Alle berichten van GroentenInfo

GroentenInfo

Peulen, sluimerwten, doperwten, die moet je zelf kweken!

Erwten zijn groenten van het voorjaar. Van zodra de grond het toelaat mogen ze gezaaid worden. Maart en april zijn de maanden om erwten te zaaien.

Er zijn van die groenten die je gewoonweg zelf moet telen. Peulen, die zijn pas lekker als ze helemaal vers zijn. Lekker knapperig vanuit de tuin, direct de kookpan in. Al eens kennis gemaakt met de peultjes uit supermarkt? Beetje slapjes is dat, is het niet? Hoe maak je daar in hemelsnaam nog een lekker smakende groentebereiding van?
De groentetelers uit België en Nederland lijken dit ook wel te weten. Want in de verste verte zijn er op de (althans Belgische) groenteveilingen geen peultjes te bespeuren.

Sluimerwten, zoals de peulen ze in België genoemd worden, zijn mijn favoriete lentegroente. Eén groente meenemen naar een onbewoond eiland? Dan is het deze, zeker weten! Alleen in de  lente en vroege zomer smaken ze zo heerlijk. Een echte seizoensgroente, ook in de gedachten van de consument. Het oogstseizoen van erwten en peulen laat zich eigenlijk ook niet manipuleren. Niet erg, want wie wil er nu peultjes in oktober?

Ook verse doperwten zijn natuurlijk niet te versmaden. Die zijn ook zo moeilijk vers te vinden in de handel.

Het is dus een grote meevaller dat erwten zo makkelijk te kweken zijn.

De pagina’s over erwten zijn dan ook niet geschreven als een ingewikkelde teelthandleiding. Want ik ben ervan overtuigd dat u ook zonder die handleiding erwten kunt telen.

Maar het brengt u wel op ideeën om de teelt nog makkelijker te maken. En  verzekert u van een smakelijke opbrengst.

Lees verder in de teeltinstructies : Erwten kweken is makkelijk.

Mollen verjagen of bestrijden?

Mollen kunnen soms wel eens vervelend zijn, maar in de moestuin valt dit meestal wel mee. Vooral in het gazon zijn ze vervelend. Misschien hebt u wel een goede tip om op een diervriendelijke manier van de mollen af te raken? Laat het gerust weten in de commentaarbox hieronder.

Maar eigenlijk is dit artikel er omdat ik  een zeer uniek boek onder de aandacht wil brengen.  Tuinarchitect Roeland Vranckx is gefascineerd door de mol (zijn grootvader was mollenvanger). Hij schreef er een boek over met de simpele naam “Mollen”. Er is mij tot nu toe geen boek bekend dat dit dier in al zijn facetten (biologie, levenswijze, bestrijding)  beschreef.

Bespreking van het boek
Een mol is een fascinerend en tegelijkertijd irritant wezen, dat veel mensen het leven zuur maakt. Molshopen zie je overal, tot groot leedwezen van tuiniers, boeren, tuinbouwers en landeigenaars. 
Het diertje wordt dan ook, ondanks zijn ‘aaibare’ uiterlijk, fanatiek bestreden. De eerste hoofdstukken van dit boek, geschreven door een kleinzoon van een mollenvanger, beschrijven o.a. de biologie van de mol, zijn voedsel, gangenstelsel, leefgebied en voortplanting. In het tweede gedeelte komen alle mogelijke en onmogelijke manieren om mollen te verjagen of te doden aan bod. De schrijver is een voorstander van het gebruik van goede mollenklemmen, waarvan de toepassing uitgebreid uitgelegd wordt. Mollen zijn in Nederland (sinds 2005) en België niet beschermd en mogen, in tegenstelling tot Duitsland, zonder ontheffing gedood worden. Gelukkig lijken mollen zich goed te kunnen handhaven want hun voorouders leefden al 45 miljoen jaar geleden!

Het woord- en taalgebruik zijn niet erg moeilijk. De illustraties (kleurenfoto’s en -tekeningen) zijn goed. Lezers die een oplossing voor een mollenplaag in hun tuin zoeken, kunnen met behulp van dit boek de in het tuincentrum aangeboden bestrijdingsmiddelen op toepassingsmethode en effectiviteit beoordelen, maar komen daarnaast ook iets meer te weten over de leefwijze van dit interessante diertje. Dit boek geeft een deskundig overzicht van de biologie en levenswijze van mollen. Met register. ( gebaseerd op NBD|Biblion recensie, Ing. A. de Vries-Boekestein)

 

Te koop bij:

Wat vonden kopers van dit product?

Op Azur.be

  • "Goed boek !! Heb veel bijgeleerd over de mol" door Hans op 28/01/2009
  • "Prachtig boek, zowel voor de mensen die mollen liefhebben als voor diegenen die ze willen verdelgen. " door Godfried op 27/11/2008
  • "Prachtig boek! Ik leerde de mol in mijn tuin ermee vangen! Ook veel interessante weetjes over de biologie van het dier!" door August  op 14/11/2008

Type: Paperback * Uitgever: Cantecleer B.V. * Verschijningsdatum : 16/10/2008 * Gewicht: 398 gr. * Aantal bladzijden : 128 Lengte: 21 cm. Breedte: 17 cm. Hoogte : 1 cm.  * Druk: 1 – Jaar van eerste verschijnen: 2008 * Streepjescode (EAN): 9789052107370 * ISBN : 9052107378.

Groenten kweken in februari – beschutte teelt.

aardappelen-primeur-bewerktZonnig weer op komst, met koude nachten.  Gelukkig is het al een beetje vroege lente in de serre. Het kriebelt om te beginnen maar in open lucht is het natuurlijk nog te vroeg, de grond is nog kil en nat. In de serre, kas of plastictunnel komt de grond al op temperatuur. 
Wat de mogelijkheden zijn om in februari in de kas of plastic tunnel te telen vind je in dit artikel. Je kan immers heel wat groenten vervroegen in een bak, kas of tunnel.

Basisregels
Voor een koude kas of plastiektunnel of koude bak : je kan “koude” teelten tot acht weken vroeger planten of zaaien. Onder folie of directe afdekking zoals agryldoek is de vuistregel tot vier weken vroeger planten/zaaien.

Het voordeel van het vervroegen.
Je bent de natuurlijke levenscyclus van veel plagen en ziekten voor. Je hebt eigenlijk geen last van koolvlieg, wortelvlieg, rupsen en bladluizen en aardappelplaag.

Welke groenten lenen zich om te vervroegen?

  • Aardappelen : 1 februari starten in de kas of tunnel t.o.v. 1 april zonder folie in open lucht. Na het planten in de kas in februari is afdekken met vliesdoek een aanrader. Met folieafdekking kan je starten begin maart. Natuurlijk is voorkiemen bij een vroege teelt heel belangrijk. Zoniet heeft het vervroegd uitplanten geen zin. Teeltplan aardappelen.
  • Sla en slasoorten kunnen vanaf 1 februari in de kas of tunnel, onder folie vanaf 1 maart en vanaf 15 maart in open lucht
  • Wortelen(peen) in de kas of tunnel vanaf begin januari. Onder bedekking of agryldoek vanaf februari. Zonder bedekking vanaf maart. Mokum of Amsterdamse bak zijn voor deze teeltwijzen aanbevolen rassen. Teeltplan wortelen. Misschien wordt dit wel een primeurteelt wortelen
  • Spinazie in de kas of tunnel vanaf januari. Ook al eens in oktober om dan in de winter te oogsten. Gebruik vroege rassen. Open lucht vanaf maart. Teeltplan spinazie. Ook hier kan je een echte primeurteelt verwezenlijken. (primeurteelt spinazie)
  • Bonen half maart in verwarmde ruimte in potjes zaaien. Begin april uitplanten in tunnel of kas.
  • Veldsla kan de hele winter en voorjaar gezaaid worden in de kas of tunnel. Na februari geen aanrader meer omdat de veldsla dan veel te snel opschiet. Teeltplan veldsla
  • Rode biet kan gezaaid worden vanaf februari in de kas. Vanaf einde maart in open lucht. Teeltplan rode biet
  • Plantajuintjes zijn makkelijk in januari en februari in de kas te telen om jong te oogsten als pijpajuin, niet voor de bewaring van de bollen.
  • Radijsjes zaaien, neem voor de vroege teelten de ronde knolletjes die aangeduid staan als “geschikt voor onder glas” of met “kortloof” of met “broei”. Dit opdat de loofgroei de knolgroei niet zou overheersen.
  • Erwten en peulen voorkiemen en zaaien in potjes om dan achteraf af te harden en uiteindelijk in open lucht te telen. Teeltplan peulen.
  • Tuinbonen (labbonen) voorweken en zaaien in potjes in de kas of plastictunnel om dan uit te planten in open lucht in maart. Teeltplan tuinbonen.
  • Vroege bloemkool planten van plantmateriaal uit de weeuwenteelt.
  • Bloemkool, broccoli, spitskool zaaien in de kas. Verspenen in potjes. Zo teel je plantmateriaal voor einde maart.
  • Je moet je wel haasten, maar het is misschien nog net de tijd om enkele aardbeien uit de tuin in potten te verplanten om te vervroegen.
  • Divere slasoorten zaaien en daarna verspenen in potjes. Om uit te planten vanaf half maart in open lucht.
  • Raapsteeltjes, kelen of bladmoes is bij veel moestuinders uit het Noorden een favoriet om in de koude bak te telen, maar in Vlaanderen praktisch onbekend. (tip van Ad)

Wat zijn uw favoriete groenten om te vervroegen in de kas?

