelt in openlucht met bescherming. Niet enkel de manier van opkweken van de plantjes is interessant, maar ook het verdere teeltverloop én de mooie constructie  om de plantjes na het uitplanten te beschermen.  Er werd voor deze teelt gezaaid op 21 maart 2008 en prachtige kropsla geoogst vanaf 1 juni 2008.
Op het einde van het artikel kan je alvast lezen en zien hoe het gaat met de zeer vroege opkweek van slaplantjes die gezaaid werden op 9 januari 2009.

 
Ter inleiding

 

In sommige tuincentra worden al vanaf  februari slaplantjes in perspot te koop aangeboden, voor de bezitters van een koude bak, kas of plastictunnel. Want sla planten in februari is zeer goed mogelijk voor deze tuiniers. Jarenlang heb ik ook de twee eerste vroege teelten uitgevoerd met gekochte plantjes in de koude bak of in de vollegrond (met koepel).

Daarbij ondervond ik een aantal  problemen :

 

De meeste tuincentra konden niet vertellen wanneer de plantjes in stock kwamen, m.a.w. ik was nooit zeker over de datum van beschikbaarheid. Aangezien de eerste plantjes dan ook vlug uitverkocht waren, was ik nooit zeker dat er nog in stock waren als ik ze nodig had.

Er zijn wel eens problemen met de kwaliteit : te klein, te dun opgegroeid (gefileerd), te grote planten, te weinig ingeworteld of net teveel wortels die door de perspot heen zitten (te oude planten).

Minder goede teeltresultaten, vermoedelijk door een minder gelukkige keuze van de sla-variëteit.

Genoeg redenen dus, om eens een test te doen teneinde, voor één vroege (hier de tweede) teelt, de plantjes zelf op te kweken, alvorens ze uit te planten in vollegrond (in begin onder koepel).

 

 Teeltgegevens

De variëteit

 

Ik koos voor Limax ( zakje met 1 gram zaad) en Sylvesta (zakje met 500 zaadjes) en kocht die aan bij het Vlaams Zaadhuis.

Grondmengsel en potjes  

 

Ik nam  gezeefde geraniumgrond (kwaliteitspotgrond!) met de bedoeling, zonder verspenen, de plantjes tot aan het uitplantmoment op te kweken in de gebruikte potjes.
Er werd gebruik gemaakt van (oranje) cactus-potjes (diameter 5,5 cm, 5 cm hoog en licht versmallend naar de onderzijde).

Teeltverloop

 

21/03/08    Het zaaien van 11 Limax en 11 Sylvesta in potjes

De dag voordien werd de zak met geraniumgrond op temperatuur gebracht in de kelder waar het constant 15°C is. Dit is ook de plek waar,na zaaien,de kieming zal gebeuren.  Slazaad kiemt ook het best bij een temperatuur van ongeveer 15°C ; voor het verder opkweken geldt ‘s nachts een lagere temperatuur, om fileren te vermijden. Dit is de omgevingstemperatuur in de kas, of  indien die te koud is, ongeveer 5 °C. Overdag is dit 12°C op een donkere dag. Op zonnige dagen mag dit gerust 15-20°C zijn. ‘s Nachts dan wel weer voldoende laten afkoelen, zoniet zullen de slaplantjes fileren.

Na vullen (lichtjes aandrukken) van de potjes met de grond tot ongeveer 0,5 cm onder de bovenrand, deponeer ik met een pincet twee zaadjes in het centrum van elk potje.
Indien na kieming blijkt dat beide zaadjes kiemden,wordt één kiempje vroegtijdig afgeknipt (niet uittrekken!)
De 22 potjes bevinden zich in een plastic bak(zonder gaatjes in de bodem)

Na voorzichtig benevelen (met een kleine nevelspuit) van het zaai-oppervlak, wordt het zaad afgedekt met dun laagje grond-en witzandmengsel (50/50 van elk) en lichtjes aangedrukt, waarna opnieuw   een paar maal beneveld wordt met de nevelspuit.

23/03/08    Eerste kieming van Limax na nauwelijks 2 dagen

Dit is een bijzonder belangrijk moment.

De reeds gekiemde potjes mogen nu niet meer in de donkere kelder blijven zoniet gaan ze vlug fileren (dun opschieten). Dit komt omdat er, bij het opgroeien, een evenwicht moet zijn tussen omgevingstemperatuur en het beschikbare licht.
Daarom verhuizen de reeds gekiemde potjes onmiddellijk naar de koude kas waar ze verder zullen verblijven in een isomo bak. Overdag wordt er niet afgedekt; ‘s nachts wordt een koepel geplaatst op de isomobak om te beschermen tegen de lagere nachttemperaturen. Zolang de nachttemperatuur in de kas niet telkens lager gaat dan 5°C, kunnen de plantjes best de nacht in de kas doorbrengen.

De volgende dag (24/03/08) is er 100%  kieming van de resterende Limax en ook Sylvesta is beginnen kiemen . .

Op 25/03/08 is alles (9 van de 11 potjes) van Sylvesta gekiemd. Ze kunnen dus eveneens verplaatst worden naar de koude kas

Op enkele uitzonderingen na zijn, in alle potjes, 2 zaadjes gekiemd. Ik knip daarom het kleinste kiempje af met een scherp schaartje.

Een interessante waarneming is dat Limax t.o.v. Sylvesta  beter en regelmatiger kiemt.

09/04/08    De toestand 20 dagen na het zaaien.

Kropsla, 20 dagen na zaaien, links Limax, rechts Sylvesta

Op de foto’s is duidelijk op te merken dat Limax minder fileerde dan Sylvesta.

Sinds volledige kieming is tijdens het verder opgroeien van de zaailingen, de overblijvende vrije ruimte (0,5cm hoog) onder de bovenrand van de potjes verder aangevuld met 50/50 mengeling afdekgrond tot aan de bovenrand. Hierdoor staan de plantjes steviger vast in hun potje en is eventueel licht fileren weggewerkt. Door aangieten tijdens verdere opkweek zal het grondniveau nog lichtjes dalen…

Door goed op te passen i.v.m. opkweektemperaturen, ben ik erin geslaagd om stevige, niet gefileerde plantjes te krijgen.

22/04/08    De toestand 33 dagen na het zaaien

 

De plantjes zijn nu stevig uitgegroeid,voldoende geworteld en uitplantbaar.

links Limax, rechts Sylvesta, kropsla klaar om uit te planten kropsla klaar om uit te planten kropsla klaar om uit te planten

 

Het uitplanten gebeurt in volle grond

 

Ik kies voor uitplanten in volle tuingrond, beschermd door koepels, afgedekt met geperforeerde plastic-folie. Een alternatief is uiteraard het uitplanten in een koude bak met glasramen afgedekt. De tuingrond kreeg een goed ingewerkte basisbemesting van

– 100 gr/m2 zeewierkalk

– 300 gr/m2 koe-kip-paard mestkorrels

– 80 gr/m2 blauwe korrel (12-12-17)

– 45 gr/m2 patentkali (30% + 10% Mg)

Kropsla kweken in kleine koepel, pas geplant Kropsla kweken in kleine koepel, pas geplant Kropsla kweken in kleine koepel, pas geplant

03/05/08    De toestand 43 dagen na zaaien en 11 dagen na uitplanten onder koepel.

Zowel Limax (voorste rij) als Sylvesta zijn mooi uitgegroeid. Overdag wordt de bedekking met folie afgerold van de koepels.
‘s Nachts, tot wanneer het gevaar voor late vorst geweken is, gaat de folie opnieuw over de koepels.

Kropsla aan de groei.

kropsla in kleine plastictunnel

20/05/08    De toestand 28 dagen na uitplanten.

In de afgelopen periode heb ik de koepels kunnen verwijderen. Beide soorten doen het uitstekend. Zelden zo’n mooie sla geteeld gedurende al mijn teeltjaren.

 

Kropsla, vier weken na planten, bijna oogstbaarKropsla, vier weken na planten, bijna oogstbaar

01/06/08    Het eindresultaat 40 dagen na uitplanten.

Vandaag wordt er volop zelfgekweekte sla gegeten.

De oogst van  de kropsla!

Conclusies

 

Resultaat van de 2008 test : de test is wat mij betreft uitzonderlijk goed geslaagd en toont de haalbaarheid van het kweken van vroege slaplantjes duidelijk aan.

Als men, mits oplettendheid, fileren kan vermijden, is het hier mogelijk, zonder verspenen, onmiddellijk in de definitieve kweekpot, stevig plantgoed te bekomen.

De rassen : voor een 2de vroege teelt zijn beide rassen zeker aan te raden. Mijn favoriet is wel Limax omwille van het kiemingpercentage, minder fileer-neiging, prachtige stevige (niet opschietende) kroppen t.o.v. Sylvesta..

De groene bladluisresistentie die Sylvesta zou kenmerken tov Limax, bleek grotendeels waar te zijn tijdens de verdere opkweek.

Ik vond inderdaad nog héél weinig groene bladluis.Daarentegen waren andere soorten bladluizen(zwarte en witte) wel aanwezig.

Toch was de bladluisresistentie van Sylvesta,vergeleken met de voordelen van Limax(zie hierboven),niet voldoende voor mij om mijn keuze voor Limax te wijzigen. 

Mijn ondervinding van de vorige twee jaren toonde al aan dat zowel Sylvesta als Limax het hele jaar door uitstekend resultaat geven  in koude bak of volle grond.

De teelt van tomaten in potten.

 

artikel 3 potten2

Het artikel beschrijft mijn testen, in de loop van 2008, omtrent het opkweken van kastomaten in potten. En volgt op het artikel  over het opkweken van zelf geënte tomaten in de volle grond van de kas.
(
artikel 2 ,geënte tomaten opkweken)

Beide artikels hebben eenzelfde doel, namelijk:
het uittesten van alternatieve teeltwijzen van kastomaten voor wie te maken heeft met bodemmoeheid van de kasgrond.
Bodemmoeheid is eigenlijk enkel oplosbaar door het diep uitgraven en vervangen van de kasgrond door onbezoedelde nieuwe tuingrond.

Naast de omvangrijke reeks artikelen op deze website “Groenten in potten” is dit artikel te beschouwen als een praktische handleiding, specifiek voor kastomaten, met de bedoeling om, ter omzeiling van de kas-bodemmoeheid, met zo weinig mogelijk middelen, tot een goed teeltresultaat te komen. Voor de kweek van andere potgroenten is dit artikel niet bedoeld geweest.

De verschillende elementen, werden vooraf met Luc Dedeene uitgebreid besproken. Deze teelttest toont aan dat, mits kleine aanpassingen, de gebruikte methode een goed resultaat oplevert en dat terwijl 2008 voor tal van teelten niet echt het neusje van de zalm was.

Er werd, tezamen met Luc, getracht de gewone kweek van kastomaten te vertalen naar de “teelt in potten” wat betreft gebruikte potten, grondmengsel, basisbemesting, watergift,…

Teeltgegevens

 

° Het plantgoed

  • 8 x Hobby F1
  • 4 x Tamaris F1
  • 1 x Hobby F1 in extra grote pot van 25 liter (bedoeld als  demo-potplant voor mijn terras)
  • 1 x Hobby F1 uitgeplant in de  kasgrond zelf (bodemmoeheid!) ter vergelijking met de potplanten

° De potten in pvc DSC00255

Ik koos voor potten van 15 liter. Dit scheen mij een goede keuze als start voor mijn test. Aangezien er moet getracht worden om de teelt in volle grond, waarbij het wortelstelsel zich uitbreidt in de breedte (en beperkte diepte), te evenaren, is de diameter van de pot best zo groot mogelijk. Met de gebruikte potten van 15 liter was dit 30 cm.

Grotere potten (meer dan 15 liter) zijn evengoed bruikbaar maar zullen meer grond vereisen en dus een duurdere oplossing zijn.

Moeilijkheid bij potplanten is om erin te slagen, door goede keuze van potten, grondmengsel en watergift, het wortelstelsel zich te laten ontwikkelen in de diepte, gezien men in de breedte beperkt is door de diameter van de potten. De wortels van de groeiende plant gaan steeds op zoek naar vocht en voedsel.

De potten werden  in de bodem, d.m.v. een klokboor, voorzien van een vijftal grote gaten (diameter 4cm).  Zo wordt opstapeling van water onderaan de pot vermeden. Anderzijds wordt het  hierdoor ook mogelijk dat het wortelstelsel van de plant door de gaten heen kan doorgroeien, tot in de kasgrond onder de bodem van de pot.

° Het grondmengsel

 

Belangrijk is een zo eenvoudig mogelijk grondmengsel te vinden dat, met een minimaal aantal componenten, zorgt voor een goede waterhuishouding en toelaat dat de voedingsstoffen goed opneembaar zijn.

Ik verwijs hier naar het artikel van Luc Groenten in potten, het grondmengsel, voor goede uitleg omtrent dit onderwerp.

Na uitgebreid consult van Luc, gingen wij akkoord voor volgende samenstelling (*)

De samenstelling voor was dan als volgt:

– 35 % goede, niet vervuilde tuingrond

– 50 % geraniumgrond

– 15 % grof zand

:

 

Als het aantal potplanten gekend is moet men dus gewoon uitrekenen hoeveel liter dit vertegenwoordigt en hierop best nog een reserve van 10% bijtellen. Deze reserve is nodig omdat na enkele weken het niveau van de grond lichtjes kan zakken door de verschillende gietbeurten. Bijvullen met hetzelfde grondmengsel is dan geen probleem.

