zie ook tomaten zaaien
Als de eerste echte blaadjes te zien zijn kan er verspeend worden. Staan de plantjes ruim uit elkaar dan kan je nog wat wachten. In dit zaaibakje staan de plantjes te dicht om het verspenen nog langer uit te stellen. Zoniet worden de stengeltjes veel te lang (fileren).
Vul de potjes met potgrond en druk deze aan met de hand. Een gietrand hoef je nu nog niet te laten, die komt er later vanzelf als we de potjes begieten. Kies een goede kwaliteit potgrond. Dit betekent dat er naast tuinturf (zwartveen) ook turfstrooisel (witveen) moet aanwezig zijn zodat de structuur steeds voldoende luchtig is, ook bij veel water geven. Tuinturf of zwartveen heeft de eigenschap goed water op te nemen maar zal in natte toestand te weinig zuurstof bevatten. De potgrond die we gebruiken mag best wat voeding bevatten (staat vermeld op de verpakking). Een potgrond van het type ‘geraniumpotgrond’ is dan ook een goede keuze.
Begiet de potjes na het vullen zodat ze goed nat zijn. Dit is nodig want de plantjes die we straks verspenen hebben zeer weinig wortels. Laat daarna deze potjes 24 uur rusten zodat het overtollige vocht weg kan en de grond wat kan opwarmen. Door het begieten zal de potgrond wat bezakken waardoor er een kleine gietrand ontstaat.
Je kan allerlei potjes gebruiken. Wil je grote planten telen, dan zijn potjes met diameter twaalf cm nodig (rechts boven). Ook de vierkante potjes van negen centimeter voldoen nog wel. Kerstomaten die van nature niet zo snel groeien en laat gezaaide tomaten kunnen ook wel in potjes van acht centimeter verspeend worden (links onder)
Haal voorzichtig een ‘kluitje’ met plantjes uit de zaaibak. Doe dit door met een plat stokje de plantjes op te lichten en daarna een deeltje daarvan los te maken. Zeker als er dicht gezaaid werd moet je niet proberen om één plantje afzonderlijk uit de zaaikist te halen. Maak daarna de plantjes voorzichtig los van elkaar.
Als je voldoende plantjes hebt selecteer je de kleinere plantjes er beter uit. Soms groeien ze minder goed weg en ze blijven hoe dan ook steeds een groeiachterstand behouden.
Maak met een bamboestok van 0,5 cm diameter in ieder pot een gaatje. De diepte hangt af van de lengte van de kiemplantjes. Wie op de vensterbank zaaide zal nogal lange plantjes bekomen.
Neem de plantjes vast bij de kiemblaadjes. Laat ze zakken tot de kiemblaadjes nog één of twee centimeter boven de grond uitkomen en druk dan het gaatje voorzichtig dicht. Lukt die niet zo goed, dan kan je het gaatje ook opvullen met wat drogere potgrond.
Geef daarna nog ieder potje een scheutje water, vooral om het verspeengaatje dicht te maken. Plaats de plantjes de eerste twee dagen in de schaduw en laat ze daarna geleidelijk gewoon worden aan de zon. Bij een felle dag de eerste dagen na het verspenen dekken we de plantjes best af met krantenpapier. Vooral de eerste dagen kunnen enkele plantjes tijdens het warmste deel van de dag lichtjes verwelken. Staan ze ’s morgens weer fris, dan is er niets aan de hand.
Plaats de planjes de week na het verspenen ook niet te koud. Dit kan desnoods nog een tijdje bij het raam. Na een week staan de potjes beter in de kas, zoniet lijden ze onder het lichtgebrek. (fileren en scheef naar het licht groeien)
Bedankt voor de duidelijke uitleg!
ik ben net begonnen met mij kas ook kruiden en ik vind dit artikel eenvoudig en vriendelijk.
Groeten Doede