De Groente & Fruit Encyclopedie – Derde druk 2009

6764655L Eindelijk! De Groente & Fruit Encyclopedie, derde druk 2009 is beschikbaar!

 

Update: 2014, de zesde druk!

Klik hier voor de meest recente  info over
De Groente & Fruit Encyclopedie

De uitgever was toch wel eventjes verrast afgelopen zomer.  Veel vroeger dan verwacht, gingen tijdens de zomer van 2008 de laatste exemplaren van de 2de druk over de toonbank. De Groente & Fruit Encyclopedie wint gestaag aan populariteit  en is uitgegroeid tot een standaardwerk voor de eetbare tuin. En zo kwam het dat de Groente & Fruit Encyclopedie de laatste vijf maanden bijna niet meer verkrijgbaar was.

Maar, eind goed al goed, de Groente & Fruit Encyclopedie is vanaf nu weer overal  verkrijgbaar!

Opvallendste nieuwigheid is de “teeltplanner”. Deze geeft u een overzicht van wat u kunt zaaien, planten en oogsten in welke maand. Het is niet de zoveelste teeltkalender met zaai- en plantdatums, maar een samenvattende tabel van de bekende teeltschema’s uit het boek. Er wordt ook telkens verwezen naar de corresponderende bladzijde uit het boek om desgewenst het teeltschema meer gedetailleerd te raadplegen. Zo wordt de teeltplanner, helemaal achteraan het boek, ook een handige index. Ook nieuw is een tabel met de ideale plantafstanden voor fruit en een hoofdstuk over de kiwi-bes.

Verder werd aan de succesformule van de Groente & Fruit Encyclopedie die zijn blijvende populariteit dankt aan de mond-aan-mond reclame en van zoveel Belgische en Nederlandse tuinliefhebbers (waarvoor bedankt!) weinig veranderd. De reacties zijn algemeen zeer positief en de uitstekende inhoud wordt sterk geaccentueerd door de uitstekende fotografie van François De Heel.   Doordat het boek van bij zijn verschijnen uitgeroepen werd tot Belgische tuinboek van het jaar maakte  zijn entree onmiddellijk geslaagd.

Natuurlijk kan een boek niet populair blijven als het na aankoop in de boekenkast belandt. En, het blijkt uit de vele reacties dat dit met de Groente & Fruit Encyclopedie zeker niet het geval is. Het is een boek voor in het tuinhuis! Steeds bij de hand om iets op te zoeken. En ‘s avonds verhuist het mee naar binnen om zich wat meer te verdiepen in één of andere teelttechniek of teelt.

Een  niet te onderschatten  onderdeel van de succesformule van het boek is de online-support die geboden wordt via de website GroentenInfo en Houtwal. Lezers kunnen er steed terecht voor bijkomende info, vragen, opmerkingen en contacten met andere tuinliefhebbers.

Het persbericht dat verschenen is ter gelegenheid van het verschijnen van de derde druk 2009.

Persbericht
De derde druk van de Groente en Fruit Encyclopedie is zopas verschenen.

Bent u op zoek naar realistische informatie van eigen bodem over het telen van groenten en fruit, dan is De Groente en Fruit Encyclopedie een aanrader.

Het boek brengt op een praktische wijze informatie over alle basisprincipes die nodig zijn voor een geslaagde, milieuvriendelijke teelt. Meer dan de helft van het zware boek bestaat uit uitgebreide teeltbeschrijvingen van groenten (incl. kruiden), die in 9 categorieën ingedeeld zijn en ook teeltschema’s bevatten.

Daarna volgen op dezelfde wijze die van fruitsoorten, inclusief rassentabellen. Haarscherpe, functionele foto’s en schetsen begeleiden de tekst. Elk aspect van de groente- en fruitteelt wordt helder, overzichtelijk en met het realisme van de tuinman die met beide voeten in de praktijk staat, behandeld.

Het referentiewerk voor de groente- en fruitteler is nu al aan zijn derde druk toe. Mede dank zij de vele positieve kritieken in de pers en op internet en de mond aan mond reclame van zowel beginnende als gevorderde tuiniers. Niet voor niets werd deze klassieker de winnaar van de Beervelde Award voor het beste Belgische tuinboek.

De Groente & Fruit Encyclopedie is van de hand van Luc Dedeene, tuinbouwleraar in het VABI (Roeselare), en Guy De Kinder, tuinbouwleraar aan het Pitom (Mechelen). Deze professionele achtergrond en de ervaring van de auteurs, die in het tuinbedrijf opgroeiden en groot werden, staat garant voor een vlot leesbaar maar toch vakkundig onderbouwd naslagwerk.
Luc en Guy zijn tevens de auteurs van diverse artikels over groenten en fruit en geven voordrachten voor volkstuinverenigingen. Ze hebben elk een unieke, veel geraadpleegde website. Op
www.plantaardig.com vindt u heel veel info over het kweken en gebruiken van groenten. De website www.houtwal.be biedt u info over inheemse en uitheemse fruitsoorten, plantenvermeerdering, plantennaamgeving en een uitvoerige verklarende woordenlijst.

image

image_thumb[22]

Proxis, 2009, best verkopend boek Natuur en Tuinieren
image

Bol.com, 2009, met stip in de top vijf afdeling “Wonen en Tuinieren”

image

Te koop bij:

  1. De Groente & Fruit Encyclopedie – Derde druk 2009 (Proxis)
  2. De Groente & Fruit Encyclopedie – Derde druk 2009 (Azur)
  3. De Groente & Fruit Encyclopedie – Derde druk 2009 (Bol.com)
  4. De Groente & Fruit Encyclopedie – Derde druk 2009 (Horta)

Klik hier voor nog meer info over
De Groente & Fruit Encyclopedie

Aan alle bezitters van de Groente & Fruit Encyclopedie : van harte bedankt voor het vertrouwen en de vele positieve reacties!

Mini-paprika’s telen lukt even goed in de kas als in open lucht!

oogst-19okt Paprika’s telen is de laatste decennia populair geworden. Eerst waren het vooral de geblokte paprika’s in de kleuren groen, geel, rood, oranje, paars, wit die de aandacht trokken. Over het kweken van deze grootvruchtige blokpaprika vindt u heel wat informatie op Plantaardig.com en in de Groente & Fruit Encyclopedie. Dit zowel over de teelt in de kas als de teelt in potten. Gewas- en vruchtsnoei bij deze paprikavariëteiten is aan te raden en wordt  er uitgelegd met een duidelijke tekening.

Puntpaprika’s komen de afgelopen jaren sterk op. Eerst waren het de grootvruchtige puntpaprika’s, ook dikwijls zoete paprika’s genoemd. Bij sommige variëteiten zijn de vruchten danig groot en vergen ze zoveel van de plant dat er ook hier snoei en vruchtdunning nodig is om een evenwichtige groei en geen overbelaste plant te bekomen.

In dit artikel staan we stil bij de laatste trend, namelijk de teelt van puntpaprika’s maar dan wel de kleinvruchtige soorten. Daarbij wordt  duidelijk dat het telen van deze paprikasoorten best meevalt, zowel binnen als buiten!

Veel van deze kleinvruchtige paprika’s zijn daarenboven zeer zoete paprika’s, want ze hebben een zeer hoog suikergehalte. Zoveel zelfs dat ze in het commerciële circuit onder verschillende vormen als snack-groenten aangeboden worden.

Vorige zomer stonden in de proeftuin van GroentenInfo drie rassen.

Maar, laten we eens de zaak omkeren en onmiddellijk de voornaamste besluiten bij deze teelt weer te geven.

10 notities bij de teelt van mini-paprika.

  1. Mini-paprika’s zijn zoet, van vrij zoet tot zeer zoet, soms zelfs geschikt om uit het vuistje te eten.
  2. Mini-paprika’s hoeven niet gesnoeid te worden.
  3. Mini-paprika’s hebben geen nood aan vruchtdunning.
  4. Mini-paprika’s moeten gesteund worden, best met palen en touw.
  5. Mini-paprika’s doen het ook heel goed in openlucht, zelfs in een kwakkelzomer (zoals 2008)
  6. Mini-paprika’s zijn heel sterke planten, zowel in openlucht als in de kas. Ziekten komen niet voor. In de kas kunnen bladluizen opduiken.
  7. Mini-paprika’s groeien in openlucht nog niet half zo hoog als in de kas. Sommige mini-paprika’s groeien vrij hoog, andere blijven klein.
  8. Mini-paprika’s in de kas produceren overvloedig vruchten, in open lucht zijn er, door de kleinere plant, minder vruchten
  9. Mini-paprika’s geteeld in openlucht zijn misschien nog zoeter.
  10. Mini-paprika’s bevatten heel weinig tot geen zaadjes.

Mini-paprika’s zijn dus gemakkelijke groenten om te telen, het “moeilijkste” is de opkweek.

     

Teeltverloop

Als proef werden drie variëteiten kleinvruchtige paprika’s van Somers zaden (Elite Series) gezaaid. Wat opkweekwijze en groeivoorwaarden betreft zijn deze soorten gelijklopend met geblokte paprika’s. Over het kweken ervan vindt u  informatie op Plantaardig.com en in de Groente & Fruit Encyclopedie. We beperken ons tot de opvallendste (verschil)punten.

  • Baghera : groene minipaprika, wordt rood eenmaal gerijpt. Lange paprika van het Turkse type, de plant is halfhoog. Vruchtgrootte 22x4cm.
  • Carliston : crème-wit (wordt rood, eenmaal gerijpt). Lang type, iets kleiner dan Baghera (20x4cm). De plant is halfhoog.
  • Barancio : oranje, het is een mini “corno di Toro” type. De plant is eerder laagblijvend.  De vrucht is ook klein, slechts 8x4cm.