(*) zie ook het hoofdstuk onderaan dit artikel “Aanpassingen voor de teelt in 2009”

°  De basisbemesting

 

Deze wordt grondig gemengd met het vooraf aangemaakt grondmengsel en was, na grondige berekeningen (vergeleken met de gewone kasteelt) als volgt:

Per 100 liter grondmengsel :

 

– géén zeewierkalk !

– 240 gram gedroogde koe-(+kip+paard) mestkorrels

– 70 gram blauwe korrel (12-12-17)

– 20 gram patentkali (30% + 10% Mg)

° De bijbemesting

Besloten werd te starten met de gebruikelijke bijbemesting met “roze korrel” van 2gr/liter gietwater vanaf de 3de bloemtros en één gietbeurt per week.

° Ingraven en plantafstand

 

Bij het ingraven zorgt men ervoor dat de potrand ongeveer 5 cm of meer boven de kasgrond uitsteekt om vervuiling van het grondmengsel met kasgrond te vermijden.

De plantafstand was ruim : 65 cm tussen de planten in de rij en 75 cm tussen de rijen. De planten van de 2de rij worden best tussen die van de eerste rij gepositioneerd (driehoeksverband).

Teeltverloop

 

27/04/08   Mengen, vullen en ingraven van de potten

 

29/04/08    Inplanten in de potten

Inplanten van 9 planten (5 x Hobby F1 en 4 x Tamaris F1) in de potten.tomaten Tamaris F1  in de kas in pot

tomaten Tamaris F1 in de kas in pot

03/05/08    Inplanten van 3 x Hobby F1 (2de zaaibeurt-planten)

07/05/08    Inplanten van 1 x Hobby F1 in extra (oranje) grote pot van 25 liter (demoplant)

DSC00166

 

Opmerking i.v.m. de watergift

Deze gebeurt tot aan de 3de bloem met regenwater (op kastemperatuur) maar is qua frequentie en hoeveelheid  wel verschillend van de kasteelt in volle grond.

Het is niet gemakkelijk om daar een goede regel voor te maken.

Het idee is om de hoeveelheid water van 6 of 9 liter per week ( volgens zonnige of minder zonnige week) te behouden voor de potplanten, maar het aantal gietbeurten te verhogen (bv. dagelijks, tenzij de plantgrond nog vochtig blijkt te zijn) maar dan telkens 1 of  1,5  liter/gietbeurt te geven. Evenveel water dus als de planten in volle kasgrond maar meer gietbeurten en minder water per gietbeurt. Veel hangt af van de omstandigheden waarin de potplanten opgroeien en hoe men erin slaagt om de kastemperatuur binnen redelijke grenzen te houden.

Zolang de planten nog niet aan hun eerste bloem toe zijn, kan het beter zijn de watergifte wat kleiner te nemen en zeker nooit water geven (steeds ‘s morgens !) als de grond nog vochtig is.

Vanaf de eerste bloem kan men dan bovenstaande regel van 6 of 9 liter/week watergift toepassen, bv. 6 x 1 liter/plant bij minder zonnig weer of 6 x 1,5 liter/plant bij warm weer

Vanaf de 3de bloem geeft men dan, één maal per week, zoals bij kasteelt in vollegrond, de bijvoeding met “roze korrel” bv. 1,5 liter/plant.

Aangezien de watergift héél belangrijk is,kan men best een agenda per week bijhouden om de watergiften te noteren. Ikzelf doe het zo maar hanteer ook de regel dat ik nooit water geef indien de bovenlaag van de potgrond nog duidelijk vochtig is. Geen eenvoudige opdracht dus.

15/05/08    De 1ste bloem in Tamaris F1

21/05/08    De 1ste bloem in Hobby F1

tomaten Hobby F1  kweken serre pot tomateplanten Hobby F1 serre pot tomaten Hobby F1 serre potten

25/05/08    De 2de bloem in Tamaris F1 ,2de bloem in Hobby F1 in beginfase.

 

Dagelijks worden alle dieven weggenomen.Ze slorpen uiteindelijk alleen maar energie op die verloren is voor de opgroei.

 

04/06/08    Alle planten in 3de bloem, 1ste bijvoeding (1×2 liter) met “roze korrel” oplossing

 

14/06/08    4de bloem voor alle potplanten.

tomaten in de kas in pot

 

24/06/08    Hobby F1-plant in extra grote pot verslapt volledig

 

Terwijl de demoplant schitterend opgroeide is ze op één dag tijd plots volledig verslapt. Omdat ik vermoed dat, gezien de extra grote pot, er gebrek is aan water in de diepte, maak ik de buitenrand heel diep los en geef 3 liter water. ‘s Anderendaags staat de plant er terug mooi bij! Blijkbaar is het grondmengsel te weinig doordringbaar.

De demoplant, geplaatst dicht tegen de ingangsdeur van de kas, heeft op latere datum bovendien nog te maken gehad met overdreven tocht wat aanleiding gaf tot paars worden van het gebladerte en uiteindelijk een volledige groeistop van de plant tot gevolg had. De gevolgen van koude tocht zullen in een ander artikel nog in detail behandeld worden….

25/06/08    Losmaken van de grond van alle potplanten

 

Omdat ik vrees dat het probleem met andere planten ook zou kunnen gebeuren, maak ik bij alle planten voorzichtig, rondom de potrand,de grond los in de diepte en geef 1 liter water per plant.

29/06/08    Rooien van één Hobbyplant ter controle

 

Eén Hobby F1 in de hoek van de kas stond er sinds een paar weken niet zo best bij en krijgt stilaan vergeeld en verslapt gebladerte. Ik besluit de plant te rooien om het wortelstelsel en het grondmengsel na te zien. Het blijkt dat het wortelstelsel mooi wit en goed uitgegroeid is maar dat het onderste deel van de potgrond totaal ongebruikt is en ook nooit vocht kreeg bij het water geven.

Opnieuw dus bevestiging dat het grondmengsel misschien onvoldoende doordringbaar is en er zal moeten gesleuteld worden aan de watergift teneinde het vocht tot onderaan in de pot te krijgen.

03/07/08    Maken van een gietgat tot beneden in de potten.

Met een buis van diameter 3 cm wordt tussen de stengel en de rand van de de potten een gietgat gemaakt tot op de bodem van de pot.

Omdat alle planten reeds hun 5de of 6de tros hebben en er in het onderste deel van de pot nog voldoende ongebruikte basisbemesting aanwezig is, ga ik vanaf nu bijvoeding geven met patentkali, 2gr/liter (1 liter/plant) in plaats van roze korrel bijbemesting. Dit zal de vruchten in dit stadium ten goede komen…

tomaten hobbykas Hobby F1 Hobby F1, potten oplossing voor bodemmoeheid. tomaten Tamaris F1 serre

09/07/08    Het effect van de vorige actie

Het water geven via de nieuw gemaakte plantgaten en de bijvoeding met patentkali blijkt goed te werken. De planten reageren er heel goed op en hebben nu 5 tot 6 trossen die goed aandikken.

Ik besluit nog een paar maal bijvoeding met patentkali te geven in de komende weken. De normale watergift gebeurt nog steeds dagelijks via de gemaakte gietgaten.

11/07/08    Aftoppen van alle potplanten op 5 tot 6 trossen DSC00207

 

Hier zijn een paar opmerkingen in verband met
het toppen van de planten

– De dikte van de stengel bovenin de plant (“in de kop van de plant”) en het feit of een plant goed gezond is (zonder bladziekten bv.) zal bepalen of men een plant meer of minder trossen zal laten ontwikkelen. Als de stengeldikte bovenaan de plant beduidend vermindert t.o.v. zijn soortgenoten is dit voor mij een plant die minder trossen zal aankunnen.

– Bloemtrossen maken is niet moeilijk en gebeurt automatisch telkens na 3 bladeren. Belangrijk is dat die bloemtrossen, gezien het teeltseizoen en de staat van de plant, nog wel kunnen uitgroeien tot volwaardige vruchten, zo niet is het verder laten ontwikkelen van bloemen verspilling van energie en dit is ten koste van de rest van de lager gelegen vruchten.

– Aftoppen zal dus eventueel op een verschillend ogenblik, plant per plant bepaald, uitgevoerd worden.

Om na aftoppen de sapstroom in de stengel niet te onderbreken, pas ik de techniek toe zoals in een vroeger artikel reeds uitgelegd, (klik hier) namelijk het laten verder groeien van een dief in de top van de plant boven de laatste bloementros.

– Nu het aantal trossen per plant vastligt bekijk ik bijna dag per dag de groei-evolutie van alle trossen. Zo kan ik, door trossnoei, ervoor zorgen dat ik zo groot mogelijke tomaten bekom op alle trossen.

– Uit de testen van 2008 bleek alvast dat men met potplanten geen wonderen mag verwachten wat de productie betreft, maar wel dat ze op zijn minst de productie bij teelt in de kasgrond evenaren. (en als er bodemmoeheid in het spel is zeker beter presteren)
Ik houd mij dan ook min of meer aan volgende normen :

* 5 tot 6 trossen per plant

* 4 vruchten/tros maximum voor zware (vlees)tomaten zoals Hobby F1 ; 6 vruchten/tros maximum voor de kleinere tomaat zoals Tamaris F1.

13/07/08    Laatste bijvoeding met een oplossing van patentkali.

Hierna wordt er alleen nog sporadisch een weinig water gegeven in de gietgaten

DSC00208

 

15/07/08    Eerste rijping op tros 1 van een paar Tamaris F1 planten

 

De bladeren tot aan de onderste tros worden zorgvuldig tot aan de stengel afgesneden. Wanneer de volgende trossen beginnen te rijpen zal ik, op dezelfde wijze, bladsnoei tot aan de hoogst rijpende tros doen.
Een laatste keer gebeurt dit bij het rijpen van de 3de tros.

Opmerking : de rest van het gebladerte zal later, indien nodig, minimaal verwijderd worden rondom de vruchten als blijkt dat deze verscholen zitten achter het gebladerte en hierdoor niet meer tot rijping zouden komen op het einde van het seizoen (vanaf september).

Het is geweten dat tomaten afrijpen door de temperatuur en niet door licht, wat betekent dat het afrijpen ook kan gebeuren in een donkere ruimte als de temperatuur maar voldoende hoog is.

 

21/07/08    Eerste rijping op een paar Hobby F1 planten.

 

30/07/08    Rijping van de 2de trossen

DSC00210 DSC00211

 

07/08/08    Vervolg van het rijpen (foto’s zijn aanklikbaar)

DSC00217 DSC00225 DSC00236 DSC00237 DSC00239 DSC00240

DSC00238

17/08/08    Het rooien van één Tamaris plant met wortelstelsel-kontrole.

DSC00253

Op één Tamarisplant zijn alle vruchten geplukt. Bij het rooien blijkt dat het wortelstelsel mooi wit tot lichtbeige is en heel degelijk uitgebouwd tot aan de bodem van de pot.

De productie van de plant (6 trossen volwaardige tomaten, 5 tomaten/tros gemiddeld) lijkt mij een degelijk resultaat.

24/08/08    De oogst van de potplanten loopt ten einde

3 potplanten zijn reeds volledig geoogst. Ik voorzie het einde van de oogst binnen een paar weken.

De productie was zonder meer heel goed te noemen, temeer gezien de verschillende correcties welke gedurende de teelt uitgevoerd werden om het resultaat te optimaliseren.

10/09/08    Het rooien van alle potplanten

Hierbij gebeurt controle, plant per plant, van de staat van het wortelstelsel.

Op te merken was :

– mooie witte of licht beige kleur van de wortel: logisch gezien het hier een teelt in “onbezoedelde” grond betreft zodat kurkwortel-ziekte uit te sluiten is.

– Hobby F1 heeft sowieso een uitgebreider (groter) wortelstelsel dan Tamaris F1

– Het wortelstelsel is niet voor alle planten voldoende diep uitgebouwd. Dit zou nog kunnen verbeteren

DSC00282

–  De enige Hobby F1 plant die in volle kasgrond geplant was bleek in zekere mate aangetast te zijn door kurkwortel. (zie foto links)

Rekening houdend met het feit dat de kasgrond op die plaats vorig seizoen tot op geringe diepte (15 cm) vervangen was, viel de kurkwortel aantasting nog mee en had nog niet zoveel invloed gehad op de productie van de plant. Toch toont dit aan dat de kurkwortel-schimmel relatief diep in de grond aanwezig is en zich al heel vlug terug te vinden is in de bovenste grondlaag.

De conclusies bij deze teelt in potten.

Bodemmoeheid
De kweek van potplanten in de kas is, voor wie geen liefhebber is van geënte planten, een goed alternatief, om het probleem van bodemmoeheid te omzeilen

Vroegheid
De teelt in potten kan, in combinatie met de keuze van een vroege tomatensoort, de eerste oogstbare tomaten in de kas opleveren.

Snelle groei
Opmerkelijk is dat de potplanten erg vlug opgroeien na inplanten in de pot : invloed van de soms nog koude kasgrond is sterk gereduceerd en de wortels vinden heel vlug al het nodige  voedsel van de basisbemesting dat gelijkmatig verdeeld is in het grondmengsel.

Potgrootte
Het gebruik van grotere potten dan 15 liter is niet noodzakelijk voor goede resultaten, tenzij de diameter van de potten merkelijk groter is.

Watergift
– De watergift is delicaat en dient frequenter maar met kleinere hoeveelheden te gebeuren.

– Naarmate de teelt vordert is het noodzakelijk om de watergift ook beschikbaar te krijgen in de diepte van de pot

Toppen van de plant
Evaluatie van de groeikracht (stengeldikte) dient plant per plant opgevolgd te worden om het aantal trossen/plant te bepalen en het moment van aftoppen te bepalen.

