Alle berichten van Herman

test test

Tomaten ruimen? Bekijk de wortels!

Herman, die u vast kent van de serie tomaten telen met Herman, heeft dit jaar verschillende nuttige proeven gedaan met tomaten telen in potten en het enten van tomaten.
En de oogst was echt verbluffend, zo mocht ik met mijn eigen ogen aanschouwen deze zomer. Dit bij de geënte tomaten, maar zeker en vast ook bij de teelt in potten.
Over de teelt in potten van tomaten in de kas bestonden nog niet veel praktische gegevens hoe je daarbij te werk moet gaan. Straks dus wel als Herman zijn methodes en waarnemingen publiceert!

Waarom deze experimenten?
Dit is om de aantasting door kurkwortel tegen te gaan.

Zijn uw tomatenplanten aangetast door  kurkwortel?

Dat kunt u bovengronds niet echt waarnemen. Enkel een verminderde groeikracht en tijdelijke verwelking op zonnige dagen zou daarop kunnen wijzen. Maar straks, als u de tomaten ruimt, is het moment aangebroken om een controle te doen. De kans is groot dat ook u baat hebt bij de teelt van tomaten in potten.
Herman heeft ondertussen al enkele potplanten en planten uit de grond geruimd. Hij stuurde mij onderstaande foto, met de vraag om, in afwachting van zijn artikels, deze te publiceren. Hij wil op die manier de liefhebber bewust maken van een onzichtbaar, ondergronds probleem.

Klik op de foto voor een vergroting.herman_wortels_tomaten

Wat een verschil!
Blanke wortels in de potten, bruine tot zwarte wortels uit de vollegrond in de kas. En dat slechts na drie jaar tomaten telen in de kasgrond! Lang hoeft het dus niet te duren vooraleer de kurkwortel zich vestigt.
Pottenteelt, volgens de methode van Herman, is dus duidelijk een voltreffer.

Update 1 oktober

Ook de geënte planten hebben een veel beter wortelstelsel blijkt uit de proeven van Herman, nu hij de kastomaten ook geruimd heeft.
Herman schrijft :

“En nu komt eens temeer aan het licht dat wortelstelsels van geente planten  geen enkele vorm van kurkwortel vertonen (zowel in de kas als buiten).
Op onderstaande foto met 3 wortelstelsels maak ik de vergelijking van twee geënte(één kas en één buitenteelt) tomaten en een niet-geente buitentomaat(Hobby F1 in dit geval).”

Klik op de foto voor een vergrotingkurkwortel tomaten geent herman

Hopelijk begrijpen een hoop hobbytuinders het belang van kurkwortel.

Wilt u, net zoals Herman, tomaten met gezonde wortels tot op het einde van de teelt? Blijf dan deze website volgen en schrijf u in op de gratis nieuwsbrief.

Lees alvast ook het informatieve artikel Kurkwortel is overal om meer te vernemen over deze hardnekkige schimmel.

Met dank aan Herman De Moor voor zijn gedetailleerde proeven en waarnemingen.

Update oktober 2010, na waarnemingen door Herman bij planten die al een tijdje afgeknipt waren, maar waarvan de wortels nog niet gerooid waren.
“Controle op het al of niet aanwezig zijn van kurkwortel gebeurt, plant per plant, en dit onmiddellijk  na het plukken van de laatste vruchten van die plant. Zo ben je zeker dat het wortelstelsel nog actief is op het ogenblik van de controle. Controleren als de allerlaatste plant afgeoogst is  zorgt ervoor dat het wortelstelsel al aan het afsterven is, zodat je verkeerdelijk de indruk hebt dat er een hevige kurkwortelaantasting is.”


De slawortelboorder: bevindingen, conclusies en aanbevelingen na twee jaar intensieve opvolging

InlineRepresentation2aba52367f864973[1]_thumb[1]

Opgelet : indien u deze plaag nog niet kent, lees zeker ook de twee voorafgaande artikels, om verwarring met andere bodeminsecten uit te sluiten

Op deze foto’s de nachtvlinder (slawortelboorder) en de rups (slawortelboorder), klik om te vergroten.
800px-Korscheltellus_lupulinus01

rups-slawortelboorder

Wat vooraf ging
Toen Herman in 2009 voor het eerst slawortelboorder (Korscheltellus lupulinus) in zijn groentetuin vasstelde had hij nog niet de indruk dat de plaag belangrijk was. Toch werd toen al een oproep gelanceerd op GroentenInfo om na te gaan of en in welke mate deze plaag ook nog bij andere hobbytuinders voorkwam. Het werd een artikel vooral de nadruk legt op het verschil tussen de verschillende andere bodeminsecten en de rups van de slawortelboorder. Zie het artikel De slawortelboorder doet bijna oogstbare kroppen sla verwelken (16 juni 2009). Lees zeker dit artikel om verwarring met andere bodeminsecten, zoals aardrupsen, emelten, ritnaalden of engerlingen uit te sluiten. De gevolgen van een aantasting door slawortelboorder zijn meestal erger dan deze van andere bodeminsecten.

Dit alles leidde uiteindelijk in het voorjaar van 2010 tot een uniek artikel met alle mogelijke info over de slawortelboorder, zowel uit de literatuur, als uit eigen bevindingen. Zie het artikel Uitgebreide info over de  slawortelboorder, uit literatuur en eigen bevindingen (28 april 2010)

Enkele  bevindingen uit dit laatste artikel werden in de loop van het seizoen 2010 in de praktijk omgezet. Met de bedoeling de aantasting door de rupsen van de slawortelboorder zeer sterk terug te schroeven. Nog een geluk dat er maatregelen genomen werden, want de plaagdruk van de slawortelboorder was onverwachts groot! Een echte epidemie, zo noemt Herman het in zijn artikel.

In dit derde artikel worden een aantal proefnemingen die Herman de Moor gedaan heeft in 2010 toegelicht, ze worden gevolgd door enkele voorname conclusies en aanbevelingen in verband met de slawortelboorder. Hierna  volgt het derde artikel over de slawortelboorder geschreven door Herman de Moor.

Inleiding

 

Dit artikel is bedoeld als afsluiter van de vroegere artikels over de slawortelboorder (in dit artikel soms afgekort als SWB).
Gezien de ervaringen van 2009 en vermits, bij elke aantasting van een slabed, de SWB larve consequent opgespoord en verwijderd werd, was het maar de vraag of er in 2010 opnieuw gelijkaardige aantastingen zouden voorkomen.
Tot mijn grote verwondering bleek dit inderdaad het geval te zijn.De aantasting nam afgelopen seizoen de vorm aan van een epidemie en kostte het leven aan 41 slaplanten.

1. Afdekken.

De eerste twee plantbedden waren, dankzij afdekken, vrij van enige aantasting.

Een derde plantbed, geplant op 14/04/10, was nauwelijks een week onbeschermd en vanaf 05 /05 al grondig aangetast (zie onderstaande foto). Bovendien bleek achteraf de aantasting uit te breiden naar een aangrenzend slabed dat steeds voldoende afgeschermd was geweest tijdens de nacht. aangetast bed door slawortelboorder

Een zaaibed, gelegen naast het gazon, gewild afgedekt met grofmazig vogelnet,  werd vanuit het gazon eveneens in beperkte mate aangetast, zie onderstaande foto.afdekking tegen slawortelboorder

Toen rees het vermoeden dat de larven zich overdag verplaatsen naar aangrenzende teeltbedden of vanuit gras naar een aanpalend slabed

2. Onderzochte preventiemaatregelen.

Vanaf dan ondernam ik volgende maatregelen :

° Alle zaai-en plantbedden zouden tot einde juli  ‘s nachts afgedekt worden

° Vanaf 17/05 werden planten, bij het inplanten, aangegoten met het in België, in de biologische teelt, erkende middel ‘Conserve’ (link naar productbeschrijving fabrikant, of zie ook dit artikel). Conserve werd gekozen omdat het enerzijds een goed rupsenbestrijdingsmiddel is en anderzijds ook gebruikt wordt om groenteplanten aan te gieten tegen de koolvlieg. Het was natuurlijk nog de vraag of aangieten tegen de rups van de slawortelboorder ook zou helpen.

° Vanaf 01/06, het opzetten van onbeschermde kleinschalige plant-testbedjes al dan niet aangegoten met ‘Conserve’

° Alle bedden worden nu in kaart gebracht, de aantastingen nauwkeurig genoteerd met datum, teeltplaats, aantal planten, aantal larven/plant.

° Begin juni wordt er ‘s nachts een zelfgebouwde nachtvlinderval geplaatst tijdens een vijftal nachten.

3. Het volledige verhaal van de 2010-teelten

 

3.1. De slasoorten : kropsla (Limax), krulsla, eikenbladsla, ijsbergsla

3.2. De plant- en oogstdatums waren alle gesitueerd tussen

– Het 1ste slabed in koude bak met gekochte plantjes: geplant op 12/03 en oogstbaar vanaf 01/05.

en

– Het laatste slabed op worteldoek geoogst begin november.

3.3. Overzicht van de slabedden: 32 bedden met  339 slaplanten in totaal

° Sla in de koude bak : 4 plantbedden (37 planten) + 4 zaaibedden (53 planten)

° Sla  op worteldoek : 7 bedden (81 planten)

° Sla in vollegrond : 8 plantbedden (92 planten) + 5 zaaibedden (60 planten) + 4 test-plantbedden (16 planten)

3.4. Gebruikte beschermingsmiddelen

* Op de koude bak (40 cm hoog): grofmazig vogelnet (dag en nacht) slawortelboorder bestrijden - afdekken met vogelnet

* Op het worteldoekbed: stukken worteldoek gesteund door planken, gedragen door 18cm hoge balken rondom het bed, zie onderstaande foto.

sla op gronddoek afdekken tegen de rupsen

* Op de bedden in vollegrond : koepels afgedekt met plastic, noppenfolie of doek, ook gebruik van vliesdoek ( ‘s  nachts), zie onderstaande foto.slawortelboorder bestrijden, afdekken net

3.5. Overzicht van de aantastingen door de slawortelboorder

* op 05/05/10 :eerste aantasting op een onbeschermde vollegrondsteelt geplant op 04/04/10

* op 24/05 : 18 planten (12×1+5×2+1×5)

* op 08/06 : 30 planten (23×1+5×2+1×5)

* op 08/07 : laatste(41ste) aantasting op onbeschermd testbed (35×1+5×2+1×5)

In de periode van 05/05 tot 08/07 werden op 23 verschillende dagen een of meerdere aantastingen genoteerd!

Dank zij het consequent afdekken bleef de aantasting beperkt tot een viertal slabedden met 60 slaplanten waarvan 41 aangetast werden!

3.6  Test met een biologisch middel ‘Conserve’

Bij het planten werd 100cc/plant aangegoten, vertrekkend van een oplossing van 20cc/5 liter water, goed voor 50 planten.

Op de testbedden was er geen verschil te merken tussen bedden al of niet behandeld met  product.

4. Aanvullingen ter vervollediging van het overzichtsartikel dat in 2010 verscheen (zie Uitgebreide info over de  slawortelboorder, uit literatuur en eigen bevindingen (28 april 2010))

 

4.1. De nachtvlinder (de mot)

° Het vrouwtje legt, al fladderend tussen de slaplanten, haar volledige voorraad eitjes gedurende een drietal avondvluchten.

° Ze detecteert door een zeer sterk ontwikkeld reukorgaan  de aanwezigheid van haar geliefkoosde waardplant.

° De eitjes worden, indien geen belemmeringen, zo dicht als het kan bij de stengel, op de grond gedeponeerd.

° De slawortelboorder komt minder voor op zandgronden (dit werd bevestigd door een pioenroos-snijbloemkweker uit NL).

4.2.  De rups ( de larve)

° De rups verplaatst zich soms van plant(bed) tot plant(bed), zie onderstaande, unieke foto!migrerende rups van de slawortelboorder

De foto, genomen om 7 uur ‘s morgens, bevestigt het vermoeden dat de SWB-larve zich wel degelijk verplaatst. In dit geval betrof het een zaaibed, afgedekt met grofmazig vogelnet, dat zich naast het gazon bevond. Blijkbaar liet de vlinder gezien de afdekking, zijn eitjes vallen in de rand van het gazon, naast het vogelnet.

Aangezien de larven zich ook kunnen voeden met graswortels, konden ze aandikken en gingen ze daarna toch nog op wandel, op zoek naar lekkere slaplanten.

Meteen verklaart dit ook waarom in 2009, in slabedden gelegen naast het gazon, voornamelijk de buitenste rijen getroffen werden.

° De rups begint steeds met het uitboren van de stengel en daalt vervolgens af in het wortelstelsel, zie onderstaande foto.rups SBW boort in de stengel

° De  rups slaagt er niet in om verticale  wanden te beklimmen (getest met een aantal larven).

5.  Resultaten van de geteste maatregelen voor preventie en bestrijding

* Er is geen resultaat met het product ‘Conserve’ op de testbedden

* De enige mogelijke preventie blijft het afschermen van de teeltbedden op zijn minst tijdens de nacht.

* Laat geen slaplantjes overnachten in openlucht.

* Het maken van slabedden naast elkaar of slabedden naast een gazon zijn af te raden

* Een afgedekt slabed kan eventueel ook nog omkadert worden door een 10 cm hoge (gladde) plank.

* De periode van aantasting is volgens de mini-enquête zowel april-juli als aug-sept alhoewel  waarnemingen ( zie waarnemingen slawortelboorder op deze link ) slechts beperkte aanwezigheid van de SWB aantonen in aug-sept. Dit blijkt ook het geval te zijn voor de waarnemingen van 2008 en 2009. Wellicht heeft dit met de verlofperiode van de spotters te maken.

* Voor de vroege teelten kan bescherming tegen de koude nachten én de slawortelboorder door gebruik van 5 liter flessen (foto) nuttig zijn. Twee vliegen in één klap.

* In een koude bak, afgedekt met een grofmazig vogelnet op 40 cm hoogte, blijkt, in 2010 zoals in 2009, geen enkele aantasting te noteren.

* De nachtvlinderval is een ultiem middel voor de bestrijding of preventie (zie deze link )

val nachtvlinders, trap moths

6. Resultaten van de mini-enquête van 08/01/11

 

1- 301 ontvangen antwoorden waarvan 54,5% (België),44,5%(Nederland), 1% (andere) waarvoor onze dank

2- 59% van de leden had géén aantasting in 2009 én 2010; 41% had dus wel aantasting in 2009 en/of 2010.

3- 24% van de leden had zowel in 2009 als 2010 aantasting

4- 11% van de leden had géén aantasting in 2009 maar wel in 2010

5- 6% had aantasting in 2009 maar géén aantasting in 2010

6- Van de 41% aantastingen gebeurden er 49%(april-juli), 29%(aug-sept), 11%(april-sept)

7- slechts één lezer gebruikte een afdekking ter preventie.

 

…..Openstaande vragen….
Ondanks uitgebreid internet-zoekwerk blijven er toch een aantal open vragen…
– Hoe lang blijft de slawortelboordermot in leven?
– Hoe komt het dat de aantastingen gespreid zijn over de periode mei-september terwijl het ontpoppen gebeurt in de loop van april?
– Waarom komt de slawortelboorder minder voor op zandgrond?

7. Eindconclusies, na twee jaar intensieve experimenten, onderzoek en opzoekingswerk over de slawortelboorder

  • Nabijheid van gazon, grasland, boomgaarden, met onkruid begroeide percelen blijken een bron van jaarlijkse aantasting te zijn.
  • De beste preventie is het afdekken van de teeltbedden tijdens de nacht.
  • Ondanks consequent opruimen van alle larven blijft men risico lopen door naburige percelen  waar de slawortelboorder misschien ongestoord zijn gang gaat.
  • Hobbytuinders in volkstuintjes worden best gemotiveerd om aantastingen onmiddellijk te bestrijden en te rapporteren aan de collega’s.
  • Geen plantgoed onbeschermd laten overnachten in openlucht.
  • Bij het oogsten van elke slakrop onmiddellijk het wortelstelsel uitgraven en  grondig controleren op aanwezigheid van larve(n)
  • In bepaalde streken komt de slawortelboorder niet alleen voor in april-juli maar eveneens in aug-sept (zie mini-enquête).
  • Een nachtvlinderval is een ultiem preventiemiddel maar vangt ook andere soorten motten en insecten.

Alle informatie over de slawortelboorder, straks ook in jullie moestuin?

Slawortelboorder
Dit artikel is een gevolg van, en een vervolg op, het vorig jaar gepubliceerde bericht
Slawortelboorder doet bijna oogstbare kroppen sla verwelken

Na de vaststelling van deze vrijwel onbekende plaag door Herman de Moor waren er talrijke bruikbare reacties van lezers die het fenomeen ook vaststelden in hun tuin.

Na evaluatie van deze reacties, na consultatie van beschikbare literatuur, en met de ervaringen in de groentetuin van Herman, zijn we ertoe gekomen een allesomvattend artikel over de slawortelboorder te maken. We hopen dat door dit artikel de plaag beter herkend zal worden, wat door de ondergrondse levenswijze niet altijd even gemakkelijk is.

In dit artikel:
1. Beschrijving van de slawortelboorder (vlinder en rups)  en de kenmerken van de schade, gebaseerd op literatuurstudie.
2. Verwerking van de waarnemingen gebaseerd op het voorkomen in talrijke slabedden bij Herman en bij onze lezers.
3. Aanbevelingen voor preventie en bestrijding.
4. Eindconclusie
Credits
Opzoekingswerk, praktijkwaarneming, tekst en foto’s  : Herman de Moor.
Opzoekingswerk, nazicht en redactie : Luc Dedeene

Het loont zeker de moeite dit artikel goed door te nemen. Tot op heden was er nog geen zo’n uitgebreide bespreking van de slawortelboorder te vinden, toch zeker niet in onze eigen taal. Vanzelfsprekend rekenen we op jullie feedback!