Het zaaien van paprika gebeurt best tijdig, en best twee maanden voor de uitplantdatum. Dit is voor de grote blokpaprika zeker het geval.

Het snoeien van deze mini-paprika’s is eigenlijk niet nodig. De kleine vruchten belasten de plant veel minder. De groei en bloei blijft dus aan de gang, ook als er al vruchtzetting is op een eerder kleine plant.
Het komt er op aan dat bij kleinvruchtige paprika’s ook de eerste bloemen een vrucht mogen vormen, wat bij grote paprika’s onvermijdelijk voor groeivertraging en mindere vruchtzetting zorgt.

Toch is ondersteuning van de stengels absoluut noodzakelijk. De stengels van alle paprikasoorten zijn houterig en zullen kraken bij een te hoge vruchtbelasting. Bij de mini-paprika’s werd gekozen om de ondersteuning te doen met palen en touw.

De soort Carliston wordt in de warenhuizen soms aangeboden als Bulgaarse paprika. Deze paprika is in het groen stadium eerst wit, en wordt later rood. Een zeldzaamheid bij de paprika’s waar groen meestal de kleur is voor de rijping. De plant groeit vrij uitbundig en bereikte toch een hoogte van ruim één meter. De productie van Carliston is overvloedig.

De soort Barancio groeit maar half zo hoog en produceert vele kleinere, zoete oranje vruchten.

De soort Baghera groeit ook vrij hoog en verkleurt van groen naar rood. De vruchten zijn iets langer dan bij de witte puntpaprika.

In open lucht telen

De teelt lukte in de kas bijzonder goed, zonder noemenswaardige problemen. Enkel bladluizen kwamen in juni roet in het eten gooien. Gelukkig konden we “mummies” en “sluipwespen” waarnemen die de plaag onderdrukten.

Enkele planten werden rond 20 mei in de moestuin uitgeplant en ietwat verweesd achtergelaten, in de veronderstelling dat er niet zoveel van terecht zou komen. Zeker niet in een kwakkelzomer zoals 2008.

Niets bleek minder waar. Ten eerste was er in open lucht geen enkel probleem met ziekten en plagen.

Het grootste verschil met de gelijktijdig lopende kasteelt is dat de planten (veel) kleiner blijven en de rijping vanzelfsprekend later aanvangt. Maar in september en oktober kon volop geoogst worden tot de eerste nachtvorst inviel. De indruk bestaat dat ze zoeter waren dan de vruchtjes die in de kas geteeld werden. Een tragere groei, sterke lichtintensiteit en koudere nachten zouden dit moeten verklaren.

Fotoreportage

Zaaien binnenshuis, voldoende warmte. (zie Tomaten zaaien)

Zaaien van kleinvruchtige paprika zaaien van kleinvruchtige paprika

Verspenen  in vierkante potjes 9 cm op 20 april en uitplanten als jonge plant in de kas op 15 mei.

Kleinvruchtige paprika klaar om te verspenen mini-paprika-verspenen-20-april

Bladluizen en sluipwespen begin juni (zie bladluizen en natuurlijke vijanden)

Kleinvruchtige paprika bladluizen Kleinvruchtige paprika sluipwesp

Begin juli, eerste groene vruchten en ondersteuning palen en touw.

ondersteuning palen en touw Kleinvruchtige planten, grote planten witte puntpaprika
                                                9 aug verkleuring witte paprika 

Kleinvruchtige paprika, kleiner blijvende planten 9aug-bulgaarse-paprika-begin-rijping

14 aug witte paprika wordt rood, volop oranje bij Barancio

14aug-bulgaarse-paprika-rijp 14aug-corno-di-toro-rijp

Baghera, Carliston en Barancia in open lucht geplant half mei. Nog niet half zo groot, maar gezonde planten, zoete vruchten en een rijkelijke oogst.

17sept-baghera-openlucht 17sept-carliston-openlucht

                       17sept-corno-di-toro-openlucht

Een rijkelijke, zoete oogst!

oogst-19okt

Ik weet dat heel wat moestuinbezitters paprika’s in open lucht telen. Welke rassen teelt u en wat zijn de ervaringen daarmee? Laat het weten hieronder.

Vorstschade bij de wintergroenten!

rode_boerenkool_vorstschadeDe titel van dit artikel lijkt een contradictie, maar is het deze winter helemaal niet! volgens het artikel “Spruiten helemaal om zeep door vorst” in  Het Nieuwsblad is er schade in de professionele spruitenteelt en in mindere mate in de preiteelt. Update 17/01 In dit artikel worden naast spruiten en prei, ook beschadigingen bij de traditioneel winterharde savooikool gemeld.
Zeven wintergroenten stonden hier nog in de moestuin van GroentenInfo.
Helaas is het ze tijdens de vorstperiode die zowat drie weken duurde niet zo goed vergaan. Is er bij u ook schade aan de spruitjes of de boerenkool?

Op de proeftuin van GroentenInfo stonden nog een zevental groenten die het in de winters zoals we die de afgelopen tien jaar kenden zeker zouden uitgehouden hebben. En waarvan we hoopten, hetzij deze winter, hetzij in het zeer vroege voorjaar te kunnen oogsten.
Het waren achtereenvolgens winterspinazie, rode boerenkool, winterbroccoli (speerbroccoli), bladbroccoli, palmkool, raapjes en oerprei. Geen enkele van deze groenten is heelhuids uit de vorst gekomen, zoals onderstaande foto’s en bijgaand filmpje aantonen.

Veel zal ook wel afhangen van de regio. Zo vroor het in de proeftuin van GroentenInfo, op zo’n 30 kilometer van de kustlijn twee nachten tot -10°C, maar meer landinwaarts duidde de thermometer verschillende nachten, zowel in Vlaanderen als in Nederland soms wel -15°C aan of nog meer. In sommige streken waar het hard vroor lag er een dik pak sneeuw, wat normaal gezien de kans op schade door de harde vorst sterk doet afnemen. In ieder geval zal het op sommige plaatsen nog wel wat erger zijn dan hier.

Bekijk hieronder het filmpje met tekst en foto’s over de vorstschade in de groentetuin van GroentenInfo.

Het filmpje toont wat hier opviel, maar spruitjes, prei en groene boerenkool  kan ik niet beoordelen, die waren er dit seizoen niet of zijn al geoogst. Hoe staan de wintergroenten in uw tuin erbij na deze strenge vorstperiode? Valt er nog iets te oogsten, nu of in het voorjaar, denkt u? Laat het weten in de commentaarbox hieronder, of stuur een berichtje naar lezersbijdrage@plantaardig.com

Groenten oogsten als het vriest?

spruiten bevroren

De prei en de pastinaak zitten momenteel muurvast in de grond. Wie zijn voorzorgen niet genomen heeft moet noodgedwongen wachten met oogsten tot de grond aan het dooien gaat. De spruitkool, savooikool en boerenkool kan je wel nog oogsten en zullen na de vorst dan ook geen schade opgelopen hebben.

Alle wortelgroenten zoals knolselderij, rode biet, witloof en wortelen (peen) moesten al een tijdje de grond uit zijn. En bewaard worden op een koele, maar vorstvrije plaats. Best in kisten gevuld met vochtig zand. Soms laat men de wortelen (peen) in de grond. Maar dan moesten ze, sinds begin deze week al, afgedekt zijn met een dikke laag stro of bladeren, en daar overheen een laag plastic. En dan nog een laagje stro of bladeren. Bewaring op het veld heet dat.

Diverse bladgroenten zoals andijvie, chinese kool, slasoorten en zelfs suikerbrood, zelfs onder een plasticfolie, zullen er nu wel het loodje bij neerleggen. Indien je ze nog in de tuin staan hebt, bijvoorbeeld van een perceeltje laat gezaaide nateelt van snijandijvie of babyleaf.

peterselie vorst ijskristal Sterkere bladgroenten zoals veldsla, snijbiet (warmoes), peterselie en snijselder kunnen wel tegen een stootje. Best raak je ze nu niet aan, maar na de vorst zal de groei hernemen en kan er ook geoogst worden. Ook al is er vorstschade bij deze groenten, na een aanhoudende strenge vorst, dan nog kan je na de winter opnieuw oogsten omdat ze dan nieuwe, jonge blaadjes maken (hergroei). Maar na deze gematigde vorst, die na het weekend ophoudt, denk ik niet dat er veel schade aan deze groenten zal zijn.

foto : vervroren peterselie in open lucht. Update : na één week vorst tot -5°C is deze jonge peterselie uitstekend bewaard en groeit nu langzaam verder.

Roodlof van Verona (foto onder), de radicchio met opgericht groeiwijze, kan je inzetten zoals witloof, maar ook op het veld laten. Dan komen er na de winter nieuwe blaadjes en kan je een klein kropje oogsten.

Lees verder Groenten oogsten als het vriest?

10 tips voor de moestuin tijdens ijsdagen.

Lees ook het bericht dat vorig jaar verscheen : Groenten oogsten als het vriest.
26/12/2008 Het gaat nog eens flink vriezen. Ook overdag. Ijsdagen noemen ze dat bij het KNMI. Jammer genoeg ligt er geen beschermend sneeuwlaagje en staat er een strakke oostenwind. Het effect van de vrieskou op de natuur is dan ook veel groter. Ervaren tuinders weten wat hen te doen staat. Maar het is al zo lang geleden dat dit nog eens voorkwam dat het niet slecht is enkele tips mee te geven aan de “recente” moestuinbezitters.

