Opgelet : indien u deze plaag nog niet kent, lees zeker ook de twee voorafgaande artikels, om verwarring met andere bodeminsecten uit te sluiten
Op deze foto’s de nachtvlinder (slawortelboorder) en de rups (slawortelboorder), klik om te vergroten.
Wat vooraf ging
Toen Herman in 2009 voor het eerst slawortelboorder (Korscheltellus lupulinus) in zijn groentetuin vasstelde had hij nog niet de indruk dat de plaag belangrijk was. Toch werd toen al een oproep gelanceerd op GroentenInfo om na te gaan of en in welke mate deze plaag ook nog bij andere hobbytuinders voorkwam. Het werd een artikel vooral de nadruk legt op het verschil tussen de verschillende andere bodeminsecten en de rups van de slawortelboorder. Zie het artikel De slawortelboorder doet bijna oogstbare kroppen sla verwelken (16 juni 2009). Lees zeker dit artikel om verwarring met andere bodeminsecten, zoals aardrupsen, emelten, ritnaalden of engerlingen uit te sluiten. De gevolgen van een aantasting door slawortelboorder zijn meestal erger dan deze van andere bodeminsecten.
Dit alles leidde uiteindelijk in het voorjaar van 2010 tot een uniek artikel met alle mogelijke info over de slawortelboorder, zowel uit de literatuur, als uit eigen bevindingen. Zie het artikel Uitgebreide info over de slawortelboorder, uit literatuur en eigen bevindingen (28 april 2010)
Enkele bevindingen uit dit laatste artikel werden in de loop van het seizoen 2010 in de praktijk omgezet. Met de bedoeling de aantasting door de rupsen van de slawortelboorder zeer sterk terug te schroeven. Nog een geluk dat er maatregelen genomen werden, want de plaagdruk van de slawortelboorder was onverwachts groot! Een echte epidemie, zo noemt Herman het in zijn artikel.
In dit derde artikel worden een aantal proefnemingen die Herman de Moor gedaan heeft in 2010 toegelicht, ze worden gevolgd door enkele voorname conclusies en aanbevelingen in verband met de slawortelboorder. Hierna volgt het derde artikel over de slawortelboorder geschreven door Herman de Moor.
Inleiding
Dit artikel is bedoeld als afsluiter van de vroegere artikels over de slawortelboorder (in dit artikel soms afgekort als SWB).
Gezien de ervaringen van 2009 en vermits, bij elke aantasting van een slabed, de SWB larve consequent opgespoord en verwijderd werd, was het maar de vraag of er in 2010 opnieuw gelijkaardige aantastingen zouden voorkomen.
Tot mijn grote verwondering bleek dit inderdaad het geval te zijn.De aantasting nam afgelopen seizoen de vorm aan van een epidemie en kostte het leven aan 41 slaplanten.
1. Afdekken.
De eerste twee plantbedden waren, dankzij afdekken, vrij van enige aantasting.
Een derde plantbed, geplant op 14/04/10, was nauwelijks een week onbeschermd en vanaf 05 /05 al grondig aangetast (zie onderstaande foto). Bovendien bleek achteraf de aantasting uit te breiden naar een aangrenzend slabed dat steeds voldoende afgeschermd was geweest tijdens de nacht.
Een zaaibed, gelegen naast het gazon, gewild afgedekt met grofmazig vogelnet, werd vanuit het gazon eveneens in beperkte mate aangetast, zie onderstaande foto.
Toen rees het vermoeden dat de larven zich overdag verplaatsen naar aangrenzende teeltbedden of vanuit gras naar een aanpalend slabed
2. Onderzochte preventiemaatregelen.
Vanaf dan ondernam ik volgende maatregelen :
° Alle zaai-en plantbedden zouden tot einde juli ‘s nachts afgedekt worden
° Vanaf 17/05 werden planten, bij het inplanten, aangegoten met het in België, in de biologische teelt, erkende middel ‘Conserve’ (link naar productbeschrijving fabrikant, of zie ook dit artikel). Conserve werd gekozen omdat het enerzijds een goed rupsenbestrijdingsmiddel is en anderzijds ook gebruikt wordt om groenteplanten aan te gieten tegen de koolvlieg. Het was natuurlijk nog de vraag of aangieten tegen de rups van de slawortelboorder ook zou helpen.
