Alle berichten van GroentenInfo

GroentenInfo

Knoflook telen (door Willem)

“Ongeveer 30 jaar teel ik (in Nederland) knoflook voor eigen gebruik. Een echte misoogst heb ik nooit gehad. Wel wisselt het resultaat van jaar tot jaar……”
Lees deze uitgebreide lezersreactie hier verder.

In deze categorie “moestuintips van lezers” (gelezen en goedgekeurd door de redactie) wordt het beste uit 6 jaar lezersreacties in de kijker geplaatst. We beginnen vandaag met de meest recente tip die zopas op de website ingediend werd door Willem. Samen kennen en kunnen we meer!

Tomaten telen : waarom, hoe en wanneer blad snijden? – deel 2

Deel 2 Hoe en wanneer blad snijden?

Het vervolg op deel 1 over “Waarom blad snijden bij tomaten” (link), met een praktische handleiding, in woord én in beeld hoe je kunt te werk gaan. 

InlineRepresentation76f5dcb7-9853-4efb-ace6-bac2c2366acd[13] 

Hoe? Snijden of knippen.

In dit artikel gaan we uit van blad snijden of knippen. Het plukken of afbreken van de bladeren is niet aan te raden. Uit jarenlang onderzoek en ervaring bij professionele kwekers is gebleken dat er minder kans is op (botrytis)schimmel op de wonde als er gesneden of geknipt wordt, zo staat vermeld op de website www.botrytis.be. Alles wat uitsteekt en  dan afsterft, maar aan de plant blijft is later een potentiële bron van botrytis.
Snijd de bladeren met een scherp mes weg tot tegen de stam. Doe dit in de ochtend en als een zonnige dag verwacht wordt. Zo kan de wonde mooi opdrogen. 

IMG_2636 IMG_2640
Foto links : rafelige wonde door het plukken, kraken van het blad.
Foto rechts : gladde wonde door snijden van het blad

Wanneer blad snijden?

Daartoe hebben de we de teeltperiode onderverdeeld in verschillende fases.

I. Bloei tros 1 : Op dat moment komt het zelden voor dat er al te veel bladmassa is. De plant is pas geplant en vertoont nog niet een echt sterke groei. Vergeelde blaadjes onderaan de plant kunnen wel weggesneden worden. Als, bij de sterker groeiende tomatenplanten, een paar bladeren op de grond hangen, kan je die wel verwijderen. 

II. Bloei tros 2 :  De onderste 3-4 bladeren kunnen nu definitief weggesneden worden. Sommige daarvan zijn al verwijderd bij de vorige stap (bloei tros 1). 

 III. Bloei tros 2 en tros 3 : Bij zwakker groeiende planten hoeft er niets te gebeuren. In deze fase is er de vuistregel bij een sterk groeiend gewas : je moet de bloemen zien, je moet de vruchten zien hangen. Er zal dan ook al eens een blad boven de tros weggenomen worden om dat te bereiken. Een andere mogelijkheid in deze fase, toegepast door sommige hobbyuinders en bij sterk groeiende planten, is dat de bladeren wat ingekort worden. Persoonlijk vind ik dit minder makkelijk werken. 

IV. Bloei tros 4-5-6 : In deze periode zal het zelden voorkomen dat we bladeren wegnemen. De groei zal door het toenemend aantal vruchten verminderen, de stengeldikte wordt minder en de bladeren worden korter en kleiner. Enkel bij geënte planten kan de groei soms heftig blijven doorgaan. In dat geval blijven we de vuistregel van de vorige fase toepassen. 

V. Bloei tros 6-7 : De bloei van de zevende tros valt veelal samen met de eerste rijpende vruchten. Dan nemen we alle blad weg tot juist onder de rijpende tros. Deze bladeren zijn verouderd, dikwijls al wat geel en gekruld. Hoe dan ook, de plant heeft maar drie bladeren per tros nodig.
Niet teveel blad in één keer afnemen is aangewezen, beter vijf dagen tussenlaten als er meer dan drie bladeren in één keer moeten verwijderd worden om tot aan de eerste tros te geraken. 

VI. Vanaf het toppen : We gaan uit van de situatie dat de plant getopt is op zes zeven trossen. Vanaf nu gaat de bladpluk geleidelijk verder, in hetzelfde ritme als de oogst. Per tros die  aan het rijpen gaat  kunnen we drie bladeren meer afplukken tot juist onder de hoogste, rijpende tros. Is er nog één of twee vruchten of wat kleintjes die blijven hangen zijn, dan rekenen we deze niet mee en beschouwen we dit als een rijpende tros. Daar gaan we mee door tot aan de derde tros. Is het nog volop zomer, dan wachten we nog even om hogerop mee te gaan met de rijpende tros. Zoniet ontstaan er teveel nadelen zoals beschreven in deel 1 van dit artikel, vooral kwaliteitsproblemen op de vruchten dus. 

VII. Vanaf half augustus : Als er op dat moment geen  zomerse dagen (+25°C) zijn,  gaan we  iets drastischer te werk gaan bij het blad plukken. We maken een soort inhaalbeweging, waardoor de tros die pas begonnen is met rijpen ook bloot komt te staan. Die inhaalbeweging maken we door om 5-7 dagen drie bladeren weg te nemen. Zo komen we zeker tegen september zover dat ook de hoogst rijpende tros in de zon komt te hangen. Vanaf dan is de regel drie bladeren per tros die nog niet begonnen is  met rijpen en de hoogst hangende rijpe tros. Drie bladeren per tros zijn  nodig om te vermijden dat de plant teveel water richting vruchten stuurt, met barsten tot gevolg. Het is dan ook absoluut nodig de watergift aan te passen aan het verminderende aantal bladeren. Vanaf september zal de watergift minimaal zijn. 

Besluit : blad knippen zal in het begin vooral gericht zijn op het evenwicht tussen blad en vrucht herstellen, terwijl later op het seizoen blad knippen nodig is om overtollig blad weg te nemen.  Nog later zal blad wegnemen ervoor zorgen dat de rijping bevorderd wordt. 

Fasen van het blad snijden in beeld.

Met dank aan Herman de Moor voor de foto’s, afkomstig uit zijn artikels in de serie teelt van geënte tomaten en teelt in potten. Alsook voor het meedenken bij het opstellen van dit artikel. 

serre_tomaten_herman1 SSA50611blad-snijden-afhangend-blad 

fase I.
Foto’s : Vlak na het planten is de bladgroei zeker nog niet weelderig, de de onderste blaadjes vergelen soms of hangen wat op de grond en  deze kunnen dan ook al snel verwijderd worden. 

serre_tomaten_herman2 serre_tomaten_herman4 

fase III.
Foto links en rechts : bij deze planten is er een sterke groei, de stam is dik, de bladeren zijn lang en en je ziet haast geen bloemen of vruchten. 

serre_tomaten_herman5 serre_tomaten_herman6 

fase III en IV.
Op deze foto zie je dat er boven de tros een blad weggenomen werd. Zo verbetert de “doorkijkbaarheid” van de plant. Op de rechterfoto zie je dezelfde planten op het moment dat de eerste tros aan het rijpen gaat (zie onderaan de plant). Een signaal om te starten met de “de echte” bladpluk. 

serre_tomaten_herman8  

fase V
Op deze foto zie je dat er blad verwijderd werd, mee met de rijpende tros. 

SSA58754  SSA58758 

fase VI en VII
Nog later op het seizoen, na half augustus zullen we hoger dan de derde tros ook bladeren verwijderen, echter nooit hoger dan de laatst rijpende tros. Zo zie je dat bij de planten achteraan de foto het blad snijden al verder gevorderd is. 

Natuurlijk zijn we benieuwd naar uw bemerkingen bij deze richtlijnen over blad snijden bij tomaten. Alsook zijn we nieuwsgierig naar uw eigen methode. Laat ze weten in de reactiebox hieronder.

De tomatenteelt : waarom, hoe en wanneer blad snijden? – deel 1

InlineRepresentation32c99033-7e62-4d65-b6a1-2fc72d7ee75b[6]

Deel 1 Waarom blad snijden?

Inleiding

Blad snijden, blad plukken, blad knippen, enz… deze vraag komt heel dikwijls terug. En telkens kan je daar vrij goed, kort en bondig op antwoorden. Voor die ene vraag, die ene situatie wel te verstaan!
Maar, wat gebeurt er als je plots al die vragen, al die situaties, al die kweekomstandigheden samenlegt? Dan wordt dit een heel ander verhaal!
Dan kan je dat niet in een paar zinnen op antwoorden. Dan moet er gewoonweg één en ander verondersteld worden worden en komen er verschillende adviezen naargelang de veronderstelling.

Daardoor is dit ook een artikel geworden in twee delen, hopelijk vindt u dat niet erg en kan het voor u een leidraad zijn bij het blad snijden van tomaten. Je kan de artikels printen door op de printknop net onder de grote blauwe titel te klikken.

En toch kan niet alles in dit artikel. Er zijn nog wel een paar andere wegen naar Rome, ook wat betreft het bladplukken. Je kan deze vanaf morgen kwijt in de reactiebox. De reactiebox van dit artikel laten we nog even gesloten, tot morgen het tweede deel verschijnt.

1.1 Wat bepaalt de bladhoeveelheid aan een tomatenplant.

Niets zo moeilijk als de hoeveelheid blad aan een tomatenplant omschrijven. Het gaat ook niet altijd om de bladhoeveelheid, maar ook over de afstand tussen twee bladeren, de internodiën genoemd. Sommige rassen vertonen lange internodiën, ander korte internodiën. Bij deze met korte internodiën zal er al sneller de indruk bestaan dat er teveel blad aan de plant zit. Bij deze met lange internodiën is het geheel luchtiger en lijkt het minder nodig om blad weg te nemen.

Er is niet alleen de afstand tussen de bladeren, er is ook de bladlengte. De bladlengte kan rasgebonden zijn. Maar deze wordt nog meer beïnvloed worden door de groeiwijze. Is de groei vrij sterk, dan zullen de bladeren vooral veel langer worden. Een uitzondering daarop zijn de krulkoppen bij zeer sterke groei in het begin van de teelt.

snoeptomaat-oranje-rood-28-juni-20106

Foto :  veel kleinvruchtige tomatensoorten groeien van nature “langer” uit, dat wil zeggen langere internodiën, en langere bladeren. Daardoor lijkt de plant veel luchtiger van groei, ook al is de groei eigenlijk zeer sterk, zoals bij deze miniroma tomaten (snoeptomaatjes).
Maar ook bij grootvruchtige soorten is er een verschil. Zo zal Tamaris met veel langere internodiën groeien dan Pyros. (zie foto’s en rasbeschrijving
artikel hybriderassen bij tomaten) Te lange internodiën zijn nadelig in lage serres, de plant groeit rapper tot in het dak.

1.2. Hoe zie je dat er teveel blad is?

Het gaat erom dat je de bloemtrossen, en later de vruchten, nog ziet zitten als je enige afstand van de plant neemt. Sta je een eindje van de plant af en is de bloemtros niet zichtbaar, of zie je met moeite een glimmende vlekje van de nog jonge, groene vruchten, dan is er echt wel blad teveel aan de planten. De plantstructuur moet ‘open’ zijn.

In de praktijk kan je, wat betreft bladhoeveelheid, een onderscheid  maken tussen geënte planten en niet geënte.

Geënte planten en ook wel goed groeiende hybridesoorten zullen eigenlijk de hele teelt door een dicht en lang blad vertonen, dichte plantstructuur.

De andere zullen vooral tot aan de vierde tros veel blad vormen, daarna wordt het meestal minder, en is er een open plantstructuur. (groeiperiodes, zie artikel).

Anderzijds kan bij precies dezelfde plant, met precies evenveel blad, er toch een verschil zijn wat betreft blad snijden. Dus “te veel” blad is niet altijd “te veel” blad”. Hierbij denk ik vooral aan planten die, of slechts met twee – drie in de kas staan, of op ruime afstand staan, of vlak bij het glas van de serre staan. Deze planten zullen veel beter belicht worden dan planten die met tien of veel meer, relatief dicht op elkaar staan. Dit tegenover planten die in een minder zonrijke omgeving staan, hetzij door enkel uren schaduw overdag, hetzij door een minder lichtdoorlatende serre.

Het is duidelijk dat er in de eerste situatie zelfs schade kan berokkend worden door teveel blad weg te nemen en dit met de nodig voorzichtigheid moet gebeuren.

IMG_2612

Foto : Te veel of te weinig blad? Deze tomaten zijn net niet, net wel zichtbaar. Bij deze tomatenplanten lijkt het misschien of er  teveel blad is, maar deze planten staan aan de zijkant van de serre, die niet afgewit is. Ze ontvangen dus dagelijks heel veel zonlicht.  Staan deze planten in een afgeschermde, afgewitte serre, of hebben ze veel schaduw door een rij tomaten of een andere reden, of is het al na half augustus, dan kunnen we wel zeggen dat er teveel blad is.

1.3. Hoe de bladhoeveelheid beïnvloeden?

In eerste instantie : liever iets te veel blad, dan te weinig  blad. Is er teveel blad, dan kunnen we dit nog wegsnijden. Van een plant met veel plant zijn we zeker dat de plant goede wortels heeft en goed doorgroeit. Weinig blad van in het begin wijst dikwijls op een zwakke groei, bijvoorbeeld door één of andere vorm van bodemmoeheid.

Het enig wat we in de hand hebben om de hoeveelheid blad bij tomaten ietwat in toom te houden is de bemesting en de watergift. Een stikstofrijke bemesting is uit den boze, kies voor een kaliumrijke bemesting.

1.4. Nadelen van te veel blad aan de tomatenplanten

Mindere kwaliteit van de bloemen omdat een sterk groeiende plant minder energie in de generatieve groei zal stoppen. De slechtere bloemkwaliteit heeft een minder goede vruchtzetting tot gevolg.

– De nadelen van een slechtere bloemkwaliteit komen nog meer naar voren omdat de bloemen, verscholen tussen de bladeren, niet zo goed opdrogen. Het stuifmeel blijft langer nat en komt minder gemakkelijk los bij het trillen. Het geraakt dus niet op de stamper van de bloem. (zie artikel vruchtzetting)

Minder grote vruchten omdat de plant teveel energie in de vorming van de bladeren stopt.

Minder luchtcirculatie in en rond de plant, vruchten en bladeren die nat zijn drogen minder snel op, meer kans op schimmels (vooral aardappelziekte en botrytis en bladvlekkenziekte).

Natte bladeren zullen niet zoveel voorkomen bij een teelt in een glazen kas, maar wel meer in een plastieken tunnel ten gevolge van de condensdruppels die zich  vormen op de plastiek. Toch zijn natte vruchten ondanks de beste zorgen soms moeilijk te vermijden. Na een koude nacht is de kans condensvorming op de vruchten in de serre groot.

1.5. Nadelen van te weinig blad aan de planten

Te weinig fotosynthese  om vruchten te kunnen laten uitgroeien, zowel in aantal als in grootte.

– Door te weinig blad is er ook te weinig microklimaat in de kas. Daarmee wordt bedoeld dat in een serre waar te weinig blad in staat, de temperatuur hoger oploopt en de luchtvochtigheid verlaagt. Een professionele tomatenkas kan in de voormiddag zelfs koeler zijn dan de buitentemperatuur. De verdampende bladeren hebben altijd een koelend effect.

De vruchten hangen te veel in de zon, met als voornaamste problemen minder goede kleuring (link) en ruwe vruchten  tot gevolg.

De plant kan niet voldoende verdampen, met bij minder goed weer snel scheuren van de vruchten.

Deze laatste twee kunnen ook door de tuinder veroorzaakt worden,  door het te vroeg en te veel wegnemen van blad

1.6. Voordelen van minder blad aan de planten

– Meer energie over voor de vruchtvorming.

– De tomaten, alhoewel niet in de volle zon, warmen toch beter op en zullen beter rijpen. Dit voordeel kunnen we vooral laten gelden vanaf half augustus om te vermijden dat de vruchten te warm worden en groenkragen krijgen.

– De tomaten en de bladeren drogen sneller op, minder kans op schimmelinfecties.

Deel 1 : besluit.

 Een evenwicht op de tomatenplant tussen blad en vrucht is nodig. Om zo een goede vruchtzetting en voldoende grote vruchten te bekomen, maar ook om de kwaliteit van de vruchten te verzekeren. Later op het seizoen komt meer en meer de nadruk te liggen op minder vocht, snel opdrogen van de plant en zonnewarmte voor de vruchten, zodat ze sneller rijpen.  Er is dan minder blad op de plant gewenst.

Lees nu ook deel 2  Hoe en wanneer blad snijden?


11 tips om langer van uw courgetteplanten te genieten.

Courgette
http://www.plantaardig.com/groenteninfo/images/courgette.jpg
Beschrijving
Een vruchtgroente voor de moestuin, die in open lucht kan geteeld worden. Te planten na 15 mei. Oogst tot oktober.

    • Is courgette interessant voor mijn moestuin?

      Antwoord door :

      Deze groente is productief en gemakkelijk te telen. Een aanrader! Ook voor beginners. En met deze tien tips wordt het nog beter, je hoeft ze zeker niet alle tien toe te passen! Maar, het helpt wel.
      9 op 10 punten is het minste wat we deze groente kunnen geven. Dit betekent : uiterst geschikt voor iedere groentetuin.

  • InlineRepresentation52641ef1-3cc6-48d8-b6f4-7a13e979bc9a[15]

    Kent u dat ook?
    De hele zomer lang volop courgettes, te veel om goed te zijn. En dan, zo na half augustus, gaat de plant wat zieltogen en is het in september al bijna gedaan met courgettes oogsten. Misschien dat deze 11 tips dit scenario wat kunnen uitstellen?
    Lees de 11 tips hier.