Dit zijn  mijn tips, laat zeker niet uw ervaringen en tips hieronder aan te vullen. Ik ga er van uit dat de groenten die echt vorstgevoelig zijn al geoogst zijn.

1. Groenten in potten
Potten met vorstbestendig groenten, worden toch best binnen geplaatst. Of op zijn minst afgedekt. Ook aardbeien in potten moeten nu binnen gezet worden tot het overdag niet meer vriest. Dat geldt trouwens ook voor buxus, coniferen en andere zogezegd niet vorstgevoelige planten die in pot staan.  Deze planten vervriezen inderdaad niet als ze in de grond staan. Maar staan ze in pot dan vervriest de hele wortelkluit en zijn ze niet meer in staat water op te nemen. Door uitdroging zal uiteindelijk schade aan deze potplanten ontstaan. Nog een reden om groenten in potten binnen te plaatsen is om schade aan de potten vermijden

2. Oogsten boven de grond?
Wie in dit vriesweer toch wat boerenkool, spruitjes, savooikool, palmkool enzovoort wil oogsten doet er best aan daarbij de te oogsten delen zo weinig mogelijk aan te raken. Dit gebeurt het best door de hele plant uit te trekken of af te snijden en binnen te laten ontdooien, en daarna te oogsten.

3. Oogsten onder de grond?
Pastinaak en prei, twee typische wintergroenten, zullen geen schade oplopen, maar oogsten is er natuurlijk niet bij. Dus is het goed nu een voorraad aan te leggen en te bewaren op een vorstvrije plaats.  Lukt het niet om een voorraad aan te leggen, dan kunt u ook een deel afdekken met vliesdoek en folie zodat de grond op die plaats nog wat langer vorstvrij kan blijven.

4. Winterbloemkool.
Gelet op het feit dat er geen sneeuw ligt en de oostenwind vrij hard te keer zal gaan is het beter de winterbloemkool af te dekken. De beste afdekking is vliesdoek, mat daarover een transparante folie. Maar vergeet niet deze afdekking te verwijderen van zodra de temperaturen overdag positief (dwz meer dan 3°C) worden. Dit om vroegtijdige hergroei te vermijden.

5. Aardbeien in de vollegrond.
Wist u dat aardbeien in de grond ook schade kunnen oplopen bij ijsdagen met veel wind. Kapot vriezen doen ze niet, maar ze lopen inwendige en onzichtbare schade op. Daarover werd al eerder een artikel gepubliceerd: Strenge vorst veroorzaakt onzichtbare schade bij aardbeien.

6. Vorst in de kas?
Misschien hebt u nog wat bladgroenten in de kas staan? Kropsla, suikerbrood, andijvie worden best geoogst om ze te bewaren op een koele plaats of in de frigo. Bij te grote hoeveelheden kunt u proberen de vorst uit de kroppen te houden door er  een vliesdoek en dan een plastiekfolie op te leggen.

Uitzondering hierop is veldsla. Veldsla in de kas kunt u afdekken met vliesdoek en transparante folie en in de late namiddag oogsten, als de blaadjes waarschijnlijk gedooid zijn. Bent u niet van plan veldsla te oogsten, dan hoeft u ook niet af te dekken. Veldsla is immers vorstbestendig. Hetzelfde verhaal van vorstbestendigheid en afdekken geldt ook voor peterselie.

7. Weeuwenteelt.
Behoort u tot de zeldzame telers van de weeuwenteelt, zoals Cor, dan weet u dat u deze planten, ook al staan ze in de kas, best beschermd worden bij strenge vorst. Cor gebruikt daarvoor een kleine constructie (tunnel) waar je dan een vliesdoek kan op leggen.

8. Keukenraapjes.
Alhoewel keukenrapen best vorst kunnen verdragen zullen ze, als het aantal ijsdagen te groot wordt, kapot vriezen. Best de rest van de rapen oogsten en binnen leggen, of als de hoeveelheid te groot is, afdekken met stro of bladeren en dan daar vliesdoek, folie en een zeil erover. Niet verwarren met de koolraap natuurlijk, want die is wel vorstbestendig.

9. Snijbiet.
Ook snijbiet is vrij vorstbestendig, maar bij deze temperaturen zullen de bovengrondse delen vrijwel zeker kapot vriezen. Oogsten is ook hier de boodschap. In het voorjaar kan de plant weer wat jong blad geven vooraleer in de maand mei een bloemstengel te maken.

10. De tiende tip wordt hopelijk de langste . Daarvoor doen we een beroep op jullie, beste lezers. Laat weten welke maatregelen jullie genomen hebben om deze ijsdagen in de groentetuin door te komen. Uw ervaringen en tips zijn welkom in de commentaarbox hieronder of stuur ze naar lezersbijdrage@plantaardig.com.

Lees ook het bericht dat vorig jaar verscheen : Groenten oogsten als het vriest.

Leg eens wat sneeuw in de groentekas.

In een kas kan de zoutconcentratie (=totale concentratie aan mineralen in de grond) na een tijdje te hoog worden. De niet verbruikte mineralen stapelen zich op en tijdens de verdamping van het water uit de grond blijven heel wat mineralen aan het grondoppervlak achter.

In open lucht worden de overtollige zouten tijdens de wintermaanden door regen uitgespoeld.

Je kan voorkomen dat de accumulatie van mineralen te hoog wordt door om de twee jaar de kas te spoelen. Dit kan door in meerdere beurten, maar kort na elkaar, water te geven. Niet alle situaties lenen zich echter om de grond overvloedig te begieten. Je kan de stijgende trend van de zoutconcentratie alvast wat vertragen door samengestelde organische ipv minerale meststoffen te gebruiken. Of je kan in plaats van door te spoelen, de bovenste teeltlaag na drie jaar vervangen door verse tuingrond. Twintig cm is voldoende, zouten blijven vooral achter in de bovenste laag. Maar niet echt haalbaar voor grotere kassen.

Een alternatieve methode die sommige tuinliefhebbers toepassen is het binnenbrengen van sneeuw in de kas. Dit doe je best als de kasgrond (nog) niet vervroren is. De geleidelijk smeltende sneeuw zorgt dan voor een uitspoeling van de grond. Hoe dikker de laag sneeuw hoe beter, een halve meter is niet te veel.

Meer uitleg over de grond en de zoutconcentratie in de serre: klik hier.

Interessant artikel van BDB over de zoutconcentratie in de hobbyserre : klik hier (pdf)

Stro OP! de aardbeiplanten?

Foto 1:Op deze foto die ik nam op 18 april 2008 ligt het stro op de aardbeien! Klopt dit wel? Stro aardbeien

Aardbeitelers weten immers dat het best is na de bloei stro tussen de rijen aan te brengen:

  • zo blijven de vruchten na een regenbui droog
  • bevuilen ze niet
  • verhitten ze niet op het zwarte plastic of doek
  • zullen ze ook niet in een filmpje water blijven liggen

Een tip hierbij is om dit stro niet te vroeg te leggen, om zo de kans op schade aan de bloemen door late nachtvorst te vermijden. Het stro isoleert immers de bodem. Leg het stro dan ook pas na de bloei.

Dat het stro hier op de planten ligt zal waarschijnlijk bij veel moestuinbezitters de wenkbrauwen doen fronsen.
Lees verder om te weten te komen waarom dit zo is.

Grote tunnel

Op de volgende foto zie je een breder beeld, met nu ook aardbeien in een plastiek koepel.

SSA56822

De plantdatum van de aardbeien in de koepel en deze op het stro is dezelfde!
Hoe dat komt? Wel, aardbeien, geplant in augustus, kunnen begin februari overkapt worden met een grote plastiektunnel. Zet de kappen niet vroeger, aardbeien hebben ook een koudeperiode nodig (zie artikel groei en bloei bij aardbeien) Zo kan je de oogst vervroegen naar ongeveer 10 mei. Op de volgende foto zie je dat de aardbeien in de koepel op 18 april al volop in bloei staan.

SSA56827

Kleine tunnel
Wie beschikt over een kleine plastiektunnel kan die erover zetten begin maart. Dit mag niet zo vroeg als bij een grote koepel, omdat de kans op vorst in een kleine plastiekserre veel groter is. Deze koelt namelijk veel sneller af ’s nachts. Bij afdekking met zo’n kleine koepel kan je oogsten einde mei.

    • Lees meer over de teelt van aardbeien in grote en kleine plastiekkap in dit artikel : klik hier.

Stro op de aardbeien
Maar, om nu ter zake te komen, wist je dat je de oogst van dezelfde aardbeien geplant in augustus ook kan verlaten? Deze methode is in onbruik geraakt door het gebruik van frigoplanten voor de zogenaamde verlate teelt.
Toch kon ik op 18 april 2008 nog een foto nemen van deze “oude” verlatingsmethode. Stro aardbeien

Wie flink wat aardbeien in zijn tuin heeft staan en graag zou hebben dat een deeltje wat later te oogsten valt kan deze methode eens uitproberen.  Het stro moet je leggen in de late winter, liefst op het einde van een vorstperiode ergens in februari, als de grond flink afgekoeld is. Eigenlijk op het moment dat de grond het koudst is.
Door stro op de bodem te leggen zal je de bodem isoleren en zal deze veel langer koud blijven. Daardoor zal de hergroei van de aardbeiplantjes veel later op gang komen. Het stro kan je laten liggen tot ergens de tweede helft april. Als je ziet dat de plantjes de groei hernemen en nieuwe blaadjes vormen, dan leg je  het stro tussen de aardbeien, zodat het nu een totaal andere functie krijgt (zie bovenaan dit artikel).

tip.logo Met stro op de aardbeien van februari tot in de tweede helft van april kan je de oogst wel een tiental dagen verlaten! Zo geniet je langer van het aardbeiperceel in jouw tuin.