Inleiding

Tot op heden hadden wij in onze groentetuin occasioneel teeltverlies door welgekende insecten zoals:
emelten : de larven van de langpootmug
engerlingen : de larven van meikever, junikever, rozenkever.
aardrupsen : de rupsen van nachtvlinders.
larven van de taxuskever
ritnaalden : de larven van de kniptor

Maar, 2009 bleek echter het jaar van een nieuwe belager van onze slasoorten te worden: de slawortelboorder!

De vele slateelten waar wij gedurende de kritische maanden mei-juni-juli ondervinding konden opdoen, hebben geleerd dat het absoluut noodzakelijk was dit onderwerp degelijk uit te spitten. Dankzij de talrijke reacties van onze lezers kregen wij een goed zicht op de ernst van de aantasting.

Naast beschrijvingen gebaseerd op beschikbare literatuur is in dit artikel ook getracht om objectief de mogelijke preventieve en curatieve maatregelen te bespreken. Allerminst een gemakkelijke zaak zo bleek. Vandaar dat dit artikel er ook niet zo vlug aankwam. Met onze dank aan alle lezers die aan ons hun ervaringen en ideeën wilden meedelen.

1. Beschrijvingen gebaseerd op beschikbare (internet)-literatuur

1.1 Naamgeving
De slawortelboorder (Korscheltellus lupulinus, Common Swift EN, la Louvette FR) maakt deel uit van de familie der wortelboorders (Hepialidae).

Tot dezelfde familie ( http://nl.wikipedia.org/wiki/Categorie:Wortelboorder ) behoren eveneens  de hop-, heide-, gemarmerde- en oranje wortelboorder.

1.2 Uitzicht en bouw van de vlinder
800px-Korscheltellus_lupulinus01
Foto van de slawortelboorder, de vlinder (met toestemming ©Entomart, www.entomart.be )
De vlinders zijn van gemiddelde afmeting (25 tot 40mm), hun kaken zijn rudimentair, ze hebben korte tastsprieten. De voorste vleugels zijn bruin-geelachtig, min of meer voorzien van witte vlekjes (speciaal bij het mannetje), de achterste vleugels zijn grijs-geelachtig, donkerder bij het mannetje.

1.3 Voorkomen
Een niet zo gewone soort waarvan de aanwezigheid breed  verspreid en sterk verschillend is doorheen de Europese landen. Ze worden o.a. waargenomen (gespot) in Nederland via volgende site http://waarneming.nl/soort/view/9606. Vervang de begindatum door bv. 2009-04-01 en klik op OK om de waarnemingen te zien van 2009

1.4 De eieren
0,5 mm in doorsnede, bijna volledig rond, witachtig, vervolgens zwart.

1.5 De rups

Tot 35 mm lang, wit, blinkend, doorschijnend waardoor de zwarte darminhoud vaak zichtbaar is, voorzien van vele lange fijne haartjes. Grote kop helder bruin-rood van kleur. Extreem beweeglijk en zeer vlug opgeschrikt als ze gestoord wordt.

rups-slawortelboorder

Foto  : Rups van de slawortelboorder.rupsen van de slawortelboorder

Foto: rupsen van de slawortelboorder van diverse groottes.

1.6 De cocon :
20 mm lang, bruin-roodachtig met uitsteeksels op de buikzijde en getande kartelingen op de rugzijde.

1.7 Biologie
De vlinders vliegen bij valavond in mei en juni, zeer uitzonderlijk in augustus en september, rakelings over de weiden, gazons en de weilanden, in fladderende zwermen.

Het vrouwtje legt tot 300 eitjes welke ze willekeurig, tijdens haar nachtelijke vluchten, loslaat aan de basis van de planten.

De eieren broeden uit na ongeveer 9 dagen. De jonge rupsen boren zich in de grond en vreten de kraag en de wortels van de planten uit.

Vervolgens leven ze verder in de grond dank zij het eten van de wortels van grasachtige en talrijke andere planten, voornamelijk deze met een vleesachtig of houtachtig wortelstelsel.

Ze bouwen in de grond voedingsgangen, bezet met zijdeachtige draden, waarin zij zich opgerold verbergen als men hen stoort. Ze kunnen evenwel gemakkelijk gevangen worden door het uitgraven van de grond.

De rupsen groeien ook tijdens de winter en zijn  bestand tegen de koude. In de lente (april-mei) transformeert de rups op één maand tijd naar een nieuwe vlinder.

1.8 Levenscyclus
Per jaar één generatie. De vlinder vliegt uit in mei-juni, legt zijn eieren. De larven ontwikkelen en voeden zich tot de lente van het volgend jaar ondergronds.

1.9 Habitat
Open graslanden, heiden, moerassen en grazige bospaden; ook tuinen en wegbermen in stedelijke omgeving.

1.10 Waardplanten en schade
De rups van slawortelboorder  is erg actief en de larve kan een zeer vervelend ongedierte zijn in de tuinen waar zij zich, door haar kracht en lenigheid, moeiteloos vrij snel verplaatst van de ene plant naar de andere.

De geprefereerde waardplanten van de rups zijn de slasoorten maar ze is eveneens bekend om  belangrijke schade die ze soms aanricht bij de teelt van aardbeien.

Bovendien blijkt de slawortelboorder-larve, bij gebrek aan lekkere sla, nog andere slachtoffers te maken o.a. bij vaste planten en bloem(bollen) zoals bvb iris, dahlia, pioen en lelie. Ongecontroleerde aantastingen van vaste planten riskeren zich verder uit te breiden en van jaar tot jaar erger te gaan worden.

1.11 Symptomen
De (sla)plant vertoont eerst gedurende enkele dagen een doffe kleur alsof ze gebrek heeft aan water. Vooral ‘s avonds, na een warme dag, is dit verschijnsel goed waar te nemen.
Later ligt de aangetaste plant er slap en levenloos bij en blijkt de kraag ter hoogte van de grond volledig “uitgeboord”.
Door dicht bij het wortelstelsel dieper in de grond te gaan graven vindt men al heel vlug een zeer beweeglijke en geagiteerde rups op worteldiepte.

slawortelboorder

Foto: links gezonde krop, rechts krop met doffe kleur en slappe bladeren.

slawortelbaar-schade-wortelvraat
Foto: stengel is helemaal doorboord.

1.12 Bestrijding :

  • Bewerken van de aangetaste grond gecombineerd met inmengen van een bodeminsecticide op het ogenblik van het planten.
  • Regelmatige grondbewerking, beplanting en onkruidvrij houden zou de kans op aantasting reduceren.
  • Opmerking : de literatuur stelt dat er weinig of geen studie gedaan is omtrent de slawortelboorder en de bestrijdingsmogelijkheden. De aantastingen komen eerder voor in de hobby-slateelten en privétuinen.

Tot zover onze zoektocht door de beschikbare literatuur.

2. Ervaring op basis van  talrijke slabedden en reacties van onze lezers.

2.1. Omtrent de periode van aantasting:

  • Eerste vastgestelde kropsla-aantasting vanaf 25 mei 2009 op bijna oogstbare kroppen.
  • Diagnose en determinatie door insectendeskundige Sylvia Hellingman van de de firma biocontrole ( http://www.biocontrole.nl ) op 1 juni (zie ook deze link van biocontrole )
  • Op 7 juni reeds 25 aantastingen op kropsla
  • Op 15 juni zijn er 30 aantastingen
  • Op 28 juni :6 larven aangetroffen tijdens opruiming van een bedje (opgeschoten babyleaf-sla) door veelvuldig (8 x) omspitten met de spitvork.
  • Geen verdere aantasting meer in de volgende maanden.

2.2 Omtrent de plaats van aantasting:

  • Vooral op uitgeplante kropslabedden en niet of zeer zelden (éénmaal) op sla-zaaibedden
  • In alle gevallen één larve per aangetaste plant uitgezonderd één geval (2 larven)
  • Zowel in volle grond als op gronddoek
  • Niet aangetroffen in een met vogelnet afgedekte koude bak.
  • Veel aantastingen in slabedden naast een gazon en vooral in de rij planten vlak naast de gazonrand en véél minder in de 2de rij.

2.3 Ervaringen uit de reacties van de lezers

  • Vastgesteld bij kropsla, krulsla, ijsbergsla
  • Slechts één larve per plant uitgezonderd één geval (één grote larve en een 10-tal kleine van 1/5cm op 10cm diepte)
  • Vooral op uitgeplante planten en niet op zaaibedden
  • Aantasting in vollegrond, gronddoek en in de kas (één reactie)
  • Talrijker aantastingen dicht bij graslanden

3. Preventie en bestrijding

3.1 Aanbevelingen ter voorkoming van aantasting

3.1.1 Preventie met mechanische middelen :

  • Opvolgen via http://waarneming.nl/soort/view/9606 wanneer de eerste vlinders gesignaleerd worden
  • Bedden afdekken met vliesdoek of insectengaas (zéér fijne mazen)
  • Een vorm van kraag rond de slaplant aanbrengen die een paar cm boven de grond uitsteekt. (Tip van Fonz Hendrickx, 4 juni : Ik plant al mijn sla uit in plastic plantpotjes van 10 cm doorsnee waar de bodem is uitgehaald. De randen blijven 1,5 tot 2 cm boven het grondoppervlak. Goed kijken of ze overal boven de grond uitsteken.)
  • De kasdeuren dicht houden bij valavond of afschermen met muggengaas(deuren)
  • Koude bakken afdekken met vogelnetten, vliesdoek, dunmazig insectengaas.

3.1.2 Preventie met chemische of bio-middelen :

  • Gebruik van bio-knolvoetvrij product (tip van Frank De Vos, 17 juni)
  • Gebruik van andere chemische of bio-middelen? Tot nu toe zijn er ons geen meer bekend (ter preventie!).

3.2 Aanbevelingen ter bestrijding van de larven na aantasting

3.2.1 Bestrijding met mechanische middelen

  • Uitgraven van het plantgat onmiddellijk na vaststelling van de aantasting en de larve verwijderen
  • Bij oogsten van schijnbaar intacte slakroppen toch het wortelstelsel voldoende diep uitgraven en onderzoeken op aanwezigheid van larven
  • Na einde oogst van een volledig bed, de grond meermaals omspitten met de spitvork om de laatste larven op te sporen
  • Op het einde van het seizoen de kippen laten scharrelen in de moestuin (tip van Johan, 1 juli)

3.2.2 Bestrijding met chemische, bio-of andere middelen :

  • Gebruik van nematoden (aaltjes). Meer uitleg, zie deze pagina van biocontrole
  • Gebruik van een erkend bodeminsecticide waarmee de planten aangegoten worden. In België is Conserve, een biologisch insecticide nu ook erkend als bodeminsectide tegen maden en rupsen.

4. Eindconclusies

Vooreerst kunnen we stellen dat er voor de hobbytuinder  weinig studie gedaan werd omtrent de slawortelboorder en zijn larven. Er zijn dan ook niet echt producten op de markt die preventief actief zijn.

De behandeling met nematoden, die de rupsen in de grond opsporen en vernietigen en een paar weken daarna zelf afsterven, is een mogelijke optie. De toepassing gebeurt best voor het uitplanten van de sla. Tijdens de teelt is een behandeling moeilijk uit te voeren. De kostprijs van de ze methode is vrij hoog en het product kan niet lang bewaard worden.
Lees hier meer over de toepassing van de nematoden.

Er blijven bij gebrek aan studies nog een aantal vragen en bevindingen zoals :

° Waar deponeert de slawortelboorder zijn eitjes? Is dit bovenop de slabladeren, op de grond naast de plant of verderaf (in een aangrenzend gazon)

° Waarom blijkt er bijna geen aantasting te zijn in zaaibedden?
Is het omdat de vlinder alleen vliegt boven planten met meer volume of is het omdat de grond aan de wortelkraag van de ter plaatse gezaaide sla verhard is en dus moeilijk doordringbaar is voor de pas uitgekomen larven zodat ze uiteindelijk afsterven? In dat geval zou een regelmatige grondbewerking in het zaaibed, een maatregel voor bestrijding, vernoemd in internetliteratuur, precies het tegenovergestelde effect hebben!!

In hoeverre verplaatst de uitgekomen larve zich vanaf zijn uitbroedplaats naar de planten toe en verhuist zij van de ene plant naar een volgende?

We vonden in elk geval, bij het oogsten van volwassen kropsla, verschillende kroppen met gedeeltelijk uitgevreten wortelkragen. Blijkbaar was er voor deze slaplanten toch nog voldoende sapstroom om tot kroppen met enig volume verder uit te groeien. Maar waar was de larve dan gebleven?

Er bestaat twijfel omtrent het nut van het aanbrengen van een kraag (bvb een paar cm hoog). Bij het ontdekken van de larven werd precies vastgesteld dat ze extreem beweegbaar en lenig waren,ook op gladde oppervlakten.

Werkt het afdekken van bedden of koude bak misleidend voor de slawortelboordervlinder? We vermoeden van wel gezien er geen enkele aantasting gevonden werd in de afgedekte koude bak.

Zou er dan geen enkel eenvoudig middel zijn dat, wekelijks toegepast door besproeien van de grond, de aanwezige eitjes rond de planten vernietigt?

Tot besluit :

  • De nadruk dient gelegd te worden op de “aanbevelingen ter voorkoming van aantasting door middel van mechanische middelen”.
  • Bij aantasting, onmiddellijk elke aangetaste plant uitgraven en de larve(n) verwijderen.
  • Bij oogsten van intacte, blijkbaar niet-aangetaste, kroppen toch steeds onmiddellijk het wortelstelsel verwijderen en eventuele larven opsporen.

Voor dit seizoen rekenen wij verder op uw medewerking. Het zal belangrijk zijn om alle aantastingen te signaleren in de reactiebox onderaan dit artikel of via lezersbijdrage@plantaardig.com . Indien u beschikt over een digitaal fotoapparaat, tracht steeds foto’s op te sturen van de larve(n) zodat de diagnose met volledige zekerheid kan gesteld worden door ons.

Credits
Opzoekingswerk, praktijkwaarneming, tekst en foto’s  : Herman de Moor.
Opzoekingswerk, nazicht en redactie : Luc Dedeene

De teelt van tomaten in potten, deel 2 (Toch kurkwortel in pottenteelt?)

Dit artikel van Herman De Moor is deel 5 in de serie over de strijd tegen bodemmoeheid bij de teelt van tomaten in de serre (kas) bij hobbytuinders. Het is een vervolg op het artikel, de teelt van tomaten in potten, waaruit bleek dat de groeikracht en opbrengst op spectaculaire wijze kon verbeterd worden.  De teeltwijze werd in 2009 licht aangepast, onder andere het grondmengsel. Deze aanpassingen vind je in dit artikel besproken. Het goede resultaat daarvan kan je zien op de foto’s.

Maar misschien kan het toch nog beter, want tot onze grote verrassing werd een beetje kurkwortelaantasting vastgesteld op de in pot geteelde tomaten. Ook twee andere lezers-hobbytuinders stelden dit vast en berichtten daarover. Hun ervaringen lees je ook in dit artikel. Over de omstandigheden en oorzaken komt Herman in dit artikel uitgebreid terug. Dit artikel wordt afgesloten met enkele aanbevelingen om de kurkwortelaantasting tot een minimum te herleiden en zo een nog beter resultaat te bekomen.

Aanpassingen aan de teeltwijze van 2008
Zoals aangekondigd werd in 2009 getest met een aangepast grondmengsel, namelijk 50% goede potgrond, 35% tuingrond en 15% grof zand. De bedoeling van de test was de doordringbaarheid van het mengsel te verbeteren zodat de watergift gemakkelijker in de diepte zou doordringen.
Daarenboven werd ook een plastic gietbuis (diameter 30mm, zonder gaten) ingeplant tot op de bodem van de pot, halfweg tussen de stengel en de zijwand van de pot.
Hierbij hoopte ik, door vanaf de 3de bloemtros water te geven in de buis, aan het wortelstelsel beneden in de pot, voldoende water beschikbaar te stellen.

Vaststellingen tijdens de oogst :

° twee planten (Harzfeuer F1 en Fandango F1) vertoonden een tijdelijke groeistop waarbij ‘s avonds de bovenste bladeren verslapten en dit ondanks een gelijke watergift voor alle planten in de kas.
Na vroegtijdig toppen (4de bloemtros) bleek het uiteindelijke teeltresultaat nog aanvaardbaar.

° Rivièra F1 (Coeur de Boeuf type) had een opmerkelijk klein wortelstelsel en  had meer water nodig dan de andere potplanten. Door vroegtijdig toppen was er uiteindelijk toch nog een goed oogstresultaat.

° één soort (Cristal F1) vertoonde op één plant “neusrot” op tros 3; het verschijnsel was tijdelijk en door vroegtijdig toppen was er nog een mooie oogst met grote vruchten.

Dat sommige soorten meer water vragen dan andere of gevoeliger zijn voor neusrot (door een minder sterk wortelstelsel) is wel bekend, maar gezien de zeer goede resultaten van 2008, was ik toch verwonderd.

De teelresultaten bleken, achteraf beschouwd, toch nog erg goed mee te vallen.

Ter illustratie,hierbij enkele foto’s, genomen in juli vorig jaar, die dit goede oogstresultaat aantonen. Bemerk ook de gietbuis in de potten waarvan hierboven sprake.

Tamaris F1.

Tamaris F1, tomaten telen in pot ter bestrijding van bodemmoeheid.

Fandango F1 + Harzfeuer F1

Fandango en Harzfeuer, tomaten telen in pot ter bestrijding van bodemmoeheid.

Hobby F1

Hobby F1, tomaten telen in pot ter bestrijding van bodemmoeheid.

Cristal F1

Cristal F1 , tomaten telen in pot ter bestrijding van bodemmoeheid.

Rivièra F1

Riviera F1. Tomaten telen in pot ter bestrijding van bodemmoeheid.

Vaststellingen tijdens het rooien van de wortelstelsels op einde oogst :

 

° De wortelstelsels van alle planten waren dit jaar,in tegenstelling met 2008, flink ontwikkeld beneden in de pot en ver doorgegroeid in de kasgrond onder de potten.