Bijbemesting
Bijvoeding van  patentkali in opgeloste vorm, in vervanging van de bijvoedingen met “roze korrel” is blijkbaar nuttig als het aantal trossen bereikt is (plant per plant verschillend)

 

Aanpassingen voor de teelt in 2009

 

* Gewijzigd grondmengsel

 

Om het grondmengsel beter doordringbaar te maken voor de watergiften wordt er meer geraniumgrond gepland.

De samenstelling voor de 2009-teelt wordt dan als volgt:

– 35 % goede, niet vervuilde tuingrond

– 50 % geraniumgrond

– 15 % grof zand

 

* Een test met een vooraf gemonteerde gietbuis

 

Het idee is om, tijdens het vullen van de potten met het grondmengsel, vooraleer de planten in de pot te planten, een stuk pvc buis (bv. diameter 30-40mm) bij te plaatsen tussen het midden van de pot en de rand.

De buis reikt tot op de bodem van de pot en is eventueel voorzien van enkele gaten (diameter 12 mm) in het onderste stuk van 10 cm.
De buis is voldoende lang zodat de bovenkant enkele cm boven het grondmengsel uitreikt. Bij de normale gietbeurten kan er dus geen water in de buis terechtkomen.

Tijdens het opgroeien van de plant kan het wortelstelsel mooi rond de buis doorgroeien.Dit is dus beter dan het maken van een gietgat tijdens het opgroeien, waarbij het wortelstelsel kan beschadigd worden.

Als besloten wordt om watergift in de diepte te geven kan men de buis verwijderen en het gietgat dat overblijft, gebruiken voor watergift in de diepte.
Of men kan de buis ter plaatse laten zitten en het gietwater rechtstreeks deponeren in de buis. Eventueel kan de buis een stukje omhoog getrokken worden om het niveau van watergift te wijzigen in de pot.

Deze beschreven methode zal in de 2009 teelt uitgetest en geëvalueerd worden op een aantal planten.

 

Update oktober 2010, na waarnemingen door Herman bij planten die al een tijdje afgeknipt waren, maar waarvan de wortels nog niet gerooid waren.
“Controle op het al of niet aanwezig zijn van kurkwortel gebeurt, plant per plant, en dit onmiddellijk  na het plukken van de laatste vruchten van die plant. Zo ben je zeker dat het wortelstelsel nog actief is op het ogenblik van de controle. Controleren als de allerlaatste plant afgeoogst is  zorgt ervoor dat het wortelstelsel al aan het afsterven is, zodat je verkeerdelijk de indruk hebt dat er een hevige kurkwortelaantasting is.”

Hebt u ervaring met het telen in potten van kastomaten? Hebt u bemerkingen? Uw verhaal en eigen bevindingen verneem ik heel graag. In de commentaarbox hieronder of via lezersbijdrage@plantaardig.com.

Wilt u ook graag telen in potten? Hebt u daarover, na het lezen van dit artikel nog bijkomende vragen? Ze zijn zeer welkom in de commentaarbox hieronder of via lezersbijdrage@plantaardig.com.

De teelt van geënte tomaten (Serie: teeltverloop bij enten en pottenteelt van tomaten -2-)

In dit tweede artikel van deze serie bespreek ik de verdere opgroei van de zelf geënte Hobby F1 en Tamaris F1 tomatenplanten in de volle grond van de kas. (klik hier voor wat voorafging in deel 1 van deze serie).

Voor alle duidelijkheid dit: naast deze kweek, werden tezelfdertijd, zowel in de kas als buiten, in open lucht, ook andere testen uitgevoerd.

Immers, 39 tomatenplanten, al of niet geënt, afkomstig van de eerste of tweede zaaibeurt, werden op volgende wijze verdeeld :

· In de kas :

o 4 x Hobby F1, geënt, geplant in de volle grond van de kas

o 7 x Tamaris F1, geënt, geplant in de volle grond van de kas

o 1 x Hobby F1, niet geënt, in de volle grond van de kas

o 8 x Hobby F1, niet geënt, in potten van 15 liter

o 4 x Tamaris F1, niet geënt, in potten van 15 liter

o 1 x Hobby F1, niet geënt, in extra grote pot

· In de open buitenlucht :

o 3 x Hobby F1, geënt, in volle grond

o 4 x Tamaris F1, geënt, in volle grond

o 7 x Hobby F1, niet geënt, in volle grond

Op die manier wordt het mogelijk conclusies te trekken omtrent :

– Kweken in potten in de kas (een volgend artikel in deze serie 2008), versus de niet-geënte tomatenplantenkweek in de volle grond van de kas.

– De zin en het nut van het kweken van geënte planten in de open buitenlucht.

– Het resultaat van een geënte plant in een door bodemmoeheid aangetaste kasgrond.

– De nood om bij de geënte tomatenteelt,de gebruikelijke opkweekmethode te wijzigen

– Het telen aan draden ipv bamboestokken of metalen spiralen.

In de conclusies zullen nodige aanpassingen van de geënte tomatenteelt opgesomd worden, die dan van toepassing zullen zijn voor mijn 2009 kweekmethode.
Belangrijk is op te merken dat dit alles gebeurt in samenwerking en onderhandeling met Luc Dedeene, waarvoor mijn welgemeende dank.

Voorbereiding van de grond
Wat de test met de geënte planten in de kasgrond betreft werd besloten de grondbewerking, basisbemesting, bijbemesting, watergift identiek te houden als de kweek van niet geënte tomaten (zie artikel 2007, tomaten planten, voor meer uitleg).

Dit betekent concreet:

* Basisbemesting :100 gr/m² zeewierkalk, 300 gr/m² koe-kip-paard mestkorrels, 100 gr/m² blauwe korrel (12-12-17), 30 gr/m² patentkali (30% + 10% Mg).

* Bijbemesting : één van de gietbeurten met zuiver water (2 of 3/week, volgens het weer) wordt vervangen door een gietbeurt met een rozekorrel-oplossing (concentratie 2gr/liter H2O) vanaf de 3de bloemtros.

Teeltverloop van de geënte  planten in de vollegrond van de kas

Ik start het teeltverhaal met het uitplanten in de kasgrond (aangetast door bodemmoeheid) :

03/05/08       Uitplanten

* Ik start met het planten van 4 x Hobby (aan de glaswand) en 4 x Tamaris (langs het pad in het centrum van de kas).

* Opletten dat de entplaats (plaats waar de onderstam aan de ent vastgegroeid is) zich boven het grondoppervlak dient te bevinden om contact van de ent met de grond te vermijden. Dan zou deze immers wortels kunnen vormen en zo toch ziekten doorgeven

* Gezien het zonnige weer wordt één dakzijde (zonnekant) van de kas afgewit met “Temperzon”. (meer info daarover halfweg dit artikel)

07/05/08        Bijkomende uitplanting

*Bijkomend worden 3 Tamaris planten ingeplant; ze waren ietwat kleiner uitgevallen bij het opkweken dan de vorige inplanting van 03/05/08

* Als test : uitplanten van één Hobby F1 (niet geënt) plant in de volle grond en één Hobby, niet geënte, plant in een extra grote (oranje) pot van 25 liter.

20/05/08        De toestand na enkele dagen

* Na een korte aanpassingsperiode blijken de Tamarisplanten (ingeplant op 03/05/08) er goed bij te staan (foto links)

* De Tamaris planten (ingeplant op 07/05/08) zijn eveneens reeds stevig aan het groeien; De Hobby plant (niet geënt) in oranje pot doet het ook uitstekend (foto rechts)

DSC00073 DSC00077

* De koorden worden met een losse knoop vastgemaakt aan het oksel van het 3de blad op de stengel.

* Als er echt veel zon is, wordt de lange zijde van de kas (zonnekant) afgeschermd in de loop van de voormiddag met een 6 meter lange rieten mat.

* Het is bekend dat tomaten stoppen met groeien onder 15°C en boven 35°C; teveel tocht veroorzaken om de temperatuur te beheersen is hierbij sterk afgeraden. Bij warm weer wordt daarom getracht, in functie van windrichting, afkoeling te geven door openen van deuren (2) en dakramen(4). Niet eenvoudig, daarom maak ik gebruik  van een windhaan en let erop dat er geen tocht is door te kijken of het gebladerte van de planten niet beweegt…

25/05/08        De eerste bloemen

* Alle geënte planten staan nu ongeveer in hun 1ste bloemtros

* De potplanten daarentegen zijn ongeveer een week voorop, ze staan reeds in hun 2de bloemtros.

DSC0015016/06/08        Nog meer bloemen en stevige groei

*De Hobby-planten staan nu in de 3de bloemtros en een goed ontwikkeld gebladerte

*De Tamaris-planten zijn lichtjes achterop (2de tot 3de tros) maar vallen speciaal op door een extreem groot gebladerte (ten nadele van bloem-vorming waarschijnlijk)

*Bladeren die de grond raken worden ingekort of verwijderd om geen schimmels op te pikken vanuit de grond.

*De bijvoeding met roze korrel (2gr roze korrel/l water, en 3l per plant 1 maal perweek) wordt nu gestart.

18/06/08        Lichte aanval van bladluizen op enkele planten

* Bladluizen richten normalerwijze geen echte schade aan op tomaten. Ik besluit toch om verdere escalatie te voorkomen en in te grijpen met een insecticide (hopelijk éénmalig).

20/06/08        Alles verloopt zoals gewenst

DSC00166 DSC00165

*Dagelijks worden de dieven zorgvuldig verwijderd.

*Waar mogelijk, worden de trossen getailleerd op 6 tomaten/tros voor Tamaris en 4 tomaten/tros voor Hobby-planten

05/07/08        Overdreven gebladerte ten nadele van bloem-en vruchtzetting, acties zijn nodig

*Het is nu toch overduidelijk welke enorme groeikracht de geënte planten hebben. Zowel de Hobby als Tamaris planten vertonen dit verschijnsel.

*De Hobby planten groeien meer in de breedte. Het teveel aan gebladerte gaat ten koste van bloemen en vruchten.

*Tamaris groeit minder in de breedte maar meer in de hoogte.De afstand tussen de trossen is ook beduidend groter dan bij Hobby.

*In samenspraak met Luc Dedeene wordt besloten van de bijvoeding met roze korrel te vervangen door bijvoeding met patentkali (eveneens oplosbaar in water, 2g/l gietwater). Dit om de sterke groei van de planten te beheersen en de kleuring en kwaliteit van de vruchten te verzekeren. De hoeveelheden en frequentie van bijvoeding blijft ongewijzigd. Patentkali is na stevig oproeren oplosbaar na enige tijd en goed aangietbaar (goed oproeren want het bezinkt vlug)

*Om bloem- en vruchtzetting te bevorderen moeten ook reeds enkele bladeren verwijderd worden (bvb één blad tussen elke tros). Er gaat momenteel nog teveel energie naar bladgroei.

*Onderstaande foto’s tonen het probleem van overdreven bladgroei duidelijk. Volgend jaar zal dan ook gekozen worden voor twee stengels per plant. De sterke groei bewijst dat dit zeker mogelijk is. (zie ook “unieke groeikracht geënte tomaten”)

DSC00181 DSC00182 DSC00187 DSC00191

13/07/08        Laatste maal aangieten met patentkali ivm overdreven bladgroei

*Sinds vorige acties gaat het een stuk beter met vruchtvorming.

*De meeste trossen zijn nu getailleerd op 4 of 6 tomaten met uitzondering van de bovenste.

DSC00209DSC00206

17/07/08        Aftoppen van alle planten

Met uitzondering van een paar Tamaris planten die nu reeds ruim 2 meter hoog reiken ga ik alle planten aftoppen.

*Tamaris planten hebben gemiddeld 7 tot 8 trossen

*Hobby planten doen het met gemiddeld 6 trossen.

o Op twee Tamaris planten die extreem krachtig groeiden laat ik één dief verder ontwikkelen tot wanneer daar nog een bloemtros op komt. Kwestie van de groeikracht te evalueren.

30/07/08        Eerste rijpende tomaten en mooi aandikken van de andere trossen

* Met een paar dagen verschil (26/07 en 28/07) verschijnen de eerste rijpende tomaten op de onderste tros

* Opmerkelijk is dat zelfs de bovenste trossen na aftoppen mooi aandikken.

* Gezien het groter aantal trossen en meer tomaten/tros zal de productie van Tamaris zeer groot zijn.

DSC00213 DSC00214

DSC00215

07/08/08        Er wordt volop geoogst (foto’s 233,234,235,239)

DSC00233

DSC00234 DSC00239

17/08/08        Toch nog genoeg groeikracht om andere trossen verder aan te dikken

* Terwijl de oogst tot de 3de tros doorgaat, stoppen de latere trossen niet met aandikken. Vermoedelijk zullen de laatste trossen nog mooie tomaten opleveren.

DSC00259 DSC00262

DSC00261

24/08/08        Verder verwijderen van bladeren voor vluggere rijping. Twee Tamaris-planten vertonen vergeelde bladeren

* Gemiddeld alle vruchten zijn geplukt geoogst tot en met de 3de tros

* Van het gebladerte worden, rondom de overblijvende trossen, bladeren weggesneden om de tomaten bloot te stellen aan de minder sterke augustuszon

* De groeikracht van de planten blijkt maar niet te stoppen. Ze ontwikkelen nog permanent grote dieven…
Zelfs op de twee Tamaris planten waar ik één dief verder liet ontwikkelen tot een nieuwe (laatste tros) zijn nog volwaardige tomaten gegroeid.

DSC00256* Op twee Tamaris planten waren reeds een aantal dagen geleden een aantal vergeelde bladeren opgemerkt ter hoogte van tros 5 en/of 6. (foto’s 256,263).

