Alle berichten van Tuinman Peter

Tuinman Peter brengt ons tips uit zijn biotuin. Peter Dewulf is een doorwinterde tuinier die ook graag in de keuken verwerkt wat zijn zweet opbrengt. Peter is een gewaardeerd voordrachtgever bij de Volkstuinafdelingen. en haalt dagelijks veel plezier uit zijn job als verantwoordelijke voor de plantenafdeling in een tuincentrum. "Door de jaren heen kunnen lentes, zomers, herfst en winter anders zijn. Tuinieren is dan ook geen exacte wetenschap. Voeling houden met het klimaat is belangrijk om de teeltwijze te bepalen". Veel leesgenot, Peter Dewulf

De 10 beste aardbeirassen.

Aardbeien telen is één van mijn favorieten. In de loop der jaren heb ik wel een zeventigtal soorten getest en voor mezelf notities bijgehouden.

Daarom deel ik graag mijn “Aardbeien top 10 juni dragers”

1 Korona: het beste ras voor de liefhebber.
De smaak van de vruchten is subliem, de vruchten zijn zacht en smeuïg  De vrucht is zeer sappig, bij het bijten loopt het sap wel eens langs de kin. De soort is weinig of niet gevoelig voor de bekende wortelziekten en weinig vatbaar voor echte meeldauw (witziekte) Kortom het ras voor de liefhebber die wenst biologisch te kweken en een sublieme smaak het allerbelangrijkst is.

korona_aardbeien
2 Darcelect: een populaire tuinderssoort.
Een meststofvreter. De opbrengst is hoog tot zeer hoog met extra grote vruchten welke bij goed doorrijpen een aparte lekkere gekruide smaak hebben. Deze soort is redelijk gevoelig voor wortelziekten wat voor de liefhebber zeker een nadeel is.
3 El Santa: het standaardras voor de handel.
Een heel lekkere smaak met een geparfumeerd na aroma. De vruchten verdragen door hun stevigheid uitstekend het transport en ze bewaren goed in de koelcel. Het grote minpunt is de zeer grote gevoeligheid  voor wortelziekten.   Voor de liefhebber te voorkomen door een zeer ruime vruchtwisseling en niet langer dan twee jaar te laten groeien.

4 Elvira: een prachtige, gezonde soort aardbei met een lekkere nasmaak. De vruchten zijn bij volledige rijpheid te zacht om te commercialiseren. Voor ons liefhebbers primeert gelukkig de smaak en de plantgezondheid boven de verhandelmogelijkheden.
5 Gariguette: de vroegste aardbei. Langwerpig van vorm met een ingezonken aanzet onder het vruchtkroontje. De smaak bij een vervroegde serrekweek is lichtzoet. Bij een openluchtteelt, mooi zonnig weer en goed laten doorrijpen is de smaak toch wel heel zoet, net zoals in het zuiden waar de soort veel gekweekt wordt.

Gariguette_aardbeien
6 Sonata: een soort met een korte geblokte vruchtvorm, lekker zoet van smaak, niet te vroeg. Stevig van plantbouw met grote bladeren. De plantgezondheid voldoet

sonata aardbeien
7 Vima Zanta: een oude soort. De vruchtkleur is donkerroood tot paarsrood. Bij volledige rijping is dit nog steeds een stevige vrucht en zeer zoet van smaak.

vima zanta aardbeien
8 Gigantella Maxim: een donkerrode vrucht van enorme afmetingen, de smaak is bij zonnig weer voortreffelijk. De plantgezondheid is goed. Bij deze soort is het een plezier om op een korte tijd een enorme hoeveelheid vruchten te plukken.

gigantella maxim aardbeien
9 Lambada: een buitenbeentje wat betreft de smaak. De vruchtgrootte is normaal tot groot. De vruchten zijn bij goed doorrijpen zeer lekker maar zijn voor het transport te zacht. De soort is licht gevoelig voor witziekte, maar weinig gevoelig voor wortelziekten.

Lambada aardbeien
10 Clery: bijna de vroegste. Wordt langs de Middellandse Zee veel gekweekt. Voor een serrekweek bij ons is de smaak lichtzoet maar hard van structuur. Als  de vruchten lang aan de planten rijpen en bij een lekker zonnetje zijn ze echter zoet tot zeer zoet met een speciaal gekruide smaak. De vollegrondkweek is zoet en de zoetheid neemt toe volgens de hoeveelheid zon. De planten moeten regelmatig nagezien worden op aardbeienspint.