° Alle wortelstelsels waren, over gans de hoogte, in lichte mate aangetast door de kurkwortelschimmel.
Hier zie je de foto’s van Harzfeuer, Cristal, Tamaris en Hobby. Klik op de foto’s voor vergroting.

DSC00606 DSC00607

DSC00608 DSC00609

° De doorgegroeide wortels (stukken tot 30 cm lang) waren wel vrij sterk aangetast. Zie onderstaande foto’s. Klik op de foto’s voor een vergroting.

DSC00610 DSC00611

Vaststellingen bij potteelten van  twee collega’s hobbytuinders, met dank voor hun gewaardeerde medewerking.

 

° Willy Teirlynck gebruikte grote potten van 35 cm hoog, gevuld met 100% potgrond. Ze waren voorzien van een gietbuis tot op 3 cm van de bodem en deze werd gebruikt vanaf de 2de bloemtros in de buis. De potten hadden ook grote, zelf  geboorde gaten. Toch was er géén kurkwortel aantasting op de wortels in de pot. Gezien de diepte van de potten waren de wortels niet doorgegroeid in de kasgrond en het ganse wortelstelsel was ok.

Eén overblijvende plant werd, met slechts 15 cm potgrond gevuld en géén gietbuis, bovenop de kasgrond geplaatst. Bij deze ene plant bleek tijdens het rooien dat  gans het wortelstelsel stevig doorgegroeid was in de kasgrond en volledig aangetast was door de schimmel.
De aantasting gebeurde door het doorgroeien van het wortelstelsel door de geboorde gaten én er was geen gietbuisje gebruikt  bij deze ene plant.

° Daniel Lenssens liet, na de oogst van 2008, al zijn potten (zonder geboorde gaten) overwinteren in de grond. De grond in de potten én de kasgrond was toen reeds aangetast door de kurkwortelschimmel.
In de lente van 2009 werden zijn potten één per één leeg gemaakt, niet afgewassen maar wel volgegoten met water na het geven van een weinig kalkcyanamide op de potbodem.
Daarna werden de potten gevuld met het mengsel,zoals aangeraden in het artikel. Slechts een deel van de potten werden voorzien van gietbuizen tot op de potbodem.
Bij het rooien bleken alle planten aangetast door de kurkwortelschimmel. De oogstresultaten vielen weliswaar nog heel goed mee en waren beduidend beter dan in 2007.

De aantasting was hier dus aanwezig in potten zonder geboorde gaten en zowel in potten zonder als met gietbuisjes.

Toch kurkwortelaantasting bij de teelt in potten? Vaststellingen en oorzaken.

1) Het nieuwe grondmengsel blijkt bevredigende resultaten te geven.

Er werd wel degelijk vastgesteld dat, onafhankelijk van het gebruik van gietbuisjes, het wortelstelsel duidelijk meer ontwikkeld was in de diepte. Er is dus geen voorlopig geen reden om andere grondmengsels uit te testen.

2) De vaststellingen brengen aan het licht hoe agressief deze schimmel wel is. Nergens op het web was informatie, toegankelijk voor een leek, te vinden omtrent de manier waarop de schimmel zich ontwikkeld en voortplant.

De gaten in de pot werden oorspronkelijk aangeraden om te vermijden dat het wortelstelsel te beperkt zou blijven, om minder last te hebben van stilstaand water en de waterbuffer te vergroten. Dat er aantasting van de wortels zou zijn bij het naar buiten groeien was te voorzien, maar dat die aantasting de pot binnenkwam en het wortelstelsel zou besmetten was niet voorzien.

Voordeel blijft wel nog steeds dat het langer duurt vooraleer de wortels aangetast worden. Uit de bovenstaande foto’s blijkt een gezonder wortelstelsel dan wanneer er in de grond geteeld zou zijn. Men zou er kunnen van uit gaan dat in het begin van de teelt, eventueel tot aan het toppen, de aantasting gering is en de plant dus zijn vruchten goed kan laten uitgroeien. Aldus verhindert de kurkwortelaantasting de planten niet om tot volle wasdom te komen en de vruchten groot te laten uitgroeien.
Moest er geteeld geweest zijn in de vollegrond van de kas, dan zou de plant  moeite gehad hebben om tot volle wasdom te komen en zo bij de 4de-5de tros blijven steken zijn in de groei.

In mijn eigen teelt en bij die ene plant van Willy’s teelt was de oorzaak van de kurkwortelaantasting te wijten aan het doorgroeien van de wortels door de geboorde gaten in de potbodem.

In de teelt van Daniel was de aantasting niet te wijten aan doorgroeien van de wortels want er waren géén gaten geboord in de bodems.

De echte oorzaak lag hem hier enerzijds in het hergebruik van eerder(2008) aangetaste potten en anderzijds in het doorspoelen van de potten, ter plaatse in het oude plantgat.

Eindconclusies en Aanbevelingen:

 

1.  Diepere potten

Hoe dieper de potten, hoe minder kans op doorgroeien van de wortels. Potten van 20 liter en 30 cm diep zouden wel eens de norm kunnen zijn.

2. Geen grote gaten in de potten meer maken.

a) Géén bijkomende gaten meer maken in de potbodem. De reeds aanwezige (kleine) gaatjes moeten wel steeds open gelaten worden.

b) Indien u over bestaande potten mét grote gaten beschikt en deze wil hergebruiken, kan u het volgende doen.  Leg in de pot een stevige, voldoende dikke, plastiekfolie. Maak daar dan de gaten in  op dezelfde plaats als de grote gaten van de pot, maar dan kleiner.

c) Ook de methode “pot-in-pot” zou een oplossing kunnen zijn.Hierbij heeft de buitenste pot grote gaten; in de binnenste pot (zonder bijkomende gaten in de bodem) staat de plant.
Hierbij zou men op de bodem van de buitenste pot wat hard materiaal kunnen plaatsen zodat de binnenste pot wat hoger uitsteekt. De ruimte onder de binnenste pot kan dan eventueel het teveel aan water opvangen. Bovendien kan, indien dit nuttig is tijdens de teelt, de binnenste pot gedraaid worden teneinde de plant een andere lichtinval te geven.

3. Potten ontsmetten

Alle potten grondig ontsmetten ( bv. met bleekwater) en daarna grondig naspoelen vooraleer ze (opnieuw) in te graven in de kasgrond.

4. Potten hoger zetten

De potten ongeveer 5 cm boven de grond laten uitsteken en opletten dat er geen vervuilde aarde terecht komt tijdens de teelt.

5. Potten niet in de moestuin of serre leeg maken.

Bij het legen van potten, waarvan het grondmengsel besmet is, de inhoud van de pot NIET deponeren in de groentetuin of composthoop.

6. Aangetaste wortels niet op de composthoop

Door kurkwortelschimmel aangetaste wortels niet  op de composthoop gooien.

7.  Gebruik van de gietbuisjes

Het gebruik van gietbuisjes is nuttig. De watergift via de buis dient wel beperkt te zijn in timing (vanaf 3de bloem) en hoeveelheid water en frequentie.

8. Het gebruik van kalkcyanamide blijkt geen preventief of curatief middel te zijn in de bestrijding van de kurkwortelschimmel en dus eigenlijk overbodig.

9. De potten bovengronds plaatsen bovenop de vervuilde kasgrond is geen optie. De temperatuur in een kleine hobbyserre (hobbykas) kan hoog oplopen. Het wortelstelsel van de tomatenplant blijkt daar slecht op te reageren en mogelijks kan een korte of blijvende groeistop hiervan het gevolg zijn.

Update oktober 2010, na waarnemingen door Herman bij planten die al een tijdje afgeknipt waren, maar waarvan de wortels nog niet gerooid waren.
“Controle op het al of niet aanwezig zijn van kurkwortel gebeurt, plant per plant, en dit onmiddellijk  na het plukken van de laatste vruchten van die plant. Zo ben je zeker dat het wortelstelsel nog actief is op het ogenblik van de controle. Controleren als de allerlaatste plant afgeoogst is  zorgt ervoor dat het wortelstelsel al aan het afsterven is, zodat je verkeerdelijk de indruk hebt dat er een hevige kurkwortelaantasting is.”

Beste lezer, aarzel niet om vragen te stellen of uw bevindingen mee te delen.

Zelf kropsla telen : van zaad tot krop (deel 2).

Kropsla of botersla ontbreekt in haast geen enkele moestuin. In deze mini-serie beschrijft Herman De Moor het  zelf opkweken van sla. Onlangs kon u al een aantal van zijn methodes lezen en bekijken in deel 1 van “zelf kropsla telen 2008”
Het jaar nadien werd onder andere een experiment uitgevoerd met de zeer vroege opkweek.  Maar Herman voerde daarna nog een twintigtal andere plantingen uit van sla. Onder meer in tunneltjes (zie deel 1), in de koude bak (artikel), maar natuurlijk ook op gronddoek (artikel). Het teeltverloop van een aantal scenario’s daarvan kan je ook in dit artikel nalezen. Het artikel begint waar Herman vorig jaar gestopt was, namelijk bij de zeer vroege teelt van slaplantjes.

Een (nog) vroegere kweek ?
In 2009 liep een test waarbij gezaaid is 09/01/09. Hierbij de inleiding daarover.

Bedoeling is om, eens de kieming in de kelder bij 15°C gebeurd is, de opkweek verder te zetten d.m.v. de verwarmde propagator (ingesteld op 10°C grondtemperatuur) in de koude kas.
Indien overdag, bij zonnig maar koud weer, de temperatuur in de kas sterk oploopt, stopt de propagator zijn opwarmfunctie. Omdat de temperatuur onder de koepel, door de invallende zon, heel vlug kan oplopen, haal ik de koepel van de propagator overdag weg tot het invallen van de avond.

Volgende recente foto’s, genomen op 30/01/09, tonen een eerste niet onaardig resultaat, dank zij een onafgebroken oplettendheid i.v.m. de invloed van de afgelopen koude winterperiode.
Het kwam er op neer gepaste maatregelen te nemen

Deze waren :
– Overdag het wegnemen van de propagatorkoepel bij zonnig weer om te hoge temperatuur in de propagator te vermijden. Immers, zelfs al vriest het buiten, in de kas kan het al flink warm worden.
– ‘s Nachts bij vrieskou kan de temperatuur in de kas onderuit gaan en is het nodig om ofwel de plantjes te verhuizen naar een minder koude ruimte (hoger dan  5°C) ofwel  de propagator zeer goed af te dekken en/of te isoleren.

 kropsla plantjes telen voor de vroege teelt.

kropsla plantjes telen voor de vroege teelt.

Vervolg, geschreven door Herman, februari 2010.

Het verder opkweken van de kleine zaailingen verliep,omwille van de sterk wisselende temperaturen in de koude kas niet zonder problemen.

Overdag was de gesloten propagator afgesteld op 10°C(grondtemperatuur). Bij vriesweer was het overdag afwisselend behoorlijk koud, zonder zon en dan plots volop zonnig weer.

Hierdoor steeg de temperatuur in de kas lichtjes maar vooral de binnentemperatuur in de propagator ging, door rechtstreekse straling op de propagator, fors de hoogte in wat al heel vlug leidt tot “fileren” (dun opgroeien) van de plantjes.

Anderzijds waren er behoorlijk koude nachten die dan weer de propagator binnenruimte gingen beïnvloeden waardoor de temperaturen te laag daalden(< 5°C).

Om dit alles onder controle te houden moest men overdag steeds klaar zijn om bij zonnig weer het propagatordeksel te verwijderen.Tijdens de nacht was het dan nodig om de propagator te isoleren tegen de vrieskoude.Een vermoeiende bezigheid die,toen ik fileren van de plantjes bemerkte, mij deed besluiten om alle plantjes, geplaatst in een piepschuimkist, te verhuizen naar een vriesvrije(10°C) professionele kas van een bevriende buurman.

Op het einde van de opkweek werden de plantjes uitgeplant, onder plastic flessen (5 litr), in de met glas afgedekte koude bak.

Mijn conclusie was dan ook dat voor een allereerste slateelt in koude bak of kas men beter de eerste plantjes aankoopt in een tuincenter.

De volgende zaaibeurt van 22/02/09 zou later aantonen dat het wel mogelijk was om mooie stevige plantjes zelf op te kweken.

Hieronder volgt het verdere teeltverloop van deze zeer vroege teelt van kropsla gezaaid op  9 januari :

– 09/01/09 : zaaien in cactuspotjes,gevuld met goede potgrond,in de kelder bij 15°C

– 13/01/09 : verhuis naar de koude kas

–  28/01/09 : aanvullen van de grond in de cactuspotjes tot aan bovenrand om lichte filering te corrigeren.

– 12/02/09 : verhuis naar een vriesvrije professionele kas.

DSC00358

– 05/03/09 : toestand tijdens het verblijf in de professionele kas.

DSC00367

– 11/03/09 : uitplanten,van een gedeelte van de planten, in koude bak onder plastic fles(5 liter) DSC00388

– 14/03/09 : uitplanten van de resterende planten in vollegrond onder plastic fles(5 liter)

Enkele voorbeelden van latere “vroege teelten” 
Uit de meer dan 20 teelten (zaaien of uitplanten) in de loop van 2009 volgen enkele voorbeelden met een verschillend opkweekverloop.

Scenario 1 : aankoop van slaplantjes in perspot in het tuincentrum.

– 07/02/09 : aankoop van de plantjes

– 14/02/09 : verplanten in grotere potten (diameter 12cm) met goede potgrond in de koude kas.

DSC00361

– 08/03/09 : uitplanten in de koude bak

DSC00384

– 02/05/09 : eerste oogstbare kroppen.

Scenario 2 : uitplanten in koude bak of vollegrond

– 22/02/09 : zaaien in cactuspotjes met goede potgrond
(in de kelder bij 15°)

– 25/02/09 : verhuizen naar koude kas

– 01/04/09 : plantjes staan klaar om uit te planten onder plastic fles in vollegrond of koude bak.

DSC00393

– 01/04/09 : uitplanten in afgedekte koude bak.

DSC00398

– 11/04/09 : toestand vollegrondteelt na een tiendaags verblijf onder plastic fles.DSC00400

– 28/04/09 : toestand vollegrondsteelt 28 dagen na uitplanten onder plastic fles.DSC00419

Scenario 3 : zaaien in koude bak, uitdunnen en verplanten in potjes en later uitplanten in vollegrond onder koepel

– 16/03/09 : zaaien in koude bak

– 16/04/09 : verplanten in 9 cm potjes naar de koude kas

– 27/04/09 : uitplanten in vollegrond onder koepel met plastic

Scenario 4 : zaaien in cactuspotjes, uitplanten op worteldoek

– 03/04/09 : zaaien in cactuspotjes met goede potgrond
(in kelder bij 15°C)

– 07/04/09 : verhuizen naar koude kas

– 01/05/09 : uitplanten op worteldoek

DSC00448

Scenario 5,6,7 : zaaien in vollegrond onder koepel (artikel) en  uitplanten naar vollegrond, koude bak of worteldoek.

Alle  beschreven scenario’s gaven goede oogstresultaten en een oogstspreiding die, zonder enige onderbreking, lekkere sla vanaf begin mei tot einde oktober produceerden.

Alle  beschreven scenario’s gaven goede oogstresultaten en een oogstspreiding die, zonder enige onderbreking, lekkere sla vanaf begin mei tot einde oktober produceerden.

Nog een paar foto’s ter illustratie van de talrijke 2009-slateelten

– 17/07/09 : zaaien van een zomerteelt van sla in de volle grond. U merkt de pas gezaaide sla vooraan op de foto, onder draad, als bescherming tegen de rondzwervende poezen.

DSC00536

– 17/07/09 : diverse oogstklare slateelten (kropsla,lollo bionda, rode en groene eikenbladsla, ijsbergsla) in de koude bakDSC00537

Spelbrekers in 2009 waren de “Slawortelboorder” (zie alvast dit bericht, binnenkort de follow-up daarover in een ander artikel) en een aantasting van “zwartrot” na opeenvolgende en veelvuldige stortbuien.

Deel ook uw teelmethodes van sla met de andere lezers! Laat een reactie na in de onderstaande commentaarbox.

Paarse bladeren bij de tomaten

Ter inleiding

Bij het lezen van de titel van dit kleine artikel zal er bij een aantal hobbytuinders DSC00197waarschijnlijk een lichtje gaan branden.

Mogelijks hebben sommige lezers er al mee te maken gehad, in min of meerdere mate en voornamelijk in het bovenste deel van de tomatenplant (de jongste bladeren dus).
Misschien is na verloop van tijd het verschijnsel geleidelijk aan verdwenen en heeft men er feitelijk geen last van gehad. In dat geval heb je geluk gehad want het kon veel slechter aflopen voor uw plant. Dat ondervond ik in 2008 dubbel en dik.

Dit artikeltje geeft aan wat mogelijke oorzaken kunnen zijn van de paarsverkleuring van de jonge bladeren en welke maatregelen en voorzorgen er kunnen genomen worden.

Omdat, bij mijn weten, in de literatuur of op internet, het verschijnsel nog niet besproken is, heb ik mijn ondervinding met de lezer(s) van “plantaardig.com” willen delen.

Het probleem

Ruime tijd geleden (in de loop van 2007) kwam het verschijnsel ter sprake. Luc Dedeene had tijdens een bezoek aan een volkstuin, het verschijnsel opgemerkt en vroeg zich af of dit in mijn teelt ook het geval was. Bij nader onderzoek op mijn buitentomaten waren, in beperkte mate, paars wordende bladeren te vinden op een paar planten aan de rand van het teeltbed.

Tijdens het opkweken van het plantgoed had ik ten andere al geconstateerd dat de stengels van het plantgoed soms lichtpaars kleurden na een periode van koude tijdens het opkweken.

Luc en ikzelf waren, gezien het feit dat de teelt gebeurde in een koude periode, van oordeel dat het verschijnsel te maken had met koude.