Na enig zoekwerk en bespreking met Luc Dedeene blijkt dit de “Randjesziekte” te zijn,een gevolg van tekort aan kalium, vermoedelijk in combinatie met watervoorziening van de plant. De hoge vruchtbelasting is trouwens ook een enorme kaliumverbruiker.

Het verschijnsel treedt op bij twee sterk uitgegroeide planten en blijkt niet te escaleren tot het hoger gelegen gebladerte. Het blijkt ook de verdere opgroei van de plant niet te beperken.

In de conclusies zal hiermee rekening moeten gehouden worden.DSC00263

28/09/08       Einde oogst en rooien van alle planten met evaluatie van de wortelstelsels.

*Zoals voorzien zijn de wortelstelsels, dank zij de resistentie tegen kurkwortel, in prima staat. De wortels dienen wit of licht beige van kleur te zijn bij het rooien. Ik verwijs hier naar een vorig artikel met bijhorende foto’s “Tomaten ruimen bekijk de wortels

* De bewijzen zijn er duidelijk : geënte planten zijn, naast andere wortelziekten, resistent aan kurkwortel (één van de verschijnsels van de “bodemmoeheid” wat maakt dat het wortelstelsel onvoldoende voedingsbestanddelen uit de bodem kan opnemen).

*De resistenties van de onderstam (in dit geval Resistar F1) zorgt ervoor dat er optimale opname van voedingsstoffen gebeurt zodat de planten langtijdig, krachtig en zonder wortelziekten kunnen doorgroeien.

 

Met ongewijzigde basisbemesting, hadden de planten schijnbaar voldoende voeding om het echt goed te doen. Ze benutten dus m.a.w. maximaal de toegediende voeding. Aangezien het gezonde wortelstelsel langer op zoek gaat naar voedingsstoffen, zal het bij geënte tomaten belangrijk  zijn de bemesting nog dieper dan gewoonlijk in te werken.

Conclusies bij de teelt van zelf opgekweekte en geënte tomaten.

* De hoge productie én kwaliteit bewijst zonder meer het nut van het gebruik van geënte planten en meer speciaal in geval van bodemmoeheid in de kas. Wat sneller het geval is dan je zou vermoeden, met name de aantasting door kurkwortel is al snel een spelbreker. (zie Tomaten ruimen bekijk de wortels en Kurkwortel is overal )

* Aangekochte planten geven geen mogelijkheid om de entsoort te kiezen in tegenstelling met een “ik doe het zelf scenario”

* Tamaris F1 geënte planten geven een ietwat kleinere vleestomaat dan Hobby F1 maar kunnen meer trossen en meer vruchten/tros aan.  Gezien de grotere afstand tussen de trossen hebben ze voor eenzelfde aantal trossen meer plaats nodig in de hoogte. Best dus planten waar de hoogte van de kas maximaal is. Vergeleken met Hobby F1, groeit Tamaris F1  nog een tijd langer door.

* Hobby F1 is een bijzonder sterke plant met breed en groot gebladerte en behoort tot het type van de groenkraag-vleestomaat. Het gelijkmatig kleuren van de vrucht tijdens de afrijping is dus niet altijd ideaal.

Ze is vergeleken met Tamaris iets later oogstbaar. Wat mij betreft is ze een perfecte vervanger voor wie vandaag nog steeds Pyros F1 teelt. Probeer het eens…

Aanpassingen voor de teelt in 2009

* Planten met 2 stengels

In 2009 kies ik voor telen op 2 stengels vertrekkend van éénstengelig plantgoed. De 2de stengel wordt gevormd door de kopdief in het okselblad vlak onder de eerste bloementros.  (zie hoofdstuk “geënte tomaten” in dit artikel) Gezien de plant nu haar groeikracht kan verdelen over 2 stengels zou dit er kunnen toe leiden dat de overdreven bladvorming niet meer voorkomt en hierdoor bloem-en vruchtvorming verbetert.

Tezelfdertijd bereikt men met 2 stengels, voor een gelijkblijvend aantal trossen/plant, een iets kleinere hoogte of heeft men de mogelijkheid om nog meer trossen/plant te telen als de plant dit nog aan kan door beide   stengels maximaal te laten opgroeien.

* Meer patentkali in de basisbemesting

De lichte vorm van randjesziekte die te zien was wijst erop dat sterk groeiende tomatenplanten,met hoge vruchtbelasting, grote kaliumverbruikers zijn. Daarom moet er aandacht zijn voor de hoeveelheid patentkali in de basisbemesting. Deze wordt verhoogd tot 45g/m². Deze moet tenminste over één spadesteek diep in de grond verdeeld worden.

* Bijvoeding aanpassen

De bijvoeding die, vanaf de 3de bloemtros, tot en met het aftopmoment van de plant, gebeurde met de “roze korrel”-oplossing van 2gr/ltr (éénmaal per week) zal nu vervangen worden door een gietbeurten met een patentkali-oplossing (2gr/ltr gietwater) en ongeveer 2-3 liter/plant. Gelet op de sterke groeikracht is minder stikstof wenselijk. En het is de bedoeling voldoende kalium beschikbaar te stellen voor de vele vruchten op de plant die nog in volle ontwikkeling zijn.

Patentkali is, mits goed laten inweken en oproeren, ook een oplosbaar product. Wel opletten dat bij het aanmaken van het gietwater het geheel eerst goed opgeroerd wordt want de kalium heeft de neiging om op de bodem neer te slaan.

In een volgend artikel beschrijf ik mijn ervaringen met het kweken van (niet-geente) potplanten in de kas

Opkweek van geënte tomaten(Serie: teeltverloop bij enten en pottenteelt van tomaten)

image

De artikelenreeks van Luc Dedeene omtrent het enten van tomaten hebben mij overtuigd om dit in 2008 ook eens uit te testen.
Het artikel  over de kopenting bij tomaten is daarbij een uitstekende hulp gebleken en de conclusies aan het einde van mijn testen in een niet-professionele omgeving (terug in agendavorm weergegeven), doen dan ook niets af aan de methode als dusdanig. Daarom werd, als eerste test, gekozen voor afenten tot het bekomen van een plant met één stengel.
Ik vertrok hierbij van een set onderstamzaad “Resistar  F1” (25 zaadjes met bijhorende clips gekocht bij het Vlaams zaadhuis).
Ik koos voor Hobby F1 (vleestomaat) en Tamaris F1 (kleine vleestomaat)  voor de enten.
De propagator, zoals reeds beschreven in eerdere artikels, kwam hierbij goed van pas. (Lees het artikel “Feedback omtrent het gebruik van een propagator met de thermostaat“)
Wat volgt is het exacte relaas van het ganse proces tot aan het uitplanten van de geente planten in de volle grond van de kas. Bedoeling van onderstaande agenda is de beginnende hobbytuinder concrete, uit de praktijk afkomstige, timings te geven om zodoende zijn zaai en plantdatums te gaan bepalen en reeds vooraf te weten aan wat hij zich mag verwachten. Het al of niet gebruiken van een propagator kan wat verschil in de timing geven (met propagator is kieming en ingroeien van de enten ietwat vlugger)  Ook bij de fotoreportage van Luc Dedeene over enten vind je data van het teeltverloop, dit is dan zonder propagator, maar wel tijdens het uitzonderlijk warme voorjaar van 2007.
Details over zaaien en opkweek vindt u ook in het artikel
Zaaien en Verspenen (Tomaten kweken bij Herman in 2007 Deel 1)

 

Tijdsverloop bij de opkweek en het enten van tomaten.

Opmerking : Lees je mijn berichten voor het eerst, dan is het aan te raden ook even mijn artikel over het zaaien, verspenen van tomaten te lezen.

09/03/08, dag 1
Zaaien van onderstam (Resistar  F1) en beide enttomaten Hobby F1 (30 zaadjes) en Tamaris F1  (20 zaadjes) in 3  zaaibakjes op een vochtige witzandlaag van de propagator, ingesteld op 22°C.

  13/03/08, dag 5 
Begin kieming (ongeveer 25% gekiemd). Om fileren van de eerste kiemjes tegen te gaan, in afwachting van verdere kieming gaat de propagator nog één dag onder de de lichtbak, waarna de 3 zaaibakjes apart onder de lichtbak geplaatst worden (belichting enkel overdag, lichtbak staat aan schuifraam van de keuken);
De overnachting gebeurt in de keuken (20°C) maar volledig donker.

15/03/08, dag 7
Als backup worden een aantal overblijvende zaadjes van Hobby F1 en Tamaris F1 gezaaid in de propagator. Deze plantjes zullen later uitgeplant worden in potten en vollegrond in de kas. Ook plan ik enkele afgeënte planten naast niet geënte planten in de vollegrond buiten naast mekaar te testen.

15-16/03/08, dag 7-8
’s Nachts (vanaf 23 uur) verblijven alle zaailingen in de kelder bij 15°C om fileren te vermijden tijdens het opgroeien; overdag (7-13uur +18-23uur) gaan ze terug voor de venster onder de groeilampen.

16/03/08, dag 8
De kieming blijkt nu voor alle soorten compleet en telling brengt mij op een gemiddelde van 80% gekiemde zaadjes.

18-20/03/08, dag 10-11-12
Resistar blijkt toch te fileren en zou wel eens moeilijkheden kunnen opleveren ivm met de stengel-diameter tov de entsoorten.Daarom verhuist Resistar naar de kelder(15°C) om de groei wat af te remmen. Hobby F1 en Tamaris F1 blijven s’nachts in de donkere keuken bij 20°C.

22-03/08, dag 14
Aangezien vorige actie blijkbaar weinig effect heeft,besluit ik éénmalig Hobby en Tamaris wat water (20°C) te geven en Resistar droog te houden. Dit blijkt beter resultaat te geven.
Bedoeling is van voor alle stengel-diameters binnen de norm te blijven namelijik tussen 1,8 en 2,3 mm(ideaal 2 mm volgens de instructies van het Vlaams Zaadhuis).

27/03/08, dag 19
Tijd om te verspenen in de definitieve opkweekpot(diameter 9 cm).Ale plantjes hebben nu ten minste één echt blaadje.

06/04/08, dag 29, 4 weken na zaaien
Afenten van 20 Resistar F1 onderstammen kan nu beginnen.

Diameter meten
De diameters van alle plantjes zijn als volgt en worden daarom in groepen gescheiden gehouden:

  • Resistar :5 stuks van 1,8mm,13 stuks van 2 mm,2 stuks van 2,2 mm
  • Hobby : 17 stuks van 2 mm,2 stuks van 2,2 mm
  • Tamaris : 5 stuks van 1,8 mm,6 stuks van 2 mm

Voor elke Resistar onderstam wordt nu een entplant met gelijke diameter samen gezet.
Het meten van de diameter gebeurde met een Alu-plaatje(2 mm dik) waarin twee gleufjes gezaagd zijn(met ijzerzaag) en dan uitgevijld met een sleutelvijltje tot 1,7 en 2,4 mm

Snijden
De Resistar onderstam wordt nu schuin(45°) afgesneden vlak onder de kiemblaadjes; de entsoorten worden eveneens schuin (45°) afgesneden zodat de kiemblaadjes nog juist boven de clips uitkomen.

Om mooi af te snijden heb ik één clipje opgeofferd waarvan de uiteinden nauwkeurig afgesneden zijn onder 45°.De clip wordt dan op de juiste snijplaats van de stengels(onderstam en entplant) geplaatst entijdens het snijden de clip vasthouden om mooi de hoek van 45° te kunnen volgen(ook de clip niet beschadigen tijdens het snijden).Een 2de persoon om te helpen is hier wel handig…Ontsmetting
Na elke versnijding van een stengel wordt het papiermesje ontsmet (daarna afgedroogd met keukenpapier) met DETTOL-ontsmettingsmiddel.
Het overschot van Tamaris en Hobby planten kan later gebruikt worden voor mijn andere testen zowel in of buiten de kas.

Vochtige propagator
Alle geente planten (potten voorzien van een etiket met vermelding van de entsoort) gaan nu terug in de propagator (bodem stevig vochtig gemaakt),plantjes beneveld en propagator op 24°C.

Steun
Alle plantjes werden ook voorzien van een stokje, gemaakt van een stuk electriciteitsdraad (Ø 4 mm²), om ze mooi recht te houden en de clipsen stabiel te houden tijdens het aangroeiproces.

06/04/08 = dag 0 voor het afentmoment
Toevallig kan ik ook vandaag de 2de zaaibeurt van de Hobby-plantjes verspenen;ze zullen dienen als vangnet in geval van mislukking en ook voor de potplantenkweek en buitenteelt.

11/04/08
Dag 5 na enten
1ste maal openen van propagator en 3 x 1/4 uur verluchten. De plantjes blijven daarbij mooi (geen verwelking, zoniet onmiddelijk benevelen en terug sluiten van de propagator)DSC00006

12/04/08
Dag 6 na enten,
 

3 x 1/2 uur verluchten,temperatuur van de propagator verlagen tot 21°C
De niet geente planten zijn steviger en korter. Ze blijken ook een meer ontwikkeld wortelstelsel te hebben dan de geente planten, die veel energie gebruikten voor het ingroeien van de enting.Ook blijkt dat de geente planten extra water opgeslorpt hebben uit de vochtige zand-onderlaag, wat niet bepaald gunstig is voor het ontwikkelen van het wortelstelsel(teveel is teveel).DSC00009

13/04/08
Dag 7 na enten

Permanent verluchten van de propagator via de verluchtingsgaatjes in het plexi-deksel.