    1. Zorg voor een humusrijke en voedzame grond.

    Werk extra compost in, daar houden alle pompoenachtigen van. Geef ook een flinke dosis traagwerkende meststof met voldoende stikstof, maar ook veel kalium. Een type tomatenmeststof of type aardappelmeststof is goed. Organische handelsmeststof is hier op zijn plaats omdat we graag hebben dat de meststof lang blijft werken. Gebruik daarvan 150g/m² als je geen stalmest gebruikt hebt, anders 100 g/m². De hoeveelheden per plant gerekend zijn ongeveer dezelfde, aangezien er bij courgettes eigenlijk maar één plant per m² staat.

    2.  Plant op worteldoek.

    Dit zorgt ervoor dat de grond steeds goed van structuur  en kruimelig blijft. Courgette is immers van dezelfde familie als pompoenen en die houden ook van een humeuze, luchtige grond. Zware grond die dichtgeslagen is door een onweersbui is niet aan hen besteed.

    3. Plaats een stok

    Doe dit van bij  het begin van de teelt. En bind de plant om de twee weken vast met een touwtje. Een courgette die lang blijft doorgroeien kan met zijn stengel best een meter hoogte bereiken. Zet je geen stok, dan ligt die stengel de hele tijd op de grond. Met meer kans op schimmel op blad en vrucht en een minder goede bloei en vruchtzetting.

    courgette-serrecourgette2

    Foto’s : in dit geval worden 2 bamboestokken gebruikt bij courgettes in de kas, waartussen de stam begeleid wordt. Het is toch even opletten bij het oogsten als de stokken niet zo lang zijn, vandaar het bloempotje bij de stokken.

    4. Geen grote vruchten.

    Alhoewel verleidelijk (voor de soep), laat de vruchten nooit zwaar worden. Wil je meer volume van de oogst, plant dan een paar planten extra.Kijk eens naar de courgettes die je in het schap van de groentewinkel vindt. Deze wegen slechts 300 à 400 gram. Misschien wil je wel iets zwaarder, maar hou het toch maar bij 600 gram. Zo blijf je groeikracht in plant houden.

    Zoek ook goed naar eventuele vergeten exemplaren die zich schuil houden onder dicht gebladerte. Eén zo’n verscholen kanjer van een paar kilogram kan de hele plant doen stil vallen en snel doen verouderen.

    courgette3

    Foto : Ook ronde courgettes laat je best niet te groot worden. Dit exemplaar zuigt de plant helemaal leeg.

    5. Blad snijden.

    Deze maatregel is vrij onbekend en zeker niet gebruikelijk bij de hobbytuinder. Neem vanaf halfweg de teelt, als de plant nog goede in de groei s (ongeveer begin augustus) wat blad weg. Zodat de plant haar energie daar niet meer hoeft in te steken.

    Vooral blad dat volledig plat op de grond ligt, beschadigd en verouderd is kan weggenomen worden. Snij niet tot tegen de stam, maar laat bladstelen van zo’n 20 cm over. De stam van courgette is te gevoelig voor rot.  Kies dan ook een droge tweedaagse uit om dit te doen. Een tiental uitgegroeide bladeren per plant aanhouden is voldoende.

    courgette4

    Foto : deze plant kreeg alle ruimte om te groeien.  Je ziet onderaan bladeren die  bedekt zijn door de bladeren erboven. Als er veel planten samen staan zijn er de onderste bladeren nog meer bedekt en volledig uit het licht. Deze kunnen eigenlijk beter verwijderd worden, omdat zij toch alleen maar energie kosten aan de plant. Wel niet overdrijven in het blad snijden.

    6. Water geven

    Geef water bij droogte. Een courgetteplant kan heel veel verdampen. Bij warm en droog weer wordt er regelmatig water gegeven. Zo hou je de groei op gang en blijft de plant langer jong. Probeer water te geven aan de voet van de plant en onder de bladeren, dit is niet altijd makkelijk. Een bevloeiingssysteem met druppelaars is bij courgette een niet altijd realistisch ideaal. Dus kan je, na het planten, een plastiek bloempot naast de plant zetten en in de grond. Zo kan je daar steeds water ingieten.

    7. Bijbemesten

    Is ook nodig om de groei op gang te houden. Best is vloeibare meststoffen te gebruiken, met een hoog kaliumgehalte, type tomatenmeststof is goed. Of je kan (is goedkoper) meststof oplossen in het gietwater. Zoals door Herman beschreven in zijn artikel over tomaten. Bijvoorbeeld roze korrel oplossen aan een dosis van 2 gram per liter.

    Hier kan ook de bloempot van pas komen. Strooi wekelijks een koffielepel meststof in deze bloempot en giet dan daarin water, zo zal de meststof geleidelijk oplossen. Dit is iets wat ik geleerd heb van één van onze lezers in één van de reacties op de site. In buitenteelten is dit echter niet altijd goed toepasbaar, als het een regenachtige periode is en de plant niet altijd water nodig heeft, zal de meststof langer blijven liggen. Dan kan je best vloeibare messtof gebruiken.

    Zomaar wat meststof aan de voet van de plant brengen is bij courgette niet goed toepasbaar. De regen geraakt niet makkelijk bij de voet van de plant omwille van de grote bladeren die erboven hangen.

    8.  Verwijder niet uitgegroeide vruchten.

    Zoek ook regelmatig naar klein blijvende, niet gezette vruchten. Deze rotten aan de plant en zijn een bron van botrytis schimmelsporen. (artikel bevruchting bij courgettes )

    courgette1 courgette-botrytis

    Foto’s : ook niet bevruchte courgettes groeien nog, maar zijn eigenlijk niet zo aantrekkelijk om te gebruiken. Best in jong stadium verwijderen, voor ze energie van de plant afnemen. Want ze kunnen ook snel rotten door botrytis (foto rechts)

    9. Echte meeldauw

    Laat echte meeldauw niet zijn gang gaan. Dikwijls wordt echte meeldauw, als die pas opduikt na half augustus, niet meer bestreden. Wil je langer genieten van de plant, dan kan je die bestrijden met spuitzwavel. Doe, van zodra de eerste symptomen er zijn, alvast een behandeling en herhaal dit om de twee weken. Tijdig behandelen is een voorwaarde om te slagen. Wees dus bedicht op ronde, witte, poederachtige vlekjes, die je gemakkelijk kan afwrijven.

    courgette7

    Op deze foto kun je de verwarring zien die ontstaat bij veel beginnende courgettetelers. Rechts een gezond blad, met wat grijze vlekken, eigen aan courgettes. Links en ook helemaal linksboven op de rand van de foto, zie je bladeren bedekt met poederachtige, witte rond vlekjes, dit is dan wel echte meeldauw. Op de foto bij tip 5 zie je nog veel meer grijze vlekken omdat het een ander courgetteras is. Ook dit is geen echte meeldauw.

    10. Vermijd bladluizen.

    Waarom? Zij zijn de overbrengers van virusziekten.
    Professionele courgettetelers hanteren dan ook de nultolerantie ten opzichte van bladluizen in hun gewas. De kans op een sterke virusverspreiding door de bladlzuizen is zeer groot.

    Behandel courgettes tegen bladluizen van zodra je er opmerkt. Er zijn verschillende biologische middelen beschikbaar, op basis van vetzuren of pyrethrum. Ik verkies hier de biologische middelen omdat we de bestuivers, de bijen en hommels niet mogen raken. Doe de behandeling dan ook  ‘s avonds met kortwerkende middelen.

    11. Viruszieke planten verwijderen.

    Een probleem dat dikwijls door hobbytuinders niet als dusdanig herkent wordt zijn virusaantastingen. De plant blijft toch nog doorgroeien. Maar je ziet dat de bladeren iets kleiner blijven en in meer of mindere mate misvormd zijn.
    Ook de vruchtzetting blijft dikwijls doorgaan. Maar vruchten bevatten putjes, bruine of donkergroene vlekjes, of zijn misvormd.

    Heb je veel courgetteplanten, verwijder dan de viruszieke plant. Probleem is dat de plant al aangetast is voordat je het met het blote oog ziet. De besmetting naar andere planten, via het oogstmes, kan dan ook al gebeurd zijn. Wil je dit vermijden, dop dan het mes in melk vooraleer je aan een andere plant gaat snijden.

    courgette_virus (3) courgette5

    Foto : Virusaantasting doet vruchten en bladeren misvormen en verkleuren.

    Extra tip.

    Alhoewel niet helemaal overeenkomend met de  titel is de tip courgettes te zaaien tot eind juni (artikel)  ook toepasbaar om laat op het seizoen van courgettes te genieten.

    Hebt u ook nuttige tips om courgettes te telen?
    Laat het weten in de reactiebox hieronder.

    Kookdemonstratie “Wokken met groenten”

    Elk weekend tot en met november gaan in de groenteafdeling van grote winkelpunten in Vlaanderen hostessen aan de slag met gezonde én lekkere Flandria-groenten. Tijdens de kookdemonstraties kunnen bezoekers smullen van vers gewokte Flandria-groenten. In de zomermaanden willen de frisse klassiekers sla, tomaat en komkommer de consument bekoren. In de herfst komen heerlijke champignons en witloof hun kwaliteit als wokgroente bewijzen.

    De overzichtslijst van de wokacties in de tweede helft van augustus en september, telkens op vrijdag en zaterdag in volgende winkelpunten.

    Bekijk ook de speciale mini-website Recepten voor een wok met groenten.

    20 en 21 augustus

    Colruyt Blankenberge, Colruyt Vorst, Colruyt Woluwe.

    27 en 28 augustus

    Carrefour Zemst, Carrefour Korbeek-Lo, Carrefour Ninove, Carrefour Auderghem en Carrefour Wépion.

    3 en 4 september

    Carrefour St Denijs Westrem, Carrefour St Eloois Vijve, Carrefour Oostakker, Carrefour Bierges, Carrefour Bomerée

    10 en 11 september

    Colruyt Hamme, Colruyt Mechelen, Colruyt Ninove, Spar Merchtem

    17 en 18 september

    Colruyt Westmalle, Colruyt Bredene, Colruyt Torhout, Spar Deurne, Spar Hofstade-Zemst

    24 en 25 september

    Carrefour Burcht, Carrefour Koksijde, Carrefour Brugge B Park, Carrefour Soignies, Carrefour Jambes

    Het groeiverloop van een een tomatenteelt in de kas.

    Een artikel om te printen, voor gevorderde hobby-tomatentelers of voor wie ambitie heeft dit te worden.

    In dit artikel leer je meer over de groeicurve van een tomatenplant. Wanneer kan je de sterkste groei verwachten? Wanneer zal het met de groei eerder bergaf gaan. Wat zijn de oorzaken daarvan? Wat zijn de signalen die de plant daartoe geeft. En hoe kunnen we daar met de teeltwijze wat op in spelen?

    Ook in het licht van blad snijden, leek het mij nuttig even het groeiverloop van een tomatenplant te bespreken. Over blad snijden komt er binnenkort een artikel en blad snijden is des te meer nodig als de plant sterker groeit.

    Om alles in een juist kader te plaatsen heb ik even een brochure voor beroepstuinders, uitgebracht halfweg de jaren zeventig, uit mijn archief opgediept. 

    “Fysiologische ziekten bij tomaten”, auteur A. Goossens, en uitgegeven door het Tuinbouwbouwconsulentschap van de Boerenbond, die nog steeds correcte informatie bevat die ter inspiratie kan dienen voor de hobbyteler van de middelmatige tot grootvruchtige tomatenrassen in de kas. Ik gebruikte de brochure al eerder ter inspiratie voor dit artikel over bestuiving en vruchtzetting bij tomaat. 

    Uiteindelijk bleef er, na een paar keer herschrijven, van de oorspronkelijk tekst niet zoveel meer over, vandaar dat je door te klikken op deze figuurtjes ook de oorspronkelijke tekst nog eens kan lezen.

    brochurevoorkant 001 001 verloop van de groei 001

    De teeltwijze van de hobbyteler nu (en toen)  is immers vergelijkbaar met de teeltwijze zoals vroeger ook de tuinders teelden. De kassen waren toen veel kleiner, en lager. Het verluchten van de kas moest manueel en op tijd gebeuren. En water geven, dat moest iedere dag opnieuw bekeken worden of het wel nodig was. Verder waren de rassen minder groeikrachtig en minder productief dan nu, met veel kwaaltjes die je nu in de moderne rassen niet meer terug vindt. En van substraatteelt was nog geen sprake.

    Het enige verschil met toen is eigenlijk de rassenkeuze. Terwijl in de jaren zestig F1 hybriden ook bij de beroepstelers nog niet aanwezig waren, zijn deze nu voor iedere (hobby)tuinder verkrijgbaar. Dit is vooral van belang bij de bespreking van “periode C”, verderop in dit artikel.

    Grafiek : overzicht van het verloop van de groei van een tomatenplant.

    groeiperiodes%20tomaaat%20001

    Periode A. De periode van matige groei, vanaf het uitplanten tot ongeveer 10-14 dagen daarna, (periode tot juist voor de  bloei 2de tros)


    Storingen
    De groei van de plant wordt in de tijd onmiddellijk na het planten dikwijls gestoord. Dit kan één of meerdere oorzaken hebben. Zoals wortelbreuk, beschadiging van de grondkluit, plantbeschadiging, transport, verandering van klimaat, enz…
    Wie zelf planten teelt kan veel van deze dingen sterk minimaliseren. Wie zijn planten aankoopt in het tuincentrum zal iets meer van de voornoemde storingen ondervinden. Zoals het hier opgesomd staat, lijkt het wel of dit niet meer goed komt :-). Zo erg is het nu ook weer niet.

    Afharden
    Hoe dan ook wordt het groeiritme door het uitplanten een beetje verstoord. Dit staat dan wel in verhouding tot de behandeling van de plant en de verandering van het klimaat. Stevig afgeharde planten hebben er het minst van te lijden. ||Afharden van tomatenplanten doe je  door ze eerst nog enkele dagen, in de pot, in de de serre te plaatsen en ze pas enkel dagen later uit te planten. Zowel voor zelf opgekweekte planten uit een andere ruimte, als voor aangekochte planten is dit toch wel een aanrader.||

    Het leed verzachten.
    Een voldoende warme bodem en aangieten met lauw water bij het planten is ook goed. In die periode zullen we bij warm weer ook meer secuur te werk gaan bij het watergeven. Het wortelstelsel is nog beperkt en de voorraad water waar de plant bij kan is eerder klein. Regelmatig met kleine beetjes water geven is bij warm weer in deze eerste tien dagen dan ook nodig. Zo hou je de plant in de groei en kan ze stilaan haar wortelstelsel uitbreiden.
    Verder zorg je natuurlijk voor een plant die nog steeds in de groei is als je ze uitplant. Misschien is het nog nodig om de plant in de pot wat bij te bemesten. Vergeeld blad aan tomatenplanten klaar om uit te planten moet je vermijden.

    Inwortelen.
    Maar hoe hard je ook je best doet, de plant moet in die periode de tijd krijgen om in te wortelen. En dat alleen is al voldoende opdat de groei de eerste 7-10 dagen eerder aan de zwakke kant zal zijn. Alle bladeren onder de eerste tros zullen dan ook nog niet zo heel groot zijn.

    Plantleeftijd.
    Tot slot nog dit  : als je zeer jonge planten uitplant zullen deze sneller inwortelen en uiteindelijk al veel vroeger een sterke groei vertonen. De periode van matige groei is dan veel korter. Maar de tweede periode zal des te sterker zijn. Waarschijnlijk in veel gevallen te sterk, met zelfs slechte vruchtzetting en overdreven krulkoppen tot gevolg. Vandaar het advies om een tomatenplant uit te planten als de eerste bloem binnen de week open zal gaan. Wie kleiner plant heeft dus te “te sterke” groeiproblemen. Bij wie groter plant zal de periode van matige groei langer duren en meer zichtbaar zijn. De plant moet dan immers twee dingen doen : inwortelen en vruchten zetten. Dit gaat hoe dan ook onvermijdelijk ten koste van de inworteling die trager zal verlopen.

    tomatenplant_geworteld (2)

    SSA50553 (2)

    Foto links : de periode van uitplanten veroorzaakt steeds een lichte storing in de groei (zie ook artikel tomaten planten)

    Foto rechts : wie dergelijke kleine plantjes uitplant maakt veel kans om later in periode twee in veel te sterke groei terecht te komen, met vooral hevige krulkoppen en slechte bloemkwaliteit.

    .

    Periode B. Sterke groei.(vanaf bloei 2de tros tot bloei vierde tros) 

     
    Nadat de plant zich aan het nieuwe milieu heeft aangepast kan de tomatenplant plots zeer sterk gaan groeien. Het contrast met de vorige periode kan plots opvallend groot zijn. De planten zijn dan nog niet aangetast door ziekten, de wortels zijn gezond (kurkwortel!) en aan de plant hangen nog geen vruchten (zie trossnoei bij vleestomaten). De wortelvorming wordt nu nog niet afgeremd doordat energie voor de vruchtvorming gevraagd wordt. De wortelgroei is in deze periode maximaal. Ze volstaat ruimschoots voor het gedeelte van de plant dat zich boven de grond bevindt. De groei is in deze periode soms té sterk. Met teveel  bladoppervlakte en/of krulkoppen (artikel) tot gevolg. Ook mergnecrose (zie kaderstuk in dit artikel) kan heel soms een gevolg zijn van overdreven sterke groei.