Hoe ik mijn paprika’s zaai en opkweek.

In dit bericht van Tuinman Peter :
– Zaaien paprika’s
– Verspenen paprika’s

– Het rijpen van de plantgrond.
Half februari is voor mij  de beste tijd om paprika’s te zaaien. Paprika’s kiemen ongeveer na 2 tot 3 weken op een temperatuur van 20 of  meer graden. Na het kiemen en verspenen duurt de plantenteelt nog tot half april voor de serreteelt en tot half of beter nog einde mei voor de buitenteelt.
Hoe zaai ik paprika’s?
Ik zaai in  een ondiep schaaltje of een miniserretje voor de huiskamer en gebruik zaai- en stekgrond(zeer belangrijk).
Zorg ervoor dat er minimaal één cm ruimte is tussen de zaadjes, zo krijgen we later stevige plantjes die we eenvoudig kunnen verspenen zonder het jonge wortelgestel te beschadigen. De zaden dek ik af met een laagje van 1 tot 2 mm zaai- en stekgrond, dit dan goed bevochtigen met een plantenspuitje en klaar is kees. Het belangrijkste is nu dat de temperatuur voldoende hoog is en blijft tot de plantjes ontloken zijn. Na de opkomst mag de temperatuur iets zakken tot 18 a 20 graden, tijdens de dag iets luchten mag, dit om stevige plantjes te verkrijgen. Natuurlijk is licht ook zeer belangrijk.
Hoe verspeen ik paprika’s?
Ongeveer 4 weken na opkomst kunnen de afgeharde plantjes worden verspeend. Dit doen we in van meststoffen voorzien potgrond voor groenten en kruiden.Ik verspeen in een rond bloempotje van 10,5 cm, na het verspenen ruim bevochtigen en terug warm plaatsen. De beste standplaats is zo dicht mogelijk voor het venster (binnenshuis) of in een goed verwarmde serre (18 graden). Voor de verdere plantenkweek zijn er  geen specifieke belagers te verwachten. Soms gebeurt het, dat bij een iets minder klare standplaats voor het venster, er een invasie van bladluis voorkomt. Deze bestrijd ik dan door het bestuiven met Lava-biopholin of door het spuiten met een biologisch insecticide.  Preventief  de gekende biologische slakkekorrels strooien bij opkweek in de kas kan verrassingen vermijden.
Verder afharden:
Vanaf april, bij warme dagen breng ik de  nog jonge plantjes tijdens de dag naar buiten om te wennen aan meer zonlicht, een lagere luchtvochtigheid en een lagere temperatuur. Vergeet niet om de nog jonge plantjes in de vooravond terug binnen te brengen. Eind april zijn de plantjes flink uitgegroeid en kan er overwogen worden om  te planten in de serre. Buiten doen we dit pas ten vroegste half mei buiten, als het weer het toelaat, anders einde mei.
Het “rijpen” van de grond
Een weinig gekend fenomeen is het rijpen van de grond.
Enkele weken voor het planten al zal ik de grond bemesten met een organische meststof (bv MIX 2 van DCM) aan ongeveer 1 kg per 10 m². Ondergronds zal nu een omzetting gebeuren tot bruikbare voeding voor de jonge planten. Dit fenomeen heet het rijpen van de grond. Doe je dit niet dan verlies je enkele weken groeikracht daar organische meststoffen eerst moeten omgezet worden naar opneembare voedingselementen (mineraliseren) alvorens ze door de plantenwortels kunnen opgenomen worden.
Planten
Daar komt in deze rubriek “Tips uit de Biotuin van Tuinman Peter” nog een artikel over.
(Planten in een serre, planten in de open lucht in vollegrond, planten in open lucht in grote potten voor op het balkon of de terras)

Ik kies voor organische meststoffen!

Ik kies voor organische meststoffen!

organische meststofJe kent ze wel, de organische meststoffen die in diverse samenstellingen, merken en verpakkingen aangeboden worden.  In dit artikel geef ik een aantal argumenten om deze organische meststoffen te gebruiken in plaats van kunstmeststoffen.