DSC00013 

14/04/08
Dag 8 na enten

Ganse dag onder groeilichtbak met propagatior afgeschakeldDSC00015

16/04/08
Dag 10 na enten
Geënte planten staan nog steeds voor de venster onder lichtbak; de niet geente planten gaan overdag reeds in de kas en komen terug naar de keuken gedurende de nacht.

18/04/08
Dag 12 na enten

Geënte planten komen voor het eerst droog te staan na hun verblijf in de propagator.Ik wacht nu nog één dag om hen wat water te geven.DSC00022

21/04/08
Dag 15, na enten, meer dan  zes weken na zaaien

Alle afgeënte planten staan nu tesamen overdag in de kas vanaf 11 uur tot 18 uur. Stelselmatig zal het verblijf in de kas, naargelang het weer, opgedreven worden tot uitplanttijd.

03/05/08, 8,5 weken na zaaien.
Uitplanten van afgeënte (4 x Hobby + 4 x Tamaris) in volle grond van de kas. Tergelijkertijd worden 3 niet geënte Hobby-planten in potten(15 liter) ingeplant (wordt behandeld in een later artikel omtrent potten-tomatenkweek in de kas)DSC00037

Enkele conclusies en opmerkingen:

1- Planten met één stengel of twee stengels ?

Ik koos, zeker als eerste test, voor het kweken met één stengel.Ik twijfel er tenandere sterk aan dat een hobbytuinder de goede omgevingsomstandigheden zal kunnen creëeren om de opkweek van
meerstengelige planten (door het afsnijden van de kop van de  jonge plant) tot een goed einde te brengen. Bovendien mag men in dit geval toch vlug rekenen op een groeivertraging van een extra paar weken. Dit betekent niet alleen vlugger moeten zaaien maar eveneens de planten langer in huis moeten houden tot wanneer het moment van verhuis (in stappen) naar de kas toe te laten.
Wel plan ik in 2009 voor de oplossing van het systeem, waarbij men in de kas, eens de plant met één stengel aan zijn eerste bloemtros toe is,de eerste kopdief (dwz de dief die ontspruit uit het bladoksel vlak onder de eerste bloemtros) te laten uitgroeien tot een tweede stengel. Daarover nog meer info in een artikel van de opkweek in de kas van geente tomatenplanten heel binnenkort.

2. Planten kopen of zelf opkweken?

Hierbij kan ik enkel verwijzen naar het artikel van Luc Dedeene  over het kopen van geënte tomateplanten (klik), die naast het feit van beperkte keuze en hoge prijs, terecht de kwaliteit van deze oplossing in sommige tuincentra in vraag stelt.
Mijn conclusie is daar in elk geval :”wat men zelf doet,doet men beter”

3. De keuze van het zaaimoment?

Deze kennis moet men verwerven door het “doen”. Ik bedoel hiermee :
Gezien het de bedoeling is om, op hetzelfde moment, onderstammen en entsoorten beschikbaar te hebben met zelfde stengeldiameter (norm is 2 mm) zou je denken dat je ras en onderstam op hetzelfde moment moet zaaien.
Uit mijn testen bleek dat, bij gebruik van Resistar als onderstam tesamen met de rassen Hobby en Tamaris, Resistar eigenlijk te vlug groeide tov van de entsoorten. Ik heb dan ook getracht door licht, watergift, en temperatuur nog iets te corrigeren.Ten allen koste moet vermeden worden dat de onderstamsoort fileert (ttz dun opschiet).
Voor 2009 zal ik dus Resistar pas zaaien op het ogenblik dat de eerste kieming van Hobby en Tamaris gebeurt in mijn propagator. Maar nogmaals, dit is de conclusie van mijn test en zou bij gebruik van andere onderstammen en/of entsoorten juist andersom kunnen zijn.
Een goede basis is dus, bij een allereerste zaaibeurt, onderstam en entsoort op hetzelfde moment te zaaien en daaruit de conclusies te trekken.
Belangrijk is dat men onderstam en entplanten sorteert volgens stengeldikte. Ik vertrok bij het enten met 20 onderstammen en had uiteindelijk 20 stevige geënte planten (100% slaagpercentage dus).
Even belangrijk is dat de som van het aantal zaadjes van de entsoorten het aantal zaadjes van de onderstam (25 in het geval van Resistar in het Vlaams zaadhuis) ruim overtreft. Dan heeft men, bij het sorteren
per diameter meer kansen om gelijke diameters te vinden voor de 25 onderstammen.

4. Gebruik van clipsen of andere oplossingen?

Persoonlijk verkies ik clipsen. Ze zijn, na ontsmetting met Dettol,zeker nog een bijkomend jaar te herbruiken en gemakkelijk te plaatsen.Ze sluiten heel mooi op de entplaats zelfs bij verschil in stengeldikte.
In de reacties op het artikel van Luc Dedeene werd door Paul Baetens een oplossing aangebracht met buisbinddraad (klik hier voor de uitleg en de foto’s)  Als blijkt dat dit goed werkt zijn deze oplossingen zeker waardevol en verdienen ze onze aandacht
Geef dus maar, geachte lezer, volop feedback van mogelijke nog andere oplossingen.

5.Gebruik van een propagator?

Is uiteraard, en zeker in zijn verfijnde versie zoals beschreven in een artikel van mijzelf (klik hier)  een zeer betrouwbaar hulpmiddel. Maar terug dient gezegd dat andere zelfbouw-oplossingen ook tot een goed resultaat kunnen leiden. Er zijn namelijk meer wegen naar Rome. Ikzelf ben heel tevreden met mijn propagator maar het is uiteraard een relatief duur toestel.

Toch overweeg ik om in 2009 de zand-onderlaag in de propagator tijdens het verblijf van de geente plantjes te bedekken met een netje van dunmazige ijzerdraad teneinde de potgrond in de potjes niet zoveel vocht te laten opslorpen,wat vermoedelijk het wortelstelsel niet ten goede komt.Bij uitplanten van geente en nief-geente planten in de kas bleek tenandere dat de geente planten, gedurende de eerste paar weken na inplanting, minder vlug opgroeiden dan niet geente planten,wat waarschijnlijk zou kunnen te wijten zijn aan een minder ontwikkeld wortelstelsel en het teveel aan water in de potjes.Vandaar de aanbeveling om de potgrond van geente planten,na verblijf in de propagator, voldoende te laten uitdrogen om het wortelstelsel te laten aangroeien.Eventueel belet dit niet van nu en dan het gebladerte te bevochtigen met een mini-nevelspuit.

6.Wat zijn nog belangrijke aandachtspunten?

Steun
Ondersteunen van de geente plantjes vooraleer ze in de ingroeiruimte(bvb de propagator) gaan : zoals reeds aangehaald kan men hiervoor stukjes stevige (4mm2 sectie) electriciteitsdraad gebruiken. Ze kunnen
daarenboven elk jaar opnieuw gebruikt worden. De lengte is te kiezen volgens de beschikbare hoogte tussen plantjes en het deksel van de broeikas(propagator of dergelijke).

Licht en temperatuur
Het belang van licht,zonlicht en temperatuur: naast de ingroeiperiode (in de propagator in zeer vochtige en warme omgeving), is bij het verlaten van de propagator, het uiterst belangrijk om zoveel mogelijk licht
(géén sterk zonlicht want dit kan heel slecht aflopen) en een gemiddelde temperatuur (20-22°C) te zorgen en geen grote verschillen te veroorzaken doorheen de dag. De plantjes zijn na verblijf in de propagator nog zeer kwetsbaar.

Water
Ook al lijken ze qua gebladerte en grootte het reeds goed te doen, toch is het zwakke punt op dat ogenblik nog het onvoldoende ontwikkeld wortelstelsel in vergelijking met de grootte van het plantje.Daarom zeker opletten met watergift. Ik verkies,na het verwijderen uit de propagator, te wachten met watergift tot wanneer de grond in de potjes duidelijk goed uitgedroogd is.
Door de extreme vochtigheid in de propagator is er heel veel vocht opgeslorpt in de potjes wat dan weer aanleiding zou kunnen geven tot fileren. Droger kweken geeft kortere en stevige plantjes.

Vernevelen
Water geven en beneveling van het gebladerte, indien mogelijk, met regenwater op kamertemperatuur, is nodig bij de pas geënte plantjes tot aan de vergroeiing.
Ikzelf ondervond verbrandingsverschijnselen van de bladtopjes ten gevolge van het benevelen met zacht (kalkloos) water afkomstig van een waterverzachter. De kalk, aanwezig in leidingwater, blijkt na ontharding vervangen te zijn door zout. Een druppel water die na beneveling van de plant, blijft hangen aan het topje van het blad,zou wel eens,in combinatie met warmte tgv sterk zonlicht of een groeilamp die te laag boven het gebladerte hangt, voor verbranding van het bladtpuntje kunnen zorgen.Het verschijnsel manifesteert zich door vergeelde bladtopjes.

In een volgend artikel wordt de opkweek tot en met de oogst van mijn geente planten behandeld. Daarna volgt er nog een gedetailleerd artikel omtrent het kweken van tomaten in pot in de kas. Veel lees-en denkgenot ondertussen gewenst. Aarzel niet uw methodes, vragen of opmerkingen door te geven hieronder.

Aanbevolen lectuur voor wie de opkweek en/of enten van tomaten allemaal nieuw is. 
Zaaien en Verspenen (Tomaten kweken bij Herman in 2007 Deel 1)
Tomaten enten, japanse kopenting (Serie tomaten enten, deel 2)

 

Bloemkool en Spitskool, weeuwenteelt

Als reactie op het artikel over de weeuwenteelt van bloemkool laat Cor ons weten hoe hij al verschillend jaren deze speciale teeltwijze aanpakt. Het werd een praktische handleiding met foto’s en boordevol realistische tips. Zijn leuze om dit artikel hier te publiceren is : “Het leed dat je normaal ondervindt bij het uitproberen kun je met dit artikel wel vergeten”.
Meer tips van Cor vind je op Cor’s Tuin en Wijnsite.

Cor schrijft:

Ik pas deze teelt al wel 15 jaar toe uitsluitend voor het plezier wat het me geeft.
Je kunt vroege planten ook kopen en dat is geen moeite maar weeuwenteelt is ook nauwelijks moeite.

clip_image002
Gezaaid 14 september , ras Alpha

Ik zaai in een dubbele salade bak die meestal gratis te krijgen zijn in supermarkt.
De binnenbak is voorzien van 3 gaatjes om vocht op te laten trekken.
Deze bak is gevuld met potgrond en wat grof scherp zand en staat in de andere bak. Na het zaaien

Lees verder Bloemkool en Spitskool, weeuwenteelt

Website over pepers


Tim schrijft : “Onlangs vond ik uw website toen ik informatie zocht over het kweken van pepers. Dit is een hobby van mij die ik nu voor het derde seizoen uitoefen. Ik wou u graag wijzen op de website die ik heb opgezet over chillipepers. Hierop vind u niet alleen veel informatie, maar ook een forum, zadenuitwisseldienst en peperdatabase. Het forum heeft in minder dan een jaar al meer dan 160 leden geworven en is hartstikke gezellig.” Op chilipepers.nl vind je alle informatie over pepers en hoe je deze zelf kunt kweken. Op het uitgebreide forum kun je jouw eigen pepers laten zien, informatie uitwisselen, recepten delen en nog veel meer. 
Met ChilliPepers.nl hoop ik kennis over deze fantastische planten te verbreiden. Ik nodig iedereen dan ook uit om lid te worden van deze website en mee te praten op het forum.

Zelf pepers kweken?

Lees verder Website over pepers

De nieuwe moestuin van Hans en Gerda – 2

Sommigen onder u herinneren zich misschien nog dat Hans en Gerda vorig jaar een bericht gestuurd hadden over de volkstuin die ze net hadden gekregen en waaraan veel ontginningswerk te pas kwam. Toen waren zij prille beginners en startten met de eigen moestuin pas begin juli. ( Zie dit bericht )

Onlangs stuurden zij een nieuw berichtje met de resultaten van dit jaar. En het moet gezegd, van “beginnelingen” is hier geen sprake meer! Wat je op korte tijd al niet kan verwezenlijken!
Hierbij de tekst en de foto’s van Hans en Gerda.

Nu zijn we een jaar verder en je herkent de tuin echt niet meer.We hebben gisteravond in het avondzonnetje een paar foto’s gemaakt.

Lees verder De nieuwe moestuin van Hans en Gerda – 2

Zelf tomatenplanten kweken, de methode van Cor.

Regelmatig stuurt Cor een gouden tip voor de moestuin in. Zijn leuze om  te schrijven is  “Het leed dat je normaal ondervindt bij het uitproberen kun je met dit artikel wel vergeten”. Meer tips van Cor vind je op Cor’s Tuin en Wijnsite (www.cordewildt.nl) waar hij nauw gezet zijn werkzaamheden in de moestuin bijhoudt.

Hierbij zijn opkweekwijze van tomateplanten. Maar je kan dit evengoed toepassen om paprikaplanten of aubergineplanten te telen.


Cor schrijft :
“Ook ik heb veel problemen ondervonden, ook met het tijdstip van zaaien.Toen ik begon te tuinieren wist ik nergens van en heb werkelijk door schade en schande de kneepjes geleerd. Nu durf ik te zeggen : “Niks aan“!

Vensterbankkasje
Inderdaad warmte en licht zijn de belangrijkste voorwaarden.
Ik heb zelf een verwarmd vensterbankkasje “ontwikkeld” en dat werkt al jaren perfect.

Lees verder Zelf tomatenplanten kweken, de methode van Cor.