° Vanaf 01/06, het opzetten van onbeschermde kleinschalige plant-testbedjes al dan niet aangegoten met ‘Conserve’
° Alle bedden worden nu in kaart gebracht, de aantastingen nauwkeurig genoteerd met datum, teeltplaats, aantal planten, aantal larven/plant.
° Begin juni wordt er ‘s nachts een zelfgebouwde nachtvlinderval geplaatst tijdens een vijftal nachten.
3. Het volledige verhaal van de 2010-teelten
3.1. De slasoorten : kropsla (Limax), krulsla, eikenbladsla, ijsbergsla
3.2. De plant- en oogstdatums waren alle gesitueerd tussen
– Het 1ste slabed in koude bak met gekochte plantjes: geplant op 12/03 en oogstbaar vanaf 01/05.
en
– Het laatste slabed op worteldoek geoogst begin november.
3.3. Overzicht van de slabedden: 32 bedden met 339 slaplanten in totaal
° Sla in de koude bak : 4 plantbedden (37 planten) + 4 zaaibedden (53 planten)
° Sla op worteldoek : 7 bedden (81 planten)
° Sla in vollegrond : 8 plantbedden (92 planten) + 5 zaaibedden (60 planten) + 4 test-plantbedden (16 planten)
3.4. Gebruikte beschermingsmiddelen
* Op de koude bak (40 cm hoog): grofmazig vogelnet (dag en nacht)
* Op het worteldoekbed: stukken worteldoek gesteund door planken, gedragen door 18cm hoge balken rondom het bed, zie onderstaande foto.
* Op de bedden in vollegrond : koepels afgedekt met plastic, noppenfolie of doek, ook gebruik van vliesdoek ( ‘s nachts), zie onderstaande foto.
3.5. Overzicht van de aantastingen door de slawortelboorder
* op 05/05/10 :eerste aantasting op een onbeschermde vollegrondsteelt geplant op 04/04/10
* op 24/05 : 18 planten (12×1+5×2+1×5)
* op 08/06 : 30 planten (23×1+5×2+1×5)
* op 08/07 : laatste(41ste) aantasting op onbeschermd testbed (35×1+5×2+1×5)
In de periode van 05/05 tot 08/07 werden op 23 verschillende dagen een of meerdere aantastingen genoteerd!
Dank zij het consequent afdekken bleef de aantasting beperkt tot een viertal slabedden met 60 slaplanten waarvan 41 aangetast werden!
3.6 Test met een biologisch middel ‘Conserve’
Bij het planten werd 100cc/plant aangegoten, vertrekkend van een oplossing van 20cc/5 liter water, goed voor 50 planten.
Op de testbedden was er geen verschil te merken tussen bedden al of niet behandeld met product.
4. Aanvullingen ter vervollediging van het overzichtsartikel dat in 2010 verscheen (zie Uitgebreide info over de slawortelboorder, uit literatuur en eigen bevindingen (28 april 2010))
4.1. De nachtvlinder (de mot)
° Het vrouwtje legt, al fladderend tussen de slaplanten, haar volledige voorraad eitjes gedurende een drietal avondvluchten.
° Ze detecteert door een zeer sterk ontwikkeld reukorgaan de aanwezigheid van haar geliefkoosde waardplant.
° De eitjes worden, indien geen belemmeringen, zo dicht als het kan bij de stengel, op de grond gedeponeerd.
° De slawortelboorder komt minder voor op zandgronden (dit werd bevestigd door een pioenroos-snijbloemkweker uit NL).
4.2. De rups ( de larve)
° De rups verplaatst zich soms van plant(bed) tot plant(bed), zie onderstaande, unieke foto!
De foto, genomen om 7 uur ‘s morgens, bevestigt het vermoeden dat de SWB-larve zich wel degelijk verplaatst. In dit geval betrof het een zaaibed, afgedekt met grofmazig vogelnet, dat zich naast het gazon bevond. Blijkbaar liet de vlinder gezien de afdekking, zijn eitjes vallen in de rand van het gazon, naast het vogelnet.