Vandaag moet ik concluderen dat inderdaad lage temperaturen tijdens de teelt de oorzaak is maar eveneens koude wind of langdurige tocht waaraan de tomatenplant blootgesteld wordt

Sinds onze eerste conclusie in 2007 heb ik,telkens ik een tomatenteelt van een andere hobbytuinder kon bezoeken,aandachtig nagegaan of het verschijnsel nog te vinden was en dit bleek het geval…

Al naargelang de ernst van de aantasting gaat het over paars wordende bladeren (beginnend aan de onderkant van het blad) van het bovenste deel van de plant (de meest recente bladeren dus) of slechts enkele kleinere jonge blaadjes in de kop van de plant.

Ik vond het verschijnsel terug in volgende gevallen:

  • In de kop van de buitenste planten van een buitenteelt(onbeschermd) van mijzelf en een bevriende hobbytuinder. Dit was in 2007. Het ging hier telkens om een aantasting van de buitenste planten van het bed die, weliswaar in volle zomer, regelmatig blootgesteld waren aan koude NO-wind.
  • Op één plant van een kasteelt bij een andere collega. De plant bevond zich achteraan de kas waar de collega een ventilator liet draaien wanneer het echt héél warm werd. Bij nader inzien zag ik de plant, telkens de ventilator draaide, met de bladeren wuiven. Tocht dus tijdens een zonnige periode.
  • Bij mijzelf op bijna alle niet-geënte tomatenplanten van de onbeschermde buitenteelt. Het betrof nog steeds hetzelfde perceel dat sterk onderhevig was aan de kwalijke NO-wind en de lage temperaturen van het teeltseizoen 2008. Omdat het slechte weer zo lang aanhield, gingen de meeste buitenteelt-planten (Hobby F1) in een bijna volledige groeistop en moest ik al heel vlug aftoppen en was de productie laag. Eigenaardig genoeg bleken 7 geënte planten daar echt duidelijk minder last van te hebben terwijl ze evengoed in dezelfde omstandigheden groeiden.
  • Bij mijzelf in 2008, op een niet geënte potplant(Hobby F1),die dicht bij de ingangsdeur van de kas stond. Tocht dus. De plant ging uiteindelijk ook in volledige groeistop. Het bovenste deel (30 tot 40 cm)  van de plant was aangetast. Alle andere bladeren verloren de blank die typisch is voor een gezonde plant. De tomaten tot en met de 3de tros dikten niet meer aan en werden op het eind van het seizoen onrijp geoogst.

Om het verschijnsel, in zijn ergste vorm, duidelijk te illustreren zijn 3 foto’s van deze potplant toegevoegd.

* De eerste foto is genomen in de kas op 20/06/08 toen de plant nog in volle groei was t.t.z. 3 trossen met tomaten en 4de bloementros in ontwikkeling. DSC00166

* De tweede foto dateert van 13/07/08 en toont de volledige plant na verwijdering uit de kas.DSC00197

* De derde foto dateert eveneens van 13/07/08 en is een detailfoto van het bovenste deel van de plant

DSC00198

Conclusies

Algemeen

* Het verschijnsel kan heel beperkt en nauwelijks merkbaar zijn en weinig invloed hebben op de groei van de plant; er zal misschien een minimale groeivertraging geweest zijn maar een gezonde plant zal daar zonder moeite doorheen groeien.

* Blijkbaar zijn ook kastomaten gevoelig voor het verschijnsel. Eigenlijk niet zo verwonderlijk omdat bij het opwekken van tocht door ventilators of door het maken van “tochtbanen” door het openen van vensters en deuren, men grote temperatuurschokken teweegbrengt voor het gebladerte van de planten. Daarenboven wordt de bladvochtigheid dunkt mij sterk beïnvloed in de kas-omgeving door tocht.

* Dat de geënte planten in de buitenteelt daar blijkbaar minder last van hadden zal wel te maken hebben met de groeikracht van het wortelgestel en het recuperatievermogen van deze planten. Alhoewel geënte planten normaal gezien terug te vinden zijn in een kas-omgeving, hebben ze, naast hun resistentie tegen wortelziekten, ook een nog een bijkomende waarde bij de openlucht-teelten.

* In elk geval heeft het probleem naast pure lage temperaturen ook duidelijk te maken met langdurige tocht (zelfs in de kas). Indien tegelijkertijd ook nog de watergift (door langdurige regen) buiten proportie is, kan het recuperatievermogen van de plant alleen maar kleiner worden…

Maatregelen en voorzorgen ter voorkoming van het probleem

In de kas-omgeving

windhaan

* Vermijden van “tochtbanen” als gevolg van het openen van vensters en deuren. Dit is de reden waarom  bovenop de kas een windhaan geplaatst werd. Ik beschik over 2 x 2 ramen in het dak en 2 ingangsdeuren. Bij het openen van deuren en ramen zorg ik ervoor dat langs de zijde van de windrichting de ramen en deuren minder wijd openstaan en meer langs de andere zijde, zodat er  niet teveel wind binnenkomt in de kas en anderzijds er toch nog voldoende ventilatie gebeurt langs de andere zijde. Dit is niet altijd evident om snel in te grijpen bij windrichting-wijziging.Met uitzondering van het scharnierpunt(in brons) is de volledige windhaan uitgevoerd in pvc en werkt uitstekend.

* Gebruik van ventilatoren voor ventilatie

Zelf heb ik er geen ondervinding mee maar  de plaatsing van een ventilatorsysteem moet wel degelijk goed doordacht gebeuren om tochtproblemen te vermijden.

– In de onbeschermde buitenteelt

* Een welbewuste keuze van de inplanting van het teeltbed is belangrijk, zeker ingeval van moeilijke weersomstandigheden gedurende het teeltseizoen.

* Afscherming langs de kritische zijde van het teeltbed ingeval de inplanting niet ideaal is.Opletten hier dat de planten nog voldoende licht krijgen en ook niet gaan verbranden bij sterke zon.

Het probleem is hiermee op tafel geworpen. Aan de lezer om te reageren met vragen,eigen oplossingen,…. —> Van mekaar kunnen we leren!!

Groenten zaaien ? Hoe afdekken?

DSC00122

Inleiding

Reeds een paar jaar trachtte ik bij het zaaien, zowel in openlucht, de koude kas of binnenshuis, uit te zoeken welke afdekking van het zaad het beste resultaat gaf.

In de loop van 2007 werden bijna alle zaaibeurten afgedekt met wit zand. Hierbij  ondervond ik zowel bij het zaaien in mijn propagator, koude bak of openlucht, dat de resultaten sterk verschilden. Daarbij was er de grote invloed van de watergift, de dikte van de zandlaag en de weersomstandigheden (regen,temperaturen,zon).

In 2008 echter waren de resultaten van mijn zaaibeurten met een aangepast grondmengsel om de zaden af te dekken dusdanig goed, dat ik het de moeite vind om mijn bevindingen, in de vorm van een artikel, aan de lezer(s) te laten geworden.

Uitproberen – Testen

DSC00117

Begin 2008 had ik, bij zaaien van prei en wortelen (afgedekt met wit zand), in de koude bak goede resultaten terwijl de eerste zaaibeurt van sla in openlucht  daarentegen onregelmatige kieming vertoonde. Zie foto hiernaast

Het artikel van Luc afdekken met potgrond ”, gaf mij het idee om een vergelijkende test te doen tussen afdekken met wit zand en afdekken met een mengsel geraniumgrond + wit zand, om de voordelen van beide componenten te combineren.

Ik had vroeger al testen gedaan met gezeefde potgrond en ook dat was niet altijd goed afgelopen.

Vandaar een zaai-test van 2 rijen eikenbladsla (groen+rood) waarvan één afgedekt met wit zand en een 2de rij afgedekt met een 50/50 mengeling geraniumpotgrond/wit zand.
Het zaaien in open lucht gebeurde op 23/05/08. Zie foto hieronder.
DSC00119

DSC00122

Op 01/06/08 kon ik een duidelijk beter resultaat van de mengeling vaststellen t.o.v. wit zand. Zie foto boven

Een nieuw gelijkaardig zaaibedje met 2 soorten kropsla vertoonde achteraf gelijkaardige verschillen i.v.m. onregelmatige kieming.

Ik besloot toen de rest van 2008 uitsluitend nog af te dekken met het mengsel. De resultaten waren, ondanks de weersomstandigheden van 2008, zonder meer uitstekend.

Weliswaar ging het hier hoofzakelijk over zaaibedden van slasoorten, suikerbrood, andijvie en wortelen.

Het maken van het mengsel potgrond/wit zand.

Voor het degelijk mengen van de geraniumpotgrond met het wit zand, om een gelijkmatige 50/50 mengverhouding te bekomen, is volgende werkwijze aangewezen.

Het mengsel moet goed uitstrooibaar, dus niet kleverig zijn. Ook moet het wit zand, tijdens het uitstrooien met de hand, blijven kleven aan de geraniumgrond en niet door de vingers glippen.

Hoe het mengsel bereiden?

1) Enkele dagen vooraf wordt het wit zand uit de zak uitgestrooid op een pvc mengbodem  zodat het zand in die mate uitdroogt dat het zou kunnen dienen voor een zandloper.

2) Op het moment van het zaaien :

  • De nodige hoeveelheid geraniumpotgrond (licht vochtig in de zak) uit de zak nemen en zeven met een fijne zeef.
  • Evenveel (liters) geraniumpotgrond als wit zand afmeten met een maatbeker. De geraniumgrond lichtjes aandrukken in de maatbeker.
  • Beide componenten goed mengen in een emmertje of kom.
  • Na het mengen zal het (droge) zand zich hechten op de gezeefde, licht vochtige potgrond.

3) Met de hand uitstrooien in de zaaigeultjes van het zaaibed

4) Na uitstrooien, het mengsel in de geultjes zachtjes vlak strijken en aandrukken (bv. met een plankje).

5) Het teveel aan mengsel bijhouden en toevoegen aan een nieuw aangemaakt mengsel bij een volgende zaaibeurt.

Conclusie, de voordelen.

Het gebruikte mengsel blijkt de voordelen van beide componenten goed te combineren:

  • Het zand houdt goed het water op en door de aanwezigheid van de geraniumgrond is er geen korstvorming meer mogelijk van het zand.
  • De geraniumpotgrond verzekert de goede doordringbaarheid van regen en watergiften, droogt minder vlug uit bij zonnig weer en zorgt voor een goede warmteopname van de grond.
  • De geraniumgrond bevat een zeer lichte basisbemesting die onmiddellijk zeer lokaal beschikbaar komt tijdens de gietbeurten (of regenbuien).
  • Beide componenten van het mengsel zorgen ervoor dat onkruidontwikkeling in de rijen duidelijk kleiner is
  • Het concept vereist geen diepe of brede zaaigeultjes maar een zaaigeul zoals gebruikelijk bij zaaien in volle grond.

Bovendien is het mengsel zeker niet duurder geworden door het gebruik van zand. Goede geraniumgrond is allerminst goedkoop vergeleken met wit zand.

Belangrijk is het zorgvuldig aanmaken van een goed uitstrooibaar mengsel zoals hierboven beschreven.

Zaaibakjes
Hetzelfde concept kan gebruikt worden bij het zaaien in zaaibakjes maar dan met een mengsel van zaai/stekgrond en wit zand. Een laagje van 0,5 cm zou moeten volstaan.

Aan de lezer(s) om mijn bevindingen in 2009 te toetsen in de praktijk. Alle commentaar en resultaten van gelijkaardige testen of testen voor andere groenten zijn uiteraard welkom en kunnen meegedeeld worden onderaan dit artikel bij “reacties”.  Uw feedback kunt u het hele komende tuinseizoen  plaatsen.

Zelf een groentebed op worteldoek aanleggen

Ter inleiding

DSC00135 Dit artikel vormt één geheel met het artikel “slateelt op worteldoek“. Daar vindt u ook de talrijke voordelen die verbonden zijn aan het gebruik van gronddoek in de groentetuin. Deze uiteenzetting behandelt één mogelijke methode om het worteldoek-bed op een degelijke manier aan te leggen. Je kan dit groentebed op worteldoek ook gebruiken voor andere teelten mits de afstand en de diameter van de plantgaten aan te passen.

Een zo perfect mogelijke plaatsing van het worteldoek verzekert u van de beste teeltresultaten. Ook omdat het groentebed op worteldoek op het einde van het tuinseizoen wordt verwijderd om het jaar daarna terug te plaatsen, dringt een vlotte en goede werkmethode om dit doek te plaatsen zich op. Vandaar dit artikel…

De eisen waaraan een degelijk worteldoek-bed moet voldoen

  • Het bed moet voldoende vlak zijn (en blijven) om geen ophoping van water te krijgen onder het doek.
  • De afstanden en de grootte van de plantgaten dienen aangepast te zijn aan de soort teelt.
  • De zijwanden (randen) van het bed moeten mooi verticaal afgewerkt zijn. Zo is het mogelijk om het doek zo vlak mogelijk op te spannen.
  • De plantgaten mogen niet uitrafelen.
  • De basisbemesting van de tuingrond moet op voorhand toegediend te worden.

Het worteldoek, hier besproken, is specifiek gemaakt voor het inplanten van slasoorten, andijvie, suikerbrood,…

Het voorbereiden van het doek

Wat is er nodig?

  • Een stuk worteldoek (de breedte varieert volgens merk van 2,00m tot 2,07m). De lengte = de lengte van het bed (de afstand tussen het eerste en laatste plantgat) + 0,80 m.
  • Een gasfles + roofingbrander
  • Een ronde dikwandige buis (buitendiameter 8 cm) voor het inbranden van de plantgaten.
  • Een ronde houten mal (diameter 8 cm) met een opening van 12 mm in het midden.
  • Een rode stift (waterproof) voor aftekenen van de plantgaten op het zwarte doek.
  • Een stuk elastische metsersdraad + 2 zware stenen

DSC00141 De foto toont 5 rijen met elk 16 plantgaten. De afstand tussen de rijen en de plantgaten is telkens 30cm. Het doek is dus (15 x 0,30m) + 0,80m= 5,30m lang. Na plaatsing zal het worteldoek een zichtbare breedte en lengte van respectievelijk 1,6 m en 4,9 m hebben. Daarbij zijn er 16 x 5 = 80 plantgaten beschikbaar.

DSC00143
De foto toont de verschillende elementen die nodig zijn voor het aftekenen en branden van de plantgaten

Werkwijze

  • Het doek wordt uitgespreid op een harde ondergrond. In de lengterichting worden 5 rijen, op 30 cm afstand van elkaar, met de stift uitgetekend  op de kop-uiteinden.
  • Door middel van de metsersdraad worden, met de stift, alle plantgaten met een kruisje aangeduid op het doek.
  • Alle plantgaten worden met de houten mal en de stift afgetekend. Omdat de mal een gat heeft in het center,kan men haar mooi over de eerder aangeduide kruisjes positioneren.
  • Onder het doek wordt een stuk houten plaat (bv. vezelplaat) gelegd op de plaatsen waar men de plantgaten zal inbranden.
  • Met de roofingbrander wordt het uiteinde van de buis voldoende opgewarmd en kunnen normaal gezien, tussen de opwarmbeurten, gemiddeld 4 gaten gebrand worden. De buis zal, zolang ze voldoende opgewarmd is, mooie ronde plantgaten maken, waarbij het uitgebrande deel volledig los dient te komen uit het doek, zoniet betekent dit dat de temperatuur van de buis te laag geworden is.

Best eerst eens uittesten op een stukje overschot van worteldoek om te leren hoeveel er moet opgewarmd worden.

Grondvoorbereiding

Omspitten van benodigde grondoppervlakte

De om te spitten oppervlakte = de zichtbare doekoppervlakte (in dit geval 1,60m x 4,90m) + rondom 30 cm extra.

Basisbemesting

Voor slasoorten is de basisbemesting (voldoende voor minstens 2 x uitplanten in dezelfde plantgaten) als volgt :

– 100 gr/m2 zeewierkalk

– 300 gr/m2 koe-kip-paard gedroogde mestkorrels

– 80 gr/m2  blauwe korrel (12-12-17)

– 45 gr/m2 patentkali (30% + 10% Mg)

update : klik hier om meer info over dit bemestingsadvies te lezen

Inwerken van basisbemesting en egaliseren van de oppervlakte.

De omgespitte grond wordt nu bij voorkeur ongeveer 20 cm diep ingefreesd.

Daarna dient de gefreesde oppervlakte mooi vlak gemaakt worden na een paar keer rollen, teneinde  inzakken van de grond te vermijden in de loop van het teeltseizoen.

Het aanleggen van het worteldoekbed gebeurde  op 16 juni 2008 ;vroeger had dus zeker gekund.

Plaatsen van het doek

Hiervoor zijn nodig :

  • Eén grote dunne (3 mm min.) beschermplaat zoals een kartonnen (Unalit) plaat van 1,25 m x 2,50m om het platte grondoppervlak intact te houden tijdens het plaatsen van het doek
  • een planttouw (metserskoord)
  • een kruiwagen en graafschop
  • een plantspade (zie foto) of ander gereedschap om langs de plantdraad een mooi rechte,diepe gleuf te maken.
  • twee unalit platen (40 cm hoog,ongeveer 70 cm lang,3 mm dik) om langs de zijkanten te plaatsen.

Het plaatsen van het doek *Zie ook de stap-voor-stap foto’s onder deze beschrijving.

Het  planttouw wordt op een onderlinge afstand van 1,60 m uitgezet.

Na het plaatsen van het planttouw (beginnend aan linker-langszijde van het bed) wordt het doek overgeplooid bovenop het bed zodat het planttouw vrij op de grond ligt.

Nu wordt de beschermplaat bovenop het doek, voldoende dicht bij het planttouw gelegd,teneinde de grond te kunnen betreden en met de kruiwagen te berijden zonder de grond in te drukken;

Met de plantspade wordt een mooie diepe en mooi verticale gleuf gemaakt vlak naast de plantdraad. Men doet dit in stukken van 1,5 meter; onmiddellijk daarna duwt men de twee unalit platen (40 cm hoog) in de gemaakte gleuven

Hierna wordt, met een gewone schop, de grond rondom het bed, schuinweg uitgehaald  tot men de unalit platen raakt. De grond wordt in een kruiwagen gedaan.