Dit artikel is een illustratie bij en een aanvulling op het dossier aardbeien telen.

Walking dinner met groenten.

1. Maak een goede planning. Stel op voorhand een boodschappenlijst samen met de hapjes die je wilt serveren en de ingrediënten die je nodig hebt. Zorg voor voldoende wijnglazen, bordjes, cocktailglaasjes, ijsbakjes, wijnkoelers, dienbladen, servetten, cocktailprikkers. Kies de muziek die je wilt spelen.

2. Kies een assortiment hapjes met verschillende vormen, structuren, smaken en kleuren. Bereid zowel krokante hapjes (bvb. loempia, bruschetta, toast), als hartige hapjes (bvb. met olijven, ansjovis, sardines, haring), romige hapjes (bvb. met roomkaas, gerookte zalm), stevige hapjes (bvb. pizza, kleine hamburgers, worstenbroodjes, sushi) en als afsluiter eventueel een zoet hapje. Voorzie ook vegetarische hapjes. Vermijd hapjes waarmee je snel kunt morsen. Als je geen culinaire duizendpoot bent, houd het dan bij vertrouwde hapjes die binnen je mogelijkheden liggen. Experimenteren op een receptie kan wel eens voor mislukkingen zorgen.

3. Voorzie kleine porties. Een perfect vingerhapje moet je in één tot maximum twee beten in de mond kunnen steken.

4. Stem het aantal hapjes af op het aantal gasten dat je ontvangt. Serveer elke gast 4 tot 6 vingerhapjes per uur. Heb je 20 mensen gedurende 3 uur over de vloer dan heb je 12 tot 18 hapjes per persoon nodig. Dat zijn 240 tot 360 hapjes!

5. Maak voor jezelf uit hoe lang je in de keuken wil staan en wat je allemaal op voorhand kunt klaarmaken. Zorg desnoods voor hulp, want een doorsnee huiskok kan gemiddeld 8 hapjes klaar maken. Bovendien is het aangewezen dat minstens de helft van die hapjes van tevoren zijn klaargemaakt. Maak een tijdschema klaar wanneer je wat wil serveren.

6. Kies de passende drank: champagne of mousserende wijn, witte en rode wijn, plat en bruisend water, vruchtensap en eventueel frisdrank. Wil je cocktails serveren, beperk je dan tot 2 of 3 soorten die van tevoren gemixt zijn en in de koelkast worden bewaard.

7. Begin twee dagen voor de receptie met de bereiding van de hapjes of onderdelen ervan die je van tevoren kunt klaarmaken. Bewaar ze in luchtdicht afgesloten dozen in de koelkast.

8. Koop een dag op voorhand de ingrediënten die supervers moeten zijn of die het snelst bederven, zoals groenten, salades, kruiden, vis, oesters en garnalen. Bewaar ze in de koelkast. Bereid eventuele marinades, zo kunnen hun smaken beter op elkaar inwerken. Snijd vlees of vis die je wilt marineren in blokjes, reepjes of staafjes en leg ze in de marinade. Zet ze minstens 12 uur in de koelkast. Maak de ruimte klaar waarin de receptie plaats zal vinden. Zet glazen en leg servetten. Zorg voor bloemen of andere decoratie. Koel alvast de drank die je wilt serveren. Zorg dat er voldoende ijsblokjes zijn.

9. Start de ochtend van de receptie met het snijden van de groenten die niet snel verkleuren, het bereiden van de dipsauzen, vinaigrettes en dressing. Bewaar ze in goed afgesloten recipiënten in de koelkast. Start ’s middags met het maken van alle hapjes die niet snel bederven. Frituur eventueel de frituurhapjes op voorhand zodat je ze net voor het serveren in de oven kunt opwarmen. Zo vermijd je dat er ’s avonds een frituurgeur in huis hangt. Bereid warme hapjes eventueel tot ze net niet gaar zijn. Ook zij kunnen dan nog even in de oven worden opgewarmd. Een uur op voorhand kan je toast, crackers en broodjes besmeren en het beleg klaarleggen zodat je dat maar op het laatste moment moet toevoegen. Verwarm een half uur op voorhand de oven voor. Ontkurk al enkele flessen wijn. Laat de champagne of schuimwijn pas ploppen als de eerste gasten arriveren.

10. Serveer de hapjes zoals je een menu serveert, eerst de koude hapjes zodat eventuele laatkomers geen slappe hapjes krijgen. Bedien dan vervolgens de lichte hapjes, dan de hartige en de meer stevige waarin het vet de alcohol opneemt, en tot slot de zoete hapjes. Serveer de hapjes niet door elkaar, maar één soort per keer.


De serie “Walking dinner met groenten” werd mogelijk dank zij Flandria, het kwaliteitslabel voor groenten

Het aardappelras Sarpo Mira heeft hoogste resistentie tegen aardappelplaag.

Dit persbericht werd toegestuurd door Velt (www.velt.be) ,  uit het tijdschrift Seizoenen, november-december 2008, p. 12-13 (Tekst :  Luc Vanhoegaerden).
Met dank aan lezer Jos Pauwels die één van de acht Velt-tuiniers is die het ras dit jaar uitprobeerde. Zijn persoonlijke bevindingen en zijn foto’s vindt u na dit artikel.

In haar ledentijdschrift Seizoenen van februari-maart 2007 besprak Velt, de Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren uitvoerig de levenswijze van de Phytophtora-schimmel, die de aardappelplaag veroorzaakt. Velt wees er toen op dat de plaagresistentie verschilt van ras tot ras. In de veredelingssector gaat men immers voortdurend op zoek naar rassen met een duurzame resistentie, die ook de nieuwe varianten van de schimmel aankunnen.

Sarpo Mira scoort sterk

Van 2002 tot 2006 liep een proefprogramma binnen het Interprovinciaal Proefcentrum voor de Biologische Teelt (PCBT) met als doel de plaagresistentie tegen Phytophtora in het aardappelloof na te gaan bij een aantal commercieel beschikbare rassen. Tegelijkertijd werd de bestendigheid van deze resistentie in de loop van de testperiode geëvalueerd.Niet minder dan 56 rassen werden in het onderzoek getest. Eén ras, Sarpo Mira, kreeg de hoogste score voor plaagresistentie in het loof: sterk tot heel sterk.

Bekijk info over plaagresisitentie bij deze 56 rassen.In een voortgezet onderzoek van het PCBT bevestigde het ras in 2008 zijn hoge resis-tentiegraad. Het weerstond immers met glans de hoge plaagdruk die zich vanaf begin juni 2008 voordeed bij de aardappelteelt.

Nieuwsgierig

Door intensieve veredeling legde een Hongaars kweekprogramma in de vroege jaren 1980 de basis voor het ras Sarpo Mira. Begin 2001 kwam het ras voor het eerst voor op de rassenlijst in Groot-Brittanië, en momenteel wordt het ras vanuit Denemarken verdeeld in Europa. Sarpo Mira is een late, licht bloemige tot vastkokende ovale aardappel met wit tot crèmekleurig vruchtvlees en met een roze tot rood aanlopende schil.Sarpo Mira maakte ons nieuwsgierig. Dus onderwierpen we dit aardappelras tijdens het voorbije groeiseizoen aan een veldtest in een biotuin. We kregen voor ons testprogramma – klassiek geteeld – pootgoed van het biobedrijf ‘De Brabander’ in Kersbeek-Miskom.

Frietjes?

Einde april 2008 zetten Velt-tuiniers 12 kg pootaardappelen uit op acht groentetuinen in Limburg (Dilsen-Stokkem, Hoeselt, As en Zepperen), Vlaams Brabant (Berg-Kampenhout, Veltem, Wilsele) en Brussel (Sint-Stevens-Woluwe). De testgronden varieerden van zeer droog grof zand en lemig zand tot lichte zand-leem- en vochtige leemgrond.Het ras gaf na een viertal maanden een tiental fors uitgegroeide knollen per struik. De opbrengst op de testpercelen lag gemiddeld rond 1,3 kg per struik. Door het grote formaat van de knollen is Sarpo Mira een aanrader voor liefhebbers van frietjes.

Karakteristieken

De teelt van Sarpo Mira toont een aantal opvallende kenmerken:

• Het pootgoed liet zich eerder moeilijk voorkiemen. De beste resultaten werden verkregen door scheutvorming binnenskamers, op een laagje vochtig gehouden overjaarse compost gemengd met kokosvezel.

• De groen-grijs gekleurde bladeren plooiden dicht bij valavond.

• Het uitbundig groeiende gewas stoelde breed uit en had een lange stengelgroei.

• Het afrijpen begon pas laat in het seizoen, vanaf midden september.

• In vergelijking met andere klassiek geteelde aardappelrassen leek Sarpo Mira ons weinig wind- en droogtegevoelig.

Ziektresistentie

Wat ziekteresistentie betreft, stelden we een zekere schurftgevoeligheid op de knollen vast. Op enkele groeiplaatsen was er een beperkte aantasting door Alternaria merkbaar.Wat bovenal opviel was de zeer sterke weerstand van Sarpo Mira tegen de aardappelziekte in het loof. Alleen op de erg natte tuingronden in Zepperen en Dilsen-Stokkem werden er tijdens het rooien enkele aangetaste knollen gesignaleerd.