Aangezien de larven zich ook kunnen voeden met graswortels, konden ze aandikken en gingen ze daarna toch nog op wandel, op zoek naar lekkere slaplanten.
Meteen verklaart dit ook waarom in 2009, in slabedden gelegen naast het gazon, voornamelijk de buitenste rijen getroffen werden.
° De rups begint steeds met het uitboren van de stengel en daalt vervolgens af in het wortelstelsel, zie onderstaande foto.
° De rups slaagt er niet in om verticale wanden te beklimmen (getest met een aantal larven).
5. Resultaten van de geteste maatregelen voor preventie en bestrijding
* Er is geen resultaat met het product ‘Conserve’ op de testbedden
* De enige mogelijke preventie blijft het afschermen van de teeltbedden op zijn minst tijdens de nacht.
* Laat geen slaplantjes overnachten in openlucht.
* Het maken van slabedden naast elkaar of slabedden naast een gazon zijn af te raden
* Een afgedekt slabed kan eventueel ook nog omkadert worden door een 10 cm hoge (gladde) plank.
* De periode van aantasting is volgens de mini-enquête zowel april-juli als aug-sept alhoewel waarnemingen ( zie waarnemingen slawortelboorder op deze link ) slechts beperkte aanwezigheid van de SWB aantonen in aug-sept. Dit blijkt ook het geval te zijn voor de waarnemingen van 2008 en 2009. Wellicht heeft dit met de verlofperiode van de spotters te maken.
* Voor de vroege teelten kan bescherming tegen de koude nachten én de slawortelboorder door gebruik van 5 liter flessen (foto) nuttig zijn. Twee vliegen in één klap.
* In een koude bak, afgedekt met een grofmazig vogelnet op 40 cm hoogte, blijkt, in 2010 zoals in 2009, geen enkele aantasting te noteren.
* De nachtvlinderval is een ultiem middel voor de bestrijding of preventie (zie deze link )
6. Resultaten van de mini-enquête van 08/01/11
1- 301 ontvangen antwoorden waarvan 54,5% (België),44,5%(Nederland), 1% (andere) waarvoor onze dank
2- 59% van de leden had géén aantasting in 2009 én 2010; 41% had dus wel aantasting in 2009 en/of 2010.
3- 24% van de leden had zowel in 2009 als 2010 aantasting
4- 11% van de leden had géén aantasting in 2009 maar wel in 2010
5- 6% had aantasting in 2009 maar géén aantasting in 2010
6- Van de 41% aantastingen gebeurden er 49%(april-juli), 29%(aug-sept), 11%(april-sept)
7- slechts één lezer gebruikte een afdekking ter preventie.
…..Openstaande vragen….
Ondanks uitgebreid internet-zoekwerk blijven er toch een aantal open vragen…
– Hoe lang blijft de slawortelboordermot in leven?
– Hoe komt het dat de aantastingen gespreid zijn over de periode mei-september terwijl het ontpoppen gebeurt in de loop van april?
– Waarom komt de slawortelboorder minder voor op zandgrond?
7. Eindconclusies, na twee jaar intensieve experimenten, onderzoek en opzoekingswerk over de slawortelboorder
- Nabijheid van gazon, grasland, boomgaarden, met onkruid begroeide percelen blijken een bron van jaarlijkse aantasting te zijn.
- De beste preventie is het afdekken van de teeltbedden tijdens de nacht.
- Ondanks consequent opruimen van alle larven blijft men risico lopen door naburige percelen waar de slawortelboorder misschien ongestoord zijn gang gaat.
- Hobbytuinders in volkstuintjes worden best gemotiveerd om aantastingen onmiddellijk te bestrijden en te rapporteren aan de collega’s.
- Geen plantgoed onbeschermd laten overnachten in openlucht.
- Bij het oogsten van elke slakrop onmiddellijk het wortelstelsel uitgraven en grondig controleren op aanwezigheid van larve(n)
- In bepaalde streken komt de slawortelboorder niet alleen voor in april-juli maar eveneens in aug-sept (zie mini-enquête).
- Een nachtvlinderval is een ultiem preventiemiddel maar vangt ook andere soorten motten en insecten.