Hetzelfde herhaalt zich verschillende malen tot men de volledige linkse zijde afgewerkt heeft. Eventueel kan ook de greppel aan de kopzijde van het bed al  uitgegraven worden maar dit kan ook nog later.

Als de linkse langszijde klaar ligt, wordt de eerder overgeplooide worteldoek mooi recht,en goed gespannen in de greppel overgeplooid en onmiddellijk met een verschillende hoopjes aarde(vanuit de kruiwagen)vastgelegd. Met het vastleggen van het kopeinde van het bed wordt gewacht tot alle drie zijden (rechtse langszijde+ voorste kopeinde) afgewerkt zijn.

Op dezelfde manier wordt, in wijzerzin de besproken methode herhaald voor alle zijden van het bed.

Nu volstaat het alleen nog de greppels, rondom het bed, vol te storten met aarde en goed aan te drukken met de voet.

Het midden van de plantgaten aan de zijkanten van het bed bevindt zich op ongeveer 20 cm van de kant, zodat er ruim plaats is om sla te telen aan de buitenzijden.

Stap-voor-stap (klik op de foto’s)

DSC00133

 DSC00135

DSC00136DSC00137   DSC00139

 

Opmerkingen:

*Voor een worteldoek van 2,07 m breed i.p.v. 2,00 m (o.a. te koop bij Makro; 50 €/50m) verandert de afmeting van het bed niet maar wordt er 3,5 cm doek meer langs beide langszijden in de greppel overgeplooid.

*De afgebeelde plantspade is een eerder professioneel type maar kan vervangen worden door een ander(eventueel zelfgemaakt) gereedschap. Het komt erop aan om vlak naast het planttouw een rechte, voldoende diepe(25 cm is minimum) gleuf te maken waarin de unalit platen kunnen geplaatst worden.

*Het beschikbaar zijn van een tweede kruiwagen of ander recipiënt om de aarde in te deponeren kan handig zijn als het groentebed wat langer is.

*De gemaakte plantgaten stemmen overeen met de diameter van de zogenaamde bollenplanter die op de foto’s te zien is.

*De dikwandige buis voor het inbranden van de gaten in het doek is door mijzelf voorzien van een handvat en dus niet verkrijgbaar in de handel.

*Op het einde van het tuinseizoen (november) kan het worteldoek- bed, door losgraven van de zijwanden, opgeborgen worden en het volgende jaar terug aangelegd worden.

Voor voorbeelden en bespreking van de slateelten op worteldoek verwijs ik naar het artikel “slateelt op worteldoek

Een eerste inplanting van uitgedunde slaplantjes is alvast te zien op onderstaande foto(157) genomen op 20/06/08.DSC00157

Deze unieke teelttechniek op gronddoek is zeker en vast toepasbaar voor iedere hobbytuinder! Veel succes!

  • Uw eigen ervaringen en tips bij het plaatsen van worteldoek om groenten te telen in de tuin zijn heel welkom in de commentaarbox hieronder.

Hoe teel je sla op gronddoek?

DSC00161

Herman de Moor experimenteerde vorig jaar met het telen van sla op gronddoek. Geïnspireerd door enerzijds de tips en het artikel (“Ajuin telen op worteldoek”) van Adelin en anderzijds de korte beschrijving met foto van dit systeem in de Groente & Fruit Encyclopedie (pagina 80-81).

Het werd meteen een succesverhaal!

In dit artikel geeft hij een volledige teeltbeschrijving van deze speciale teeltmethode van kropsla, eikenbladsla en krulsla. 
Deze unieke teelttechniek, is zeker en vast toepasbaar voor iedere hobbytuinder!

Inleiding

Sinds vele jaren teel ik, gans het jaar door, verschillende soorten sla in koude bak en volle tuingrond.

De eerste teelt (februari-maart) bestaat uit aangekochte plantjes voor teelt in de koude bak. Terzelfdertijd werd ook reeds sla gezaaid in de koude bak waarvan de uitgedunde planten werden uitgeplant in de volle tuingrond of koude bak, afhankelijk van het weer (zie ook artikel het nut van de koude bak).

Ook wordt er vroege sla geplant onder een kleine tunnel met zelf opgekweekt plantmateriaal (zie artikel zelf kropsla zaaien en opkweken)

Zodra het weer dit toeliet (vanaf begin mei) werd er vervolgens sla gezaaid in volle grond waarna, na uitdunnen, een nieuw bed met uitgeplante sla gemaakt werd.

Deze methode herhaalt zich, gans het jaar door, tot wanneer zaaien buiten echt niet maar kan.

Voordeel hiervan is dat men, met één maal zaaien, eigenlijk twee oogsten heeft die qua oogst-tijdstip ongeveer 2 weken verschillen. Dit omdat uitplanten steeds wat groeivertraging veroorzaakt.

Bovendien zaai en verplant ik naast gewone kropsla tussendoor ook andere slasoorten zoals krulsla (Lollo’s) en eikenbladsla, die minder vlug opschieten of oprotten zoals dat bij kropsla wel eens het geval kan zijn tijdens bepaalde weersomstandigheden. Krulsla en eikenbladsla zijn over het algemeen ook minder gegeerd door bladluizen.

Motivatie

Naar aanleiding van verschillende reacties en tips van lezers die gegeven werden bij het  artikel van Adelin, ajuin planten op worteldoek, besloot ik een worteldoekbed aan te leggen voor het telen van uitgeplante slaplantjes afkomstig van mijn originele zaaibedden.

7  voordelen van een groentebed op worteldoek

  • steeds een plantklaar bed beschikbaar voor uitplanten van verschillende soorten sla, zo kan je telkens een kleine hoeveelheid planten als het moment gunstig is
  • geen onkruidgroei, niet meer schoffelen.
  • veel minder uitdroging van de grond, minder water geven.
  • minder vervuiling door opspattend slijk en minder zand in de krop
  • veel minder last van rot onderaan de krop
  • geen grondbewerking in de loop van het seizoen nodig
  • de grond onder het worteldoek blijft de hele tijd uitstekend van structuur

Dit artikel behandelt dus uitsluitend het uitplanten van slasoorten op worteldoek. Een ander artikel toont de methode om een degelijk worteldoekbed aan te leggen. (klik hier)

Het worteldoekbed

Door gebruik van 2 meter brede zwarte (anti)worteldoek, werd over een lengte van ongeveer 5,40 meter (tussen de betonnen looppaden) het groentebed opgebouwd.

groentebed op grondoek, klaar om uit te planten

In het doek werden, met tussenafstand van 30 cm, zowel tussen als in de rijen, gaten van 8 cm doormeter gebrand wat mij 80 beschikbare plantgaten opleverde.

De verschillende inplantingen (een zestal gedurende het volledige teeltseizoen), gebeurden telkens  met een veelvoud van 5 planten. Er zijn namelijk in totaal 16 rijen van 5 gaten beschikbaar.

Teeltverloop

– 20/06/08      Eerste planting van kropsla + krulsla(Lollo Rossa)

Over de grondbewerking en de bemesting bij aanleg van een groentebed op worteldoek lees je meer in dit artikel.

Werkwijze bij sla planten op worteldoek?

Met behulp van een narcisplanter wordt een zo diep mogelijk gat gemaakt. Een deel van de aarde wordt fijn gemaakt en terug in het plantgat gedeponeerd. Met een plantschopje wordt de ronde gladde zijwand van het plantgat verder losgemaakt onder het doek, zodat het inwortelen van het slaplantje gemakkelijker in de breedte kan gebeuren.

Met het plantschopje worden de slaplantjes, één per één, zorgvuldig, met zo groot mogelijke aardkluit, weggenomen uit het originele zaaibed en mooi ingeplant in een plantgat van de worteldoek. Men zorgt ervoor niet te diep te planten. De foto toont 15 kropsla (Limax) en 5 krulsla (Lollo Rossa) planten van de eerste uitplantbeurt.

sla op gronddoek in de tuin

Onmiddellijk na uitplanten wordt voorzichtig wat water gegeven in het plantgat.  Gezien de weersomstandigheden was afdekken van het bed hier niet nodig. Later in het seizoen zal dit wel nodig zijn.

– 04/07/08     3de uitplantbeurt van kropsla.

Sinds de 1ste uitplanting was er nog een tussentijdse (2de) uitplanting van 2 x 5 kropsla-planten.sla en lollo rossa op worteldoek in de tuinkropsla op worteldoek in de tuin

Bescherming na het uitplanten.

Bij de 3de uitplanting (3 x 5 Limax kropsla-planten) wordt er, na het planten, gedurende een drietal dagen afgedekt; op de foto zijn de balken(18 cm) reeds geplaatst aan de zijkant van het bed.

Voor het afdekken gebruik ik gewone schaduwdoek. Over de balken worden een drietal planken gelegd om doorzakken van het doek te voorkomen. Met enkele buizen of dergelijke wordt het doek vastgehouden. Op de foto ziet men nog duidelijk de slaplanten doorheen het doek, dat nog voldoende licht moet doorlaten. Dus geen fijnmazig doek gebruiken. Het afdekken met schaduwdoek blijkt een perfect middel te zijn om, zelfs in volle zomer én bij zonnig weer, toch een geslaagde planting te bekomen. De test toonde aan dat de plantjes absoluut niet verwelkten, zelfs niet bij felle zon. Een drietal dagen later, bij verwijdering van het doek waren ze perfect in de groei en hadden niet in het minst te lijden gehad van de felle zon (zie verder).

kropsla beschermd door schaduwdoek (moestuin)

– 13/07/08     De toestand tot en met de 3de planting.

slasoorten op gronddoekDe foto illustreert duidelijk de perfecte staat van de 3de inplanting, 9 dagen na het planten en dit in volle zomer. Sinds aanplanting is er slechts een paar maal water gegeven aan de planten. De 1ste en 2de inplantingen doen het ook uitstekend.

 

 

 

– 30/07/08     4de planting van 4 x 5 kropsla.

De foto is genomen onmiddellijk na inplanten, aangieten en afdekken met schaduwdoek van 20 bijkomende kropsla-planten. Die dag is er doorlopend felle zon, dus een prima test voor het nut van het gebruik van schaduwdoek.

slasoorten beschermd door schaduwdoek

– 01/08/08      Bij wijze van test, controle de volgende dag.

slasoorten pas geplant. Na precies één dag blijkt, bij het verwijderen van het schaduwdoek, dat de plantjes niet verslappen. De manier van afdekken blijkt dus heel doeltreffend te zijn. Ik besluit het doek terug te plaatsen gedurende een paar dagen.

– 03/08/08     5de en laatste inplanting van dit seizoen

Deze laatste plantbeurt bestaat uit het inplanten van 15 kropsla-planten in de overblijvende plantgaten van het worteldoek.  Bovendien worden er nog een tiental kropsla-planten ingeplant in reeds vrijgekomen  plantgaten van de allereerste plantbeurt. Op latere datum zal blijken dat een tweede inplanting in reeds gebruikte plantgaten geen probleem stelt i.v.m. beschikbaarheid van voedingsstoffen.

Men kan dus rustig, zolang het seizoen niet te ver gevorderd is, een 2de maal inplanten in reeds eerder gebruikte plantgaten.

Conclusies

* Het gebruik van worteldoek voor de teelt van ingeplante slasoorten is echt de moeite waard en laat toe van ononderbroken sla beschikbaar te hebben.  Als men bovendien combineert met verschillende slasoorten zoals krulsla en eikenbladsla, wordt de spreiding van de oogst nog groter.

De rode versies van krulsla en eikenbladsla geven goede resultaten in volle zomer terwijl de groene versies in de vroege lente of in de herfst opmerkelijk beter  presteren dan de rode. De groenbladige hebben minder licht nodig om goed te groeien. Dit is uiteraard een feit dat onafhankelijk is van de teelt op worteldoek.

* Deze methode met worteldoek zou in principe ook van toepassing zijn op andijvie,suikerbrood, radicchio en vele andere groenten, maar werd hier niet getest.

In een volgend artikel deel ik mijn ondervinding, i.v.m.  het oordeelkundig aanleggen van het worteldoekbed, met de lezers. Daar zal in detail, met foto’s, besproken worden hoe ik tewerk ging om een goed vlak bed te bekomen voorzien van mooie gaten.

Het nut van de koude bak, het jaar rond.

Herman wil u in dit artikel graag overtuigen van het nut en de veelzijdigheid van de koude bak om groenten in te telen. Dit aan de hand van  enkele voorbeelden  zoals sla, wortelen, prei en boontjes. Ook de opbouw van zijn koude bak is de moeite waard om te bekijkenInleiding

Sinds jaren tuinier ik, maar had tot een viertal jaren geleden geen koude kas. Sinds mijn pensioen en de verhuis naar een andere locatie, wou ik op een vaste plaats in de nieuw aangelegde groentetuin een degelijke koude bak opbouwen.

Voordien had ik  een stevig gebouwde koude bak opgebouwd met betonplaten en afgedekt met de goeie ouwe “éénruiters”. Nadelen van deze constructie was de onmogelijkheid om deze bak gedeeltelijk te demonteren én de slechte isolering van de betonnen constructie.

Nu ik meer vrije tijd heb wilde ik, als gedreven knutselaar, iets beter maken.  Zo kwam ik uiteindelijk tot een oplossing die het mogelijk maakt de bak in verschillende modules te demonteren.

Bedenkingen

Na twee jaar intensief gebruik van deze “koude bak”, voor de eerste vroege teelten en de opkweek van plantgoed (voor uitplanting in volle grond), geef ik de voorkeur aan de koude bak boven de koude kas. Dit betekent niet dat de koude kas in het voorjaar overbodig is, maar dat, voor sommige teelten, de combinatie van de beide het meest logisch is.

Inderdaad, met uitzondering van bv. snijsla, oogstbaar vlak na de winterperiode, zijn aan het gebruik van de koude kas voor de vervroegde teelt van allerlei voorjaarsgroenten nogal wat vervelende obstakels verbonden zoals

  • Een vroege groenteteelt in de kas maakt dat er geen mogelijkheid is de kasgrond, kort na de winter te spoelen. (zie in dit artikel  “zoutconcentratie ”)
  • Bepaalde vroege zaaiingen of plantingen zijn soms nog niet oogstbaar als de tomatenplanten klaar zijn om uit te planten. (zie in dit artikel ‘”hoe ziet een ideale tomatenplant er uit?”)
  • Tijdens zonnige periodes in het vroege voorjaar zijn sommige teelten, zoals lente-kropsla, niet gelukkig met de hoge temperaturen in de koude kas. Minder goede kropvorming is daar dan ook wel eens het gevolg van. (zie artikel “liefhebbersteelt van kropsla”)

Ik ken genoeg collega’s hobbytuinders die geen koude kas bezitten en met eenvoudige middelen een vaste of verplaatsbare (eventueel telkens terug op te bouwen) koude bak opbouwden met goed resultaat. Dit vereist eventueel elk jaar wel wat planning i.v.m. de plaats van opbouw en het nodige werk daaraan verbonden.

Ten behoeve van de gedreven knutselaars zal ik, in een later artikel, en als ik foto’s ter beschikking heb, eens de constructie van mijn koude bak in detail uit de doeken doen.

Graag wil ik met enkele voorbeelden van de groenteteelt in koude bak, overtuigen van het nut ervan, om het even hoe deze  bak opgebouwd is.

De opbouw

opbouw koude bak moestuin De  bovenstaande foto geeft ook een goed beeld weer van de gedeeltelijk gedemonteerde voorzijde van de koude bak.

 

  • De totale lengte is ongeveer 5,40m, verdeeld in 3 gelijke segmenten. Elk segment is apart afsluitbaar door een schutsel uit hout of met fijn gaas.
  • De breedte (1,42m) stemt overeen met de maat van de zogenaamde eenruiters (78cm x 145 cm).
  • De hoogte verloopt, omwille van de afvoer van regenwater, van 40 cm naar 35 cm.
  • Alle wanden zijn samengesteld uit tuinhout-planken (met pen en groef) en allemaal individueel verwijderbaar.

 

Het teeltverloop in de koude bak

15/02/08 het spitten en bemesten

 

Na grondig en diep omspitten wordt er bemest zoals volgt :

– 100 gr/m2 zeewierkalk

– 300 gr/m2 koe-kip-paard mestkorrels

– 100 gr/m2 blauwe korrel (12-12-17)

– 30 gr/m2 patentkali (30% K + 10% Mg)

De klaargemaakte grond wordt nu gedurende een paar weken, om op te warmen en te drogen, afgedekt met de glazen eenruiters.

08/03/08 Zaaien en uitplanten van de vroege teelten

 

koude bak met sla, wortelen, prei,

Bovenstaande foto (genomen op 03/05/08) toont de resultaten van inzaaien en inplanten van :

  • gezaaide vroege worteltjes (Mokum) die geoogst werden vanaf 20/05/08 tot 16/06/08.
  • 14 geplante, aangekochte, kropslaplantjes.
  • 10 geplante groene krulslaplantjes
  • gezaaide herfst-winterprei (Mako Star) uitgeplant in volle grond op 11/06/08
  • gezaaide Limax en Sylvesta kropsla;opmerkelijk is hier de slechtere kieming van Sylvesta t.o.v. Limax, wat later, in volle grond, terugkwam als kenmerk. Ook in mijn artikel “zelf kropsla telen” werd dit vastgesteld

20/05/08 De toestand  vandaag

Koude bak, sla , prei

koude bak, peen, wortelen, mokum 

Bovenstaande foto’s geven een zicht op:

  • de jonge preiplantjes (gezaaid op 08/03/08)
  • de ondertussen uitgedunde Limax en Sylvesta slaplantjes (gezaaid op 08/03/08)
  • de bijna oogstbare jonge worteltjes (afgedekt met een net tegen de katten)

23/05/08 Eerste oogst van jonge worteltjes.