Gevoeligheidsresitentie

Het mechanisme dat Sarpo Mira een sterke weerstand geeft tegen Phytophtora, is bekend als de zogenaamde ‘gevoeligheidsresistentie’. Eenmaal de schimmel is binnengedrongen in een plantencel sterven door ‘overgevoeligheid’ de omringende cellen af. De schimmel kan zich niet verder ontwikkelen. Daardoor blijft de aantasting lokaal. De sporenvorming wordt ingedijkt. Bij een hoge infectiedruk, zoals dat in 2008 op al de testplaatsen het geval was, vertoonden de bladeren karakteristieke, kleine ingedijkte zwarte plekjes op afgestorven bladgedeelten.

Conclusie

De uitgevoerde Velt-test bevestigde de PCBT-resultaten: Sarpo Mira biedt ook voor de gewone biotuinier goede teeltperspectieven.Het ras Sarpo Mira vormt momenteel een waardevol alternatief in de jaarlijks weerkerende strijd tegen de Phytophtora-schimmel. Samen met andere resistente rassen die in de beroepsteelt in ontwikkeling zijn (Bionica, Biogold) maakt het een aardappelteelt met een beperkte Phytophtora-aantasting absoluut mogelijk. De Deense verdeler van Sarpo Mira (Danespo) wil in 2009 biologisch pootgoed van Sarpo Mira op de markt brengen. Vanaf 2009 vind je bij Ecoflora ( www.ecoflora.be ), onder voorbehoud, pootgoed van Sarpo Mira.

Bovenstaand artikel is © Velt vzw.  Auteur : Luc Vanhoegaerden.

Tot hier het persbericht, hierna vindt u de persoonlijke bevindingen en de foto’s van Jos Pauwels.

Klik op de afbeeldingen om de originele grootte te zien

Sarpo Mira 004 Sarpo Mira 006 Sarpo Mira 007 007_lengte Sarpo Mira 008

Jos stuurde mij op 22/08 volgende bericht.
Wat opvalt is de vlakke bladstand van de jonge planten overdag en ’s avonds richten de stengels zich naar boven. Terwijl de andere aardappelen (Charlotte, Nicola en Cornes de gattes) zonder bespuitingen al gerooid zijn staan de Sarpo Mira er nog zeer groen bij met een zeer weelderig gewas.
Opvallend is dat bij sommige planten de onderste bladeren hier en daar een bruin plekje vertonen. Het bladmoes verdroogt alleen op die vlek.  De rest van het blad blijft mooi groen. De stengels blijven maar doorgroeien.
Ik ben echt benieuwd hoe lang ze het nog zullen uithouden en naar de opbrengst en de smaakkwaliteiten.
En dit schreef Jos later, na afloop van de Velt-proef in zijn groentetuin
Sarpo Mira was eerst afgerijpt eind oktober. De gemiddelde opbrengst lag rond de 2 kg per struik. Er is wel een zekere schurftaantasting op de knol. Het vruchtvlees is wit, de knol is zeer hard (moeilijk door te snijden), de smaak vind ik persoonlijk als kookaardappel niet zo lekker. Deze is onvergelijkbaar met Charlotte, Ratte, Cornes de Gattes.
Als frietaardappel is hij nogal aan de droge kant maar met de baktijd iets te verminderen zou dit wel eens anders kunnen zijn. Tenslotte als pureeaardappel is hij wel lekker.

Andijvie kweken van een halve meter en anderhalve kilogram.

Andijvie is het schoolvoorbeeld van een najaarsgroente. Zijn de nachten te koud tijdens de opkweek of de dagen te lang tijdens de kropvorming, dan gaat de plant makkelijk opschieten.
Andijvie telen in het voorjaar en de vroege zomer was lange tijd heel moeilijk. Dankzij de introductie van nieuwe rassen is dit veranderd, maar het is nog steeds niet eenvoudig. 
Kroppen met een diameter van een halve meter en een gewicht van anderhalve kilogram, die kweek je nog steeds met gemak in het najaar. Trouwens, een stamppot met gekookte andijvie is toch ook iets voor de herfst?
  Maak de foto’s groter door te klikken
Dankzij het zachte najaar kon de andijvie de afgelopen weken blijven doorgroeien. Het hart van de krop kon zich helemaal opvullen met jonge blaadjes, waardoor bleken eigenlijk niet meer nodig was.

Bewaren
Misschien hebt u nu ook zo’n kroppen van vijftig centimeter en 1,5 kg in uw tuin? En vraagt u zich af wat u er mee moet?
Vriest het slechts een of twee graadjes dan kunt u ze in de tuin laten staan. Worden er enkele dagen na elkaar vorst voorspeld, dan kunt u ze afdekken met vliesdoek of folie. Dit kan echter niet te lang, omdat de kwaliteit van de krop snel achteruit zal gaan door het vochtige klimaat onder de afdekking.

Wilt u de kroppen toch langer overhouden, rooi ze dan met een grote kluit eraan. En plant ze over in de kas. Zo kan u nog  andijvie hebben tot half december. Als u de kluit vochtig houdt natuurlijk.

 
Maak de foto’s groter door te klikken 

Gebruik
Denk u dat één zo’n ‘reuzen’ krop het hele gezin dagen aan een stuk van eten kan voorzien?  Als u de andijvie rauw gebruikt, misschien wel. Maar als u zo’n krop gaat koken (stoven) smelt die plots weg als sneeuw voor de zon. Dan blijft er net genoeg over voor het klassieke “vier personen” gerecht. En begrijpt u misschien waarom die kroppen best héél groot mogen worden.
(Bij rauwe andijvie, in salades of een aardappelstamppot kunt u uitgaan van 150 gram per persoon. Voor gekookte andijvie kunt u rekenen op 300-500 gram per persoon. Greenery – Andijvie)

Andijvie is immers ook een schoolvoorbeeld van een stoofgroente. Andijvie rauw eten was voorheen niet zo gebruikelijk. Dankzij de introductie van nieuwe rassen is de bittere smaak nu veel minder uitgesproken en kan andijvie ook als sla gebruikt worden.

Hoe  je zo’n zware kroppen andijvie teelt lees je in dit artikel : Andijvie kweken

Meloenen telen : de gele honingmeloen scoort goed!

Fotoreportage met 23 foto’s onderaan dit artikel.
Lees ook eens de serie “Meloenen Kweken

Inleiding

Afgelopen jaren teelde ik verschillende meloenrassen. Dit jaar vier verschillende.  Een onverwachte uitblinker dit jaar was de Meloen “Gele Canaria III”. Deze kanariegele variant van de honing(dauw)meloen maakt deel uit van de groep van de wintermeloenen (Cucumis melo, Inodorus groep). Naast deze honingmeloen werd ook nog geteeld: het zeer bekende ras Oranje Ananas (Charentais type, zaadvast ras) , het ras Fiata F1 (Charentais type) en een zaadvast ras van de netmeloenen (Hales Best Jumbo). Dit na vorig jaar ook al een type Galiameloen en ogenmeloen geteeld te hebben. Over al deze rassen meer in andere berichten.
Eerst wil ik de honingmeloen behandelen.
Het resultaat daarvan bleek immers, onverwachts, een echte meevaller.

Vruchtkenmerken

Voor wie op zoek is naar afwisseling bij de teelt van meloenen is de teelt van deze langwerpige, kanariegele meloen met groen tot lichtgeel vruchtvlees en een vruchtgewicht van dichtbij de 2 kg een aanrader. De gele honingmeloen is  fris, heel sappig en zoet van smaak. Soms zegt men dat het aroma iets minder is dan van andere meloensoorten, maar ook dat viel heel goed mee.

Voordelen

De drie grootste voordelen van dit meloen-type waren de open gewasgroei, de vroegheid en de lange bewaarbaarheid.

Het zaad tikte ik op de kop in Parijs. Het is verpakt door Doigt Verts en werd aangekocht op de enige overblijvende bloemenmarkt in hartje Parijs : de  Marché aux Fleurs op het Île de la Cité. En ik kocht er nog wel wat groentezaden, dat leest u deze winter nog wel. Ook bij ons kunt u bij verschillende zaadfirma’s dit zaad verkrijgen.

TeeltgegevensTeeltverloop

Er werd gezaaid op 15 maart, twee zaadjes per pot, in vochtige potgrond.  De opkomst was al na een vijftal dagen (bij een temperatuur van 25°C, bij de verwarmingsketel.

Van zodra er een barst in de grond zichtbaar was werden de potjes uit deze donkere ruimte weggenomen en in een minikas geplaatst nabij het raam.

Er werd verpot op 20 april. De planten werden dan verder in de kas opgekweekt in de pot.

De planten werden getopt begin mei. Over het waarom van toppen de meloenen en hoe je dat zie je en lees je in dit bericht.

De humusrijke zandgrond in de kas werd voorzien van een ruime hoeveelheid patentkali (60g/m²) en kalkammonsalpeter (60g/m²) die ingefreesd werd. Er werd uitgeplant op een afstand van 60 cm. Eigenlijk was dit gewoon de basisbemesting voor de tomatenteelt die er naast stond.

Er werd geplant op 18 mei.

Er werd een touw aangebracht op 31 mei. Onderaan wordt het touw bevestigd met een ruime lus en bovenaan wordt het touw bevestigd aan een gewasdraad.Op 8 juni is er volop guttatie (klik voor artikel) te merken. Dit betekent dat de plant goed ingeworteld is en de groei volop aan de gang is. De eerste snoei werd toegepast op 17 juni. De onderste scheuten werden helemaal verwijderd, dit zes bladeren hoog. Ook waren er al scheuten hoger dan het zesde blad, die werden dan getopt op twee bladeren.
Info over snoei (klik)

De eerste zetting was einde juni. Handmatige bestuiving is bij meloenen steeds aan te raden.