    Enkele kenmerken van de tomatenplant in deze periode van sterke groei zijn:

    – De stam in de kop van de plant is dikker dan onderaan.
    Kulkoppen (link)
    – Indien geen krulkoppen, dan toch lang en breed blad, met dikwijls korte afstand tussen twee bladeren.
    – Steektrossen, vertakte trossen met dubbele bloemen. Scheuten (dieven) die op het einde van de tros groeien.
    – Gutteren van de bladeren (zie het artikel Gutteren bij glasgroenten: een aanwijzing van goede groeikracht.)
    Tomaat_krulkop (2)
    Op deze foto, ingestuurd door een lezer, zie je dat de plant de eerste periode van matig groei voorbij is en aanzet maakt naar sterke groei. De lichte krulling in de kop van de plant is duidelijk zichtbaar.  De bladeren bovenin de plant zijn groter en langer. En de stengel is eveneens dikker bovenaan dan onderaan.

    SSA50762 (2) tomaten-gutteren (2)
    Foto links : Op deze foto zie je dat er een dief groeit op het einde van de tros. Ook meestal een teken van sterke groei.
     
    Foto rechts : ‘s morgen zie je wat druppeltjes aan de bladeren hangen. Dit is geen dauw, maar is afkomstig van de worteldruk (gutteren). Ook een teken van een sterk wortelstelsel.

    Wat te doen?

    Afhankelijk van de omstandigheden zullen we  proberen die hele sterke groei wat te temperen. Hoe sterk die beheersing van de groei mag zijn hangt af van het groeimilieu en van het geteelde tomatenras. Is het relatief nieuwe grond (d.w.z. grond waar nog nooit of maar één jaar tomaten geteeld werden) of werk je met geënte planten, dan zal de beheersing sterker mogen zijn.
    Werk je met oude heirloomrassen of op grond die al bodemmoeheid vertoont, dan zullen de maatregelen ter beheersing eerder zeer beperkt moeten zijn. En in veel gevallen is het zelfs beter niets te ondernemen. Vergeet immers niet dat na deze periode onvermijdelijk een teruggang komt.

    Lees het onderstaande dus vooral in het licht van de teelt van geënte tomaten, hybriderassen in nieuwe grond en ook nog wel tomaten in grote potten geteeld. 
    -Bij geënte tomaten en hybriderassen zullen we bij de grondvoorbereiding zorgen voor nog meer kaliumbemesting dan anders voor tomaten. De kalium zorgt ervoor dat de plant beheerster groeit.
    -Verder zullen we bij sterk groeiende tomaten ook wat meer vruchten toelaten, zodat de groeikracht sneller kan verminderen.
    -Een hogere temperatuur proberen aan te houden kan ook helpen. Dan zal de plant meer energie gebruiken voor de ademhaling.
    -Watergift is een ander paar mouwen. Wie denkt dat hij met minder water geven in die periode de groei kan beheersen komt bij de sterke groeiers van rassen of geënte tomaten soms bedrogen uit. De wortels zullen bij droogte blijven doorgroeien en dieper en dieper gaan zoeken naar water. Zo zorgt de plant ervoor dat ze een sterk wortelstelsel heeft, met eigenlijk even sterke groei tot gevolg. De truc zou er hier in bestaan de grond steeds voldoende vochtig te houden zodat de plant niet op zoek moet naar water en niet gedwongen wordt een sterk wortelstelsel te ontwikkelen..
    -Dit is dus alleen voor geënte planten en hybriderassen op nieuwe grond. In alle andere gevallen zal iets droger telen wel degelijk de groeikracht van de plant verminderen.
    – Tot slot zal bij sterke groeiers een blad wegnemen juist boven de tweede tros en eventueel ook boven de derde tros ook de groeikracht wat temperen.
     
       

    Periode C. Teruggang van de groei. (vanaf vruchtzetting op de derde tros tot begin van de pluk)

    Naarmate het gewas groter wordt en er meer afgespeende vruchten aan de tomatenplant hangen, loopt de groei terug. Dit gebeurt zo ongeveer vanaf het afspenen (=vruchtzetting) van de derde tot vierde tros en gaat door tot de bloei van de zevende tros. De wortelgroei wordt afgeremd door het toenemende aantal vruchten.De invloed van wortelziekten (kurkwortel) kan zich dan al laten gelden. Deze teruggang van de groei zal bij door kurkwortel aangetaste planten vroeger en in sterkere mate optreden.  Ook veel oudere rassen zullen deze verzwakking nadrukkelijker laten zien. Recente hybriden hebben er minder last van en bij geënte planten kan je periode C gerust schrappen uit deze lijst.

    De grote bladmassa die ontstond in periode twee  kan al heel wat verdampen en kan bij plotse weersveranderingen al wat moeilijkheden geven omdat de wortels niet meer kunnen volgen met de aanvoer van water. Dit is dan ook de periode dat we, bij warmere dagen in juni, begin juli soms wat slappe blaadjes zien bij de zwakste groeiers.

    De groei van de plant wordt helemaal minimaal bij het afrijpen van de eerste vruchten. De plant is op dat ogenblik maximaal belast. In dat stadium is de vorming van nieuwe wortels bijna onbestaande. De plant gebruikt al zijn energie voor de nakomelingen, het rijpen van de vruchten. Eventuele bodemziekten, gecombineerd met plotse weersovergangen veroorzaken dikwijls schade (neusrot, groenkragen, ruwheid, scheuren).

    Enkele kenmerken van de tomatenplant in deze periode zijn:

    -De stengel in de kop van de plant wordt dun
    -De groei van de dieven is gering
    -Er komt gemakkelijk magnesiumgebrek op de oudste bladeren voor.
    -De zetting verloopt zeer moeilijk.

    Vooral het eerste en laatste kenmerk zien we heel veel bij de hobbytelers.

    Wat te doen in deze periode?

    -Om de plant wat te helpen geven we vanaf de bloei derde tros regelmatig meststoffen aan de plant.
    -We zorgen er ook voor dat de planten geen te hoge temperaturen ondervinden. De kas schermen is bij hitteperiodes wel degelijk nodig.
    – Is de groei echt zwak door een ziekelijk wortelstelsel, dan wordt de watergift aangepast aan dit verzwakte wortelstelsel. Dat wil zeggen kleinere beurten en meer regelmatig water geven. Dergelijke planten kunnen zelf niet meer op zoek naar water.
    – Maar eigenlijk zijn de meeste maatregelen om de teruggang in de groei te temperen, preventiemaatregelen om bodemmoeheid tegen te gaan. De aandachtige lezer van GroentenInfo weet ondertussen wel dat hier door Herman voldoende aandacht aan besteed werd in deze serie.
    Wat in dat opzicht ook wel vergeten wordt is licht  Dikwijls zien we bij hobbytelers vrij donkere kasconstructies met daarbij nog extra schaduw veroorzaakt door een muur of een boom. In deze omstandigheden zal de groei ook veel zwakker zijn.

    Tamaris2 (2)
    Dat deze plant zwakker groeit, zie je duidelijk aan de stam die naar boven toe smaller wordt. Best even klikken op de foto om dit duidelijk te zien. 

    Periode D. Hernemen van de groei.

    Na de oogst van de onderste trossen komt er weer groei in het gewas.  De remmende invloed van de vruchten vermindert. Hoe minder vruchten aan de plant, hoe beter de plant zal groeien. De diefgroei neemt opnieuw toe. De planten komen wel opnieuw tot een soort evenwicht, maar de kwaliteit is minder, en voor de hobbytuinder wordt het dan stilaan tijd om te toppen, zodat er weinig of niet van deze periode van hergroei kan geprofiteerd worden.

    Tomaten telen – Coeur de Boeuf – Ossenhart

    Wil de echte Coeur de Boeuf nu opstaan?

    InlineRepresentation27898e1b-568b-4624-98ed-b74773cdf1d6[4]

    Daar de variatie bij de vier Coeur de Boeuf types die dit jaar
    als proef geteeld werden opnieuw opvallend was, was het leerrijk en nodig om eens dieper te graven in dit tomatentype.

    Dit artikel is geschreven in de veronderstelling dat er zoiets als een originele Coeur de Boeuf bestaat en dat er ook een Coeur de Boeuf type Albenga (Liguria) bestaat. De meeste kwekers van heirloomrassen behouden de naam Coeur de Boeuf enkel voor de originele Coeur de Boeuf. Daarvan bestaan er wel diverse regionale types, dikwijls ook genoemd naar die  regio. De andere vallen dan onder het type Coeur d’Albenga. Dit type is dan genoemd naar de Italiaanse stad Albenga of ook genoemd type Liguria (de regio in Italië waar Albenga ligt). Wordt soms Coeur d’Albenga genoemd, of ook wel ook wel Cuore di Bue di Albenga (Liguria) genoemd.

    Enkel de originele Coeur de Boeuf heeft de vorm en de grootte van een ossenhart waarnaar de tomaat genoemd is.  Ook inwendig zijn de vruchten van de originele Coeur de Boeuf niet vergelijkbaar met de Albenga-types. De Albenga-types zijn nadrukkelijk peervormig en matig tot sterk geribd. En zijn dus verre van vergelijkbaar met een ossenhart.

    Door dit artikel (10 A4 blz., 30 foto’s) krijgt u een beetje overzicht op de wirwar van Coeur de Boeuf tomaten die hetzij als zaad, hetzij als plantmateriaal in de gangbare tuinhandel verkrijgbaar zijn.  Zodat de keuze om wat te telen als Coeur de Boeuf voor u gemakkelijker wordt.

    Er is natuurlijk nog altijd de zeer grote variatie aan Coeur de Boeuf types die wereldwijd bij liefhebbers verspreid zijn. Hopelijk kan er ook daar een beter zicht op ontstaan dankzij de reactiebox onderaan dit artikel.

    Andere namen voor Coeur de Boeuf zijn  Cuor Di Bue (It.), Corazon de buey (Sp.), Ossenhart (Nl), Oxheart (Eng.). Nog meer synoniemen “Cuor de Toro”, “Oxheart”, “Bull’s Heart”,  “Italian Oxheart” , “Oxheart Giant”, “Bitchyeh Gertzeh”, “Heart of the Bull”,  “Oxheart Giantissima” enz… Allemaal leuk om eens in Google Afbeeldingen in te geven.

    1. Coeur de Boeuf tomaten kopen.

    1. 1 De Coeur de Boeuf in de groentewinkel.

    1.1.1 The Original

    De originele Coeur de Boeuf vind je niet in de groentewinkel (laat maar weten als je weet waar die wel te verkrijgen zijn). Deze tomaten zijn glad, niet of lichtjes geribd en hartvormig. De vrucht heeft brede schouders en een smal uiteinde. De kleur is eerder donkerroze zowel buitenkant als binnenkant. De vrucht is bijna niet hol, bevat veel vruchtvlees en heel weinig zaden.
    Original : Deze zaadvaste populatie is al meer dan honderd jaar geteeld en heeft waarschijnlijk als oorsprongsgebied Italië.

    1.1.2  The New One

     De  “commerciële” Coeur de Boeuf, die aangeboden wordt in de groentewinkels en warenhuizen lijkt helemaal niet op de originele Coeur de Boeuf.  Het gaat hier eigenlijk om Coeur de Boeuf type Albenga. De vruchten zijn peervormig en afhankelijk van het type sterk of matig geribd. De vruchten zijn iets meer hol en bevatten meer zaden. Alhoewel de vruchten aan de buitenkant soms nog wat onrijp lijken en eerder oranje zijn met zelfs wat groenige vlekken soms, is de binnenkant toch al mooi rijp.
    New One : Je zou kunnen stellen dat dit een nieuwe Coeur de Boeuf is die in het laatste decennium door de professionele groentehandel tot leven gewekt is.

    1.2 Plantjes kopen van Coeur de Boeuf 

    Plantmateriaal van Coeur de Boeuf die je vindt in tuincentra is niet altijd de originele Coeur de Boeuf. Zijn het F1 hybriden die je koopt dan zijn dat altijd tomaten van Coeur de Boeuf type Albenga (zie verder)

    De goedkope Coeur de Boeuf plantjes die je ook wel vindt  zijn vrijwel zeker de originele Coeur de Boeuf types. Ze zijn goedkoop omdat het geen F1 hybriden zijn.

    1.3. Zaden kopen van Coeur de Boeuf

    Zaden van niet-hybriden van Coeur de Boeuf die je vindt in de tuincentra zijn altijd de originele Coeur de Boeuf soorten. De echte Coeur de Boeuf bestaat nog niet niet als hybride (?). Het spreekt voor zich dat je van de originele Coeur de Boeuf zelf zaad kan overhouden.

    Koop je hybridezaden van Coeur de Boeuf (voorlopig heb ik enkel weet van verkrijgbaarheid van deze bij Vlaams Zaadhuis) dan zijn dat altijd tomaten van Coeur de Boeuf type Albenga.

    2.  De groei van de originele Coeur de Boeuf

    2.1 De bladeren en dieven

    De groeiwijze van de echte Coeur de Boeuf is niet om aan te zien, de bladeren hangen helemaal naar beneden, lijken wel te lijden  onder chronisch watergebrek. De bladeren zijn bont, ze vertonen alle symptomen van magnesiumgebrek. En toch vertonen alle andere tomatenrassen in dezelfde kas deze bontkleurigheid niet. En tenslotte, om het helemaal mistroostig te maken, rollen de bladeren na een tijdje sigaarvormig op.

    2.2 De bloemen

    De bloemtrossen zijn sterk vertakt en eveneens afhangend. De bloemen hangen met tientallen aan één tros. Toch is het zo dat hoogstens één derde van die bloemen effectief vrucht zet. Al bij al valt de productie toch nog mee, en hangen er toch wel een vijftal vruchten per tros.

    De groeikracht van deze echte Coeur de Boeuf valt eigenlijk heel goed mee. De plant blijft ook na meer dan vijf trossen goed doorgroeien. Enkel het aantal vruchten op de hoger gelegen trossen heeft de neiging om redelijk wat te verminderen.

    Deze  opmerkelijke, ietwat mistroostige groeiwijze werd nu al drie jaar na elkaar vastgesteld bij de echte, zaadvaste Coeur de Boeuf types, afkomstig van diverse zaadleveranciers en/of plantenkwekers. Je zou bijna niet geloven dat van zo’n plant toch nog een goede  oogst kan komen. In ieder geval niet een plant om als beginnende tomatenteler mee naar buiten te komen. Ervaren kwekers, maar die Coeur de Boeuf niet kennen, zouden wel eens denken dat je alle zonden van Egypte begaan hebt bij uw eerste tomatenteelt.

    2.3 De vruchten

     De vruchten zijn wisselvallig van grootte, maar er zijn altijd wel wat grote vruchten tot 400 gram zijn wel bij. De vorm is hartvormig of omgekeerd eivormig met brede schouders dus en uitlopend op een smal uiteinde. De kleur van de echte Coeur de Boeufs die ik uitprobeerde was is eerder roze, tot zacht rood. De vruchten zijn bij rijpheid vrij zacht en zullen bij de wisselvallige weersomstandigheden wel een barsten. De neiging tot groenkragen is groot. De kleur in de vrucht is dezelfde rozige kleur als buitenkant. Ook zijn er heel wat vruchten die minder groot zijn en zelfs misvormd. Ook de vruchten zijn, net zoals de plant, niet echt een toonbeeld van schoonheid.

    3. De groei van de Coeur de Boeuf Albenga (syn Coeur de Boeuf Liguria) 

    Het type Albenga wordt al onder diverse soorten hybriden aangeboden, die meestal groeikrachtig zijn, en een vrij goede productie geven. De groei van bladeren en bloemen van het type Albenga is  vergelijkbaar met de klassieke tomaten, alhoewel een goede toeschouwer toch wel de licht hangende en bonte bladeren van de echte Coeur de Boeuf zal opmerken. Opvallend hierbij is dat hoe meer je de typishe Coeur de Boeuf groei van bladeren en stengels opmerkt, hoe meer de trossen op dergelijke planten ook meer vertakt zijn en het aantal bloemen per tros groot is. Het planttype van Coeur d’Albenga kan dus nauw aanleunen bij dat van Coeur de Boeuf, maar dit is niet altijd zo.

    Er zijn types die zeer dicht aanleunen bij de groeiwijze van de Coeur de Boeuf en die sterk geribde vruchten geven (Aurea F1, Riviera F1) en types waarvan de groeiwijze slechts weinig opmerkelijk is en die peervormige vruchten geven die minder geribd zijn (Fourstar F1, Corazon F1).

    Gelijkenis met het planttype van de originele Coeur de Boeuf of niet, nooit hebben ze de vruchtvorm van een echte Coeur de Boeuf.  De kleur binnenin de vrucht is al mooi rood, terwijl de buitenkant eerder nog wat groen lijkt. Je kan deze vruchten dus al gebruiken als ze van buitenuit nog wat groen lijken.

    4. Professioneel onderzoek omtrent Coeur de Boeuf

    De indeling zoals hierboven beschreven werd geïnspireerd door een professioneel onderzoek.
    Het betrof een tweejarig onderzoek naar diverse Coeur de Boeuf rassen door het proefstation. ”Station Expérimentale Horticole de Bretagne Sud – 56400 AURAY (Fr).” Het volledig pdf-rapport van dit onderzoek vindt u onder deze link : proefresultaten Coeur de Boeuf.(Comparaison de variétés de tomate appartenant au type « Coeur de Boeuf »)

    De definitie Coeur de Boeuf, luidt volgens hen als volgt (uit Italiaanse teksten)

    • Een gladde tomaat, niet geribd.
    • De vorm van een hart, puntige onderkant dus.
    • Vleestomaat, zonder holtes, met weinig zaden.
    • Roze kleur

    Bij het uittesten van diverse tomatensoorten die door de zaadhuizen omschreven werden als Coeur de Boeuf kwamen ze tot volgende conclusies.

    image

    Van de 11 rassen getest waren er dus 5 in de vorm van een “hart”, waarvan 3 roze als kleur hadden en  2 rood waren. De roze bevatten minder zaden, de rode meer zaden. Er waren er ook zes bij in de vorm van een peer, meer afgeplat en geribd, allemaal rood,  met meer zaden.