“Of het nu ter beschikking komt uit organische of uit scheikundige meststof, voor de plant is dit helemaal hetzelfde”  Dit is wat ik destijds leerde op de banken van de tuinbouwschool. Kunnen we daar nu, met alle nieuwe inzichten, nog steeds achter staan?

Onderzoeken van gewasbeschermingsmiddelen worden soms na 10 jaar helemaal afgevoerd.  Nieuwe studies maken ons wijzer.
Een nieuwe studie bewijst dat een vorige studie het verkeerd voor had….. In onze jonge of iets minder jonge carrière hebben we allemaal dingen geloofd die na een  aantal jaren onderuit werden gehaald, meestal ten voordele van ’terug naar de natuur’.

Planten groeien explosief na gebruik van de juiste scheikundige meststof. Is er daarna nog een toegevoegde waarde bij deze meststof of is wat overblijft alleen maar afval?

Een woordje uitleg:
Hoe is een kunstmeststof opgebouwd? Een kunstmeststof bestaat uit nuttige voedingselementen en een ‘draagstof’, meestal is dit een krijt-variant, of een zout. Nu moeten we eerlijk zijn, bij de teelt in volle grond kan die draagstof uitspoelen  en is dan ook weinig schadelijk, in tegenstelling tot onder glas of plastiek. Hier krijgen we ‘gratis’ een hoge zoutconcentratie. Is de te hoge zoutconcentratie alleen daar aan te wijten? Neen zeker niet, als capillair water stijgt brengt dit ook natuurlijke zouten mee naar boven. Het opstijgend water verdampt en het zout blijft als een reststof in de bovenste laag achter.

Kunnen we daar iets tegen ondernemen? Ja en neen. Zouten uit capillair water kunnen we alleen doorspoelen, maar draagstoffen uit scheikundige meststoffen kunnen we voorkomen door het gebruik van organische meststoffen. De organische meststoffen bestaan uit nuttige voedingselementen van organische oorsprong met als draagstof meestal iets als ‘gedroogde koemest’, hoornmeel, beendermeel, kippeverenmeel, cacaodoppen enz….,  Na vertering  worden de draagstoffen ‘humus’.  Organische mest wordt al sinds mensenheugnis gebruikt en is van vertrouwde oorsprong.  Wat verder onderzoek ons nog zal brengen over de kunstmeststoffen is nog koffiedik kijken. Voor mijn groentetuin wens ik alleen organische meststoffen en anders geen! Dan ben ik zeker dat wat achterblijft van natuurlijke oorsprong is.

Witloofwortels telen zonder groentetuin.

Witloof kroppen kweken kan zelfs zonder groentetuin

is een bekend en veel gelezen artikel op www.plantaardig.com. Nu zorgt Tuinman Peter voor een  vervolg, of beter gezegd, een proloog bij dit artikel.

Witloofwortels telen kan ook zonder groentetuin!

witloof-potjes-collage-met-tekst

Waarschijnlijk weet je wel dat je geen mooie, witte witloofkroppen kan telen zonder eerst in de zomer witloofwortels te telen of in het najaar witloofwortels te kopen.

Na het lezen van het populaire artikel “witloofkroppen kweken zonder groentetuin” op Plantaardig.com en de reacties daarop door de jaren heen, kan ik niet anders dan een artikel schrijven over een weinig gekende methode om wortels te telen. Om zo ook twee zeer veel terugkomende vragen op te helderen. Namelijk : “Waar koop ik witloofwortels?” en “Ik zag in een tuincenter witloofplantjes staan, volgens mij geen goed idee?”

Het is duidelijk dat veel lezers een probleem hebben om witloofwortels te bekomen of te telen. Witloofwortels nemen nog al wat plaats in om te telen en sommigen hebben een te kleine of geen moestuin of een kleine balkontuin. Al een paar keer heb ik op een voordracht voor de vereniging ‘De Volkstuin’ mijn andere kijk op het telen van witloofwortels voorgesteld. Maar omdat de meeste leden van De Volkstuin een groentetuin hebben werd ik wel eens op een binnensmonds gemonkel afgerekend…..