Op 4 juli waren de eerste vruchten al halve grootte en hadden de meloenen al de draad bereikt.  Tussen begin juni en begin juli groeiden de meloenen dus heel hard. Heel typisch is dat voor meloenen. In het begin gaat alles wat traag, maar éénmaal op dreef moet je zorgen dat je de snoei goed bijhoudt, of het wordt een onontwarbaar kluwen.
Op 2 augustus vertoonden al heel wat vruchten een kleuromslag. Typisch is dat de eerste vruchten op de grond liggen, de zijscheuten zijn bij honingmeloen veel langer dan deze van de andere meloenen.

De eerste consumptie van een honingmeloen was op 9 augustus. Eind augustus werden een laatste keer geoogst.

Open groeiwijze

De groei van de honingmeloen was zeer open. Dat wil zeggen dat er een grote afstand was tussen de bladeren, met zeer lange zijscheuten. De kleur van de bladeren was bleek, het bleekst van alle vier de geteelde rassen. De groei verliep wel snel, maar niet weelderig d.w.z. er was geen overdadige bladgroei. De groeiwijze was duidelijk veel  meer beheerst dan deze van de naaststaande “Oranje Ananas” en, opvallend, ook matiger dan de variëteit “Hales Best Jumbo” (Netmeloen). Een beheerste groei, met een matige vegetatieve groei, is bij de meloenteelt in onze streken  gewenst, de oogst valt dan immers vroeger.

Snelle bloei

Met snelle bloei bedoelen we dat de meloen al heel vlug vrouwelijke bloemen gaat maken. Te sterk groeiend meloenen produceren in het begin alleen maar mannelijke bloemen.  Bij deze honing meloen kwamen al snel  vrouwelijke bloemen die met de hand konden bestoven worden. De groei van dit type meloen mag zeker en vast generatief genoemd worden. Dat alles maakt dat al op de eerste bloemen de vruchten gezet waren. De bloeisnelheid was dan ook vergelijkbaar met deze van de variëteit Fiata F1, die ook geteeld werd in dezelfde kas.

Snelle vruchtzetting

Per plant worden drie tot maximum vier vruchten gevormd, want de vruchten zijn tamelijk groot. De meeste wegen toch wel bijna 2kg en dus is het normaal dat er geen zes vruchten per plant kunnen aangemaakt worden. En dat is meer dan de 1,2 kg die op het zaadzakje aangegeven stonden.

Geen ziektes, geen plagen

Er werd geen enkel probleem vastgesteld met ziekte of plagen. Ondanks het feit dat er bladluizen waren op de dichtbijstaande aubergines kwamen er geen bladluizen op de meloenen voor. Ook van witziekte (echte meeldauw) dat bij zaadvaste meloen al eens de kop opsteekt, bleven de plante gespaard. Fusarium kwam niet voor, het was dan ook een teelt op grond waar nog nooit meloenen gestaan hadden.


Rijpingsproces

Een moeilijk punt is het bepalen van het oogsttijdstip van deze meloen. Honingmeloen gedraagt zich helemaal anders dan de Charentais meloenen, (o.a. cavailllon-types), de ogenmeloen enzovoort. Van binnenuit start de rijping en de schil wordt slechts zeer geleidelijk geel. Er onstaat geen barst rond het steeltje en er is ook geen opmerkelijk aroma.  De vrucht is in onrijpe toestand bleekgroen en kleurt heel langzaam door naar fel geel. Het is toch wel enkele weken wachten vooraleer de meloen helemaal geel gekleurd is. Als uiteindelijk de punt van de vrucht mooi donkergeel gekleurd is  kan er al geoogst en geconsumeerd worden. Oogst je dan toch een beetje te vroeg, dan heb je een dikkere schil met nog niet rijp vruchtvlees. Het vruchtvlees dat dieper zit is dan wel al goed. De rijping start immers in het hart van de honingmeloen.

Lang bewaarbaar.

Een meloen geoogst op 29 augustus werd nog geconsumeerd op 20 september, ondanks de verdroogde steel was deze meloen nog heel lekker. Dit zou je met een aan de plant gerijpte netmeloen of charentais-meloen niet moeten proberen.

Het probleem is immers dat de  meloenen het beste smaken als je ze oogst als er rond het steeltje een barst zichtbaar is en de  meloenengeur zich verspreid. Na twee dagen rusten is zo’n geurende meloen perfect van smaak. Maar dan begint het, nog enkele dagen later zijn deze meloenen al over hun hoogtepunt heen en worden ze heel zacht en smeuig. De smaak gaat achteruit.  Maar niet zo met de honingmeloen

Maar, en dat is de eigenlijke tip, u kunt de meloen ook nog enkele weken bewaren. Zonder dat de smaak achteruit gaat.

Zaden kopen???

Het probleem is dat ik voorlopig geen adressen gevonden in België en Nederland waar men deze gele wintermeloen of honingmeloen in assortiment heeft. Ik meen mij te herinneren dat vroeger Somers dit in zijn assortiment had, maar ik kon dit nog niet controleren. Als iemand weet waar de zaden in België en Nederland te krijgen zijn, laat het weten in de commentaarbox hieronder, bedankt.

Het kweken van meloenen (honingmeloen) in beeld.
Klik op de foto’s om deze groter te zien.

 

Vergeten groenten : nieuwe mini-website.

 

In de serie mini-websites met groenterecepten die regelmatig gepubliceerd worden op Plantaardig.com is zopas een nieuwe website verschenen met negen recepten :

  vergeten-groenten.plantaardig.com

Vergeten groenten is een verzamelnaam voor groentesoorten die vandaag de dag nog maar nauwelijks bekend zijn bij het grote publiek en die zelden  voorkomen in het assortiment van de meeste supermarkten. Onterecht, want veel van deze groentes zijn bijzonder smakelijk en zorgen voor diversiteit in het aanbod.

Ze zijn in de vergetelheid geraakt omdat ze door ‘moderne’ groenten zijn verdrongen. Ten onrechte zijn ze soms niet erg populair omdat hun bereiding ‘moeilijk’ zou zijn of te lang zou duren. Niets is echter minder waar. De laatste tijd is de revival van deze vergeten groenten opvallend.

U kunt voor culinaire info alvast even een kijken nemen op  de nieuwe mini-website. U krijgt er over negen van deze groenten meer info over hun culinaire kenmerken en tonen we u dat er lekkere en doenbare recepten mee kunnen gemaakt worden die in korte tijd klaar zijn.

Klik hier om de nieuwe mini-website te bezoeken

Vergeten groenten : boekentip!

Onlangs verscheen dit nieuwe boek van Annette van Ruitenburg en Ruth de Ruwe. Daarvoor ging het duo samen met  Han de Kroon op jacht naar in de vergetelheid geraakte groenten als winterpostelein, kardoen en heiligboon.

Dit prachtig boek is geschreven voor koks en moestuiniers en voor mensen die naast het bekende groenteaanbod willen koken met vernieuwende recepten van vergeten groenten.

50 soorten
In dit boek worden meer dan 50 soorten vergeten groenten uit de vergetelheid gerukt en uitgebreid belicht. In duidelijke rubrieken worden per soort basisbereidingen, bewaarmogelijkheden en voedingsinformatie beschreven. Bovendien wordt aangegeven welke soorten er nog vrij in de natuur groeien en te oogsten zijn.

90 recepten
Onvergetelijke groenten bevat naast 50 zeer maakbare en verrassende recepten van Annette van Ruitenburg tevens recepten van 40 chef-koks van diverse (sterren) restaurants in Nederland en België. Ook hebben een aantal groenteboeren en groentetelers bijzondere recepten met vergeten groenten gemaakt.

Regionaal en Historisch
Het boek beschrijft de historische aspecten van elk product en recepten van vergeten groentesoorten die leverbaar of zelf te kweken zijn. Tevens worden er alternatieven genoemd wanneer een groentesoort (nog) moeilijk te verkrijgen is. Basisbereidingen, bewaarmogelijkheden, voedinginformatie wordt per soort in duidelijke rubrieken beschreven. Ook wordt aangegeven welke soorten er nog vrij in de natuur groeien en te oogsten zijn. Lokale en streekgebonden soorten worden in dit boek eveneens belicht. Tevens worden regionale keukens en lokale historische gegevens een interessante bron voor dit boek. Vergeten smaken herleven in nieuwe gerechten; teruggevonden verloren kost!

Diversiteit
Naast de diversiteit in smaak zijn vergeten groenten ook van belang voor het behoud van de biodiversiteit. De variatie in soorten en rassen komt onze gezondheid ten goede. Er zijn steeds meer soorten groenten te koop, bij de groentewinkel, natuurwinkels, boerderijwinkels en op boerenmarkten. Het is de verwachting dat de consument ook bij de supermarkt de vergeten groenten weer kan gaan kopen.

Dit boek is een aanrader!

Bekijk hier enkele pagina’ s uit het boek zodat u zich een idee kan vormen.

***Koop dit boek bij Proxis.be Klik hier 

Onvergetelijke groenten
Onvergetelijke groenten
Ruitenburg, A. van & Ruwe, R. de

 

***Koop dit boek bij Bol.com Klik hier

Onvergetelijke groenten
Onvergetelijke groenten
Ruitenburg, A. van & Ruwe, R. de

Welke groenten passen bij wild?

Opnieuw een mini-website van Plantaardig.com en Flandria Groenten. Met recepten. Klik hier voor de mini-website http://groenten-wild.plantaardig.com

Welke groenten serveer je bij de diverse wildsoorten? Flandria-groenten vroeg het aan wildspecialist Felix Alen van Hof te Rhode in Schaffen.