    5. Foto’s bij bovenstaand artikel.

    (foto’s aanklikken om te vergroten)

    Coeur de Boeuf (Diverse zaadhuizen of plantenkwekers), Aurea F1 (De Ruiter), Riviera F1 (Vlaams Zaadhuis) Fourstar F1 (De Ruiter), Corazon F1 (Clause)

    5.1. Originele Coeur de Boeuf (Diverse zaadhuizen of plantenkwekers).

    I Groeiwijze van de originele Coeur de Boeuf is opvallend, zoals beschreven in 2.1 en 2.2

    Coeur-de-Boeuf-tomaten (1)  Coeur-de-Boeuf-tomaten (3)

    II  Vruchtkleur en vruchtvorm van de originele Coeur de Boeuf zoals beschreven in 2.3

    Coeur-de-Boeuf-tomaten (5) Coeur-de-Boeuf-tomaten (8)

    Onderstaande foto is afkomstig van een eerdere bespreking van deze Coeur de Boeuf op deze tweede pagina over tomatenrassen (klik)

    Coeur de boeuf oogst

    III. Roodkleurige Coeur de Boeuf wordt soms aangetroffen bij liefhebbers,  voldoet dus niet helemaal aan de definitie in paragraaf 4.

    Coeur-de-Boeuf-tomaten (7)

    IV. Grote bloemtrossen en vooral naar boven toe moeilijker vruchtzetting soms. Vruchtsnoei op de onderste trossen is waarschijnlijk een optie om dit te voorkomen. Coeur-de-Boeuf-tomaten (9) Coeur-de-Boeuf-tomaten (10)

    V. Vorm en doorsnede van de originele Coeur de Boeuf. Zeer vlezig, weinig zaden, weinig holtes. De laatste foto toont dat deze tomaten perfect geschikt zijn voor de Carpaccio van Coeur de Boeuf tomaten.

    Coeur-de-Boeuf-tomaten (12) Coeur-de-Boeuf-tomaten

    Coeur-de-Boeuf-tomaten (13)

    5.2. Coeur de Boeuf type Albenga

    5.2.1 Aurea F1

    I.  Grote, sterk vertakte trossen met in eerste instantie  goede vruchtzetting. Hogerop blijft de groei van de plant tamelijk goed, maar is het aantal vruchten per tros eerder beperkt. Om dit te voorkomen is trossnoei zoals bij vleestomaten aangewezen. Sommige vruchten behouden ook na volledige rijpheid groene schouders.

    Coeur-de-Boeuf-tomaten-aurea (1)Coeur-de-Boeuf-tomaten-aurea (2)

    II. Plantgroei doet wel degelijk aan de originele Coeur de Boeuf denken, maar  iets minder  opvallend.

    Coeur-de-Boeuf-tomaten-aurea (3)

    III. Vruchtvorm en doorsnede. Vlezig, met toch meer zaden en holtes dan bij de originele Coeur de Boeuf.

    Coeur-de-Boeuf-tomaten-aurea (4) Coeur-de-Boeuf-tomaten-aurea (5)

    Coeur-de-Boeuf-tomaten-aurea

    5.2.2 Fourstar F1

    I. Langgerekte, regelmatige trossen. Zeer goede vruchtzetting, goede kleuring en weinig groene schouders. Ook hogerop nog veel tomaten. Een Coeur de Boeuf type Liguria die groeit als een gewone hybride, ook hoger dan vijf trossen.

    Coeur-de-Boeuf-tomaten-Fourstar (2) Coeur-de-Boeuf-tomaten-Fourstar (3)

    II. Het planttype is slechts weinig gelijkend op de originele Coeur de Boeuf.

    Coeur-de-Boeuf-tomaten-Fourstar (5)

    III. Vorm en doorsnede van de vrucht. Vruchten vertonen relatief weinig ribben en hebben een zeer nadrukkelijke peervorm. Vlezig, meer holtes en zaden dan de originele Coeur de Boeuf.

    Coeur-de-Boeuf-tomaten-Fourstar (6) Coeur-de-Boeuf-tomaten-Fourstar (7)

     Coeur-de-Boeuf-tomaten-Fourstar

    5.2.3 Corazon F1

    Grote, onregelmatige trossen, goede vruchtzetting. Wat betreft vorm en uiterlijk van de vruchten vergelijkbaar met Fourstar. Het grootste verschil lijkt de trosstructuur te zijn, vandaar dat deze kan geplaatst worden tussen Aurea en Fourstar in, de groeikracht en vruchtzetting van Fourstar, de groeiwijze van Aurea.

    Coeur-de-Boeuf-tomaten-Corazon (1)

    Coeur-de-Boeuf-tomaten-Corazon (2) Coeur-de-Boeuf-tomaten-Corazon (3) Coeur-de-Boeuf-tomaten-Corazon (4) Coeur-de-Boeuf-tomaten-Corazon

    5.2.4 Riviera F1

    Lijkt mij de tomaat die het minste te plaatsen is tussen de Coeur de Boeuf types. De typische peervorm of hartvorm ontbreekt veelal en de vruchten zijn vooral plat en geribd. De groeiwijze van de plant lijkt heel sterk op deze van de originele Coeur de Boeuf. Dit ras werd al besproken in dit artikel. Of het zou moeten zijn dat Vlaams Zaadhuis veranderd is van zaadherkomst, want nu (2010) lijkt de tomaat op hun website wel veel meer op Coeur de Boeuf (klik voor de webpagina). Onderstaande foto’s zijn afkomstig van zaden gekocht in 2007. Voor een uitgebreide bespreking van dit Ras, zie deze pagina over tomatenrassen.

    coeur-de-boeuf-tros-groen-21coeur-de-boeuf-tros-rijp-21 coeur-de-boeuf-bakje-21

    6. Besluit : Welke Coeur de Boeuf?

    The Original

    De meest vlezige tomaat bekomt u enkel door de originele Coeur de Boeuf te telen. Met deze tomaat maakt u waarschijnlijk de beste Carpaccio van Ossenhart. Wilt u in de vrucht alle goede Coeur de Boeuf eigenschappen samen aantreffen, dan moet u deze telen.

    Maar dan hebt u wel een plant die minder productief is en er als plant wel heel speciaal en mistroostig uitziet. Voor wie dit niet gewoon is lijkt het wel of er iets mis is met de teelttechniek. Niet echt iets om mee uit te pakken als staaltje van stielkennis. Ook de vruchten zijn eigenlijk niet zo mooi en zouden waarschijnlijk nooit in het winkelschap raken wegens groene kragen en gevoeligheid voor barsten en vrij veel misvormde exemplaren ertussen.

    The New One

    De Albenga (Liguria) types zijn iets minder vlezig, maar zijn veel productiever. De schaarse plaats in de kas is met dit type alvast beter benut. De wel degelijk grote inspanningen om een tomatenteelt tot een goed einde te brengen, werpen met het type Albenga -(letterlijk en figuurlijk)- vruchten af. De vruchten zijn mooi van vorm en structuur zowel inwendig als uitwendig.

    Wat betreft de smaak tenslotte denk ik niet dat er een onderscheid te maken is. Beide smaken goed en zijn zacht en eerder zoet van smaak.

    Hebt u andere inzichten omtrent de echte Coeur de Boeuf dan deze die in dit artikel beschreven worden?  Of hebt u specifieke redenen waarom u Coeur de Boeuf teelt? Of wilt u graag helpen om dit artikel te verbeteren en verder aan te vullen?

    Laat het dan zeker weten hieronder.  Stuur uw bijhorende foto’s naar lezersbijdrage@plantaardig.com

    De preimot is nu actief!

    In dit bericht vindt u de levenswijze, het schadebeeld, de bestrijding, de preventie en duidelijke foto’s van de preimot (Acrolepiopsis assectella)preimot_zaagmeel
    Schadebeeld
    De volwassen preimot heeft een vleugelwijdte van ongeveer 8 mm. De rupsen zijn tot 1 cm lang en geelwit van kleur. De larven van de preimot mineren in het blad en boren verder naar het hart van de plant met gangen in de schacht van de preiplant als gevolg. Kenmerkend is het afgeraspte bladoppervlak dat als ‘zagemeel ‘ achterblijft in het gangetje. De schade in het hart van de plant kan uiteindelijk

    Lees verder De preimot is nu actief!

    Haf juli in de groentetuin.

    Er kan al volop geoogst worden, maar er kan ook nog heel veel gezaaid en geplant worden. Zo vermijd je dat je eind september met een kale moestuin komt te staan. Hieronder volgen wat actualiteiten en tips uit de moestuin.

    • Aardappelen

      De vroege aardappelen zijn veelal aan oogsten toe. De opbrengst valt dit jaar soms wel wat tegen. Door de droogte zullen er weinig grote maten zijn. Verder is het nu opletten geblazen voor doorwas. Nu het geregend heeft  zou het kunnen dat aardappelen door te lang in droge, warme grond te verblijven,  doorwas vertonen. Is dit het geval, oogst ze dan nu onmiddellijk. Ook als de bladeren ziek zijn door de aardappelziekte is het beter om te rooien. In andere gevallen kan je de aardappelen nog wat in de grond laten om een dikkere huid te bekomen, waardoor de bewaring beter is. Voor de latere aardappelen blijft het opletten voor aardappelziekte, die een tijdje weg was door het mooie weer. Kies een drogende dag uit om aardappelen te oogsten. Oogst ‘s morgens en laat ze enkele uren drogen in de zon. Hoe minder vochtige aarde aan de knollen hoe beter ze bewaren. Het drogen zorgt er ook voor dat je de zieke, rotte aardappelen beter kan onderscheiden. Want enkele rotte aardappelen kunnen tijdens de bewaring veel schade veroorzaken. Bewaar de aardappelen op een donkere plaats of dek ze af tegen het licht. Vroeg gerooide aardappelen zijn heel gevoelig voor groenkleuring ten gevolge van blootstelling aan het daglicht.

      Zie deze relevante artikels Aardappelen controleren op doorwas! en Aardappelen met zwarte of bruine huid

      Aardbeien

    • De junidragers mogen nu, na de oogst “gemaaid” worden, dat wil zeggen dat het oude blad verwijderd wordt en dat er slechts enkele bladeren blijven staan in het hart van de plant. Sommigen durven al eens, bij grotere oppervlakten de grasmaaier boven halen voor dit karwei, op de hoogste stand weliswaar. Maar de snoeischaar zal toch wel beter werk opleveren in dit verband. Bladsnoei doen we bij junidragers die nog maar één seizoen vruchten gedragen hebben. Alhoewel niet onmogelijk is dit niet aan te raden als er al twee jaren geplukt werd. Deze worden best gerooid. Alhoewel niet onmogelijke, is de kans om kleine vruchten, die wat droog aanvoelen echt wel heel groot bij een drie- of meerjarige teelt van aardbeien.. Waarom we die aardbeien na één seizoen eigenlijk best “maaien”? Dat is nodig om de plant niet te zwaar te laten worden. Laten we te veel blad staan, dan wordt de plant te dik en zal ze het volgende jaar veel te veel bloemtrossen dragen. Met kleine vruchten tot gevolg. Bladsnoei bij aardbeien zorgt dus het volgende jaar voor grotere vruchten.

      Het is ook nog niet te laat om uitlopers op de plant te laten inwortelen. Gezien het late tijdstip is het best om de plantjes vast te zetten in een bloempotje gevuld met een mengeling van potgrond en tuingrond. Zo bekom je na een paar weken een bewortelde plant en kan je het plantje losknippen van de moederplant. Dit kan dan in de loop van de maand augustus uitgeplant worden, bij voorkeur niet later dan 20 augustus.

      Bij de doordragende aardbeien zullen tijdens de zomer er vooral op letten dat er niet teveel bloemen komen, met te kleine vruchten tot gevolg. Ook water geven is belangrijk om voldoende grote vruchten te bekomen.

      Zie ook Dossier aardbeien

       

    • Ajuin

      De plantajuin is op veel plaatsen al gevallen, dat wil zeggen dat het loof plat gestreken langs de grond ligt. Dit zorgt voor een goede afrijping van het loof. Als het loof voor meer dan de helft bruin, is kan de ajuin geoogst worden. Kies een zonnige dat uit en laat ze nog wat nadrogen op de grond. Laat ze ook nadien nog drogen aan de buitenlucht, bijvoorbeeld in bakjes of opgehangen in bundeltjes van een vijftal ajuinen. Pas als het loof helemaal opgedroogd is kan u het afdraaien. Blijft het loof van de plantajuin ook in augustus nog groen, dan kun je het best het blad omknakken om de afrijping te bevorderen.
      Zaaiui oogsten we pas in september.

    • Andijvie

      Het is nog steeds mogelijk om andijvie te zaaien of te planten. Andijvie is immers een typische herfstgroente. Het is ook gekend dat andijvie in het najaar de grootste kroppen vormt. Kies dan ook een zeer ruime plantafstand. 40 cm tussen de planten is zeker niet overdreven. Als er een voedingsbehoeftige voorteelt stond is het voor andijvie  nodig om wat bij te bemesten, kroppen van anderhalve kilogram groeien niet vanzelf.

      Zie artikel Andijvie kweken van een halve meter en anderhalve kilogram.


    • Asperges

      De asperges zijn nu al hoog opgeschoten. Het afgraven van de ruggen kan geleidelijk gebeuren, zo kan ook het onkruid regelmatig bestreden worden.

    • Aubergine
      De aubergines doen het dit jaar dank zij het mooie weer zeer goed, door de snelle groei is het misschien goed toch wat aandacht te besteden aan het gewasonderhoud
       

    • Biet_snij_rode

      Misschien heb je de rode biet dit jaar vrij vroeg gezaaid en zijn de knollen nu volop oogstbaar? Niet erg natuurlijk, maar voor bewaring zijn deze niet geschikt. Heb je de afgelopen weken geen rode biet voor de bewaring gezaaid, dan kan dat nog tot 25 juli. Oogsten doe je dan begin november.

    • Bloemkool
      Door de droogte is op een aantal plaatsen de oogstbare bloemkool wel wat tegen gevallen. Soms bleven de kooltjes wat aan de kleine kant. Geen nood. Wie bloemkool nog wil zaaien, moet dit echt wel vandaag doen om te planten de eerste dagen van augustus.  Het risico bestaat dat deze bij vroege vorst wat tegenvalt, maar ook afgelopen herfst waren mijn ervaringen met deze teelt “tegen de deadline” positief te noemen. Nu nog bloemkool zaaien, betekent oogsten in november. Groene bloemkool leent zich uitstekend voor een late teelt.

      Zie ook artikel Late groene bloemkool smaakt voortreffelijk.

    • Broccoli

      Vind je het risico op een minder geslaagde teelt van bloemkool bij deze late zaaidatum te groot, kies dan voor broccoli.  Deze kan nu nog net gezaaid worden en geplant worden de eerste tien dagen van augustus. De groeiduur van broccoli is immers een tiental dagen korter dan van bloemkool. Je kan dan broccoli oogsten in november! Na dit weekend is het ook voor broccoli veel te laat om nog te gaan zaaien.

      Zie artikels De teelt van broccoli en Gezonde broccoli groeit ook goed in potten

    • Boerenkool
      Nog altijd tijd om boerenkool te zaaien, deze plant is immers winterhard. Het is een heel dankbare wintergroente, maar je moet in het najaar rupsen en koolvlieg in de hand houden! Onder insectengaas telen is aan te raden. Rode boerenkool lijkt minder gevoelig voor rupsen?
    • BonenNet zoals bloemkool is het nu echt tijd om nog de laatste bonen te zaaien.
      Zie het artikel Laatste dagen om boontjes te zaaien
    • Chinese_kool

      Chinese kool kan gezaaid worden tot laat in augustus en is een ideale nateelt. Zo heb ik een paar jaar geleden chinese kool gezaaid begin september, met een zeer mooi resultaat. Maar zaai voor alle zekerheid toch maar voor 25 augustus.

      Zie het artikel Chinese kool oogsten tot in de winter!(met uitgebreide fotoreportage)

    • Wil je meer plezier van uw courgetteplanten, dan deze twee tips : oogst de vruchten niet te groot en steun de stengel, als deze nu nog niet al te zeer gekromd is, met een stok. Het eerste is om de plant niet uit te putten. Het tweede om geen rotte en bevuilde vruchten te bekomen doordat ze op de grond liggen. En voor wie er niet genoeg van kan krijgen : wist je dat  je nu nog snel courgettes kan planten om in september te oogsten?  Voor zaaien is het nu te laat.

      Courgette

      Zie artikel Courgettes zaaien van eind april tot eind juni : GroentenInfo

    • Groenlof

      Nog een hele zomertijd  om groenlof te telen. Suikerbrood noemen ze dat in Vlaanderen. Je kan je afvragen waarom deze groente zo populair is bij de tuinliefhebbers. En dat terwijl ze nauwelijks geteeld wordt door beroepstelers en zelden in de handel te vinden is. Het is een gemakkelijk te telen groente die tot diep in het late najaar en vroege winter kan geoogst worden.