Een primeurteelt van wortelen! Vanaf nu tot 16/06/08 kon er regelmatig geoogst worden.vroege oogst wortelen mokum

 

06/08/08 Late zaaitest van struikprincessen (Valdor)

Niettegenstaande het late tijdstip, doe ik toch nog een test van het zaaien van “Valdor” boterboontjes in een afgedekte koude bak. Boontjes in open lucht worden best gezaaid voor 15-20 juli om zeker te zijn van een goede oogst. Door het gebruik van een koude bak kan de groei wat versneld worden en de invloed van koude en natte periodes, die zo nadelig zijn voor bonen, geminimaliseerd worden. (zie ook artikel “de teelt van bonen”). Misschien dat op die manier een later zaaitijdstip dus ook nog kan?

De kieming verliep uitstekend. Of het nog tot volledige oogst zal komen is nog een dubbeltje op zijn kant!

22/10/08 De toestand van de struikprincessen.

struikbonen, boterbonenTot mijn verwondering zijn de struikprincessen zeer mooi opgegroeid en een eerste plukbeurt is nu mogelijk.De planten staan er bijzonder gezond en volop in bloei bij.

Gezien het tijdstip(einde oktober) is verdere ontwikkeling van de gevormde bloemen uitgesloten.Dit was ook te voorzien.

De test toont aan dat de koude bak,mits een vervroeging van het zaaitijdstip met een viertal weken,voor een laatste oogst van struikprincessen,een haalbare oplossing kan zijn.

stambonen, boterbonen

Conclusies

  • Een koude bak een uitstekend instrument om, naast het voordeel van het vroeg telen van groenten in het voorjaar, slechte weersomstandigheden te omzeilen in volle zomer en het najaar.
  • Zaaien in de koude bak en daarna uitplanten vanuit de koude bak is is  een zeer goede teeltmethode (sla, prei, bloemkool…)
  • Het omgekeerde, uitplanten vanuit vollegrond naar de koude bak (bv. uitdunnen vanuit een vollegrond slabed), om de teelt langer te kunnen aanhouden, behoort ook tot de mogelijkheden.
  • Voor wie ook een kas heeft, is de combinatie met telen of opkweken voor uitplanten naar volle grond of kas eveneens een echte meerwaarde.

Zoals steeds zijn reacties, tips of eigen oplossingen, steeds welkom in het speciaal daartoe voorziene hoofdstuk, onderaan dit artikel. Alles kan inderdaad nog beter. Laat het ons weten…

Tomaten in open lucht : enten of niet?

In het laatste deel van de artikelenreeks “Teeltverloop bij enten en pottenteelt van tomaten” beschrijft Herman De Moor zijn waarnemingen, en conclusies bij een teeltvergelijking van geënte en niet geënte tomaten in open lucht.

Tomaten telen met Herman.

Inleiding

Dit artikel beschrijft, als laatste van mijn 2008 tomatenteelt, de teelt van geënte en niet geënte tomaten in openlucht (onbeschermd). Bedoeling was om, voor de buitenteelt, in een door bodemmoeheid aangetaste grond, de vergelijking te maken tussen geënte en niet-geënte planten. Dit leidde tot heel wat interessant conclusies.

Voorbereidingen voor het planten.

* Basisbemesting na voldoende diep omspitten van de grond.
Opmerking : alle meststoffen voldoende diep door de grond inwerken.

– 100 gram/m2 zeewierkalk

– 300 gram/m2 koe-kip-paard mestkorrels (1)

– 100 gram/m2 blauwe korrel (12-12-17)

– 30 gram/m2 patentkali (30% + 10% Mg)

(1) eventueel te vervangen door goed verteerde stalmest (1,5 kg/m2), voldoende diep ingewerkt. (zie tabel voedingswaarden meststoffen, Groente en Fruit Encyclopedie, blz 32)

Teeltverloop

Van de 39 zelf opgekweekte tomatenplanten werden er 14 uitgeplant in de volle grond (de rest in de kas, zie vorige artikels in deze serie) waarvan :

* 7 x Hobby F1 (niet geënt) en in dezelfde rij, 3 x Hobby F1 (geënt)

* 4 x Tamaris F1 (geënt) in een 2de rij

De geënte planten waren afkomstig van mijn eerste zaaibeurt dd. 09/03/08.
De niet geënte planten maakten deel uit van een tweede zaaibeurt dd. 15/03/08, verspeend op 06/04/08

07/05/08        Uitplanten onder koepel

De 10 Hobby F1 planten worden een beetje vroegtijdig uitgeplant en omwille van de kans op koude nachten onder een koepeltje afgedekt met geperforeerde plastiekfolie (foto) uitgeplant.
Ondertussen zijn nog viertal geënte Tamaris F1 planten verplant in grotere potten (diameter 13 cm). Dit is dezelfde methode als in 2007, en is om eens de verschillen te controleren in opgroei van dit systeem t.o.v. het vroegtijdig uitplanten onder koepel. (zie voor beide teelttechnieken het artikel Tomaten te groot?)

14/05/08        Uitplanten van de 4 Tamaris F1, rechtstreeks in volle grond (2de rij).

20/05/08       De planten zijn nu ongeveer gemiddeld 35 cm hoog DSC00081

Er is geen enkel verschil op te merken in de opgroei. Planten, opgegroeid onder de koepel, zijn even groot als de 4 Tamaris F1 planten afkomstig van grotere potten en later geplant.
Bovendien blijkt dat er geen verschillen zijn tussen  geënte en niet-geënte planten.

01/06/08        Eerste behandeling tegen de aardappelplaag

16/06/08        Stand van zaken i.v.m. bloemvorming

– Hobby, niet geënt, staat nu in 2de bloemtros

– Hobby en Tamaris, geënt, staan slechts in 1ste bloemtros.

Vandaag wordt ook voor de 3de maal gespoten tegen de aardappelplaag.  De planten doen het  nog steeds uitstekend; hetzelfde kan niet gezegd worden van het weer.

Overzicht buitenteelt tomaten 2008.

30/06/08        Eerste bijvoeding met roze korrel

Indien er weinig regen is kan de bijvoeding, zoals in de kas, gegeven worden in opgeloste vorm. Als de grond al vochtig genoeg is, wordt de bijbemesting gegevens door lichtjes in te werken rond de voet van de plant (5 gr/plant), wat overeenkomt met 2,5 liter bijvoeding in opgeloste vorm per plant.

05/07/08        Wat een weer!

Invloed koude wind op de buitenteelt van tomaten  DSC00195 DSC00194

De laatste tijd heeft het niet alleen geregend maar bovendien zijn er vaak periodes van sterke noord-oostenwind die heel kwalijk blijken te zijn voor de niet geënte Hobby-planten.
Het weer geeft aanleiding tot sterk opkrullen van de bladeren en verminderde groei van de nochtans zeer resistente Hobby plant. Bovendien voelen de bladeren bijzonder hard aan alsof alle vocht eruit zou zijn. Blijkbaar is de koude wind in combinatie met het uit evenwicht gebracht wortelstelsel (tgv de vele regen) de boosdoener.

Opmerkelijk hebben de geënte planten daar véél minder last van, tenzij een licht verminderde groei. Dit bevestigt wat ik, omtrent de eigenschappen van de resistente onderstam, vond op het internet, namelijk dat het wortelstelsel van de onderstammen beter wateroverlast aankan zonder hiervan nadelige effecten te ondervinden.

09/07/08        Gietbeurt met patentkali in vervanging van bijvoeding met roze korrel

Gezien de groeistop bij de niet-geënte Hobby-planten, is het nu allicht beter de vruchtvorming te verbeteren op de bestaande trossen. Over de invloed van Kalium en hoe je te werk gaat bij het toedienen van patentkali, lees je in dit artikel.

11/07/08        Aftopping op 4 trossen en 5de behandeling tegen aardappelplaag.

Het aftoppen op 4 trossen is in de onbeschermde buitenteelt gebruikelijk.  Het teeltseizoen is sowieso korter dan de kasteelt. Het komt er nu nog op aan om de vruchten nog zoveel mogelijk te laten aandikken. Voor de niet geënte planten Hobby-planten zal dit niet evident zijn gezien hun slechte staat.

Het slechte weer, meer speciaal de vinnige noord-oostenwind, blijkt bijzonder schadelijk te zijn geweest.

Dit bewijst dat in, onbeschermde buitenteelt, de positionering van het teeltbed erg belangrijk kan zijn ingeval van ongunstig weer.

In 2007 was het, voor de meeste hobbytuinders met buitenteelt, een bijzonder slecht seizoen. De meeste teelten waren, gezien de vele regendagen, aangetast door de aardappelplaag. Toen was er geen noord-oostenwind en had ik, dank zij veelvuldig spuiten tegen de aardappelplaag,toch nog prachtige resultaten (2007-artikel buitenteelt, deel 8).

30/07/08       Verschillen in groei tussen geënt en niet geënt.

Dank zij een goed uitgebouwd wortelstelsel blijken geënte planten, minder last te hebben van slecht en ongunstig weer.DSC00222 

Bovenstaande foto  toont duidelijk het verschil in gebladerte aan van de niet-geënte planten (vooraan op de foto) t.o.v. de geënte planten (achteraan op de foto).

Onderstaand foto toont nog eens detail van het minder aangetaste gebladerte van de 4 geënte Tamaris F1 planten. Dit heeft ook zijn invloed gehad op het aandikken van de trossen na aftoppen.

DSC00223

04/08/08        Eerste rijping op Hobby (niet geënte)

06/08/08        Eerste rijping op geënte Tamaris en achtste (laatste) spuitbeurt tegen de aardappelplaag

09/08/08        Eerste rijping op geënte Hobby

24/08/08        Bladsnoei rondom de trossen

Om het rijpen van de vruchten te verbeteren is bladsnoei van bladeren rondom de trossen een goede actie. Op dit tijdstip van het teeltseizoen kan het rijpen van vruchten,die verdoken kunnen zitten achter het gebladerte, de late zomerzon toch nog een beetje opwarmen. Voor goede rijping is geweten dat warmte en niet het licht bevorderlijk zijn.

Voor de laatste vruchten kan dit, gezien koudere nachten en minder warm weder, wel eens nuttig zijn.

28/09/08        Rooien van alle planten en bekijken van de wortelstelsels.

Wortelstelsels buitenteelt tomaten

Bij het rooien blijkt, zoals voorzien, dat de wortels van de geënte planten mooi wit tot lichtbeige zijn terwijl alle niet-geënte planten wortelstelsels hebben die in min of meerdere mate bruin tot donkerbruin waren, met nog zeer weinig witte worteltjes. Duidelijk is hier ook de kurkwortel-schimmel al aanwezig. Dat dit eveneens het geval is voor de kasgrond zal ook blijken bij het ruimen van de planten in de kas (zie tomaten ruimen? bekijk de wortels).

Conclusies

Naast mijn bedoeling om met deze teelt het al of niet aanwezig zijn van bodemmoeheid (kurkwortel dus) aan te tonen op de geënte en niet-geënte tomatenplanten, hoopte ik ook dat de vergelijkende test mij zou toelaten bijkomende voordelen van de teelt van geënte tomaten, in de onbeschermde buitenteelt, aan te tonen.

Aangezien ik onverwachts, ten gevolge van ongunstige weersomstandigheden, te maken had met een abnormaal slechte teelt van de niet-geënte Hobby F1 planten, ben ik enigszins beperkt in mijn vergelijkingen. Toch heeft die tegenvaller mij uiteindelijk nog een aanduiding van het weerstandsvermogen en recuperatievermogen van geënte tomaten gegeven.

Vandaag hebben we de mogelijkheid om, via zelfkweek of aankoop van geënte planten in een tuincenter, aan geënte plantenteelt te doen in onbeschermde buitenteelt.

De vraag is wat de voordelen daarvan kunnen zijn.

Andere belangrijke vraag is of er speciale aandachtspunten zijn voor deze buitenteelt.

Om daarop te antwoorden heb ik de conclusies opgevat als een vraag/antwoord lijstje.

1- Wie heeft nood aan geënte planten?

Als je het probleem van kurkwortel in de buitenteelt vaststelt en vruchtafwisseling geen oplossing biedt, dan is, naast vervanging van de grond, geen andere keuze dan met geënte tomatenteelt te starten. Het kweken in potten is, als je een goede productie wil, eerder voorbehouden voor de kasteelt en is daar reeds moeilijk genoeg (artikel kweken in potten/2008)

2- Kweek ik dan zelf de geënte planten of koop ik ze in een tuincenter?

* Wie het niet ziet zitten om zelfkweek te doen en het nodige geld wil besteden voor aankoop in een tuincenter is meteen geholpen. Aankoop is uiteraard een kostelijker zaak dan zelf opkweken.

* Wie echter de nodige tijd wil vrij maken en het zelf opkweken ziet zitten, geniet van enkele voordelen t.o.v. aangekochte planten.

– je bepaalt zelf (voorlopig nog beperkt) op welke variëteit onderstam er geënt wordt.

– je kiest welk ras je zet op de onderstam: dit is naar keuze bv. ronde tomaat, vleestomaat, waarmee niet gezegd is dat alle variëteiten even grote voordelen zullen bieden en aan te raden zijn. Sommige variëteiten zijn niet geschikt voor de teelt in open lucht.

– je hebt vrijheid van timing van aanplanting aangezien je zelf kweekt, in tegenstelling tot aankoop. Tuincentra stellen de planten vrij vroeg, vanaf april ter beschikking. Dit is dikwijls te vroeg voor de buitenteelt (te planten na half mei).

– je kiest bij zelfkweek of je een plant wil met één of twee stengels(zie mijn commentaar hieromtrent in punt 5 van dit hoofdstuk)

3- Wat zijn de voordelen van geënte tomatenteelt in openlucht t.o.v. niet geënte planten?

* Het probleem van bodemmoeheid (kurkwortel) is, door het feit dat de onderstam resistent is tegen verschillende wortelziekten, omzeild.

* De groeikracht van de plant is door het gezonde wortelstelsel groter en de groei gaat langdurig door.

* Bij slechte weersomstandigheden zal de plant daarna vlugger haar groei hernemen. (zie de commentaar hierboven in “teeltverloop”)

4- Is er resistentie tegen de aardappelziekte?

Absoluut niet, gezien aardappelziekte geen wortelziekte is. Er moet dus nog evengoed regelmatig gesproeid worden tegen de aardappelziekte bij geënte tomaten in buitenlucht.

5- Kan ik meer trossen per plant kweken dan op een niet-geënte plant?

In principe wel maar in de buitenteelt is het teeltseizoen kort. Er zijn slechts een grote vier maanden tussen het planten (vanaf half mei) en einde seizoen, vermoedelijk einde september.
Bovendien zou de eerste bloemtros wel eens een weekje later kunnen zijn t.o.v. een niet geënte plant.

Wie teveel trossen kweekt zou wel eens veel groene tomaten moeten oogsten op einde seizoen. Beter is misschien om 4 tot 5 trossen te kweken op een plant met één stengel en ook niet teveel tomaten per tros te laten. Een tweede stengel opkweken met behulp van een dief in het blad onder de eerste bloementros betekent een tijdverlies wat gezien de beperkte lengte van het seizoen in de buitenteelt misschien geen zin heeft. Als bovendien de weersomstandigheden tegenvallen kan dit een probleem zijn. In elk geval is door mij getest met éénstengelige planten met 4 trossen/plant.

Het komt er dus op aan om op tijd de planten te toppen. Het is bekend dat tomaten sneller rijpen als de plant stopt met groeien. Het stoppen met groeien wordt ingezet kort na aftoppen, enigszins versneld door wegnemen van bladeren, door bladsnoei rond de trossen op einde seizoen, door de weersomstandigheden, ziekten, enz. .

Gezien een geënte plant lang kan doorgaan met groeien kan het afrijpen van de vruchten een probleem worden. Goed opletten dus.

6- Zijn er beperkingen in de keuze van de entsoort (ras)?

Er wordt aangeraden alleen te enten met hybride soorten m.a.w. “F1” soorten. De reden is dat enten  best niet toegepast wordt bij rassen die niet bestand zijn tegen tomatenmozaïekvirus. Door het enten wordt de kans op besmetting immers veel groter. Verder zullen vermoedelijk bepaalde entsoorten betere resultaten geven dan andere. Testen met enkele enten  van de gewenste variëteit is misschien aan te raden.

7- Biedt beschermde buitenlucht-teelt belangrijke voordelen?

Inderdaad, onbeschermde buitenteelt blijft, gezien het onvoorspelbaar klimaat, een delicate zaak:

* de aardappelplaag ligt, veel meer dan in beschermde teelt, permanent op de loer. Het gebladerte van tomatenplanten blijft beter gespaard van regen; watergift gebeurt best aan de voet van de plant.

* naast de aardappelplaag is de plant gevoelig voor andere bladziekten. Noodzakelijke spuitbeurten missen vaak hun effect door onverwachte regenbuien.

* men heeft geen controle op de watergift wat niet ideaal is voor het wortelstelsel van de plant en nogal eens leidt tot allerlei ziekten.

Daarom: wie niet over een kas beschikt, zou best de mogelijkheden bekijken van het overdekken (afdak voldoende breed) van de buitenteelt om de regen weg te houden van het gebladerte.

Een voldoende breed afdak biedt in elk geval nog het voordeel dat men de watergiften aan de voet van de plant zelf onder controle heeft.

Bovendien besteedt men best aandacht aan een doorzichtige afscherming langs de zijkanten van het teeltbed om kwalijke wind, zoals noord-oostenwind, te vermijden.

De hoogte van een afdak moet bovendien afgestemd worden op de soort van teelt. Dit kan verschillen voor geënte (één of twee stengels) of niet-geënte planten.

Bij teelt van ongeënte planten moet het afdak best jaarlijks van plaats  veranderen omwille van de bodemmoeheid (kurkwortel).

8-  Zijn er speciale aandachtspunten gedurende de teelt van tomaten in open lucht?

* Bij het planten de entplaats boven de grond houden m.a.w. niet te diep planten zodat de ent de grond niet raakt en daar wortels gaat vormen, wat kan leiden tot verlies van wortelziekten-resistentie.

* Indien overdreven groot gebladerte optreedt (ten koste van bloem-en vruchtzetting) moeten er eventueel bladeren weggenomen worden (bvb. één blad tussen elke tros tem de derde tros).