Fazant: de fijne aromatische en kruidige smaak van wilde fazanten past uitstekend bij witloof, bij rode en witte kool, spruitjes en savooikool. Bij stoverijen horen meer uitgesproken smaken zoals appels, bessen en zuurkool.

Wilde eend heeft een specifieke rijke smaak en vraagt niet veel garnituur. Serveer er gekarameliseerde worteltjes of raapjes bij, uitjes of witloof, en gebakken fruit zoals peer en appel.

Jonge patrijs: de zachte en kort-vezelige structuur van het vlees laat zich goed combineren met peulvruchten, spruitjes, kolen, witloof en raapjes.

Bosduif: bij het fijne vlees zijn doperwtjes, artisjokken, gestoofde kropsla, schorseneren en paddestoelen op hun plaats.

Wild konijn: bij stoverij van wild konijn passen dezelfde garnituren als bij haas: gebakken appeltjes, veenbessen, peren gekookt in rode wijn en rode kool. Bij gebakken rug passen witloof, koolsoorten, puree van knolselder of een puree van groene koolstamppot.

Haas: zowel bij hazenrug als bij een stoverij van haas passen wintergroenten zoals spruitjes, witloof en schorseneren.

Ree: ree wordt in het voorjaar aangeboden en daarbij passen voorjaarsgroenten zoals peulen, asperges, de eerste raapjes en bietjes.

Edelhert: heeft een uitgesproken kruidige en intense wildsmaak en verdraagt groenten die wat meer uitgesproken smaken zoals spruitjes, pastinaak, rammenas, schorseneren, raapjes, koolrabi, witloof en paddestoelen, maar ook fruit zoals appelen, peren en bessen.

Everzwijn: bij dit kruidige en smaakvolle wild horen garnituren die de licht bittere toets opvangen en/of ondersteunen, dat zijn onder meer rode kool, rode biet met appeltjes, rode bessen, uitjes, raapjes, zuurkool en paddestoelen.

Recepten met groenten en wild vind je op http://groenten-wild.plantaardig.com

Groenten en gevoeligheid voor vorst, een overzicht.


sla_vorst Volgens de weersvoorspellingen komt de eerste nachtvorst vroeg dit jaar.
In de volgende tabel vindt u een schatting van de vorstgevoeligheid van groenten als ze niet afgedekt worden. Het is niet makkelijk dit in tabelvorm te zetten. Ik heb het toch geprobeerd. Het is een goed hulpmiddel voor de beginnende of de twijfelende moestuinder.

Er zijn hier en daar wel opmerkingen te maken, die zich niet in tabelvorm laten gieten. Zo bijvoorbeeld de gevoeligheid voor lentenachtvorst van de aardbeibloemen, maar niet de planten. Of dat sommige rassen bloemkool wel de vrieskou van niveau 2 kunnen verdragen, of dat aardpeer en rabarber wel degelijk bovengronds afsterft. Ook dat de vorstgevoeligheid afhangt van de hoeveelheid loof op de wortelen of op de knolselder.

Lees verder Groenten en gevoeligheid voor vorst, een overzicht.

De eerste nachtvorst (in 2007 en 2008)

Enkele foto’s van “slachtoffers” van een eerste nachtvorst of grondvorst, 21 oktober 2007 (+0,7°C, grondvorst) en op 30 oktober 2008 (-0,3°C).

2007 : De eerste slachtoffers lijken deze nacht, 21 oktober, gevallen. Zo vroeg waren we het hier niet meer gewoon. Op de thermometer was het nog net positief met 0,7°C, maar aan de grond heeft het duidelijk gevroren. De bladeren van de pompoenen en bonen, indien nog in de tuin, zijn vervroren hier in West-Vlaanderen op zo’n 30 km van de kust. Ook de postelein is kapot. Verder is de gewone kropsla en de ijsbergsla soms licht glazig door de grondvorst.
Ook enkele nog niet goed afgerijpte pompoenvruchten die nog buiten lagen vertonen glazige vlekken. De vruchten van pompoenen zijn immers uiterst gevoelig, net zoals de bladeren.

Hierbiij enkel foto’s uit 2007 en 2008, die allemaal hetzelfde kenmerk vertonen : verwelkte bladeren! Door de vorst gaat het water in de cellen uitzetten, waardoor deze gaan barsten. Daarbij gaat de stevigheid van het blad verloren. Na enkel dagen worden de bladeren bruin.

vorstschade6

Verwelkte pompoenbladeren

vorstschade5

Pompoenen worden glazig

vorstschade4vorstschade3

Links : Knopkruid is een signaalkruid om de eerste nachtvorst te detecteren!
Rechts : Andijvie overleeft nog die eerste nachtvorst, maar het posteleinplantje is ten dode opgeschreven

vorstschade2 

In de siertuin kan Dahlia als signaalplant voor de eerste nachtvorst dienen.

vorstschade1

Bij sla is de schade te merken aan glazig blad, afhankelijk van hoe erg het is kan dit al dan niet tot onherstelbare schade leiden.

vorstschadebonen2008

Bonen behoren eveneens tot de meest grondvorstgevoelige soorten.

vorstschadepaprika2008

Minipaprika’s telen gaat prima in open lucht, maar deze subtropische plant kan natuurlijk geen vorst verdragen.

Wat met de groenten bij de eerste nachtvorst

Dankzij het zachte najaar staan er nog heel wat groenten in de tuin, wat doen we ermee nu de eerste vorst zich aankondigt? Lees het in het artikel van GroentenInfo: Vorstgevoeligheid van de groenten

Vele groenten moeten nu of ten laatste eind november gerooid worden. Gelukkig kunnen we veel van deze groenten nog een tijdje bewaren. Hoe? Lees het in dit artikel over de bewaring van groenten

Speciaal over knolselderij bewaren is dit artikel al eens verschenen Knolselder(ij) met groen tijdens de wintermaanden : De nieuwe en de oude werkwijze

 

Wat meer uitleg over rode en witte kool bewaren vind je in dit artikel De rode en witte kool groeit tot ze barst.

 

Uit 2006: Ook andere moestuinders, hebben dankzij het zachte weer, nog heel wat groenten in de tuin staan.
**Zo ook bij
Jans Moestuin (klik). Zoals je op de foto’s kunt zien, is hij nog steeds volop aan het oogsten (sla, pastinaak, spinazie, groenlof, diverse kolen, wortels etc.) en uit de tuin aan het eten. Als er binnenkort nachtvorst komt dekt hij de kwetsbare groenten met oude vitrage af.
**Ook in
de moestuin van Daniel (klik) staan nog heel wat groenten in volle groei. Lees hoe hij de knolselder, rode biet en knolvenkel zal bewaren

De rode en witte kool groeit tot ze barst.

Wie sluitkool wil bewaren moet niet te vroeg zaaien. Bewaarkool wordt best gezaaid omstreeks half april en uitgeplant in juni. Voor een geslaagde bewaring is ook de rassenkeuze van belang. De bewaarrassen zijn rustige groeiers wat resulteert in een stevigere, langer bewaarbare kool.
Wie te vroeg zaait of plant zal al vlug merken dat de kolen niet langer kunnen blijven staan omdat ze zullen barsten. Ook wie de bewaarkool te lang op het land laat kan te maken krijgen met opengebarsten kolen. Zeker in dit uitzonderlijke zachte najaar bleven de bewaarkolen langer staan, en groeiden ze verder waardoor sommige exemplaren gevoeliger waren voor dit verschijnsel. Het kan verkeerd zijn te wachten op de eerste vorst vooraleer de bewaarkool binnen te halen. Ook kleinere kolen kunnen al vroeg tijdens de teelt barsten doordat er een groeistilstand (…droogte) is gevolgd door plots groeiherstel (…regen).
Er zijn verschillende bewaarwijzen. Er moet op gelet worden dat uitdroging, maar ook schimmelvorming geen kans maken. Een koele, maar vorstvrije plaats is ideaal.
Dan kan je ervoor kiezen de kolen omgekeerd op te hangen met stam en wortel, of in open houten kratten te bewaren, of gewoon op een rek in de kelder. klik op de foto’s voor vergroting
Lees alles over de teelt van rode kool
Teeltschema’s rode en witte kool
Tip van een lezer:

Om het barsten van witte en rode kolen te vermijden, geef ik volgende tip. Vrees je dat de kolen zulen gaan barsten omdat ze helemaal volgroeid zijn dan kan je proberen de plant met de spitvork wat op te lichten. Zo vermindert de groei en zal de kool minder snel barsten.

Deze methode moet je wel met de nodige omzichtigheid toepassen. In te droge periodes en bij te veel losmaken van de wortels kan de plant té veel vocht verliezen.

Knoflook telen

“Knoflook moet bij voorkeur in oktober, ten laatste begin november worden geplant. Wanneer toch later wordt geplant kan structuurbederf optreden, waardoor de opbrengst lager uitvalt. Vooral op wat zwaardere grond is dat het geval. Daar komt nog bij dat de bodemtemperatuur niet lager mag zijn dan 7 à 10°C, omdat anders de planten niet goed weggroeien. Later planten – in het voorjaar – kan wel maar dan met andere rassen. Voor een goede ontwikkeling heeft knoflook een koudeperiode nodig van een tweetal maanden. Daarom geeft planten in het najaar de beste opbrengst. Vooral in een flauwe zomer is een voorjaarsplanting dikwijls een tegenvaller. ”

Lees dit artikel op Groenteninfo