      Zie het artikel groenlof| suikerbrood kweken (groenten als nateelt)

    • Savooikool

      Om rode en witte kool te planten is het nu wel te laat, maar in juli kan je nog steeds savooikool telen. Deze laat geplante savooikool zal geoogst worden na de jaarwisseling. Waarschijnlijk vind je op de plaatselijke markt nog wel wat plantjes, want om savooikool te zaaien is het in juli toch wel te laat. Late savooikool is een aanrader voor wie ook in de winter uit eigen tuin wil oogsten.

       

    • Komkommers
      Na een periode van goede groei komt er zo halfweg de zomer dikwijls een moeilijk moment voor de komkommerplanten. Laat in ieder geval de vruchten niet te zwaar worden. Zo kan de plant zich wat herstellen.

      Zie artikel komkommers telen bloei en vruchtdunning

    • MeloenenEen uitstekend meloenenseizoen. De eerste rijpe meloenen verwacht ik dan ook al eind juli. Dit jaar heb ik de test gedaan met het niet toppen van sommige planten. Afhankelijk van de geteelde soort zorgde dit er inderdaad voor dat er niet altijd vrouwelijk bloemen kwamen om de zijscheuten en er dus den zijscheut op de zijscheut nodig was om vrouwelijke bloemen te bekomen. Geen idee waar ik het over heb? Lees eens deze serie, en ook het artikel.

      Zie het artikel Serie : Meloenen telen | Snoei bij staande teelt

    • PaprikaVoor alle vruchtgroenten wordt het een goed seizoen, dus ook voor de paprika’s, zelfs deze in open lucht.

      Dokun stuurde ons een teeltverslag en foto’s van  zijn paprikateelt in open lucht. Je kan ze  bekijken, onderaan dit artikel. Hartelijk dank hiervoor.

    • PastinaakMisschien had je het niet gedacht, maar om pastinaak te zaaien is het nog tijd tot 20 juli. Deze late zaaidatum is echt wel bedoeld om na nieuwjaar te oogsten.  

       

      Pastinaak houdt van een arme, doorlaatbare bodem. Bemesten is voor deze late teelt niet nodig.

      Zie artikel teelthandleiding teelthandleiding pastinaak.

    • Prei

    Een veel geplante nateelt, zelfs tot begin augustus . Prei heeft veel voeding nodig, een flinke bemesting is hier zeker op zijn plaats. Plant de prei in geultjes, ongeveer tien centimeter diep. Dan kan je eind augustus en eind september aanaarden. Eerst door het geultje dicht te maken, de tweede keer door een rug met aarde tegen de schacht te brengen.

    • Rammenas
    • Winterrammenas wordt ter plaatse gezaaid tot 20 augustus. Door de benaming zou je vermoeden dat deze zwarte wortelgroente winterhard is, maar dit is absoluut niet waar. Deze puntige of bolvormige wortel moet tijdens de winter bewaard worden in een bak met vochtig zand. Bemesten is voor de nateelt van rammenas overbodig.  
    • Knolselderij

      Knolselderij moet, vooral op lichte grond toch best regelmatig water krijgen, zeker vanaf de maand augustus, want dan begint de knolvorming pas goed op gang te komen. Er is dus ook nog tijd om wat bij te bemesten. Door de overvloedige regen van de afgelopen dagen is dit ook wel nodig. Ondanks dat knolselderij een wortelgroente is moeten we ze toch bemesten zoals bladgroenten om een voldoende dikke knol te bekomen, de uitzonderingen bevestigen de regel in dit geval. Misschien kan je nog wel wat helpen om voldoende dikke knolselderij te bekomen,

      lees daarom dit artikel 20 tips om dikke knolselder te kweken.

      Slasoorten

      Sla telen we het hele seizoen door. Om de twee weken planten we wat sla. Jammer genoeg wordt het vanaf nu moeilijk om slaplantjes te vinden in de tuincentra. Nochtans is het mogelijk sla in open lucht te planten tot de eerste dagen van september. Waarschijnlijk zullen we dus onze eigen slaplantjes moeten telen. Gelukkig kan dit vrij eenvoudig, zaai  drie weken voor het uitplanten.

    • Spinazie

      Stilaan wordt het tijd om er aan te denken een stukje grond vrij te houden voor de herfstspinazie en de winterspinazie. Gewoonlijk wordt ter plaatse gezaaid. Herfstspinazie wordt gezaaid in augustus tot uiterlijk half september. Winterspinazie kan je zaaien in september. Om winterspinazie te telen moet je een specifiek ras kiezen, dat wel degelijk onder de benaming winterspinazie verkocht wordt.


      Spruitkool

    • Bij spruitkool moeten we er goed op letten dat er geen plotse rupsenaantasting is. Niet alleen de bladeren kunnen vol gaatjes komen te zitten, maar wat veel erger is,  de piepkleine spruitjes kunnen door deze rupsen afgegeten worden, waardoor de oogst sterk verminderd wordt. Gebruik eventueel een biologisch rupsenmiddel (Conserve, Pyrethrum). Over het algemeen zullen we spruitkool tijdens het groeiseizoen geen water geven om een te weelderige groei te voorkomen.
    • Veldsla

      Vanaf augustus kunnen we ook veldsla zaaien in de tuin. In de kas zaaien we vanaf september. Vorig jaar verscheen hier een uitgebreid teeltbeschrijving van veldsla : Alles over het kweken van veldsla, een gezonde groente

    • Venkel

      Knolvenkel kan je zaaien tot 20 juli en planten tot 15 augustus. Bemesten doen we voor deze groente beter niet, waarschijnlijk is er nog voldoende over van de vorige teelt. Knolvenkel is een typische herfstgroente. Zie ook

      Knolvenkel kweken : zaaien of planten. Herfstgroente met de smaak uit het Zuiden

    • Witloof

      Hoe droog het ook is, laat u niet in de verleiding brengen het witloofgewas water te geven.  De groeiperiode van witloof is voldoende lang, waardoor er altijd wel een vochtiger periode is waar de witloofwortel kan kan uitgroeien. Water geven leidt tot een te weelderig gewas, met later meer kans op rotte bladeren, zowel in de herfst als ze nog op het veld staan, als bij de uitgroei van de witloofkroppen. zie ook

    • WortelenNog altijd ruim de tijd om wortelen te zaaien. Maar het insectengaas mogen we nog altijd niet vergeten. De wortelvlieg blijft actief tot oktober.
      De laatste wortelen moet je zaaien voor 15 augustus om dan te kunnen oogsten in november. Let wel, dit zijn enkel de fijne  wortelen van het type busselwortelen (type Amsterdamse bak) Mits wat afdekking kan je deze teelt ook nog oogsten tot de jaarwisseling. Bemesten doen we we voor deze late wortelteelt niet. 

       

      Zie ook Fly Away wortelen oogsten in februari. en Wortelen en wortelvlieg : bestaat resistentie of is het tolerantie?


    Wat zijn de gevolgen van een hittegolf in de groentetuin?

    WA In dit artikel 15 gevolgen van extreme hitte en droogte. De meeste kunnen weggewerkt worden door tijdig water te geven en in de kas ook door de zon wat af te schermen met schaduwdoek of krijt.

    Welke nadelige gevolgen heb jij al ondervonden van dit droog en tropisch heet weertje?

    Update: bezitters van lichte grond zullen de meeste problemen ondervinden en, zoals blijkt uit de reactie van Ulrich, is het goed mogelijk om met dit weer ook nog mooie groenten te telen.

    1. Bloemkool : boorders (te vroege koolvorming door gebrek aan blad), bloemkolen hebben vocht nodig nu om voldoende blad te maken.

    2. Broccoli : te kleine schermen.

    3. Aardappelen : loofverbruining bij aardappelen, vroegtijdig afsterven loof, te kleine aardappelen (bij de vroege teelten)  Bij latere teelten slechte knolzetting. Straks misschien doorwas?

    4. Spinazie : voortijdig opschieten van late spinazie.

    5. Tomaten : neusrot, slechte vruchtzetting, veel gekruld blad onderaan bij tomaten, groenkragen.

    6. Komkommers : brandkoppen, kromme vruchten en vruchten met smal uiteinde.

    7. Paprika : brandvlekken op de vruchten.

    8. Aardbeien : te klein, bevatten te weinig sap.

    9. Ajuin:  voortijdig afrijpen, te kleine ajuin.

    10. Bonen : slechte vruchtzetting bij bloeiende bonen, met als gevolg korte peultjes met slechts enkele zaadjes erin.

    11. Courgettes : puntvormige courgettes (kan ook van slechte bestuiving zijn).

    12. Peultjes en erwten : versnelde oogst van de peultjes en erwten, hou het bij!

    13. Meloenen : snelle groei van meloenen, hou de snoei in de gaten! Ze groeien dagelijks verschillende centimeter bij.

    14. Slasoorten : bruine bladranden, sla moet heel regelmatig water krijgen.

    15. Andijvie, knolvenkel : voortijdig opschieten van vroeg gezaaide knolvenkel en andijvie.

    Culinaire eigenschappen van kleine en grote puntpaprika

    Met twee verrassende recepten!

     

    image

    Paprika’s kwamen van Zuid-Amerika naar Europa en via Hongarije kwamen ze in onze streken terecht. Geen wonder dat ‘paprika’ het Hongaarse woord voor ‘pepertje’ is.

    Europees geteelde paprika’s werden zoeter dan de kleine vurige ‘Spaanse’ pepers.

    Dit vurig trekje wordt veroorzaakt door de stof capsaïcine die de warmtezintuigen in de mond prikkelt, waardoor een gerecht inderdaad ‘hot’ gaat aanvoelen.

    De typisch geblokte paprika’s (waarvan de rode, oranje, gele en groene variant het best bekend zijn) is helemaal niet pikant en is in menig keuken een bijna constant gegeven voor zomerse slaatjes of lekkere ovenbereidingen zoals pizza. Iets minder bekend is ook dat je gepofte paprika’s kunt gebruiken in tapenades en dat in combinatie met o.a. gedroogde tomaatjes, peterselie, pecorino, aubergines,olijven, walnoten… Tapenades vormen een smakelijk wachtbordje als bijvoorbeeld de barbecue nog niet helemaal op temperatuur is.

    (Tapena is het Provençaalse woord voor ‘kappertje’. In een tapenade gaan altijd zwarte olijven, kappertjes, ansjovis en olijfolie. Een pesto zou dan weer van Genua afkomstig zijn. Het fijngestampte mengsel van olijven, knoflook, pecorino en olijfolie vormt altijd het basisbestanddeel van een pesto.)

    Bovendien kan een paprika zeker mee op de barbecue want verwarmd wordt iedere paprika nog zoeter, nog zachter en zeker vol van smaak.

    Een verse paprika herken je aan de stevigheid, de glanzende kleur en de knapperige, sappige beet. Als je de paprika in repen snijdt, zie je hoe de druppels – bevrijdt van spanning – uit de vrucht spatten.

    Intussen kent het Flandria-gamma ook zoete puntpaprika’s. Vol van smaak maar nog veel zoeter dan hun collega’s. De zoetwaarde van vruchten wordt uitgedrukt door de zogenaamde Brix-waarde. Ter vergelijking: sommige puntpaprika’s halen een waarde van 9, een zoete appel een waarde van 10,5 tot 13. De gewone paprika’s halen een waarde tot 7.

    Een ander voordeel van de puntpaprika’s is dat ze haast geen zaadlijsten bevatten en als het ware ‘hapklaar’ zijn. Dat maakt deze paprika handig voor gebruik: versnijden in ringen en het zomerse slaatje staat weer pittig. Of in de langte doorsnijden en opvullen voor een smakelijk en origineel voorgerecht. Of gewoon uit het vuiste als aperitiefhapje of tussendoortje.

    Bovendien zijn puntpaprika’s (en eigenlijk de hele paprika-familie) super-gezond, want ze bevatten ontzettend veel vitamine C.

    Puntpaprika’s zijn echte vitamine C-bommetjes: op 100 gr bevat de puntpaprika 200 mg vitamine C en dat is vier keer meer dan een sinaasappel!

    Corno di Toroblnkyfuiemcyqbvx

     

    Zuccherina, DolcePunta en Corno Di Toro (“stierenhoorn”, verwijzend naar zijn lange grillige vorm) zijn zoete puntpaprika’s uit het Flandria Specialty Street gamma.  
    De Zuccherina is de kleinste van de drie zoete puntpaprika’s uit het gamma van Specialty Street. DolcePunta en Corno Di Toro zijn de grotere varianten, maar ze smaken even zoet. Je vindt de puntpaprika’s in verschillende kleuren: rood, oranje en soms ook geel.

    Als we de paprika even onderwerpen aan de foodpairing-test krijgen we boeiende resultaten. Foodpairing is een procedé om op chemische wijze de aromabestanddelen van een voedingsstof te analyseren.

    Nu blijkt dat producten die dezelfde essentiële aromastoffen delen, een zeer lekkere en smaakvolle combinatie vormen op je bord. Een idee dat natuurlijk heel wat nieuwe en fantasierijke wegen opent voor keukenprinsen en –prinsessen.

    Volgens www.foodpairing.be zien we dat paprika’s zich mooi laten combineren met o.a. citroen- en sinaasappelschil, geroosterde of gekookte kip, gekookte kabeljauw, citroengras, verse oesters, lavendel, geroosterde pindanootjes… Als dat geen ideeën geeft voor een heerlijke verse zomerse schotel dan weten wij het ook niet meer!

    Gevulde Corno di Toro paprika’s

    Voor de paprika’s.

    – 4 zoete Flandria Corno di Toro paprika’s

    – 1 Crottin de Chavignol

    – 75 gr vette verse kaas

    – 1 dl zure room

    – Limoen

    Leg de paprika’s onder de gril, rooster ze tot ze bijna zwart zijn en schil ze. Snij ze open aan een kant en ontpit ze. Plet en meng de kazen. Voeg de zure room toe. Voeg wat peper en eventueel zout toe en breng op smaak met enkele druppels limoensap. Vul de paprika’s met de kaas en gaar ze verder in de oven aan 180° Fineer met een korstje onder de gril.

    Gamba’s met Zuccherina’s, nameko’s en pilafrijst

    Ingrediënten voor 4 personen:

    8 Zuccherina’s van Flandria, 1 stukje gemberwortel, 2 pakjes nameko’s (Japanse bundelzwammen), 1 eetlepel sojasaus, 5 dl magere groentebouillon 1 ui, 2 eetlepels arachideolie, 250 g volle rijst, 1 Flandria oranje paprika, 1 Flandria rode paprika, 1 Spaans pepertje (Piccantina van Flandria) , 8 gamba’s, 2 eetlepels sesamzaadjes, peper en zout.

    Schil de minipaprika’s met een fijne dunschiller en haal ze leeg. Pocheer ze 3 minuten in gezouten water en laat ze goed uitlekken. Stamp de gember fijn. Wrijf de nameko’s schoon met een vochtig stuk keukenpapier. Vul elke minipaprika met een bundeltje nameko’s. Leg de gevulde groenten in een grote pan. Voeg de gember, de sojasaus en zout toe en overgiet alles met 1 dl groentebouillon. Breng aan de kook en laat niet langer dan 10 minuten zachtjes smoren (de groenten moeten al dente blijven!).
    Snipper de ui fijn. Fruit ze in 1 eetlepel arachideolie. Voeg de rijst bij en laat even meefruiten. Voeg 2,5 keer het volume van de rijst aan groentebouillon en een snuif zout toe en laat zachtjes koken tot al het vocht door de rijst is opgeslorpt.
    Maak de paprika’s schoon, snijd ze in blokjes en voeg ze bij de minipaprika’s. Snijd het Spaanse pepertje open, verwijder de zaadjes en snipper het vruchtvlees fijn. Voeg het bij de paprikablokjes. Laat nog 5 minuten smoren. Bak de gamba’s in de rest van de arachideolie (laat ze desgevallend eerst ontdooien). Kruid met peper en zout.
    Verdeel de groentebereiding over warme borden en leg er de gamba’s bovenop. Overgiet met enkele lepels van het smoorvocht van de groenten en bestrooi met sesamzaadjes. Geef de rijst er apart bij.

    Dit artikel werd ons bezorgd door  http://www.flandria.vlam.be/

     

     

     

    De teelt van mini-paprika vind je hier.

    Nu de teelt van knolvenkel starten

    Knolvenkel kan je zaaien tot 20 juli en planten tot 15 augustus. Bemesten doen we voor deze groente beter niet, waarschijnlijk is er nog voldoende over van de vorige teelt. Knolvenkel is een typische herfstgroente. Problemen met de herfstteelt van venkel komen er niet zoveel voor. De plant ondervindt weinig hinder van insecten en voelt zich in de periode na de langste dag uitstekend in zijn sas.

    De teelt van knolvenkel gaat het makkelijkst bij latere zaaidata. Venkel die rond de periode van de langste dag al in de tuin te groeien staat is gevoeliger voor opschieten, zeker bij de traditionele rassen. Na de langste dag gaat het allemaal veel vlotter om knolvenkel te telen, zowel de korter wordende dagen als de hogere nachttemperaturen zorgen ervoor dat de knolvenkel vlotter doorgroeit.

    Als je daar rekening mee houdt is knolvenkel te rekenen bij de teelten die ook bij beginnende moestuinders zeker een grote kans op slagen heeft. Ziektes en plagen zijn bij deze groente eerder uitzondering.  Je kan alvast aan de slag met de  geïllustreerde teelthandleiding van GroentenInfo over knolvenkel (11 pagina’s)

    Klik hier om alles over de teelt van (knol)venkel te lezen.