* Bij het vormen van een nieuwe tros, trossnoei doen van zodra de vruchtjes gevormd zijn. Misvormde vruchten zeker wegnemen.

* Men neemt als regel : 4 tomaten/tros voor vleestomaat en 6 tot 8 tomaten/tros voor de gewone ronde tomaat.

* Als alle trossen gevormd zijn,eventueel bijvoeding geven met patentkali i.p.v. roze korrel om de kleuring en kwaliteit van de vruchten te bevorderen (zie het hoofdstuk “teeltverloop”).

* Tijdens het afrijpen worden de bladeren tot aan de laatste (hoogste) rijpende tros weggesneden. Men stopt bij de 3de tros en later wordt alleen bladsnoei rond de hogere trossen gedaan op einde seizoen

Beste lezer, hiermee zijn de voornaamste teelten van tomaten getest en is het nu aan u om, in functie van uw teelt-omgeving, het ent-concept in de praktijk bij u toe te passen.

Omdat enerzijds mijn artikels geen evangelie zijn en anderzijds “alles altijd beter kan”, zijn uw reacties en tips steeds van harte welkom.

Wij zullen u zoveel als mogelijk uitleg en oplossingen aanreiken op al uw vragen.

Zelf kropsla telen : van zaad tot krop (deel 1 2008)

Kropsla of botersla ontbreekt in haast geen enkele moestuin. In dit artikel beschrijft Herman De Moor het  zelf opkweken van sla voor de vroege lenteteelt in openlucht met bescherming. Niet enkel de manier van opkweken van de plantjes is interessant, maar ook het verdere teeltverloop én de mooie constructie  om de plantjes na het uitplanten te beschermen.  Er werd voor deze teelt gezaaid op 21 maart 2008 en prachtige kropsla geoogst vanaf 1 juni 2008.
Op het einde van het artikel kan je alvast lezen en zien hoe het gaat met de zeer vroege opkweek van slaplantjes die gezaaid werden op 9 januari 2009.

 
Ter inleiding

 

In sommige tuincentra worden al vanaf  februari slaplantjes in perspot te koop aangeboden, voor de bezitters van een koude bak, kas of plastictunnel. Want sla planten in februari is zeer goed mogelijk voor deze tuiniers. Jarenlang heb ik ook de twee eerste vroege teelten uitgevoerd met gekochte plantjes in de koude bak of in de vollegrond (met koepel).

Daarbij ondervond ik een aantal  problemen :

 

De meeste tuincentra konden niet vertellen wanneer de plantjes in stock kwamen, m.a.w. ik was nooit zeker over de datum van beschikbaarheid. Aangezien de eerste plantjes dan ook vlug uitverkocht waren, was ik nooit zeker dat er nog in stock waren als ik ze nodig had.

Er zijn wel eens problemen met de kwaliteit : te klein, te dun opgegroeid (gefileerd), te grote planten, te weinig ingeworteld of net teveel wortels die door de perspot heen zitten (te oude planten).

Minder goede teeltresultaten, vermoedelijk door een minder gelukkige keuze van de sla-variëteit.

Genoeg redenen dus, om eens een test te doen teneinde, voor één vroege (hier de tweede) teelt, de plantjes zelf op te kweken, alvorens ze uit te planten in vollegrond (in begin onder koepel).

 

 Teeltgegevens

De variëteit

 

Ik koos voor Limax ( zakje met 1 gram zaad) en Sylvesta (zakje met 500 zaadjes) en kocht die aan bij het Vlaams Zaadhuis.

Grondmengsel en potjes  

 

Ik nam  gezeefde geraniumgrond (kwaliteitspotgrond!) met de bedoeling, zonder verspenen, de plantjes tot aan het uitplantmoment op te kweken in de gebruikte potjes.
Er werd gebruik gemaakt van (oranje) cactus-potjes (diameter 5,5 cm, 5 cm hoog en licht versmallend naar de onderzijde).

Teeltverloop

 

21/03/08    Het zaaien van 11 Limax en 11 Sylvesta in potjes

De dag voordien werd de zak met geraniumgrond op temperatuur gebracht in de kelder waar het constant 15°C is. Dit is ook de plek waar,na zaaien,de kieming zal gebeuren.  Slazaad kiemt ook het best bij een temperatuur van ongeveer 15°C ; voor het verder opkweken geldt ‘s nachts een lagere temperatuur, om fileren te vermijden. Dit is de omgevingstemperatuur in de kas, of  indien die te koud is, ongeveer 5 °C. Overdag is dit 12°C op een donkere dag. Op zonnige dagen mag dit gerust 15-20°C zijn. ‘s Nachts dan wel weer voldoende laten afkoelen, zoniet zullen de slaplantjes fileren.

Na vullen (lichtjes aandrukken) van de potjes met de grond tot ongeveer 0,5 cm onder de bovenrand, deponeer ik met een pincet twee zaadjes in het centrum van elk potje.
Indien na kieming blijkt dat beide zaadjes kiemden,wordt één kiempje vroegtijdig afgeknipt (niet uittrekken!)
De 22 potjes bevinden zich in een plastic bak(zonder gaatjes in de bodem)

Na voorzichtig benevelen (met een kleine nevelspuit) van het zaai-oppervlak, wordt het zaad afgedekt met dun laagje grond-en witzandmengsel (50/50 van elk) en lichtjes aangedrukt, waarna opnieuw   een paar maal beneveld wordt met de nevelspuit.

23/03/08    Eerste kieming van Limax na nauwelijks 2 dagen

Dit is een bijzonder belangrijk moment.

De reeds gekiemde potjes mogen nu niet meer in de donkere kelder blijven zoniet gaan ze vlug fileren (dun opschieten). Dit komt omdat er, bij het opgroeien, een evenwicht moet zijn tussen omgevingstemperatuur en het beschikbare licht.
Daarom verhuizen de reeds gekiemde potjes onmiddellijk naar de koude kas waar ze verder zullen verblijven in een isomo bak. Overdag wordt er niet afgedekt; ‘s nachts wordt een koepel geplaatst op de isomobak om te beschermen tegen de lagere nachttemperaturen. Zolang de nachttemperatuur in de kas niet telkens lager gaat dan 5°C, kunnen de plantjes best de nacht in de kas doorbrengen.

De volgende dag (24/03/08) is er 100%  kieming van de resterende Limax en ook Sylvesta is beginnen kiemen . .

Op 25/03/08 is alles (9 van de 11 potjes) van Sylvesta gekiemd. Ze kunnen dus eveneens verplaatst worden naar de koude kas

Op enkele uitzonderingen na zijn, in alle potjes, 2 zaadjes gekiemd. Ik knip daarom het kleinste kiempje af met een scherp schaartje.

Een interessante waarneming is dat Limax t.o.v. Sylvesta  beter en regelmatiger kiemt.

09/04/08    De toestand 20 dagen na het zaaien.

Kropsla, 20 dagen na zaaien, links Limax, rechts Sylvesta

Op de foto’s is duidelijk op te merken dat Limax minder fileerde dan Sylvesta.

Sinds volledige kieming is tijdens het verder opgroeien van de zaailingen, de overblijvende vrije ruimte (0,5cm hoog) onder de bovenrand van de potjes verder aangevuld met 50/50 mengeling afdekgrond tot aan de bovenrand. Hierdoor staan de plantjes steviger vast in hun potje en is eventueel licht fileren weggewerkt. Door aangieten tijdens verdere opkweek zal het grondniveau nog lichtjes dalen…

Door goed op te passen i.v.m. opkweektemperaturen, ben ik erin geslaagd om stevige, niet gefileerde plantjes te krijgen.

22/04/08    De toestand 33 dagen na het zaaien

 

De plantjes zijn nu stevig uitgegroeid,voldoende geworteld en uitplantbaar.

links Limax, rechts Sylvesta, kropsla klaar om uit te planten kropsla klaar om uit te planten kropsla klaar om uit te planten

 

Het uitplanten gebeurt in volle grond

 

Ik kies voor uitplanten in volle tuingrond, beschermd door koepels, afgedekt met geperforeerde plastic-folie. Een alternatief is uiteraard het uitplanten in een koude bak met glasramen afgedekt. De tuingrond kreeg een goed ingewerkte basisbemesting van

– 100 gr/m2 zeewierkalk

– 300 gr/m2 koe-kip-paard mestkorrels

– 80 gr/m2 blauwe korrel (12-12-17)

– 45 gr/m2 patentkali (30% + 10% Mg)

Kropsla kweken in kleine koepel, pas geplant Kropsla kweken in kleine koepel, pas geplant Kropsla kweken in kleine koepel, pas geplant

03/05/08    De toestand 43 dagen na zaaien en 11 dagen na uitplanten onder koepel.

Zowel Limax (voorste rij) als Sylvesta zijn mooi uitgegroeid. Overdag wordt de bedekking met folie afgerold van de koepels.
‘s Nachts, tot wanneer het gevaar voor late vorst geweken is, gaat de folie opnieuw over de koepels.

Kropsla aan de groei.

kropsla in kleine plastictunnel

20/05/08    De toestand 28 dagen na uitplanten.

In de afgelopen periode heb ik de koepels kunnen verwijderen. Beide soorten doen het uitstekend. Zelden zo’n mooie sla geteeld gedurende al mijn teeltjaren.

 

Kropsla, vier weken na planten, bijna oogstbaarKropsla, vier weken na planten, bijna oogstbaar

01/06/08    Het eindresultaat 40 dagen na uitplanten.

Vandaag wordt er volop zelfgekweekte sla gegeten.

De oogst van  de kropsla!

Conclusies

 

Resultaat van de 2008 test : de test is wat mij betreft uitzonderlijk goed geslaagd en toont de haalbaarheid van het kweken van vroege slaplantjes duidelijk aan.

Als men, mits oplettendheid, fileren kan vermijden, is het hier mogelijk, zonder verspenen, onmiddellijk in de definitieve kweekpot, stevig plantgoed te bekomen.

De rassen : voor een 2de vroege teelt zijn beide rassen zeker aan te raden. Mijn favoriet is wel Limax omwille van het kiemingpercentage, minder fileer-neiging, prachtige stevige (niet opschietende) kroppen t.o.v. Sylvesta..

De groene bladluisresistentie die Sylvesta zou kenmerken tov Limax, bleek grotendeels waar te zijn tijdens de verdere opkweek.

Ik vond inderdaad nog héél weinig groene bladluis.Daarentegen waren andere soorten bladluizen(zwarte en witte) wel aanwezig.

Toch was de bladluisresistentie van Sylvesta,vergeleken met de voordelen van Limax(zie hierboven),niet voldoende voor mij om mijn keuze voor Limax te wijzigen. 

Mijn ondervinding van de vorige twee jaren toonde al aan dat zowel Sylvesta als Limax het hele jaar door uitstekend resultaat geven  in koude bak of volle grond.

De teelt van tomaten in potten.

 

artikel 3 potten2

Het artikel beschrijft mijn testen, in de loop van 2008, omtrent het opkweken van kastomaten in potten. En volgt op het artikel  over het opkweken van zelf geënte tomaten in de volle grond van de kas.
(
artikel 2 ,geënte tomaten opkweken)

Beide artikels hebben eenzelfde doel, namelijk:
het uittesten van alternatieve teeltwijzen van kastomaten voor wie te maken heeft met bodemmoeheid van de kasgrond.
Bodemmoeheid is eigenlijk enkel oplosbaar door het diep uitgraven en vervangen van de kasgrond door onbezoedelde nieuwe tuingrond.

Naast de omvangrijke reeks artikelen op deze website “Groenten in potten” is dit artikel te beschouwen als een praktische handleiding, specifiek voor kastomaten, met de bedoeling om, ter omzeiling van de kas-bodemmoeheid, met zo weinig mogelijk middelen, tot een goed teeltresultaat te komen. Voor de kweek van andere potgroenten is dit artikel niet bedoeld geweest.

De verschillende elementen, werden vooraf met Luc Dedeene uitgebreid besproken. Deze teelttest toont aan dat, mits kleine aanpassingen, de gebruikte methode een goed resultaat oplevert en dat terwijl 2008 voor tal van teelten niet echt het neusje van de zalm was.

Er werd, tezamen met Luc, getracht de gewone kweek van kastomaten te vertalen naar de “teelt in potten” wat betreft gebruikte potten, grondmengsel, basisbemesting, watergift,…

Teeltgegevens

 

° Het plantgoed

  • 8 x Hobby F1
  • 4 x Tamaris F1
  • 1 x Hobby F1 in extra grote pot van 25 liter (bedoeld als  demo-potplant voor mijn terras)
  • 1 x Hobby F1 uitgeplant in de  kasgrond zelf (bodemmoeheid!) ter vergelijking met de potplanten

° De potten in pvc DSC00255

Ik koos voor potten van 15 liter. Dit scheen mij een goede keuze als start voor mijn test. Aangezien er moet getracht worden om de teelt in volle grond, waarbij het wortelstelsel zich uitbreidt in de breedte (en beperkte diepte), te evenaren, is de diameter van de pot best zo groot mogelijk. Met de gebruikte potten van 15 liter was dit 30 cm.

Grotere potten (meer dan 15 liter) zijn evengoed bruikbaar maar zullen meer grond vereisen en dus een duurdere oplossing zijn.

Moeilijkheid bij potplanten is om erin te slagen, door goede keuze van potten, grondmengsel en watergift, het wortelstelsel zich te laten ontwikkelen in de diepte, gezien men in de breedte beperkt is door de diameter van de potten. De wortels van de groeiende plant gaan steeds op zoek naar vocht en voedsel.

De potten werden  in de bodem, d.m.v. een klokboor, voorzien van een vijftal grote gaten (diameter 4cm).  Zo wordt opstapeling van water onderaan de pot vermeden. Anderzijds wordt het  hierdoor ook mogelijk dat het wortelstelsel van de plant door de gaten heen kan doorgroeien, tot in de kasgrond onder de bodem van de pot.

° Het grondmengsel

 

Belangrijk is een zo eenvoudig mogelijk grondmengsel te vinden dat, met een minimaal aantal componenten, zorgt voor een goede waterhuishouding en toelaat dat de voedingsstoffen goed opneembaar zijn.

Ik verwijs hier naar het artikel van Luc Groenten in potten, het grondmengsel, voor goede uitleg omtrent dit onderwerp.

Na uitgebreid consult van Luc, gingen wij akkoord voor volgende samenstelling (*)

De samenstelling voor was dan als volgt:

– 35 % goede, niet vervuilde tuingrond

– 50 % geraniumgrond

– 15 % grof zand

:

 

Als het aantal potplanten gekend is moet men dus gewoon uitrekenen hoeveel liter dit vertegenwoordigt en hierop best nog een reserve van 10% bijtellen. Deze reserve is nodig omdat na enkele weken het niveau van de grond lichtjes kan zakken door de verschillende gietbeurten. Bijvullen met hetzelfde grondmengsel is dan geen probleem.

(*) zie ook het hoofdstuk onderaan dit artikel “Aanpassingen voor de teelt in 2009”

°  De basisbemesting

 

Deze wordt grondig gemengd met het vooraf aangemaakt grondmengsel en was, na grondige berekeningen (vergeleken met de gewone kasteelt) als volgt:

Per 100 liter grondmengsel :

 

– géén zeewierkalk !

– 240 gram gedroogde koe-(+kip+paard) mestkorrels

– 70 gram blauwe korrel (12-12-17)

– 20 gram patentkali (30% + 10% Mg)

° De bijbemesting

Besloten werd te starten met de gebruikelijke bijbemesting met “roze korrel” van 2gr/liter gietwater vanaf de 3de bloemtros en één gietbeurt per week.

° Ingraven en plantafstand

 

Bij het ingraven zorgt men ervoor dat de potrand ongeveer 5 cm of meer boven de kasgrond uitsteekt om vervuiling van het grondmengsel met kasgrond te vermijden.

De plantafstand was ruim : 65 cm tussen de planten in de rij en 75 cm tussen de rijen. De planten van de 2de rij worden best tussen die van de eerste rij gepositioneerd (driehoeksverband).

Teeltverloop

 

27/04/08   Mengen, vullen en ingraven van de potten

 

29/04/08    Inplanten in de potten

Inplanten van 9 planten (5 x Hobby F1 en 4 x Tamaris F1) in de potten.tomaten Tamaris F1  in de kas in pot

tomaten Tamaris F1 in de kas in pot

03/05/08    Inplanten van 3 x Hobby F1 (2de zaaibeurt-planten)

07/05/08    Inplanten van 1 x Hobby F1 in extra (oranje) grote pot van 25 liter (demoplant)

DSC00166

 

Opmerking i.v.m. de watergift

Deze gebeurt tot aan de 3de bloem met regenwater (op kastemperatuur) maar is qua frequentie en hoeveelheid  wel verschillend van de kasteelt in volle grond.

Het is niet gemakkelijk om daar een goede regel voor te maken.

Het idee is om de hoeveelheid water van 6 of 9 liter per week ( volgens zonnige of minder zonnige week) te behouden voor de potplanten, maar het aantal gietbeurten te verhogen (bv. dagelijks, tenzij de plantgrond nog vochtig blijkt te zijn) maar dan telkens 1 of  1,5  liter/gietbeurt te geven. Evenveel water dus als de planten in volle kasgrond maar meer gietbeurten en minder water per gietbeurt. Veel hangt af van de omstandigheden waarin de potplanten opgroeien en hoe men erin slaagt om de kastemperatuur binnen redelijke grenzen te houden.

Zolang de planten nog niet aan hun eerste bloem toe zijn, kan het beter zijn de watergifte wat kleiner te nemen en zeker nooit water geven (steeds ‘s morgens !) als de grond nog vochtig is.

Vanaf de eerste bloem kan men dan bovenstaande regel van 6 of 9 liter/week watergift toepassen, bv. 6 x 1 liter/plant bij minder zonnig weer of 6 x 1,5 liter/plant bij warm weer

Vanaf de 3de bloem geeft men dan, één maal per week, zoals bij kasteelt in vollegrond, de bijvoeding met “roze korrel” bv. 1,5 liter/plant.