Zelf de zuurtegraad meten.

image 

Regelmatig stuurt Cor een gouden tip voor de moestuin in. Zijn leuze om  te schrijven is  “Het leed dat je normaal ondervindt bij het uitproberen kun je met dit artikel wel vergeten”. Meer tips van Cor vind je op Cor’s Tuin en Wijnsite waar hij nauw gezet zijn werkzaamheden in de moestuin bijhoudt.

Zopas heb ik het stukje gelezen dat Luc schreef over de zuurgraad en kalk strooien. Graag leg ik hier dan ook uit hoe ik al jaren mijn grond zelf test op PH waarde. Het is goedkoop en werkt  zeer nauwkeurig.
Voordeel is ook dat ik mijn stuk van bijvoorbeeld bonen apart kan meten. Dat doe ik ook op mijn aardappelstuk, uien enz.

Hoe?
Ik neem hiervoor op 3 of 4 plaatsen een monstertje op het te meten stuk grond.  Je monsters moeten genomen worden op ongeveer 25 cm diepte.
Ik neem ze direct na het spitten.

Neem dit mee naar huis en droog dit even op de kachel.
Ik moet 1 cm te testen grond in een buisje doen en dat gaat alleen maar als ze droog is. Daar doe ik 2 cm gedistilleerd water op zodat ik totaal 3 cm in mijn buisje heb zitten.
Hierbij doe ik een tabletje en schud 1 minuut. Na enkele minuten zakt het zand naar beneden en het water geeft de kleur aan die te vergelijken is met de verpakking. 

Lees verder Zelf de zuurtegraad meten.

Truffels kweken. Kan dat?

Het artikel “Allereerste Belgische truffel geoogst (Het Nieuwsblad)” dateert van 2 jaar geleden. Misschien komen er binnenkort wel bij. Want je kan nu ook in België “truffelbomen” kopen. Het project leek mij “speciaal” genoeg om op vraag van Christophe dit berichtje te plaatsen. Truffels zijn toch wel een beetje exclusieve groenten. Net zoals champignons. Het zijn immers paddenstoelen. Met dat verschil dat niet alleen de schimmeldraden onder de grond groeien (zoals bij de meeste paddenstoelen), maar dat ook de vruchtlichamen zich ondergronds bevinden.

Christophe, (van www.kitchengarden.be) schrijft:

Lees verder Truffels kweken. Kan dat?

Teelt van tomaten : tips gebaseerd op ervaring en advies (Tomaten telen met Herman in 2007, deel 9)

Als slot van de artikelenreeks “Tomaten telen met Herman in 2007” volgen hier de voornaamste bevindingen. Op een schoolse manier zou je het kunnen noemen “Wat heb ik geleerd en ervaren dit jaar, wat is mij dit seizoen bijgebleven” Over watergift, groeikracht, bijvoeding, kurkwortel, luchtwortels, afrijpen enz….. . Lees verder Teelt van tomaten : tips gebaseerd op ervaring en advies (Tomaten telen met Herman in 2007, deel 9)

De reuzekalebas van Erik

Erik schrijft: “Hallo iedereen, de kalebas groeit nog, de plant bloeit nog steeds, hij heeft maar één vrucht, ondertussen weegt hij 11 kg. We laten hem groeien tot…
Een zakje zaadjes gekocht in de Gamma. Carin, mijn vrouw maakt deze trollen als hobby, voor de aardigheid wou ze de kalebas eens zelf kweken. Wat u hier ziet is eigen werk. Ik ben wel eens benieuwd wat voor iets prachtigs ze van die grote kerel kan maken, de trol zal uiteraard wel uit de kluiten gewassen zijn denk ik.” Groetjes van Erik uit Zelzate.
nvdr : we zijn alvast benieuwd naar het uiteindelijke gewicht Ed!
Frans van Gool, een andere lezer, heeft een echte passie voor kalebassen, kijk maar eens naar zijn website :
http://www.kalebas.be/

Lekker weertje kalebas- 14-10-07 012Trollekes Carin 003

Hebt u teelttips of iets speciaals te melden uit de moestuin? Stuur dan uw bevindingen samen met de eventuele foto’s naar lezersbijdrage@plantaardig.com

Een pakketje minigroenten op de foto

SSA54410

Het is heel aangenaam om zo eens een echte opsteker te mogen ontvangen voor het vele gratis advies dat via Plantaardig.com, hetzij via mail, hetzij via de artikels verstrekt wordt. Dit is eigenlijk niet “lezers schrijven” maar “lezers zenden geschenkjes”.
En dat mag ook natuurlijk…. :-)

Het is volgens mij  een aanrader om al deze kleine vruchtjes, ook  in potten, te telen. Ook Ann heeft ze in potten geteeld.

Wat staat er op de foto? Volg mee van boven naar onder :

Lees verder Een pakketje minigroenten op de foto

De buitenteelt van tomaat : algemeen overzicht, samenvatting en conclusies (Tomaten telen met Herman in 2007, deel 8)

Dit is deel acht van de serie Tomaten telen met Herman.

In dit artikel vind je

– een algemeen overzicht en samenvatting van de belangrijkste teeltmaatregelen zoals bemesting, zaaidata, plantdata, bladpluk, trossnoei, toppen enz…. bij de buitentomaten
alle productie- en plukresultaten met gedetailleerde gegevens over het aantal vruchten en het gewicht.
een conclusie omtrent de variëteiten. Lees verder De buitenteelt van tomaat : algemeen overzicht, samenvatting en conclusies (Tomaten telen met Herman in 2007, deel 8)

De buitenteelt van tomaten vanaf de eerste pluk tot het rooien (Tomaten telen met Herman, deel 7)

Dit is deel zeven van de serie Tomaten telen met Herman.
Wie Herman is en welke artikels hij al geschreven heeft vind je op http://herman.plantaardig.com

05/08/2007
De eerste rijpende tomaat op Cristal F1. Twee dagen later is er ook een eerste rijping bij Ferline en opnieuw enkele dagen later de eerste rijping bij Hobby F1.

14/08/2007
De 1ste plukdag.

Ik noteer mijn eerste oogst: 1 kg(Cristal) en 1,25 kg(Ferline).

Vanaf nu wordt de oogst bij elke plukbeurt, plant per plant, gewogen en opgenomen in een tabel!

17/08/2007
2de plukbeurt bij Cristal en Ferline. Alle planten staan er nog heel gezond bij dankzij voldoende bespuitingen tegen de aardappelziekte.

21/08/2007
3de plukbeurt en eerste oogst bij Hobby F1 (1,1 kg). Met een weekje verschil is er nu dus ook oogst te noteren bij Hobby F1 vleestomaat. Het is dan ook een vleestomaat met grotere vruchten, wat altijd een beetje ten nadele is van de vroegheid.

  • Foto’s : Zo zien de planten eruit na de bladpluk op 24/08 (klik op de foto voor vergroting)

IMAG0225IMAG0226 IMAG0227 IMAG0228

24/08/2007
4de plukbeurt en bladsnoei.
Gezien het kwakkelweer is bladsnoei en bladpluk nu nodig om de vruchten maximaal te laten rijpen.

Bladpluk en Bladsnoei
Alle bladeren worden verwijderd (met een goed snijdend mesje) tot één blad boven de laatst rijpende tros. Bovendien wordt er, door bladpluk rondom de trossen plaats gemaakt zodat de karige zon, bij gebrek aan prettige dagtemperaturen, de tomaten rechtstreeks kan verwarmen. Gezien de tijd van het jaar is een hittegolf met hevige zon nu uitgesloten zodat de tomaten gerust, zonder gevaar, mogen blootgesteld worden aan de zon om maximaal te rijpen. Tijdens een warme zomer kan langdurige blootstelling aan de zon groenkragen en cirkelvormige scheuren veroorzaken.

25/08/2007
Lees verder De buitenteelt van tomaten vanaf de eerste pluk tot het rooien (Tomaten telen met Herman, deel 7)

De buitenteelt van tomaten tot aan de eerste pluk (Tomaten telen met Herman in 2007, deel 6)

Dit is deel zes van de serie Tomaten telen met Herman.
Wie Herman is en welke artikels hij al geschreven heeft vind je op herman.plantaardig.com

Nu de werkzaamheden in de tuin wat minder druk zijn heeft Herman de tijd gevonden om zijn leerrijke artikelenreeks over de tomatenteelt in 2007 af te werken.
Deze week kunt u eerst twee artikels verwachten over het teeltverloop tot einde oogst, daarna volgt in een derde artikel, een samenvatting met heel interessante conlusies. In het laatste artikel gaat Herman dieper in op enkele teelttechnieken en problemen die tijdens de teelt opdoken.

“Hierbij wil ik aan Herman een welgemeende dank u wel zeggen voor de uiterste nauwkeurigheid waarmee hij zijn teelttechniek omschrijft. Met de artikelenreeks Tomaten telen met Herman in 2007 en 2006 heb je simpelweg alle gegevens bij de hand om een geslaagde tomatenteelt te bekomen.”
(Luc Dedeene)

Het slot van dit laatste artikel eindigde op 01/07/2007 en hier wordt de draad terug opgepikt.
IMAG0199IMAG0200

13/07/2007
De drie variëteiten (5 planten van elk) Hobby F1, Cristal F1, Ferline F1 staan nu allen in 4de of 5de bloemtros. Ze doen het heel goed en mits voldoende spuiten tegen de aardappelziekte heb ik voorlopig nog geen last van die kwaal. Bij normaal weer spuit ik om de 10 dagen maar in geval van heel veel neerslag op korte tijd verkort dit interval soms tot enkele dagen… Het was dan ook een uitzonderlijk jaar.

IMAG0221IMAG0223 IMAG0222

22/07/2007
Aftoppen (toppen van de plant) tot 5 trossen waar mogelijk en opkuisen van de planten.

Hoe tomatenplanten toppen?

Tip!
Bladsnoei moet steeds met zorg gebeuren bmv een goed snijdend mes en zo dicht mogelijk bij de stengel van de plant. Eigenlijk mogen er geen “stompjes” blijven staan. Deze zijn immers dikwijls de aanleiding tot het ontstaan van
stengelbotrytis.

Bij het aftoppen gebruik ik een een concept (mij aangebracht door Luc) dat wel eens gebruikt wordt door professionele kwekers.

Hierbij topt men af bij 3 bladeren boven de laatste tros. In één oksel van die drie bladeren laat men een dief groeien die op zijn beurt defintief afgetopt zal worden na 3 bladeren. Daarna is de aftopping definitief. Bedoeling is van, niettegenstaande het aftoppen, nog een bepaalde sapstroom te laten doorgaan tot in de top van de plant. Daar zorgt de dief dan uiteindelijk voor tot wanneer hijzelf afgetopt wordt. Lees verder De buitenteelt van tomaten tot aan de eerste pluk (Tomaten telen met Herman in 2007, deel 6)

De nieuwe moestuin van Hans en Gerda

Het leuke aan het hebben van een moestuin op een volkstuincomplex is dat je er bent met gelijkgestemden. Je praat honderduit over de tuin en de goede tips en trucs, die je dan ook kunt toepassen, krijg je er zo bij. Ook als nieuweling kun je er heel snel leren, door te horen, te zien en dan zelf te doen. Hans en Gerda hebben pas een moestuin in Voorschoten en zijn heel enthousiast. Hun eerste relaas vind je hieronder. Aan de foto’s te zien is er tussen 1 juli en 22 augustus van dit jaar heel veel werk afgeleverd!

Onzevolkstuin 20070701 (4) Onze tuin 20070822

Hallo medetuinders,
Mijn man en ik kregen op het volksttuincomplex in Voorschoten in juli een volkstuin aangeboden.
We stonden al een tijd op de wachtlijst en hadden er al een paar bekeken, maar die waren of te klein of de klik met dat plekje was er niet.
Vlug zijn we gaan kijken, want het scheen om een bijzonder stukje te gaan.
We waren meteen verliefd, het was net een oerwoud, het onkruid stond tot op borsthoogte en in de kas groeiden de druiven overal en nergens, midden in de tuin bood een enorme ceder lekker verkoeling.
Iedereen verklaarde ons voor gek dat we juist dit plekje wilden ontginnen, maar ja zo zitten wij wel een beetje in elkaar.
Het had sfeer en potentie en dan moet je door alles een beetje heen kijken.
Ook 2 van onze grote kinderen vonden het heerlijk om mee te helpen.
De tuin was altijd siertuin geweest en wij maken er nu voor tweederde moestuin van en voor eenderde siertuin.
Na een maand hard ploeteren is het moestuin gedeelte klaar en de siertuin gedeeltelijk, de kas opgeruimd en om de kas is het nog een zootje, maar daar zit ook al progressie in.
Aangemoedigd door veel lieve buren ploeteren we verder en wat een zegen als je naar huis kunt fietsen met tomaten, komkommer, sla, andijvie, krootjes, bloemen en valappeltjes, allemaal van de buurtjes gekregen.
En toen wij een bramen hek aan het plaatsen waren mochten we spontaan bij iemand die heel veel bramen heeft komen plukken, 4 kilo bramen, geweldig.
Het is helemaal top hier, het landje is nu ingezaaid met Phacelia en het spruit met een bloedgang de grond uit, de paadjes zijn gelegd, de compostvaten op de kop getikt via internet en de sappan staat te pruttelen op het vuur, wat kan een mens zich nog meer wensen.
Bijgevoegd wat foto’s van hoe we het kregen en hoe het nu is.
met vriendelijke groeten,
Hans en Gerda

Onzevolkstuin 20070701 (7) Onze tuin 20070822 (2)

Ook zin om even te gast zijn op “GroentenInfo”? Stuur dan de berichtjes en foto’s  naar lezersbijdrage@plantaardig.com.