    Tomaten : over de bestuiving en vruchtzetting

    bloemen tomaten 

    De bouw van de tomatenbloem

    Zelfbestuiver
    Tomaten zijn zelfbestuivend. Dat wil zeggen dat het voldoende is dat er stuifmeel op de stamper komt van dezelfde bloem. Na een goede bestuiving volgt normaal gezien ook een goede bevruchting en zal het vruchtbeginsel uitgroeien tot een tomaat.

    Bouw van de bloem.
    De meeldraden van de tomatenbloem zijn vergroeid tot een soort kokertje dat zich rond de stamper sluit.

    Natuurlijke bestuiving
    De bestuiving komt gemakkelijk tot stand bij normale, goed gevormde bloemen. De meeldraden, die als een zuiltje om de stijl gerangschikt staan, springen bij volle bloei in lange spleten open. Gedurende de bloei wordt ook de stijl van de stamper langer. Hierdoor wrijft hij langs de geopende meeldraden en komt zo in contact met het stuifmeel.

    Hulp bij de bestuiving.
    In principe kan de bestuiving dus goed verlopen zonder onze tussenkomst. toch nemen we best onze voorzorgen en is het bewegen van de bloem eigenlijk noodzakelijk om stuifmeel te doen loskomen.

    Buitentomaten
    Bij tomaten die in open lucht staan is de wind dan ook voldoende om het stuifmeel los te maken. Als er dan al een voordeel zou zijn aan het telen van tomaten in open lucht, dan is het dat misschien.

    Serretomaten
    In de kas is het bijna altijd nodig om het stuifmeel kunstmatig los te maken.

    Bestuiving bij de beroepstuinders

    Trillen met trilapparaat
    In vaktaal noemt men dit “het trillen van de bloemen”. Bij beroepstelers werd dit destijds gedaan met een trilapparaat dat korte tijd tegen de steel van de tros gehouden werd. Dit werd vooral gedaan bij de vroege teelt van tomaten omdat dan de groeiomstandigheden het minst optimaal zijn.

    Foto : trilapparaat.

    trilapparaat tomaten

    Trillen met stok
    Bij een zomerteelt zijn de bloemen vruchtbaarder en komt het stuifmeel makkelijker los. Dan werd bij de beroepstelers het trillen dikwijls beperkt tot het “slaan tegen de draden of de touwen”. De plant werd dus bewogen door, al stappend tussen de rijen tomaten, de armen wijd open te houden en met een stok in iedere hand, de draden te bewegen door er rakelings langs te passeren.

    Hommels
    Sedert eind jaren tachtig werd het trillen op de bedrijven vervangen door hommels. Door een speciale kweektechniek werd het mogelijk hommels te doen vliegen op tomatenbloemen. Dat is niet zo vanzelfsprekend! Want, hebt u al eens bijen of hommels tomatenbloemen zien bezoeken in uw kas of in open lucht? Hoogstwaarschijnlijk niet. Tomatenbloemen zijn net zo min geliefd als een café zonder bier.

    Bloemen zonder nectar.
    Tomatenbloemen bevatten geen nectar! En dat is, voor zover mijn kennis over de voedingsgewoonten over hommels en bijen reikt, één van de essentiële voedingsstoffen waar bijen en hommels naar op zoek gaan. Enkel het stuifmeel is beschikbaar in tomatenbloemen, en gelukkig in grote mate. Doordat de hommelnesten in de professionele serres voorzien worden van “suikerwater” vliegen de hommels toch op de tomatenbloemen in kas. Zo verzamelen ze stuifmeel. Terwijl ze dit doen bewegen ze ook de bloemen en is de bestuiving verzekerd. Wanneer een hommel een tomatenbloem bezoekt, zal de bloem na enige tijd een bruinverkleuring van de meeldraadbuisjes laten zien. Zo gebeurt de  controle van de bevlieging.

    Foto : hommels laten bijtsporen op de bloemen na.

    hommel bijtsporen tomatenhommel bijtsporen tomaten

    Bestuiven  bij de hobbytuinder.

    Voor de hobbytuinder is het niet mogelijk om hommels dit werk te laten doen, al was het maar omwille van de kostprijs van één zo’n hommelnest. Wij blijven aangewezen op het trillen van de bloemen.

    Drie tips bij het trillen van tomaten.

    Wanneer trillen?

    Het stuifmeel moet voldoende droog zijn om los te komen van de meeldraden. De stamper moet ook nog voldoende vochtig zijn opdat het stuifmeel er zou willen aan kleven.

    Uit het bovenstaande leiden we af dat het ideale moment om te trillen zich voordoet in de  late voormiddag, en dat is -met het zomeruur in gedachten- rond 12 uur. Als je dan tegen de bloempjes tikt  zie je dikwijls het stuifmeel dwarrelen. Dit tijdstip geldt op een normale, ietwat zonnige dag. Regent het de hele voormiddag en klaart het in de namiddag uit, dan is 16 uur ook een goed tijdstip om te trillen.

    Hoe trillen.

    De beste manier is met een stokje of met de vingers tegen de tros van de tomatenbloemen tikken. Heb je veel tomatenplanten en vind je dit onbegonnen werk dan kan de planten zelf bewegen, bijvoorbeeld door tegen draden of touwen te slaan.

    Hoe dikwijls trillen.

    De stempel van de stamper is zelfs al enkele dagen voor de bloei ontvankelijk voor het stuifmeel. Drie tot vier dagen na het opengaan van de bloem is deze ontvankelijkheid het grootst. Daarna daalt dit snel. Daar kan je uit afleiden dat drie keer per week trillen voldoende is. Kies dan ook een zonnige dag uit, zodat het stuifmeel gemakkelijk loskomt.

    Waarom volgt na bestuiving geen bevruchting.

    – Te warm.

    De optimale kiemingstemperatuur voor stuifmeel is 25°C. Bij temperaturen van 35°C is de kieming zwak en boven de 40°C lukt het niet meer. Vanaf 14°C neemt de kieming duidelijk af en bij 7°C is er geen kieming.
    Zowel bij koude nachten (vroege voorjaar) als bij te grote hitte (zomer) kan het zijn dat er de vruchtzetting te wensen overlaat. Als de temperatuur langdurig boven de 35°C blijft zal de kieming van het stuifmeel niet meer goed verlopen. Waardoor de bloempjes geen vruchten vormen en afvallen. Of, in het beste geval “knopen” vormen, dat zijn tomaten ter grootte van een duivenei, die geen zaad bevatten.

    Foto : slechte bevruchting na een hittegolf.

    slechte vruchtzetting tomaten

    Te zware vruchtbelasting

    Als er onderaan de plant al enkele trossen zijn met zeer veel vruchten zal de plant energie tekort komen om nog een goede vruchtzetting te hebben bij de hoger gelegen trossen. Dit zal vooral te zien zijn bij grootvruchtige tomaten, vleestomaten in het bijzonder. Om te vermijden dat er geen vruchten komen op de vierde of vijfde tros is het belangrijk dat er bij de eerste trossen aan trossnoei gedaan wordt. Dit betekent dat we bij vleestomaten het aantal vruchten beperken tot 5-6 per tros. Vooral aanbevolen voor wie wil dat de plant ook later in het seizoen nog goed doorgroeit.

    Foto : trossnoei, “punten” van de tros.

    trossnoei tomaten trossnoei tomaten

    – Zwak groeiende planten.

    Planten die zwak groeien zullen ook moeite hebben om voldoende vruchtzetting te hebben. De kwaliteit van het stuifmeel neemt dan af. Planten met kurkwortel zullen daar zeker onder leiden.

    – Dubbele bloemen

    Soms zien we op tomatenplanten dubbele bloemen. Uit deze bloemen ontstaan steeds misvormde vruchten. Soms is dit eigen aan de soort. Soms is dit een tijdelijk fenomeen bij tomatenplanten die een te koude opkweek gehad hebben. Door de specifieke bouw van dergelijke dubbele bloemen verloopt de bestuiving niet altijd even goed. Hierbij denk ik aan Beefsteaktomaten. Dubbele bloemen hebben veel meer dan vijf kroonblaadjes en ook de stuifmeelkoker is veel breder. Uit dergelijke bloemen ontstaan altijd geribde, ietwat brede vruchten.

    Foto : “dubbele” bloemen bij vleestomaten.

    dubbele bloemen tomaten

    – Zeer grote trossen

    Het is niet altijd zo, maar als een plant zeer grote trossen heeft, kan het zijn dat een vrij groot percentage van de bloemen geen vruchten vormt. Hierbij denk ik met name aan enkele types Coeur de Boeuf en aan Beefsteaktomaten.

    Foto : grote, vertakte trossen bij Coeur de Boeuf – type

    grote trossen tomanten

    Courgettes zaaien van eind april tot eind juni

    Courgettes groeien snel. Als je niet kiest voor de hele vroege zaaidata (teeltschema courgette) kan je na zes weken al de eerste courgettes oogsten.
    Zorg voor een hoge temperatuur bij het zaaien, bij de opkweek en tijdens de teelt. Je zaait dus best in de kas of binnenshuis in potjes. Vanaf juni kan je ook buiten zaaien. Maar het blijft aan te raden om in potjes te zaaien en daarna uit te planten, van zodra  twee echte blaadjes te zien zijn (dus niet de kiemblaadjes).

    Tip : Zaai niet alle zaden op hetzelfde moment. Je kan al zaaien eind april onder beschutting, maar ook eind juni kan je nog courgettes zaaien. Dit zorgt ervoor dat je in augustus en september een jong en productief gewas hebt. Courgette is een gulzige en snelle groeier, maar raakt ook snel ´versleten´. De groei van oudere planten stagneert wat waardoor ze vatbaarder worden voor witziekte (echte meeldauw). Door gespreid te zaaien kan je dit voorkomen.

    Kies niet alleen een plekje uit de wind en in de zon maar voorzie dit plekje ook van voldoende compost en organische mest. In droge periodes is water geven zeker nodig. De grote bladeren verdampen zeer veel en de snelgroeiende vruchten kunnen alleen maar zwellen als ze voldoende water kunnen opnemen. Vergeet ook niet een (bamboe) stok bij de planten te zetten. En om de twee weken het stukje bijgegroeide stengel vast te binden. Zo zullen er minder vruchten op de grond liggen en groeien de planten niet kriskras door elkaar.

    Dit zijn enkele weetjes afkomstig uit de
     Uitgebreide teelthandleiding over courgettes

    5 oorzaken van moeilijke groei en bladverkleuring bij gekrulde peterselie.

    Met dit bericht starten we een nieuwe serie : Een uitgebreid antwoord en analyse op zorgvuldig geselecteerde lezersvragen, verzameld tijdens de afgelopen 12 jaar GroentenInfo.

    Naast deze analyse van het probleem hoop ik vanzelfsprekend dat er ook nog andere oplossingen aangereikt worden. Want samen weten we veel meer. We lezen het graag op lezersbijdrage@plantaardig.com of rechtstreeks in de commentaarbox hieronder.

    Vandaag gaan we drie jaar terug in de tijd, met een vraag van Alex.

    De Lezersvraag
    Sent:
    Monday, July 09, 2007 8:46 PM

    Subject: Peterselie

    Beste,

    Als beginnend tuinliefhebber had ik graag wat goede raad gekregen.

    Na het zaaien van gekrulde peterselie en gladbladige peterselie in de groetentuin bleek alles goed te verlopen tot de peterselie +/- 5 à 10 cm groot was.
    De stengels en het blad werden roestbruin en op enkele dagen waren de 2 zaaibedden volledig aangetast en vergaan.
    Na het toevoegen van zaai- en stekgrond en kalk opnieuw gezaaid, maar nu zit ik weer met hetzelfde probleem.
    Het zaad is elitezaad, zodat ik vermoed dat het daaraan ligt, vermoedelijk iets in de bodem.
    Weet er iemand raad?
    met vriendelijke groeten,

    Alex

    Inventaris van mogelijke problemen bij peterselie.

    1. Een zwak wortelgestel dat niet wil doorgroeien. De inworteling laat te wensen over. De plant blijft min of meer los in de grond zitten.

    • Te grote planten bij het uitplanten.
    • Een te droge perspot bij het uitplanten
    • Structuurbederf van de grond na plotse, hevige regenbuien
    • Een teelt op worteldoek zal minder onderhevig zijn aan structuurbederf.

    2. Een aantasting door geelroodverkleuringsvirus.

    • Dit virus wordt overgebracht door  bladluizen. Deze bladluizen vallen bij gekrulde peterselie bijna niet op, daar ze zich bevinden tussen de plooien van het blad.
    • Om bladluisaantasting te vermijden is het belangrijk onder insectengaas te telen.
    • Het virus is vooral actief in de maanden mei, juni, juli. Bij laat geplante peterselie schijnen er minder problemen te zijn.
    • Info : Het virus wordt benoemd als Carrot motley dwarf disease  Overdracht van het virus gebeurt door door bladluizen vanaf het planten tot en met juli. Andere schermbloemigen in omgeving kunnen de aantasting bevorderen. De bladeren verkleuren geel en/of rood. De wortelpunten oranjebruin. De planten hergroeien moeilijk of kwijnen weg. De virusoverdracht gebeurt door de wilgenbladluis Cavariella aegopodii.

    3. Een aantasting door de wortelvlieg

    • Dit is één van de nadelen van peterselie ter plaatse te zaaien, met name op lichte grond. Het blijkt dat de aantasting van wortelvlieg dan vrij veel voorkomt. Peterselie behoort tot de familie van de schermbloemigen en is dus ook een waardplant voor wortelvlieg. Bij uitgeplante peterselie is mij geen schade bekend. Gezaaide peterselie kan wel afsterven. De oorzaak is waarschijnlijk dat de wortelvliegmaden bij geplante peterselie nog wel schade doen aan de wortels, maar de plant er niet door afsterft. Bij gezaaide peterselie kunnen enkele maden voldoende zijn om de plantjes te doen afsterven.
    • Om dit te vermijden is zaaien van peterselie ter plaatse in openlucht best onder insectengaas uit te voeren

    4. Een te zonnige en droge plaats.

    • Het is algemeen gekend dat peterselie geen extreme zonneklopper is. Peterselie houdt wel van een beetje schaduw.
    • Daardoor dat ook hier het insectengaas van pas komt.

    5. Bladvlekkenziekte

    • Een minder voorkomende oorzaak van mislukking bij peterselie is de aantasting door bladvlekkenziekte (Septoria), die vooral gekend is bij selder. Peterselie behoort tot dezelfde familie en kan ook door deze schimmel aangetast worden. Veel regen, maar ook te veel water geven op de bladeren van een dicht gewas kan deze schimmelziekte bevorderen.

     

    Oplossingen van diverse problemen bij peterselie.

    • Te grote planten.
      Als je plantjes koopt of zelf teelt, zet ze dan bijtijds in de vollegrond. Peterselie kan niet tegen verplanten als de plantjes te groot zijn. Koop plantjes peterselie als je zie dat ze nog maar enkele blaadjes hebben. Vermijd planten te kopen die al enkele weken in het tuincentrum staan. Deze zijn te herkennen aan de lange slierten wortels die uit de perspot hangen
       
    • Ter plaatse zaaien.
      Indien mogelijk, zaai peterselie ter plaatse. Dat is niet echt voor beginners, aangezien de lange kiemduur van peterselie, zeker in het voorjaar als de grond nog koud is kan dit oplopen tot verschillende weken. Ter plaatse zaaien zorgt voor het beste wortelstelsel, want peterselie heeft van nature een penwortel. Deze kan in de groei belemmerd worden als je gaat zaaien, verspenen en uitplanten.
    • Wortelvlieg vermijden
      Als je ter plaatse zaait en in uw tuin zijn er regelmatig problemen met wortelvlieg, neem dan uw voorzorgen en zaai rechtstreeks onder insectengaas.
    • Bladluizen vermijden.
      Dek ook uitgeplante peterselie af met insectengaas, dit helpt zowel tegen wortelvlieg als tegen bladluizen. Daarbij komt dat dit ook zorgt voor extra schaduw.   
    • Worteldoek.
      Plant misschien, als je daar de mogelijkheid toe hebt, wat peterselie op worteldoek, om zo de grond luchtiger te houden.
    • Platte peterselie.
      Gladbladige peterselie lijkt minder gevoelig voor de meeste van bovenstaande problemen. Overweeg eens deze teelt uit te proberen.

    Diagnose bij de lezersvraag
    Het probleem van Alex is hoogstwaarschijnlijk een aantasting door wortelvliegmaden. Bladvlekkenziekte zou ook kunnen, maar deze schimmelziekte zal zich eerder manifesteren vanaf half-augustus op oudere planten en ook op een groter en dichtgegroeid gewas dat lang vochtig blijft. Wortelvlieg kan jonge plantjes direct kapot maken vandaar deze diagnose.
    Verder lijkt het mij dat het toevoegen van kalk geen oplossing kan bieden en misschien eerder kwaad dan goed kan doen aan de jonge kiemplantjes.

    Naast deze analyse van het probleem hoop ik vanzelfsprekend dat er ook nog andere oplossingen aangereikt worden. Want samen weten we veel meer. We lezen het graag op lezersbijdrage@plantaardig.com of rechtstreeks in de commentaarbox hieronder.

