Europa is heel streng als het op erkenning van nieuwe gewasbeschermingsmiddelen aankomt. En met de regelmaat van een klok worden erkenningen van bestaande middelen ingetrokken. Deze evolutie stimuleert onderzoekers om alternatieven te bestuderen. Zo wordt heel wat onderzoek gedaan rond biologische bestrijding met insecten (denk aan sluipwesp-witte vlieg) en de insecten bestrijding met roofschimmels
Aan de WUR heeft men nu goede resultaten bekomen door bijen te gebruiken als verspreider van het gewasbeschermingsmiddel (in dit geval een biologisch bestrijdingsmiddel, een schimmel)
De bijen gaan op zoek naar de nectar in de bloemen van de aardbeiplanten, en dat is precies waar de schimmel botrytis normaliter begint te woekeren. De bijen laten op de bloemen een beetje van de schimmel ulocladium achter, die de botrytis in een periode van een aantal weken verdelgt.
De bijen brengen het bestrijdingsmiddel precies naar de ziektehaard. Dat betekent minder verspilling in vergelijking met bespuiten van de gewassen, waarbij vaak nogal wat bestrijdingsmiddel naast de planten terechtkomt.
Deze bestrijdingsmethode is ideaal voor de bestrijding van botrytis bij aardbeien. Het is immers geweten dat de start van de vruchtrotaardbeien in de bloem plaats heeft. Dan kiemen de schimmelsporen, afkomstig van de schimmel Botrytis cinerea.
Deze nieuwe gewasbeschermingsmethode is dus alleen effectief als de infectie inderdaad op de bloem of vruchtbeginsel gebeurt.
(Artikel gebaseerd op WB – Weekblad voor Wageningen Universiteit en Researchcentrum )