De moestuin van Wouda

Dit artikel werd geschreven door Wouda, als respons op het artikel wisselvalligheid troef, geslaagd jaar of niet? . Wouda is een dame die al 18 jaar de moestuin als grote hobby heeft in Zoetermeer Z.H. (Nederland). Ook in deze weersomstandigheden slaagt ze erin, een mooi resultaat te bekomen. Met heel veel interesse en plezier leest zij dan ook alles over moestuinieren en is geabonneerd op de nieuwsbrief van Plantaardig.com. Het is dan ook leuk dat zij even te gast wil zijn om over haar moestuin te vertellen. 

“…Elk jaar gaat er wel iets mis, of het nu de spinazie of de aardappels zijn, alles is toch afhankelijk van de weersomstandigheden!

De grond is hier, een zwarte dijkgrond, een prachtige zwarte grond, die niet zwaar is om te spitten en te bewerken, alleen nu met de vele regen spoelt er grond weg en het onkruid is bijna niet meer onder controle te krijgen!! Dat vind ik deze zomer het grootste probleem!!!

Wat de teelt betreft; De aardappels (Doré’s) is heel goed gegaan, de aardappel (Eersteling) was bijna helemaal verrot door de aardappelziekte! Maar goed, zowel de aardappels als de tomaten spuit ik nooit, ik denk dat door het vroege tijdstip van planten en poten je de plaag voor bent. De Eerstelingen gingen dan ook iets later de grond in. Dore’s heb ik elk jaar, maar zijn ook wel eens ziek, alleen  dit jaar niet!

Ben altijd erg vroeg met van alles zaaien en poten, en dat is nu goed gebleken,  de kroten hebben het prima gedaan en de uien zijn perfect, de kolen zijn wel te vroeg gepoot, dus die zijn al goed! Moet dus nodig zuurkool gaan maken. Dat vind ik trouwens ook met wortelvlieg, hoe vroeger je zaait hoe minder wortelvlieg. Later in het seizoen komt er toch wel wat in, maar acceptabel!

En ja, die tomaten…….nog nooit heb ik last gehad van DE PLAAG, zoals Ann ( zie artikel van Ann, over tomaten) het noemt. Dit jaar voor het eerst toch de aardappelziekte, er staan nog z’n 20 tomatenplanten in de kas en die zien er niet uit!

De mais ging rotten, omdat deze al goed was! Dus er maar afgehaald!!  Hopelijk zal dat niet het geval worden met de voer mais bij de boeren die heel veel hebben staan, dat zou een ramp zijn voor hun!!

De komkommers hetzelfde als altijd, spint……… en dan de bladeren plukken en dan gaan ze weer door!! Bonen in de kas gaat altijd goed (ook wel spint) maar ik spuit nu een maal niet zo graag!

Paprika en peper ook goed, druiven veel te veel, of de winterwortel te kort is weet ik niet, het is in ieder geval een heel goed jaar voor de sla en de courgettes momenteel voor de nieuwe aardbeienplanten. De witlof ziet er goed uit en de prei en de boerenkool en de andijvie, en nu maar afwachten!

Conclusie;  Voor mij is het een goed oogstjaar, al zijn we nog niet aan het eind van het seizoen!!! Ik mag niet klagen!…”

Groetjes, Wouda

Tot zover het artikel geschreven door Wouda. Wilt u een berichtje of reactie sturen  naar Wouda? Stuur dan een email naar groenten@plantaardig.com, dan wordt het bericht doorgestuurd of u vraagt gewoon naar haar mailadres.

Ook zin om even te gast zijn op “Groenten in het Nieuws”? Stuur dan een berichtje naar lezersbijdrage@plantaardig.com. Alle tips, vragen en foto’s zijn eveneens welkom op dit adres.

Tomaten telen, soms eenvoudig, soms een passie.

trostomaten
Het volgende artikel werd geschreven door Ann D. Een gepassioneerde tomatenkweekster
Zo nu en dan probeer ik bij Ann een “tomaten” of “peper” probleempje via de mail op te lossen. Of dat geslaagd is moet je maar eens aan haar vragen. Ik vond het bijzonder leuk om haar wedervaren met de tomatenteelt te publiceren. Een zonnig stukje proza geschreven in een verregende zomer….

“…Luc heeft me gevraagd een stukje te schrijven over mijn tomatenteelt dit jaar, dat kon ik absoluut niet weigeren na al zijn goede raad en hulp. Wat een jaar om tomaten te kweken! Met dit weer wordt het ons haast onmogelijk gemaakt om de planten gezond te houden!

Ik ben begonnen, zoals de jaren ervoor, met het goede voornemen het aantal planten binnen de perken te houden. Ik had zelf een vijfentwintigtal soorten gezaaid maar van gulle vrienden kreeg ik nog vele planten toegestopt (waarvoor dank!) en ben ik met mijn goede voornemen weer nergens want weggooien is iets dat hier erg moeilijk gaat.

Ik ben gestrand op 88 planten half mei (38 soorten), 30 in de glazen serre (daar moest het eigenlijk bij stoppen) 20 onder plastieke overkappingen en de rest gewoon in open lucht.

Want zoals bekend, de tomaten die de kans krijgen buiten te rijpen zijn het allerlekkerst. Mijn man, die me altijd erg helpt mijn grenzen te stellen ;-), had er eentje, dat ik hem gaf om dan toch maar weg te gooien, achteraan onze tuin op het rechte stuk van de grachtkant gezet. Een soort talud dat sterk hellend drie meter naar beneden loopt tot een beschermde waterloop. Daarachter ligt een groot open veld, dus de wind heeft er vrij spel.

Twee dagen nadien stond het plantje er nog, prompt zelfs, dus heb ik er nog vijf naast gezet. Door de plaag zijn ze helaas nog maar met twee maar die twee doen het uitstekend.

De allereerste is amper een 60 cm hoog, is zijn vierde trosje bloemen aan het krijgen en de eerste dragen ruim vrucht.

De opgroei van de planten ging na een moeilijke start toch goed. We hebben hier erg weinig plaats maar zijn soepel : we worden het al gewoon dat er begin april tomatenplanten staan in de hal, zelfs bezoekers kijken er niet meer van op.

Half mei is het dan zover: dan krijgen ze allemaal hun definitieve stekje : volle grond of een pot. Met wat droge koeiemest, tomatenmeststof, een flinke hand bodemverbeteraar en voor de potten goede potgrond, hebben ze een stevige start gekregen.

April was geweldig, de zon, de temperatuur, ideaal voor de planten. Dan kwamen die slechte weken….je staat er nog niet bij stil tot je hier en daar hoort van het oprukken van de plaag… en voor je het weet, ondanks alle voorzorgen van verluchten en ze beschermen tegen de regen, heb je prijs…

Ik had alle planten die buiten stonden na de eerste tekenen onder het afdak gezet, daar krijgen ze helaas geen direct zonlicht maar ze staan wél droog. Dan werd het snoeien: alle slechte, rare of verdachte bladeren gingen er onherroepelijk af.

Helaas ook vrij snel hele planten… als de steel is aangetast op een manier dat je niet meer kan wegsnoeien wat aangetast is dan verwijder ik de plant. In het begin was dat regelmatig.

Na veel afwegen, overleg met een “tomatenvriendin” en wat mailtjes met Luc ben ik dan toch maar een produkt gaan kopen.

Omwille van die waterloop achter ons kon ik ook niet zomaar om het even wat nemen bordelaise pap bv ( is ook nog toegelaten in de biolandbouw maar énkel omdat ze (nog) geen alternatief hebben.)

Het was een hele toer, meestal neem ik die dozen eens vast, lees de bijsluiter en zet ik ze rillend terug. Vreselijk toch als je dat allemaal leest en beseft dat veel van de dingen die we “vers” in de winkel kopen onder het spul of andere produkten hebben gezeten!

Die weken ging ik ’s morgens niet eerst naar de serre, ik stelde het uit: het is geweldig gaan kijken hoe de vruchtjes evolueren maar twee keer per dag alles inspecteren op ziektetekenen, nee dat is echt ellendig werk.

De eerste dagen na het spuiten heb ik nog planten moeten verwijderen maar het minderde toch. Om zeker te zijn had ik eigenlijk de behandeling moeten herhalen en best nog met een ander produkt maar dat heb ik niet gedaan. Ik twijfel vaak hoor maar ze beginnen volop te kleuren en eerlijk gezegd zie ik een herhaling niet zitten, al de voorzorgen en de wachttijden…en het is geen garantie dat het dan goed gaat hé.

Waarschijnlijk daardoor zijn er nog planten gesneuveld.

Eentje, een miezerig plantje zonder blad of top, door de plaag,gaf nog net één half rijp vruchtje af voor zijn tak ter hoogte van een bruine plek (verschenen op één nacht) bezweek.

Nu wordt het weer afwachten, de regen blijft vallen en ik moet weer meer snoeien en de 18de plant is vanmorgen in de gft-bak gegaan. Woensdag zou het beteren, maar hebben ze dat niet nogal eens gezegd?

Al bij al heb ik, denk ik, nog geluk. Er zijn kwekers die veel meer kwijt zijn en ook schade hebben aan hun serre door de stormwinden van vorige week.

Onlangs had ik bezoekers en die zeiden toch dat de planten er erg mooi bijstonden….zien ze degene dan niet die haast nog maar één tros vruchten hebben en waar er geen blad meer aan de steel hangt? Of kijk ik enkel naar de minder goede planten?

tomaten water geven tomatentros

Ach, ik moet vaak denken aan mensen die groenten telen om den brode, die stress en onzekerheid wat voor jaar het gaat zijn…dat moet zwaar zijn.

Als hobbykweker ben je dan al lang blij als je wat kan oogsten en dat geluk hebben we al gehad.

De eerste zijn gekeurd en geproefd en dan ben je in gedachten al aan het plannen en soorten aan het kiezen voor volgend jaar en ja hoor: ook weer goede voornemens om het binnen te perken te houden, ‘k ben benieuwd!…”

Kweek 684

Je kan een berichtje voor Ann steeds sturen via groenten@plantaardig.com, dan bezorg ik het haar wel. Of anders kom je ze zeker en vast wel tegen op het tomatenforum!

Ook zin om even te gast zijn op “Groenten in het Nieuws”? Stuur dan een berichtje naar lezersbijdrage@plantaardig.com

Voorzaaien uien voorkomt valse meeldauw.

Een paar weken nadat Jacques uit Dendermonde ons een interessante tip over Ajuin zaaien en verplanten bezorgde viel mijn oog op deze onderzoeksresultaten. Zeker als je weet dat dit jaar, wegens de weeromstandigheden, heel veel tuinders last hebben van aantasting door valse meeldauw bij ajuin is er dus een reden te meer om de tip van Jacques uit te probleren.

Ook telers die plantajuin gebruiken hebben minder last van de valse meeldauw omdat de bol al voldoende ontwikkeld is vooraleer er aantasting optreedt.

Uit de professionele vakpers (Bejo Zaden)

De laatste jaren starten steeds meer uientelers hun teelt met plantmateriaal. Bij een plantenkwekerij worden de uien in december of januari opgekweekt, afhankelijk van de kluitmaat. In maart planten de telers deze kluitjes uit op hun percelen.

Gebruik van plantmateriaal maakt het mogelijk om eerder in het seizoen, vlak ná de plantuien,  een kwaliteitsui te oogsten. Meeldauwaantastingen blijven grotendeels achterwege, omdat de ui bijna oogstrijp is wanneer de schimmel invalt. Bovendien kan al snel na het uitplanten het onkruid bestreden worden met een krabbeleg en bovendien is het uitgangsmateriaal altijd ‘schoon’. 

De plantenkweker zaait tussen de 5 en 8 zaden op een kluitje en er gaan 100.000 kluitjes op een hectare. Minder zaden verzaaien heeft geen zin, de uien krijgen dan dikkere nekken en zijn daardoor later oogstrijp. Ook neemt de opbrengst sterk af. Op de foto’s ziet is het product zichtbaar vanaf planten tot een bijna oogstrijp stadium. Voor meer informatie staat ons verkoopteam voor u klaar.

 

In deze nieuwsbrief kwamen al regelmatig preventiemaatregelen voor valse meeldauw ter sprake.

De aardappelplaag overwint?

Op het gevaar af jullie te vervelen, hier nogmaals de laatste geluiden uit het veld over de aardappelplaag (Phytophtora infestans). Het blijft nu éénmaal de gemoederen bezig houden. Dat blijkt uit de vele reacties onderaan dit artikel.
De toestand is dan ook stilaan dramatisch te noemen. Het is zo’n jaar waar alle goed bedoelde preventiemaatregelen een maat voor niks dreigen worden. Ook minder gevoelige rassen worden aangetast. Enkel wie tijdig begonnen is met preventieve maatregelen kan de strijd nog winnen. Volgend op dit kort advies, kunt u heel veel reacties lezen van lezers ivm aardappelplaag.

Hoe is de toestand in jullie tuin? Valt het toch nog mee? Of is de strijd al lang verloren? Laat het weten op lezersbijdrage@plantaardig.com (Lees de vele reacties die al binnen zijn verderop in dit artikel)

Veel mensen staan weigerachtig tegenover gewasbescherming. De keuze is natuurlijk ieder voor zich. Maar verwijder in ieder geval steeds zieke planten om besmettingen te vermijden.

Wat te doen in deze uitzonderlijke omstandigheden?
Voor de vroege aardappelen is vanaf nu het advies : het loof verwijderen.