    Aardappelplaag, Aardappelziekte, Tomatenplaag, Tomatenziekte, fytoftora, Phytophthora infestans

    voor-de-tomaten-ziektetomaten-ziekte-plaag-2de-tros Vergeet de tomaten niet! De aantasting kan zich razendsnel verspreiden. Wie denkt dat het allemaal wel meevalt komt vroeg of laat voor een onaangename verrassing te staan. Bovenstaande foto’s van een fervente tuinierster uit Engeland bewijzen dit.  ( bron : http://nipitinthebud.wordpress.com)

     

    Afgelopen week waren de  nachten uitzonderlijk warm en viel er regelmatig regen. En dat betekent dus extra schimmeldruk. Met name de aardappelplaag kreeg afgelopen week diverse infectiekansen. Na de waarschuwing van vorige week voor de aardappelziekte bij aardappelen wordt het hoogtijd om ook aandacht te besteden aan de infectiekansen bij tomaten. Daartoe kunt u het herwerkte artikel Waarschuwing aardappelplaag, nu ook bij tomaten in open lucht  lezen.

    Hulp gevraagd!
    Bij het herwerken van dit artikel stootte ik op een eigenaardig probleem! Het lijkt dat er in Nederland geen enkel middel (meer) erkend is om de aardappelziekte bij tomaten in open lucht te bestrijden of te voorkomen. Terwijl in België zelfs de biologische telers een beroep kunnen doen op koperhoudende producten, blijkt dit in Nederland niet te mogen. Of sla ik de bal mis? Is het droog houden van de tomaten planten met extra bescherming de enige preventiemaatregel die men in het Noordelijk deel van de lagen landen ter beschikking heeft? Laat het weten op lezersbijdrage@plantaardig.com of in de reactiebox onderaan dit artikel.

    In dit artikel vindt u een overzicht van alle artikels op de site over aardappelziekte, met veel foto’s en talrijke reacties van lezers. Laat ons hopen op een goede zomer, zodat de aardappelziekte ons niet te veel kopzorgen baart.

    Klik hier om de tien artikels over aardappelziekte te lezen.

     

    Tomaten telen zoals vroeger.

    Update juni 2010 : een reactie over verspenen van tomaten van iemand die 60 jaar geleden bij een tomatenteler werkte vind je onderaan dit bericht.
    Van zaad tot tomaat, deel 1. Prachtig mooi verslag met unieke beeldmateriaal van hoe in het verleden tomaten werden gekweekt in het Westland. Gemaakt door L.W. Koppenol.

    Collega Guy van www.houtwal.be maakte mij attent op de film van zaad tot tomaat. Want het is een film, geen video! Het woord video was in 1962 immers nog niet uitgevonden. De film toont in 10 minuten de teelt van zaad tot oogstbare vruchten.

    Voor beroepstuinders is dit pure nostalgie, maar misschien kan de (beginnende) hobbytuinder er wel wat vanopsteken. De professionele kweekmethode van toen leunde nog heel dicht aan bij de teeltmethodes van de hobbytuinder. Ik heb eventjes een overzicht gemaakt van wat op deze film te zien is. Ook toen ging men al enten!

    • 00:29 Aandrukken zaaigrond met plankje, de bakjes zijn helemaal bedekt met grof wit zand.
    • 01:00 Zaaien : verdelen van de zaadjes met de losse hand
    • 01:10 De plantjes zijn gekiemd, geen idee hoe de zaden afgedekt worden en de zaaikistjes behandeld worden, dit is niet te zien op de video. Er wordt wel zeer dicht opeen gezaaid.
    • 01:25 Wat vroeger wel meer gebeurde: een eerste maal verspenen in verspeenkistjes het zijn zeer jonge zaailingen, slechs zaadlobben te zien.
    • 02:35 Eerste echte blaadjes gevormd, verspeenkistje dicht gegroeid.
    • 02:44 Perspotjes stampen. Blokgrootte 9 cm.
    • 03:10 Verplanten : Overplanten van de plantjes in grote perspotten. Dit zijn vrij grote planten
    • 03:45 Verspenen : Ook in perspotten zetten, maar dan wel veel kleinere planten, de tussenstap van verspenen in verspeenkistjes is nu blijkbaar ook al overgeslagen
    • 04:12 Ja wel! Enten. De zoogenting in jong stadium. Zeer interessant Lees verder Tomaten telen zoals vroeger.

    Twintig recepten met asperges

    asperges Regelmatig wordt op Plantaardig.com een mini-website met recepten gepubliceerd.
    De mini-website “Twintig recepten met asperges” werd aangevuld met twee nieuwe recepten en nog wat andere info.
    Wist je trouwens dat je asperges kunt koken, stomen, bakken, wokken én frituren. Keuze genoeg dus. Je hebt nog tot 24 juni de tijd om één en ander uit te proberen! Dan stop je met oogsten van asperges, zodat de plant voldoende energie kan opdoen voor een nieuw aspergeseizoen.

    Dit ziijn de nieuwe artikels op deze mini-website

    Klik hier voor de  mini-website “Twintig Recepten met Asperges”.

    Update : de website bevat nu 27 recepten!

    Winnaar Groente & Fruit Encyclopedie

    De wedstrijd met als inzet een gratis exemplaar van de Groente & Fruit Encyclopedie was een succes. Meer dan duizend mensen schreven zich in voor de “snelle” nieuwsbrief, waardoor er nu al meer dan 4000 abonnees zijn. De winnaar was Johan C. uit Oostrozebeke.

    Johan is abonnee sinds de zomer van 2008 en heeft een eigen groentetuin van 200m². Hij kweekt er vooral  boontjes, salade, radijzen, aardappelen, aardbeien, wortelen. Proficiat!

    Komende zomer komen er nog meer acties voor de abonnees (oud en nieuw) van de snelle nieuwsbrief. Blijf deze nieuwsbrief volgen!

    Paprika enten?

    geënte paprika Vorig seizoen had ik de kans om twee geënte paprikaplanten uit te testen. Tot mijn verbazing bleek dat deze eigenlijk niet beter groeiden dan de niet geënte. De oorzaak was mij niet helemaal duidelijk, en ik twijfelde dan ook of dit wel degelijk een gevolg was van het enten of van het ras. Tot ik op proefresultaten van het proefcentrum Hoogstraten stootte. De vette, onderlijnde tekst in het citaat hieronder geeft precies weer wat ik vorig jaar vaststelde. Er was inderdaad wel een goede vruchtzetting, maar de gewasgroei bleef achter. De plant bleef het hele seizoen duidelijk kleiner dan niet geënte.

    Je vindt het onderstaand bericht via deze link. Wie wat wil bijleren over het (professioneel)gewasonderhoud van paprika, vindt er trouwens nog wel wat interessante proefresulaten.(foto: let op de verdikking onderaan, dit is de entplaats)

     

    De bedoeling van het enten van paprika is om met een groeikrachtige onderstam met een sterk wortelgestel een verhoogde groeikracht van het gewas en een groter productiepotentieel te bekomen. De resultaten van proeven die enkele jaren geleden werden uitgevoerd waren erg wisselend en in de gangbare teelt wordt het enten dan ook niet toegepast. In 2004 leverde het enten van Solution op onderstam NR 15 10 tot 14 % meer op, bij Derby geënt op NR 15 kwam er echter geen meerproductie uit de bus. De proeven van 2005 leverde opnieuw wisselende resultaten op. Diverse cultuurrassen werden op verschillende onderstammen geënt, bij slechts enkele objecten lag de productie hoger. Uit deze proeven bleek wel duidelijk dat het enten van paprika een generatief karakter geeft aan de planten tijdens de eerste maanden van de teelt. De zetting gaat vlot maar de gewasgroei blijft achter, pas naar de zomer toe is de groei beter.  Met de geteste onderstammen is geen significante en consistente productieverhoging mogelijk.

    Iemand onder jullie die geënte paprika al geteeld heeft?

    De moestuin in mei, van lente naar zomer!

    Mei 2011. Wat oorspronkelijk door de vroege warmte een vroeg moestuinjaar leek te worden, blijkt het toch niet helemaal te zijn. De droogte heeft duidelijk een remmende invloed op de groei in de moestuin. Zo blijven de vroege aardappelen  als het ware stilstaan. Een beetje regen zou genoeg zijn om een uitzonderlijke vroege oogst van primeuraardappelen te hebben. De droogt houdt nu al meer dan een week aan.
    (Dit is van 2010,  wat een moestuinjaar verschillen kan…Deze typische overgang van lente, naar soms al zomerse temperaturen, laat dit jaar op zich wachten. Men kan zich zelfs afvragen of het de afgelopen dagen zelfs al lente was. Na een paar zeer koude weken is er hier al twee nachten na elkaar grondvorst geweest. Gelukkig werden de aardappelen die niet onder folie zaten donderdag aangeaard zodat de schade nog zal meevallen. Wie het toch al waagde vorstgevoelige planten in de tuin te planten zou straks wel eens teleurgesteld kunnen zijn . De groei van veel groenten liet de laatste weken te wensen over. En toch, zoals ieder jaar zullen we zien dat de natuur zich herstelt en valt er van  deze koude eerste helft van mei binnen twee weken niets meer te zien. Wat ongetwijfeld wel zal blijven is dat de primeurs die niet onder folie stonden wel wat later zullen zijn, zoals aardappelen, spinazie  en de eerste sluimerwten. Wat in koude bak geteeld is heeft veel minder achterstand opgelopen te hebben, met name spinazie en sla)
    Normaal gezien is mei  zowat de meest intensieve maand in de moestuin. De eerste voorjaarsgroenten worden geoogst en vragen de nodige onderhoudszorgen, maar er is nog heel wat te doen wat planten en zaaien betreft. Het is voor onze groentetuin dan ook de sprong van het voorjaar naar de zomer. Weinig wat niet kan gezaaid of geplant worden in mei.  De klimaatcondities zijn straks wel  ideaal voor zowat alle groenten. Laat u echter niet verleiden om té veel te poten of te zaaien. Dit zou op een bepaald moment tot overproductie leiden. Hou nog wat achter de hand voor juni, juli en ook augustus. Om ook later in het jaar nog te kunnen oogsten. Er zijn immers nog heel wat groenten die laat kunnen gezaaid worden, of zelfs het best laat gezaaid of geplant worden. Mei is wat mij betreft nog net  iets te vroeg voor de  typische herfstgroenten zoals knolvenkel, andijvie , suikerbrood en radicchio en chinese kool.

    In dit artikel vindt u een bloemlezing uit de mogelijkheden met links waar u op kunt klikken om u in één en ander te verdiepen.

    Voorjaar
    Voorjaarsgroenten die al een tijdje geleden gezaaid en geplant  zijn komen eind deze maand soms al aan oogsten toe. Wat in de koude bak of onder plastiek tunneltjes geteeld werd is nu soms al oogstbaar.
    Vroeg gezaaide Spinazie en slasoorten zijn er al, ook de eerste peultjes komen eraan. Pluk regelmatig de bladeren van spinazie en laat per plant enkele jonge blaadjes staan. Geef bij droogte ook regelmatig water. Zo heeft u er het meeste genot en opbrengst van.
    -Ook de meeste slasoorten kunt u telen als pluksla. Behalve de kropsla, ijsbergsla en batavia, bij deze wacht u best wacht tot u volledige kroppen kunt oogsten. Uw voornaamste belagers bij de teelt van deze makkelijke groenten zijn bladluizen en slakken.
    -De peultjes of sluimerwten worden straks best heel regelmatig geoogst, jong zijn ze echt op hun best.
    -Ook tuinbonen moeten jong geoogst worden, want jonge tuinbonen smaken beter. Hebben de peulen de neiging zwart te verkleuren, dan ben je eigenlijk te laat, zie het artikel over tuinbonen oogsten.
    -De aardbeien staan volop in bloei en maken al veel vruchten aan.  (2011 : zijn al rijp!) Tot nu toe was het ideaal weer voor de bloei, want het is precies tijdens regenachtig weer bij de bloei dat infectie door Botrytis (vruchtrot) optreedt. Het is ook het moment om stro tussen de openluchtaardbeien te leggen. Zorg ook voor voldoende water. Bij droogte blijven de vruchten te klein.
    -De asperge-oogst kwam dit jaar zeer vroeg op gang en is nog altijd bezig. Het is misschien een goed idee om de ruggen,  na het vele graven en oogsten wat opnieuw vorm te geven en te bevochtigen. Waarschijnlijk is het goed dit jaar wat vroeger te stoppen met oogsten, zelf ben ik van plan einde mei te stoppen. Door de warmte hebben de planten dan eigenlijk al evenveel geproduceerd als in een normaal jaar half juni.
    -De jonge rabarber is nu op zijn best om te oogsten. Geef ook de rabarber water. Hier kan je duidelijk zien dat de bladeren slap hangen. Dit geeft dan ook meer vezelige bladstelen. Water geven zorgt voor malsere stelen. Bij te laat oogsten (na juni) is de rabarber minder goed omwille van de aanwezigheid van teveel oxaalzuur. Ook kan je bij teveel oogsten de plant uitputten, net zoals bij asperges. Er komen nog steeds vragen over bloei bij rabarber. Meestal heeft dit te maken met droogte, voedingstekort of veroudering van de plant. Maar dit jaar lijkt de strenge winter opnieuw de bloei te bevorderd te hebben
    -Misschien moet je nog eens de laat geplanten Aardappelen aanaarden. Strooi wat patentkali voor het aanaarden. En vergeet vanaf nu niet de bestrijding van de aardappelplaag bij aardappelen. Met het vroege voorjaar moet je ook voor juni al op je hoede zijn voor deze schimmel. Zeker als er straks wat neerslag van betekenis zou vallen. Hoe dan ook moet je preventief optreden, maar daarover de toekomende week meer in een apart artikel.
    (Ook  op 3 en 4 mei 2011 vroor het aan de grond in sommige streken. Hier en daar is er schade, want het mooie weer had al veel planten flink doen groeien.  Op 14 en 15 mei 2010  hadden we, toch zeker in de kustststrekken van de Lage Landen af te rekenen met grondvorst. Vijf  jaar terug, in 2005, vroor het vrij algemeen in de Lage Landen op 17 mei en was er schade aan het aardappelloof en pompoenen en courgettes die al geplant waren. Lezers reageerden toen in dit artikel : Late grondvorst verrast tuinders. ) Het blijft wegens gevaar op nachtvorst steeds opletten gebazen met de zomergroenten in de tuin te brengen voor 15 mei.

    Zomer
    Na half mei wordt het startschot gegeven voor de teelt van zomergroenten in open lucht.  Zit het weerbericht voor de eerste dagen na half mei goed (lees temperaturen hoger dan 15°C), dan kunnen we met een gerust gevoel ook in open lucht de vorstgevoelige teelten zoals tomaten, pompoenen, courgettes, augurken, vollegrondskomkommers, bladselder, knolselder en bonen starten.  Is het te koud en te nat, wacht dan enkele dagen om deze gevoelige teelten te starten. Zelfs voor het zaaien van courgettes, pompoenen, augurken en vollegrondskomkommers is het tot einde mei zeker nog niet te laat. Planten van deze kan ook nog in juni.
    Courgettes kan je zelfs nog zaaien einde juni om zo over een jong en groeikrachtig gewas te beschikken in augustus en september. Zelfs kleinvruchtige pompoenen kunnen ook nog in juni. Bij courgettes is, vooral in het begin van de teelt, de bestuiving en de bevruchting een aandachtspunt.
    Bonen kiemen soms moeilijk als het weer wat tegenvalt en de temperaturen aan de lage kant zijn en het overvloedig regent. Een oplossing kan zijn in potjes zaaien en dan uitplanten of het zaaisel afdekken met een plastiekfolie tot aan de opkomst.
    Selder : Om knolselder zelf te zaaien is het nu te laat, maar de tweede helft van mei tot begin juni is wel een goede periode om knolselder te planten. Bleekselder, groene selder en snijselder kan je nu, zonder gevaar voor vroegtijdig opschieten, planten. Maar je kan er ook nog zaaien om dan te oogsten in september, oktober.
    Tomaten in open lucht vragen om een goede zomer, maar de aardappelplaag maakt de teelt in open lucht niet makkelijk. Daardoor is de teelt in openlucht steeds een riskante zaak. In dit artikel lees je er meer over : tomaten en aardappelziekte.

    Mei is ook een goede plantmaand voor heel wat koolgewassen. Spitskool kan nu nog steeds en sluitkool en spruitkool worden vanaf deze maand geplant. Toch zeker deze waarvan je al in het najaar wil gebruik maken. Wil je ook laat in de winter nog spruiten of wil je sluitkool lang bewaren dan plant je deze pas einde mei tot half juni ten laatste. Late savooikool kan zelfs nog tot half juli, na de vroege aardappelen bijvoorbeeld.

    Bloemkool en broccoli kunnen nu doorlopend geplant worden tot begin augustus. Hou eventueel rekening met het feit dat de zomerteelt van bloemkool niet zo goed lukt op droogtegevoelige en lichte gronden. Broccoli is dan net iets makkelijker. Ook de uitvliegperiode van de koolvlieg is een referentie. Tijdens de maand mei vliegt heel wat meer koolvlieg rond (eerste generatie) dan half juni (overgang tussen de eerste en tweede generatie).  Met insectengaas hou je ook de rupsen weg. Kolen zijn hoe dan ook een zorgenkind, omwille van de koolvlieg en van de rupsen. Gelukkig is er nu het biologische middel Conserve (Tracer) waarmee je de plantjes enkele dagen na het planten kan aangieten en waarmee je ook een beginnende rupsaantasting kunt behandelen. Heb je niet veel plaats of lukt de broccoli niet goed in de vollegrond, probeer dan eens de teelt in potten van broccoli.