Bij deze dus mijn alternatieve teeltmethode, witloofwortels telen op een andere manier. Daarbij gaan we er dus van uit dat we te weinig  of geen grond ter beschikking hebben om de hele zomer lang daar witloofwortels op te telen. In een kleine moestuin kan immers door het telen van witloofwortels te veel grond gedurende te lange tijd bezet zijn.

(Na de beschrijving stap-voor-stap volg een tiendelige fotoreportage stap-voor-stap)

Zaaien.
In de periode tussen begin mei en zelfs einde juni, zaai ik een zaaikistje met witloof, dit is alvast een flinke besparing op zaden. Er zal immers niets verloren gaan door een minder goede opkomst in de groentetuin of door het dunnen van de plantjes.

Verspenen
Wanneer de plantjes groot genoeg zijn om te verspenen, neem ik bloempotjes van ongeveer 10.5cm. Bij mij zijn dit de potjes van de zomerbloemen voor de bloembakken die anders toch bij het afval terecht komen. Ik vul die met een goede potgrond met een beetje klei in het mengsel, dit is een kwalitatieve geraniumpotgrond. Daarna begiet ik de potjes flink en laat ze tien minuten rusten. Dan is  de aarde klaar om in te verspenen.

We verspenen één tot maximum drie plantjes  per potje. In mei mag je drie plantjes nemen, in juli slechts één. Als  je vroeg zaait heb je voldoende tijd om de wortelgroei vlot  te laten verdergaan, en dan kan je drie plantjes in één pot verspenen.  Eén wortel in een pot zorgt voor een snellere groei op een kortere tijd.  Voor iemand die uitsluitend dikke kroppen wenst te oogsten is 1 plant per pot de standaard, zo bepaal je zelf de latere dikte van het geoogste loof.
Deze verspeende plantjes kweek ik verder op als andere groenteplantjes.  Na vier tot zes weken is de potkluit goed doorworteld en zijn de planten al flink gegroeid.

Je kan ook plantjes gebruiken uit het tuincenter, die zijn dan voorgekweekt in persblokjes.

Open zetten
In dit stadium kunnen we niet verder dan de potjes ruimer te plaatsen om de planten meer licht te geven.

Dit kunnen we op 2 manieren:

1. We nemen een plantentray met de bijhorende maten volgens de gebruikte bloempotjes en we gaan openzetten. De potjes blijven in de tray maar we laten telkens één plaats open. Regelmatig gaan we de potjes lostrekken van de vaste aarde of de bloembak om de doorgroeiende penwortel los te breken. Hierdoor blijft de volledige wortelgroei binnen het bloempotje. We kunnen de planten op deze manier verder verzorgen, dan hebben we in oktober, november volgroeide witloofwortels in een potje.

2. We nemen de bloempotjes en gaan ze in de groentetuin in rijtjes een klein beetje ingraven, zodat de wortels door de drainagegaten kunnen groeien. Om de 2 weken gaan we de ingegraven potjes een kwartslag draaien om de penwortel te breken om de wortelgroei te dwingen in de pot. In november zijn de planten ook klaar!

Voordelen
Bij methode 1 kun je witloofwortels kweken in een stadstuin. Bij methode 2 kun je witloofwortels kweken als een nateelt en kun je uw beschikbare oppervlakte beter benutten. Dan heb je pas in juli of augustus meer ruimte nodig. Zo heb je een perfecte nateelt en verlies je niet van in het begin de grond aan de teelt van witloofwortels.  Handig toch!

Rooien van de wortels
Indien vroeg gezaaid kun je de potjes loswrikken met de spitvork begin oktober om na 2 tot 3 weken het loof af te snijden en in te tafelen. Bij een latere oogst (november) mag je losmaken, afsnijden en intafelen op één en dezelfde dag. Ikzelf forceer witloofwortels steeds na nieuwjaar dan heb ik minder groenten recht uit de tuin

De kroppenteelt
Voor de forcerie (kroppenteelt) blijft alles dus gelijk aan een ‘normale’ teelt, met als verschil dat de wortels in een potje zitten met aarde. Plaats je deze potjes in een waterdichte bak dan kun je tijdens het forceren in het donker uiteraard verder water geven. Als de oogst klaar is neem je gewoon potje per potje mee naar de keuken en je hebt ‘super vers’ witloof. Je snijdt de oogst af, en het potje kan bij het restafval.
Je kan meer info opdoen over het kweken van de kroppen op de wortels in een donkere ruimte in  het artikel Witloofkroppen telen zonder groentetuin.