Voor de tomaten in de glazen kas is het advies : de serre nooit volledig sluiten, wat de temperatuur ook is. Daarbij de ramen zo wijd mogelijk open laten, zonder dat de planten echter nat regenen. Een goede verluchting en luchtcirculatie is uiterst belangrijk bij kastomaten. Nooit condens op de ruiten laten komen.
Het weer is uiterst slecht en de eerste meldingen van aardappelplaag in de kas zijn er al. Volgens mij zijn oude rassen gevoeliger dan hybriderassen. Hoe dan ook, hou de kastomaten goed in de gaten. Hier kan je nog tijdig ingrijpen, maar dan wel bij het eerste vlekje.

Voor de buitentomaten is het advies zoals gegeven in dit artikel Aardappelplaag nu ook bij tomaten
waar ook de producten vermeld staan. Hier niet afwachten, maar preventief behandelen. En afwisseling in producten is absoluut nodig. Zieke delen verwijderen om herbesmetting te voorkomen
Hierbij een belangrijk aandachtspunt : sommigen gebruiken nog andere middelen, die alleen maar erkend zijn in aardappelen. Dit is ten strengste verboden. In het artikel staat duidelijk vermeld welke producten in tomaten mogen gebruikt worden. Laat u niet misleiden door de verpakking: er staat wel tegen aardappelplaag, maar er staat niet bij dat het ook in tomaten mag gebruikt worden. Het moet duidelijk vermeld staan dat het ook voor tomaten bruikbaar is.

Voor de late aardappelen blijft het advies : wekelijks spuiten en blijven zoeken naar afwisseling van producten. Het is voor de particulier dit jaar echt niet makkelijk om late aardappel te behandelen. Duur wordt het in ieder geval en je kan je afvragen of het sop hier wel de kool waard is, zeker gezien er nog geen beter weer voorspelt wordt. Staak je de strijd, verwijder dan onmiddelijk het loof om knolinfectie te voorkomen.

Johan schrijft

Hallo!

Ben vroeg preventief beginnen spuiten (doe ik elk jaar). De vroege aardappelen vanavond volledig gerooid – daar was geen aantasting, ze waren volgroeid.Halflate varieteit (Agria) vertoont nu lichte aantasting. Latere varieteit (Desiré) slechts sporadisch een spat plaag. Worden morgen nog eens grondig gespoten. Heb 3 veschillende producten staan die voor voldoende afwisseling moeten zorgen.

Wat betreft tomaten: in mijn oude zelfgemaakte serre nog nooit aantasting gehad, in een nieuw aangekochte plastictunnel wel op één plant lichte aantasting. In die tunnel zal ik latern geen tomaten meer planten!

Johan, dit bevestigt mijn voorzichtige veronderstelling dat in een goed verluchte serre aardappelplaag veel minder kans maakt. Dit jaar is natuurlijk niets meer zeker.

Jan Walta schrijft :

Hallo, mijn vroege aardappels (première) drie weken terug gerooid, niks aan de hand, geen ziekte, ruim gepoot 70cm tussen de paden en 40cm tussen de poters
Drie meter naast me bij de buren een brok ellende: gepoot eerstelingen(veel te laat met veel bemesting)tot gevolg veel loof wat al gouw omviel en veel telang nat bleef, mijn late piepers staan er nog goed bij(e b a ), paar keer gespoten, en staan ruim, wat tochheel belangrijk is, hopelijk kan ik ze laten zitten tot september, we wachten af. gtjes jan walta

Jan noemt hier drie belangrijke preventiemaatregelen voor normale jaren : vroeg planten, ruim planten en een kort, stevig gewas.

Marie schrijft :

Te laat gesproeid, het loof van onze aardappelen(eersteling) is helemaal verdort. Ik wacht op wat droger weer om ze uit te doen.Wat met het loof? Groetjes Marie

Marie, het loof niet inspitten of op de composthoop, meegeven met het huisvuil of naar het afvalpark van de gemeente brengen.

Frans schrijft

Mijn aardappelen zijn licht aangetast. Bij nazicht blijken de knollen dik genoeg te zijn. Mijn vraag: mocht de plaag uitbreiden denk ik er aan het loof dood te spuiten omdat ik denk dat de plaag dan niet tot in de knollen kan komen, is dit een goede redenering? Ik denk dat hierdoor de plaag dan niet meer verder kan gaan?
En afgestorven loof is minder in volume dan uitgetrokken loof om het weg te werken.
Ik zou dan wel de aardappelen nog een 14 dagen laten narijpen na het dood spuiten
graag een reactie op mijn vraag en ook proficiat voor de goede website groetjes.

Inderdaad Frans, verwijderen van het loot is het beste nu voor vroege aardappelen, de aardappelen 14 dagen in de grond laten zorgt later voor een betere bewaring. Doodspuiten van het loof hoeft volgens mij niet voor kleinere oppervlakten en vroege aardappelen.

Jaak schrijft

Ook ik heb de strijd verloren tegen deze boosdoener.

Ik moet er wel aantoevoegen de ik GEEN maatregelen getroffen heb, dus dikke bult is eigen schuld.

Volgend jaar zal ik wel aandachtiger zijn , hopelijk is er tegen dan een degelijk product dat toegelaten is in de BIOTEELT.

Dit jaar heb ik een 35 à 40 percent minder opbrengst, en moesten de aardappels ongeveer 3 weken langer op het veld gestaan hebben het zou OK geweest zijn, maar dat vervelende beestje was me te vlug af.

JAAK

Jaak, wist je dat in België (NIET in Nederland dus) producten op basis van koper toegelaten zijn in de gecontroleerde bioteelt? Deze producten moeten wel preventief toegepast worden.

Henk schrijft:

Na een week vakantie alle loof tot aan de grond verwelkt. Had de aardappels niet behandelt (Frieslanders) Heb nu in 2 dagen alles gerooid hoeveelheid viel mee en maar 3 rotte aardappels.Ik heb ze goed laten drogen en blijf ze controleren.

Marita schrijft

Heb vandaag de planten geïnspecteerd. Toestand momenteel: ik heb één buitentomaat die een zwart plekje vertoont op de stengel (heb tussen de vlagen gespoten op die plant) en dezelfde aardappelplant blijft aangetast. Het verslechtert niet opvallend, maar ik hoop dat de fungiciden hun werk doen en het niet voortgaat.

Rino schrijft

Op de volkstuin in Breda Zuid zijn alle aardappelen en tomaten buiten de kas aangetast. Bij sommigge aardappelrassen ook al in de knollen en bij de tomaten zijn ook de vruchten al aangetast. Zowel bij planten die bespoten zijn als bij onbehandelde planten.

Misschien heeft het er mee te maken dat sommiggen afval niet afvoeren maar laten liggen. Tevens planten vooral de allochtone tuiniers veel te dicht. (tomaten op 30×30 tussen de aardappelen).

Maurits schrijft

Zowel mijn aardappelen (sorry, rasnaam vergeten) als mijn tomaten gaan ten onder aan deze ziekte.
De aardappelen heb ik van de week gerooid. Het loof was al ver heen, maar de aardappels zagen er voortreffelijk uit. Mooi van vorm, regelmatig en middelgroot. Wel veel klein grut ertussen.

Ik probeer nog de naam van het ras te achterhalen overigens. Ben wel benieuwd hoe lang ze zich goed houden. Daar het een klein perceeltje betrof van 20m2 zal ik weinig bewaarproblemen hebben, want als rasechte aardappeleter is de kist gauw leeg.

De tomatenplanten, staande in een kas met open deur en open dakraampje, sterven af. De tomaten die er aan hangen zijn nog groen, maar sommige vertonen al bruine plekken. Het loof valt af gelijk in een droge zomer aan de loofbomen.

Voor mij is niet de centrale vraag: wat en wanneer en hoeveel bestrijden. Deze vraag komt ieder keer terug. Kunnen we ons niet beter richten op preventie?

Het weer valt niet te bestrijden, maar mogelijk kunnen we ons meer richten op resistentie e.d. Graag zou ik daar de aandacht op willen vestigen.

Inderdaad, richten op preventie, helemaal mee eens. Maar tijdens een rotseizoen zoals dit is alle preventie, vrees ik, een maat voor niks. Er wordt op deze site regelmatig aandacht besteed aan preventie : je kan de maatregelen terugvinden bijna helemaal onderaan dit artikel Aardappelplaag in opmars.

Ann schrijft

Ik heb nu minder goed nieuws, ik heb het zitten denk ik, of beter mijn planten. 8 ervan vertonen plekken op de bladeren twee ervan op de steel.

Ik heb ze zover mogelijk weggezet van de rest, daardoor staat ze helaas ook niet meer in de serre ( een deel stond zowiezo gewoon onder een afdak als het te lang regende)

Doe ik nu best de aangetaste planten volledig weg en zie ik het nog wat aan of….toch spuiten? Ben ik het eigenlijk verplicht van te spuiten?

Ik heb nu alle slechte bladeren weggeknipt en telkens ik andere planten ging controleren mijn handen goed gewassen alsook mijn snoeischaar. Ik doe er enkele foto’s bij.

Niemand kan verplicht worden om te spuiten, maar dan moet je de gevolgen verwerken en alle zieke plantendelen onmiddelijk verwijderen. Ik kan begrijnpen dat niet iedereen er op gebrand is om te gaan spuiten, maar dan wel de nodige maatregelen neemt om besmetting te voorkomen.

Hier de foto’s van Ann (klik voor vergroting)

Sjef Silvertand schrijft

Sjef is een doorwinterde tuinier en was destijds ook semi-professioneel bezig, hij heeft mij gevraagd nog eens duidelijk zijn professionele visie in verband met bespuiting van aardappelplaag kenbaar te maken. In een jaar als dit kan ik zijn visie wel volgen…

Het begint met gekeurde aardappels te poten.
Als aardappelplanten zich onderling in de rij gaan raken,wordt de eerste keer gespoten(de kans dat er infectie optreed is dan heel groot).
Spuit men niet, dan is de aardappelplant heel gevoelig, als de plant drie dagen bij vochtig warm weer, nat blijft of water op het blad blijft staan,dan gaat het proces beginnen.
Na acht a tien dagen wordt er weer gespoten met een fungide. Waarom? In die acht a tien dagen is de aardappelplant gegroeid in die week heeft zich een nieuw blad gevormd (bladkrans) en die moet beschermd worden met de spuit vloeistof en dat gaat zo door tot de wachttermijn van twee tot drie weken voor de oogst! Koop een gecombineerd breedwerkend middel tegen de schimmelziekte Phytophtora. Let er op dat de naam erop staat en de beschrijving duidelijk is.

Een reactie van Roger

Ik heb op 15/2 berbers geplant als vroege en tegelijkertijd heb ik een nieuwe aardappel van de aveve(bio-halflate) geplant.

Tijdens die droogte heb ik veel gesproeid en wanneer de natte periode begonnen is kreeg ik plots loof om U tegen te zeggen (grote planten.)

Ik vroeg mij af of ik nu loof aan het kweken was of aardappelen.

Al bij al, en met de geruchten over de plaag besloot ik deze week mijn aardappelen te oogsten en niet te wachten tot ze begonnen te rotten

Mijnn eerstelingen heb ik dinsdag uitgedaan. Goede oogst maar wel met bruine plekken.

Vandaag vrijdag ben ik aan mijn halflate begonnen en , daar ook vond ik dat het tijd was dat ze uit de grond waren. Ook plekken maar een uitzonderlijke oogst.
Er waren er bij van meer dan 1 kilo.

Voor halflate heb ik , in principe te vroeg geoogst maar , in functie van het aantal kilos denk ik dat ik een goede beslissing genomen heb.

Succes aan iedereen met “de patat”

Josepha schrijft

Onze vroege aardappelen zijn allemaal gerot.De late aardappelen is nog af te wachten er zijn er al bij met ranken in .Het ziet er niet goed uit voor de aardappelen oogst ze zullen duur worden.Men zegt dan soms dat is niets dan eten we friet.Groeten

Josepha

Jan Visser doet uitvoerig verslag.

Ja, hoe is de toestand van de aardappels?

Ik had in maart 2 verschillende rassen gepoot: de vroege “Frieslander” en middelvroege “Parel”. Resp. 2,5 en 1,5 kg poters.

Begin/half juni dacht ik, de berichten over Phytophtora lezend op het net, weet je wat, laat ik maar eens flink spuiten. Alhoewel het weer tot dan toe nog niet eens zo slecht was geweest. Bovendien heb ik de gewoonte om de aardappels ruim uit elkaar te zetten, 60 a 70 cm, zodat de wind er goed tussen kan komen.

Het loof zag er nog goed uit, toonde hier en daar de normale tekenen van afsterven. Eind juni dacht ik laat ik het zekere maar voor het onzekere nemen en rooien! Prachtige opbrengst! In totaal 93 kg, mooi van formaat ook. Goed laten drogen en toen in platte kisten opgeslagen in donker. Na een week, toch nog eens kijken. En ja hoor! Zeker 2 kg aangetaste en rotte aardappels verwijderd!

Na een aantal dagen, weer overgieten en nu zeker 5 kg weggegooid! Iedere 3 a 4 dagen loop ik alle kisten eens even door en ik vang steeds weer wat. Duidelijk is dat de Frieslanders hier het meeste last van hebben. Van de Parels maar een enkele.We zitten hier op de klei, beste grond. De aardappels hebben niet na het rooien in de regen gelegen. Ik houd me angstvallig aan 1:3 teeltwisseling. Tot nog toe heb ik nog nooit last gehad van de ziekte. Maar ik heb dus dit jaar te vroeg gejuicht! De ziekte zat er blijkbaar al in en zet zich gewoon door ondanks de droge opslag.

jan visser

te barendrecht, ten zuiden van rotterdam.

Dank voor dit leerzame verslag Jan, Parel is dus minder gevoelig voor aardappelplaag in de knol.