    Mei is dé maand om de grote bewaarwortelen te zaaien (winterwortelen), met de busselwortelen kan je regelmatig doorgaan tot half augustus. Ook de wortelteelt is nu moeilijker dan in het vroege voorjaar wegens de aanwezigheid van wortelvlieg, voor wortelen is insectengaas een must. Regelmatig zaaien en jong oogsten is ook een goede tactiek om weinig aangetaste wortelen te hebben.
    Witloofwortelen
    worden nu best gezaaid, uiterlijk tot de eerste dagen van juni. Kies een niet bemest stukje grond om later gezonde wortels te kunnen oogsten. Zorg ook voor een diep bewerkte grond en gebruik ook geen organische mest.
    Ook pastinaak kan je nu zaaien, maar ook nog in juni en begin juli. Want in feite is pastinaak een wintergroente. De kiemkracht is bij pastinaak een gekend probleem, gebruik zeker geen oud zaad.

    Prei. Zomerprei wordt nu geplant. Voor de herfstprei is er ook in juni nog tijd. Prei die je na de winter wil oogsten kan je planten tot einde juli. Plant in ponsgaten op een goed bemeste grond, ongeveer 10 centimeter diep en aard daarna nog een keer of twee aan. Wil je geen last van de preimot en de preivlieg en wil je niet behandelen met  het biologische middel Conserve (Tracer) dan is ook hier insectengaas haast noodzakelijk.

    Enkele de typische najaarsgroenten zoals andijvie, suikerbrood, veldsla, radicchio, chinese kool en ook wel knolvenkel, daar wachten we misschien nog even mee, tenzij je over plantgoed beschikt dat warm opgekweekt werd (met deze warme aprilmaand minder een probleem). Hou deze teelten voor juni, juli en zelfs tot begin augustus. Je kan vanaf mei en ook nog in juni het plantgoed van veel herfstgroenten opkweken (met uitzondering van veldsla).

    Wat nog in mei?
    Snijbiet(warmoes) zaaien en planten, suikermaïs zaaien, schorseneer zaaien, rode biet zaaien tot einde juli, koolrabi zaaien en planten,….

    Weinig wat niet kan gezaaid worden of geplant in mei. De klimaatcondities zijn ideaal voor zowat alle groenten.
    Laat u echter niet verleiden om té veel te poten of te zaaien. Dit zou op een bepaald moment tot overproductie leiden. Hou nog wat achter de hand voor juni, juli en ook augustus. Om ook later in het jaar nog te kunnen oogsten. Raadpleeg daartoe alle teeltkalenders per groentesoort. of neem eens een kijkje  in de kalender met de uiterste zaai- en plantdata van de verschillende groenten.

    Lees zeker ook het nieuwe artikel met meer achtergrond info  “Tips voor de moestuin van half april tot eind mei

    Een koud voorjaar in de groentetuinen van Sint-Niklaas

    volkstuin-groenten Vorige week vrijdag, 7 mei,  was ik uitgenodigd om een lezing over vruchtgroenten te geven bij de Volkstuin – Werk Van de Akker te Sint-Niklaas. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om de groentetuinen, die vlakbij het lokaal gelegen zijn te gaan bekijken. De vele tuintjes lagen er allemaal kraaknet bij.  Ze hadden, door het koude weer, eerder een aanblik van een groentetuin in april dan van één in mei. Het is de afgelopen twee weken dan ook uitzonderlijk koud geweest voor de tijd van het jaar. Met als kers op de taart, de grondvorst, vandaag 14 mei.
    Ik nam er verschillende foto’s van diverse teelten die ik graag even van wat commentaar voorzie. Opvallend was de grote voorsprong die groenten in de koude bak en van onder plastiekfolie hebben ten opzichte van de openluchtteelt. Plastiekfolie en  vliesdoek hebben dit voorjaar duidelijk hun nut bewezen.

    Klik op de foto’s om de details te zien.

    broccoli_koude_bak 
    Deze broccoli is al flink uitgegroeid door het telen in de koude bak. De glasplaten zijn er nu wel af, omdat de planten te hoog geworden zijn. Ten laatste begin juni kan deze tuinder al broccoli oogsten, ondanks het koude voorjaar. Bemerk ook de mooie kroppen sla waarvan al volop geoogst wordt. Normaal is dit alles begin maart geplant onder de ramen van de koude bak.

     

    broccoli-gaatjesplastiek 
    Ook deze broccoli, oorspronkelijk geteeld onder een tunneltje met gaatjesplastiek, heeft al een mooie voorsprong opgebouwd ten opzichte van de teelt in open lucht. De tuinder heeft hier gekozen voor de ondersteuning met stokjes in plaats van aanaarden.

     

    kolen-aanaarden-duivenschade-bemesting 
    Deze tuinder heeft de boogjes gebruikt om enkele touwen kriskras door elkaar te spannen. Dit is een gekende maatregel tegen het pikken aan de bladeren van bosduiven. Koolgewassen zijn in het voorjaar hun favoriet voedsel. Dat er bovenop de grond meststoffen liggen, vind ik niet zo goed. Het is beter de meststoffen in de grond te werken. Nu zal het veel te lang duren vooraleer de planten van deze meststof gebruik kunnen maken.
    Deze planten zijn wel al aangeaard. Het hart van de plant komt nog net boven de grond.

     

    asperge-onder-folie 
    Meerdere bedden asperges op één tuin.  De zwarte plastiek zorgt ervoor dat je niet alle dagen moet oogsten. Verder zorgt de warmte ervoor dat er een oogstvervroeging is. Voor een klein huisgezin is één bed asperges eigenlijk al voldoende.

     

    groene-asperges-oogsten 
    Groene asperges telen is natuurlijk veel gemakkelijker, je hoeft geen verhoogde ruggen te maken en geen plastiek te gebruiken. Ook het oogsten verloopt veel sneller.

     

    tunnel-gaatjesfoliekoude-bak-insectengaas 
    Met deze koude bak gemaakt uit stevige, dubbelwandige, polycarbonaatplaten kan je alle kanten uit. Je kan er achteraf nog een tunneltje op monteren. Of je kan er insectengaas over spannen.

     

    rode biet gekiemd 
    Ondanks het koude weer en dankzij de directe afdekking met
    gaatjesplastiek is deze rode biet toch al gekiemd. In het voorjaar heeft deze afdekking bij het zaaien van diverse groenten meerdere voordelen: extra warmte, vervroeging, geen uitdroging, bescherming tegen ongedierte en katten.

     

    knoflook-na-de-winter 
    Ondanks de koude winter en het koude voorjaar is deze knoflook toch al goed in de groei. Dit bewijst nogmaals dat de beste plantperiode voor knoflook oktober is.

     

    peultjes-erwten-hoge-rond peultjes-erwten-hoge
    Peulen worden er volop geteeld in Sint-Niklaas. In zowat ieder tuintje zijn ze aanwezig. Hierbij enkele constructies die gebruikt worden om de hoge soorten, die tot 2 meter hoog kunnen worden, te ondersteunen. Deze peulen/erwten werden voorgeteeld in potjes en begin maart uitgeplant in de tuin.

    peulen-sluimerwten-in-kas-serre 
    Deze tuinder was terecht trots op zijn mooie peulen in de serre waar al volop van geoogst kan worden. In normale omstandigheden zijn deze net op tijd leeg geoogst om dan plaats te maken voor de tomaten. Dit jaar zal dit iets langer duren dan voorzien. Een mooi voorbeeld dat ook de volkstuinder primeurgroenten kan telen die in de winkel niet verkrijgbaar zijn. Ook deze peulen werden voorgeteeld in potjes (januari) en uitgeplant in de kas half februari.

     

    erwten-bladrandkever erwten-bladrandkever-groot 
    Een algemeen probleem in alle tuintjes te Sint-Niklaas is wraat aan de blaadjes van de erwten door de bladrandkever. In normale omstandigheden is dit zelden een groot probleem. Door de koude en dus de zeer trage groei valt de schade dit jaar er veel meer op. Op de rechterfoto zie je dat zelfs de grote planten er nog wel wat last van hebben.

     

    preiplanjes-opkweken 
    Plantmateriaal voor de late planting van prei in juli (winterteelt) kan je in principe in open lucht opkweken. Er word dan op rijtjes gezaaid in april.
    Dit jaar zullen de plantjes alleszins een groeivertraging oplopen. Het was beter geweest deze prei onder een gaatjesplastiek te zaaien zoals de rode biet daarnet en deze te laten liggen tot de ergste kou voorbij is.  Het lijkt erop dat er potgrond gebruikt werd om af te dekken.

     

    gezaaid-potgrond 
    Wat hier gezaaid werd is nog niet te zien. Er werd afgedekt met een laagje potgrond. In het artikel van Herman wordt beschreven dat het beter is een mengsel van potgrond en zand te gebruiken. Naar mijn idee is het grote nadeel van af te dekken met potgrond, dat dit te snel uitdroogt.

     

    sjalot-planten 
    De sjalotten hebben duidelijk nood aan warmte. Bij deze de opmerking dat je sjalotten nooit helemaal onder de grond stopt bij het planten, want dan komen ze gewoonweg niet boven. De neus van de bol moet nog goed zichtbaar zijn.

     

    tunnel-insectengaas

    Ook op de volkstuin van Sint-Niklaas is het gebruik van insectengaas al sterk ingeburgerd. Op deze foto zijn er verschillende te zien. De meeste zijn tunneltjes die opgezet werden boven een zaaibed met wortelen, met de bedoeling de wortelvlieg buiten te houden.

     

    selder-planten 
    In tegenstelling tot kolen planten we selder best niet dieper dan dat ze in de potjes stonden. De plantjes hebben haast geen stengel en het hart van de plant moet boven de grond blijven.

     

    tomaten-geënte-sla 
    De voojaarsgroenten en de zomergroenten in de serre, samen op één foto. Nogal wat tuinders in Sint-Niklaas telen bloemkool in de serre. Deze wordt gezaaid voor de winter en in januari uitgeplant in de kas. Het principe van de weeuwenteelt. Daar kan men dan al begin mei van oogsten, ondanks de koude winter en voorjaar. De geënte tomatenplanten die aangekocht werden, zijn opgekweekt in een verwarmde professionele serre. In een koud voorjaar als dit zorgt dit ervoor dat de voorjaarsgroenten nog niet weg zijn en de tomatenplanten al groot genoeg om uitgeplant te worden. U merkt dat het geënte planten zijn met twee stengels op één plant.

     

    aardappelen-aanaarden-blauwe-korrel 
    Aardappelen worden, als ze een 10-20 cm hoog zijn aangeaard en eventueel bijbemest. Maar het is beter de meststof te strooien vlak voor met het aanaarden begonnen wordt. Want deze meststof die bovenop de grond  ligt zal niet volledig door de planten kunnen benut worden. Zie ook het artikel over aanaarden en bemesten.

     

    aardappelen-gaatjesplastiek 
    Deze constructie zal dit jaar zeker zijn nut bewijzen. Ondanks de koude is het loof van deze aardappelen al hoog uitgegroeid en zal er begin juni kunnen geoogst worden.

    Met dank aan alle volkstuinders van Sint-Niklaas!

    Gebruik van, en combinaties met, komkommer in de keuken.

    oocvjvvkKomkommer behoort tot de familie van de kalebassen en is verwant aan de meloen en courgette. Het is een warmteminnende plant die meestal onder glas geteeld wordt.

    De meest bekende komkommer is deze met de donkergroene, gladde schil en de kleine snackkomkommer (augurk). Komkommers worden rauw gegeten, augurken vaak ingelegd. Maar een komkommer kan ook lekker smaken na snel aanbakken in de koekenpan.

    Best is stevige, niet-verschrompelde exemplaren te kiezen. De dunne exemplaren bevatten minder van de bittere zaadjes. Komkommers kunnen een week onverpakt in de koelkast bewaard worden.

    In de keuken kan komkommer geschild of ongeschild gebruikt worden. Toch is het om gezondheidsreden aan te bevelen de schil niet weg te werpen! Want precies onder de schil bevinden zich de meeste vitamines en antioxidanten. Komkommer is een caloriearme groente, bevat 0% vet en nauwelijks koolhydraten maar wel veel vezels, kalium en calcium. Kalium helpt de zuurresten in het lichaam neutraliseren. Deze ontstaan na eten van vet en vlees. Bovendien helpt komkommer tegen stress en hoofdpijn en helpt het de bloeddruk reguleren.

    Afspoelen is altijd een vereiste. De zaadlijsten kunnen met een lepel verwijderd worden. Voor het koken kan een komkommer gezouten worden: dat houdt het product knapperig en de smaak minder bitter. Komkommer is niet gemakkelijk verteerbaar. Een prima middel dus bij het diëten. Wie last heeft van oprispingen lang na het verorberen van een komkommerslaatje kan dit verhelpen met de groenteschaal in te wrijven met een teentje knoflook.

    Komkommer is meer dan een ‘bodembedekker’ voor koude schotels of slaatjes. Om je daarvan te overtuigen, deden wij beroep op www.foodpairing.be, een pareltje van een website overigens als je nieuwsgierig bent naar nieuwe en harmonische smaakcombinaties.

    Foodpairing bestaat uit een wetenschappelijke analyse van smaakstoffen in voedingsstoffen, waardoor een smaakprofiel kan opgemaakt worden. Op die manier kan bepaald worden welke combinaties passend zijn of hoe je binnen een bepaalde combinatie een element door een ander kunt vervangen. Hierdoor is het mogelijk én creatief te zijn in de keuken én ook meer aandacht te geven aan groenten en fruit ter vervanging van calorierijkere of minder gezonde voeding, zonder aan smaak in te boeten.

    Op deze website kun je een product invoeren en krijg je onmiddellijk een sterstructuur waarbij je ziet welke voedingsproducten direct of indirect een mooie smaakcombinatie afleveren. Een ideale start om met een groente tot verrassingen te komen!

    Wij namen de proef op de som voor komkommer en aubergine (voor deze laatste, zie verderop).

    Zo vormt komkommer aldus de foodpairingtheorie een ideale groentecombinatie met o.a. watermeloen, guave, boter, gruyère, mozzarella, olijfolie, makreel, venusschelpen, mosselen, sojamelk, cardemom, Iberische ham, geroosterd of gekookte kip, boekweit, basmatirijst, amandel en amandelkoekjes… maar ook melkchocolade (Venezuela en Dominicaanse Republiek) en bovendien laat komkommer zich goed smaken met een Elzaswijn à la Gewürtztraminer.

    (Persbericht van Flandria Groenten, met toestemming overgenomen uit de persmap http://flandria.vlam.be/)

    Win een Flandria-groenten draagtas

    5azrvvccWin een Flandria draagtas!
    Op 17 mei 2010 lanceert Flandria, het Belgische keurmerk van groenten en fruit, een nieuwe reclamecampagne met nieuwe televisiespots én een nieuwe slogan!
    Wil jij graag een mooie, handige Flandria-draagtas winnen? Doe dan mee en krijg gratis de Flandria-tas thuis toegestuurd!
    Je hoeft enkel te antwoorden op de vraag:
    wat is de nieuwe slogan van Flandria?
    a) Flandria is er voor iedereen
    b) We hebben allemaal iets met Flandria
    c) Die van Flandria zijn niet van gisteren
    Tip: bekijk de spots op tv of surf naar de website www.mijnflandria.be
    Noteer dan de juiste slogan op een voldoende gefrankeerde witte of gele briefkaart samen met je naam, voornaam en volledig adres en stuur op naar LAVA t.a.v. Ilse Ceulemans, Leuvensesteenweg 130 A, 3191 Boortmeerbeek of mail naar marketing@lava.be tegen ten laatste 31 mei 2010.

    Wie kweekt welke groenten?

    image image

    Onderzoekers van het OIVO hebben telefonische enquêtes uitgevoerd bij 631 mensen ouder dan 18 jaar in oktober 2009.

    Met hun vragen wilden ze een zicht krijgen op de situatie van de groentetuintjes in België en in kaart brengen wat er zoal geteeld wordt.

    Hierbij twintig  dia’s over het tuinbezit in België en het kweken van groenten en fruit (profiel, leeftijd, plaats, oppervlakte, hoeveelheid, gekweekte soorten enz. ……)

    Dit waren de conclusies :

    • De grootste groep hobbytuiniers zijn de 50- tot 64-jarigen. 31% van hen kweekt groenten of fruit.
    • Bij de 40-tot 49-jarigen en de 65 plussers is het iets minder populair: 25% kweekt groenten of fruit.
    • In Vlaanderen en Wallonië wordt het vaakst getuinierd in de kleine dorpen (45% en 50%).
    • Groenten en fruit kweken gebeurt het vaakst door de middenklassen en de hogere sociale groepen.
    • In drie op vier gevallen worden groenten gekweekt in de tuin, bij 1 op 10 hobbytuiniers gebeurt dit ook in de serre.
    • Fruit wordt in de helft van de gevallen gekweekt in de moestuin.
    • Bovenaan de lijst van de gekweekte groenten staan sla, tomaten, wortelen en prei.
    • De meest gekweekte fruitsoorten zijn appels, pruimen, peren, kersen, frambozen en aardbeien.
    • De crisis heeft de Belgen niet bepaald aangezet tot meer tuinieren. 52% kweekt evenveel als vroeger, een kwart zegt meer te kweken en 23% beweert minder te tuinieren.

     

    enquete tuinieren

      oivo_0001_0002 oivo_0001_0003 oivo_0001_0004 oivo_0001_0005 oivo_0001_0006 oivo_0001_0007 oivo_0001_0008 oivo_0001_0009 oivo_0001_0010 oivo_0001_0011 oivo_0001_0012 oivo_0001_0013 oivo_0001_0014 oivo_0001_0015 oivo_0001_0016 oivo_0001_0017 oivo_0001_0018 oivo_0001_0019 oivo_0001_0020

    oivo_0001_0021

    De volledige studie “De Belgen en tuinieren” kan geraadpleegd worden via  de website van OIVO (pdf). 

    www.oivo.be