We hebben op deze manier zelf onze eigen witloofwortels gekweekt op een zeer beperkte ruimte in de tuin of op een terras én we hebben babywitloof gekweekt. Wat een luxe.

Je kunt dit met gewoon witloof, met haverwortel en je kunt dit ook met rood witloof.

Fotoreportage : stap voor stap witloofwortels telen in bloempotjes

een koolgewas  maar het kon evengoed een veld witloofwortels zijn in wording
Foto 1 : De teelt start met het zaaien van witloof in zo’n klein potje om dan later te verspenen.pas verspeend!
Foto 2 :  De witloofplantjes zijn pas verspeend vanuit het zaaikistje naar de bloempotjes van 10,5 cm.

Witloof uit perspotjes, pas geplant!
Foto 3 : Witloofplantjes uit het tuincentrum werden zopas in bloempotjes geplaatst.

een mooi opengezet wachtveldje (Kopie)
Foto 4 : Deze witloofplanten zijn al wat ruimer gezet.

De groei van de witloofkroppen begint!Meer dan één witlofkropje per potje!

Foto 5 en 6 : De groei herneemt, je ziet duidelijk dat er meer dan één wortel in een potje zit!

Mooi doorgeworteld
Foto 7 : Tijdens de forcerie (kroppenteelt) groeien de vezels goed door het potje.

halfwas (Kopie)

Foto 8 : De witloofkropjes zijn halfwas.

bijna oogstklaar (Kopie)

Foto 9 : Straks oogsten!

Veel succes met de teelt van de eigen witloofwortels dit jaar. ‘Geen moestuin’ is nu geen excuus meer…
Tuinman Peter

Aardpeer, nu nog de tijd om een voorraad te oogsten.

aardpeer vers geoogstIn deze tips uit Peter’s Biotuin:
Aardperen oogsten en bewaren
Aardpeerscheuten oogsten
Twee recepten.
Het is februari, de nieuwe groei van de aardpeer zal niet lang meer op zich laten wachten. Het is nu het moment om nog een flinke voorraad extra te oogsten, we rooien de grillige knollen en slaan ze op in een koele ruimte. We zorgen er voor dat de knollen niet kunnen uitdrogen (slap worden). We kunnen immers nog een aantal weken genieten van een ‘verguisde groente’. Voor sommigen een onkruid, voor anderen een delicatesse. Ik kan er ook niets aan doen maar bij mij in de tuin (zware grond) groeit aardpeer goed en is het geen woekerplant zoals bij menig tuinder uit de zandgrond.

De grillige knollen slaan we op in een kist met aarde of in een grote plastiek zak. Het overschot van de knollen, indien niet verwerkt in de keuken, kunnen we ook gebruiken om aardpeerscheuten te oogsten.

Daarvoor moeten de knollen blijvend bewaard worden in het donker en naarmate dat de nieuwe groei hervat kunnen we de jonge scheutjes verzamelen, goed wassen en verwerken in gerechten. We oogsten de scheuten als ze een lengte hebben van ongeveer 10cm. Na het oogsten van de scheuten kunnen de resterende knollen gewoon terug in de grond als pootgoed voor oogst volgende herfst of winter.

Verwerken in de keuken:

    De knollen schillen en gebruiken in een puree.

400 gram geschilde aardappelen en 200 gram geschilde aardperen in een kookpot, zouten als gewone aardappelen en koken tot de beide gaar zijn. Afgieten en laten uitlekken, een klompje boter toevoegen, wat extra peper en zout, een scheutje melk en alles stampen en vermengen tot een groente-puree. Deze stoemp te serveren met een gebakken witte vis.

Smakelijk.

    Gebakken aardpeerscheuten.

De aardpeerscheuten goed wassen en laten uitlekken. We nemen een pan met boter en laten die smelten, laten de aardpeer scheuten lichtjes gaar worden en bruinen op een zacht vuurtje, peper en zout toevoegen en blussen met een heel klein beetje room en laten inkoken, klaar is kees. Te serveren met gebakken kippenlevertjes en een gebakken aardappeltje.

Smakelijk.