Aangezien de watergift héél belangrijk is,kan men best een agenda per week bijhouden om de watergiften te noteren. Ikzelf doe het zo maar hanteer ook de regel dat ik nooit water geef indien de bovenlaag van de potgrond nog duidelijk vochtig is. Geen eenvoudige opdracht dus.

15/05/08    De 1ste bloem in Tamaris F1

21/05/08    De 1ste bloem in Hobby F1

tomaten Hobby F1  kweken serre pot tomateplanten Hobby F1 serre pot tomaten Hobby F1 serre potten

25/05/08    De 2de bloem in Tamaris F1 ,2de bloem in Hobby F1 in beginfase.

 

Dagelijks worden alle dieven weggenomen.Ze slorpen uiteindelijk alleen maar energie op die verloren is voor de opgroei.

 

04/06/08    Alle planten in 3de bloem, 1ste bijvoeding (1×2 liter) met “roze korrel” oplossing

 

14/06/08    4de bloem voor alle potplanten.

tomaten in de kas in pot

 

24/06/08    Hobby F1-plant in extra grote pot verslapt volledig

 

Terwijl de demoplant schitterend opgroeide is ze op één dag tijd plots volledig verslapt. Omdat ik vermoed dat, gezien de extra grote pot, er gebrek is aan water in de diepte, maak ik de buitenrand heel diep los en geef 3 liter water. ‘s Anderendaags staat de plant er terug mooi bij! Blijkbaar is het grondmengsel te weinig doordringbaar.

De demoplant, geplaatst dicht tegen de ingangsdeur van de kas, heeft op latere datum bovendien nog te maken gehad met overdreven tocht wat aanleiding gaf tot paars worden van het gebladerte en uiteindelijk een volledige groeistop van de plant tot gevolg had. De gevolgen van koude tocht zullen in een ander artikel nog in detail behandeld worden….

25/06/08    Losmaken van de grond van alle potplanten

 

Omdat ik vrees dat het probleem met andere planten ook zou kunnen gebeuren, maak ik bij alle planten voorzichtig, rondom de potrand,de grond los in de diepte en geef 1 liter water per plant.

29/06/08    Rooien van één Hobbyplant ter controle

 

Eén Hobby F1 in de hoek van de kas stond er sinds een paar weken niet zo best bij en krijgt stilaan vergeeld en verslapt gebladerte. Ik besluit de plant te rooien om het wortelstelsel en het grondmengsel na te zien. Het blijkt dat het wortelstelsel mooi wit en goed uitgegroeid is maar dat het onderste deel van de potgrond totaal ongebruikt is en ook nooit vocht kreeg bij het water geven.

Opnieuw dus bevestiging dat het grondmengsel misschien onvoldoende doordringbaar is en er zal moeten gesleuteld worden aan de watergift teneinde het vocht tot onderaan in de pot te krijgen.

03/07/08    Maken van een gietgat tot beneden in de potten.

Met een buis van diameter 3 cm wordt tussen de stengel en de rand van de de potten een gietgat gemaakt tot op de bodem van de pot.

Omdat alle planten reeds hun 5de of 6de tros hebben en er in het onderste deel van de pot nog voldoende ongebruikte basisbemesting aanwezig is, ga ik vanaf nu bijvoeding geven met patentkali, 2gr/liter (1 liter/plant) in plaats van roze korrel bijbemesting. Dit zal de vruchten in dit stadium ten goede komen…

tomaten hobbykas Hobby F1 Hobby F1, potten oplossing voor bodemmoeheid. tomaten Tamaris F1 serre

09/07/08    Het effect van de vorige actie

Het water geven via de nieuw gemaakte plantgaten en de bijvoeding met patentkali blijkt goed te werken. De planten reageren er heel goed op en hebben nu 5 tot 6 trossen die goed aandikken.

Ik besluit nog een paar maal bijvoeding met patentkali te geven in de komende weken. De normale watergift gebeurt nog steeds dagelijks via de gemaakte gietgaten.

11/07/08    Aftoppen van alle potplanten op 5 tot 6 trossen DSC00207

 

Hier zijn een paar opmerkingen in verband met
het toppen van de planten

– De dikte van de stengel bovenin de plant (“in de kop van de plant”) en het feit of een plant goed gezond is (zonder bladziekten bv.) zal bepalen of men een plant meer of minder trossen zal laten ontwikkelen. Als de stengeldikte bovenaan de plant beduidend vermindert t.o.v. zijn soortgenoten is dit voor mij een plant die minder trossen zal aankunnen.

– Bloemtrossen maken is niet moeilijk en gebeurt automatisch telkens na 3 bladeren. Belangrijk is dat die bloemtrossen, gezien het teeltseizoen en de staat van de plant, nog wel kunnen uitgroeien tot volwaardige vruchten, zo niet is het verder laten ontwikkelen van bloemen verspilling van energie en dit is ten koste van de rest van de lager gelegen vruchten.

– Aftoppen zal dus eventueel op een verschillend ogenblik, plant per plant bepaald, uitgevoerd worden.

Om na aftoppen de sapstroom in de stengel niet te onderbreken, pas ik de techniek toe zoals in een vroeger artikel reeds uitgelegd, (klik hier) namelijk het laten verder groeien van een dief in de top van de plant boven de laatste bloementros.

– Nu het aantal trossen per plant vastligt bekijk ik bijna dag per dag de groei-evolutie van alle trossen. Zo kan ik, door trossnoei, ervoor zorgen dat ik zo groot mogelijke tomaten bekom op alle trossen.

– Uit de testen van 2008 bleek alvast dat men met potplanten geen wonderen mag verwachten wat de productie betreft, maar wel dat ze op zijn minst de productie bij teelt in de kasgrond evenaren. (en als er bodemmoeheid in het spel is zeker beter presteren)
Ik houd mij dan ook min of meer aan volgende normen :

* 5 tot 6 trossen per plant

* 4 vruchten/tros maximum voor zware (vlees)tomaten zoals Hobby F1 ; 6 vruchten/tros maximum voor de kleinere tomaat zoals Tamaris F1.

13/07/08    Laatste bijvoeding met een oplossing van patentkali.

Hierna wordt er alleen nog sporadisch een weinig water gegeven in de gietgaten

DSC00208

 

15/07/08    Eerste rijping op tros 1 van een paar Tamaris F1 planten

 

De bladeren tot aan de onderste tros worden zorgvuldig tot aan de stengel afgesneden. Wanneer de volgende trossen beginnen te rijpen zal ik, op dezelfde wijze, bladsnoei tot aan de hoogst rijpende tros doen.
Een laatste keer gebeurt dit bij het rijpen van de 3de tros.

Opmerking : de rest van het gebladerte zal later, indien nodig, minimaal verwijderd worden rondom de vruchten als blijkt dat deze verscholen zitten achter het gebladerte en hierdoor niet meer tot rijping zouden komen op het einde van het seizoen (vanaf september).

Het is geweten dat tomaten afrijpen door de temperatuur en niet door licht, wat betekent dat het afrijpen ook kan gebeuren in een donkere ruimte als de temperatuur maar voldoende hoog is.

 

21/07/08    Eerste rijping op een paar Hobby F1 planten.

 

30/07/08    Rijping van de 2de trossen

DSC00210 DSC00211

 

07/08/08    Vervolg van het rijpen (foto’s zijn aanklikbaar)

DSC00217 DSC00225 DSC00236 DSC00237 DSC00239 DSC00240

DSC00238

17/08/08    Het rooien van één Tamaris plant met wortelstelsel-kontrole.

DSC00253

Op één Tamarisplant zijn alle vruchten geplukt. Bij het rooien blijkt dat het wortelstelsel mooi wit tot lichtbeige is en heel degelijk uitgebouwd tot aan de bodem van de pot.

De productie van de plant (6 trossen volwaardige tomaten, 5 tomaten/tros gemiddeld) lijkt mij een degelijk resultaat.

24/08/08    De oogst van de potplanten loopt ten einde

3 potplanten zijn reeds volledig geoogst. Ik voorzie het einde van de oogst binnen een paar weken.

De productie was zonder meer heel goed te noemen, temeer gezien de verschillende correcties welke gedurende de teelt uitgevoerd werden om het resultaat te optimaliseren.

10/09/08    Het rooien van alle potplanten

Hierbij gebeurt controle, plant per plant, van de staat van het wortelstelsel.

Op te merken was :

– mooie witte of licht beige kleur van de wortel: logisch gezien het hier een teelt in “onbezoedelde” grond betreft zodat kurkwortel-ziekte uit te sluiten is.

– Hobby F1 heeft sowieso een uitgebreider (groter) wortelstelsel dan Tamaris F1

– Het wortelstelsel is niet voor alle planten voldoende diep uitgebouwd. Dit zou nog kunnen verbeteren

DSC00282

–  De enige Hobby F1 plant die in volle kasgrond geplant was bleek in zekere mate aangetast te zijn door kurkwortel. (zie foto links)

Rekening houdend met het feit dat de kasgrond op die plaats vorig seizoen tot op geringe diepte (15 cm) vervangen was, viel de kurkwortel aantasting nog mee en had nog niet zoveel invloed gehad op de productie van de plant. Toch toont dit aan dat de kurkwortel-schimmel relatief diep in de grond aanwezig is en zich al heel vlug terug te vinden is in de bovenste grondlaag.

De conclusies bij deze teelt in potten.

Bodemmoeheid
De kweek van potplanten in de kas is, voor wie geen liefhebber is van geënte planten, een goed alternatief, om het probleem van bodemmoeheid te omzeilen

Vroegheid
De teelt in potten kan, in combinatie met de keuze van een vroege tomatensoort, de eerste oogstbare tomaten in de kas opleveren.

Snelle groei
Opmerkelijk is dat de potplanten erg vlug opgroeien na inplanten in de pot : invloed van de soms nog koude kasgrond is sterk gereduceerd en de wortels vinden heel vlug al het nodige  voedsel van de basisbemesting dat gelijkmatig verdeeld is in het grondmengsel.

Potgrootte
Het gebruik van grotere potten dan 15 liter is niet noodzakelijk voor goede resultaten, tenzij de diameter van de potten merkelijk groter is.

Watergift
– De watergift is delicaat en dient frequenter maar met kleinere hoeveelheden te gebeuren.

– Naarmate de teelt vordert is het noodzakelijk om de watergift ook beschikbaar te krijgen in de diepte van de pot

Toppen van de plant
Evaluatie van de groeikracht (stengeldikte) dient plant per plant opgevolgd te worden om het aantal trossen/plant te bepalen en het moment van aftoppen te bepalen.

Bijbemesting
Bijvoeding van  patentkali in opgeloste vorm, in vervanging van de bijvoedingen met “roze korrel” is blijkbaar nuttig als het aantal trossen bereikt is (plant per plant verschillend)

 

Aanpassingen voor de teelt in 2009

 

* Gewijzigd grondmengsel

 

Om het grondmengsel beter doordringbaar te maken voor de watergiften wordt er meer geraniumgrond gepland.

De samenstelling voor de 2009-teelt wordt dan als volgt:

– 35 % goede, niet vervuilde tuingrond

– 50 % geraniumgrond

– 15 % grof zand

 

* Een test met een vooraf gemonteerde gietbuis

 

Het idee is om, tijdens het vullen van de potten met het grondmengsel, vooraleer de planten in de pot te planten, een stuk pvc buis (bv. diameter 30-40mm) bij te plaatsen tussen het midden van de pot en de rand.

De buis reikt tot op de bodem van de pot en is eventueel voorzien van enkele gaten (diameter 12 mm) in het onderste stuk van 10 cm.
De buis is voldoende lang zodat de bovenkant enkele cm boven het grondmengsel uitreikt. Bij de normale gietbeurten kan er dus geen water in de buis terechtkomen.

Tijdens het opgroeien van de plant kan het wortelstelsel mooi rond de buis doorgroeien.Dit is dus beter dan het maken van een gietgat tijdens het opgroeien, waarbij het wortelstelsel kan beschadigd worden.

Als besloten wordt om watergift in de diepte te geven kan men de buis verwijderen en het gietgat dat overblijft, gebruiken voor watergift in de diepte.
Of men kan de buis ter plaatse laten zitten en het gietwater rechtstreeks deponeren in de buis. Eventueel kan de buis een stukje omhoog getrokken worden om het niveau van watergift te wijzigen in de pot.

Deze beschreven methode zal in de 2009 teelt uitgetest en geëvalueerd worden op een aantal planten.

 

Update oktober 2010, na waarnemingen door Herman bij planten die al een tijdje afgeknipt waren, maar waarvan de wortels nog niet gerooid waren.
“Controle op het al of niet aanwezig zijn van kurkwortel gebeurt, plant per plant, en dit onmiddellijk  na het plukken van de laatste vruchten van die plant. Zo ben je zeker dat het wortelstelsel nog actief is op het ogenblik van de controle. Controleren als de allerlaatste plant afgeoogst is  zorgt ervoor dat het wortelstelsel al aan het afsterven is, zodat je verkeerdelijk de indruk hebt dat er een hevige kurkwortelaantasting is.”

Hebt u ervaring met het telen in potten van kastomaten? Hebt u bemerkingen? Uw verhaal en eigen bevindingen verneem ik heel graag. In de commentaarbox hieronder of via lezersbijdrage@plantaardig.com.

Wilt u ook graag telen in potten? Hebt u daarover, na het lezen van dit artikel nog bijkomende vragen? Ze zijn zeer welkom in de commentaarbox hieronder of via lezersbijdrage@plantaardig.com.

De teelt van geënte tomaten (Serie: teeltverloop bij enten en pottenteelt van tomaten -2-)

In dit tweede artikel van deze serie bespreek ik de verdere opgroei van de zelf geënte Hobby F1 en Tamaris F1 tomatenplanten in de volle grond van de kas. (klik hier voor wat voorafging in deel 1 van deze serie).

Voor alle duidelijkheid dit: naast deze kweek, werden tezelfdertijd, zowel in de kas als buiten, in open lucht, ook andere testen uitgevoerd.

Immers, 39 tomatenplanten, al of niet geënt, afkomstig van de eerste of tweede zaaibeurt, werden op volgende wijze verdeeld :

· In de kas :

o 4 x Hobby F1, geënt, geplant in de volle grond van de kas

o 7 x Tamaris F1, geënt, geplant in de volle grond van de kas

o 1 x Hobby F1, niet geënt, in de volle grond van de kas

o 8 x Hobby F1, niet geënt, in potten van 15 liter

o 4 x Tamaris F1, niet geënt, in potten van 15 liter

o 1 x Hobby F1, niet geënt, in extra grote pot

· In de open buitenlucht :

o 3 x Hobby F1, geënt, in volle grond

o 4 x Tamaris F1, geënt, in volle grond

o 7 x Hobby F1, niet geënt, in volle grond

Op die manier wordt het mogelijk conclusies te trekken omtrent :

– Kweken in potten in de kas (een volgend artikel in deze serie 2008), versus de niet-geënte tomatenplantenkweek in de volle grond van de kas.

– De zin en het nut van het kweken van geënte planten in de open buitenlucht.

– Het resultaat van een geënte plant in een door bodemmoeheid aangetaste kasgrond.

– De nood om bij de geënte tomatenteelt,de gebruikelijke opkweekmethode te wijzigen

– Het telen aan draden ipv bamboestokken of metalen spiralen.

In de conclusies zullen nodige aanpassingen van de geënte tomatenteelt opgesomd worden, die dan van toepassing zullen zijn voor mijn 2009 kweekmethode.
Belangrijk is op te merken dat dit alles gebeurt in samenwerking en onderhandeling met Luc Dedeene, waarvoor mijn welgemeende dank.

Voorbereiding van de grond
Wat de test met de geënte planten in de kasgrond betreft werd besloten de grondbewerking, basisbemesting, bijbemesting, watergift identiek te houden als de kweek van niet geënte tomaten (zie artikel 2007, tomaten planten, voor meer uitleg).

Dit betekent concreet:

* Basisbemesting :100 gr/m² zeewierkalk, 300 gr/m² koe-kip-paard mestkorrels, 100 gr/m² blauwe korrel (12-12-17), 30 gr/m² patentkali (30% + 10% Mg).

* Bijbemesting : één van de gietbeurten met zuiver water (2 of 3/week, volgens het weer) wordt vervangen door een gietbeurt met een rozekorrel-oplossing (concentratie 2gr/liter H2O) vanaf de 3de bloemtros.

Teeltverloop van de geënte  planten in de vollegrond van de kas

Ik start het teeltverhaal met het uitplanten in de kasgrond (aangetast door bodemmoeheid) :

03/05/08       Uitplanten

* Ik start met het planten van 4 x Hobby (aan de glaswand) en 4 x Tamaris (langs het pad in het centrum van de kas).

* Opletten dat de entplaats (plaats waar de onderstam aan de ent vastgegroeid is) zich boven het grondoppervlak dient te bevinden om contact van de ent met de grond te vermijden. Dan zou deze immers wortels kunnen vormen en zo toch ziekten doorgeven

* Gezien het zonnige weer wordt één dakzijde (zonnekant) van de kas afgewit met “Temperzon”. (meer info daarover halfweg dit artikel)

07/05/08        Bijkomende uitplanting

*Bijkomend worden 3 Tamaris planten ingeplant; ze waren ietwat kleiner uitgevallen bij het opkweken dan de vorige inplanting van 03/05/08

* Als test : uitplanten van één Hobby F1 (niet geënt) plant in de volle grond en één Hobby, niet geënte, plant in een extra grote (oranje) pot van 25 liter.

20/05/08        De toestand na enkele dagen

* Na een korte aanpassingsperiode blijken de Tamarisplanten (ingeplant op 03/05/08) er goed bij te staan (foto links)

* De Tamaris planten (ingeplant op 07/05/08) zijn eveneens reeds stevig aan het groeien; De Hobby plant (niet geënt) in oranje pot doet het ook uitstekend (foto rechts)

DSC00073 DSC00077

* De koorden worden met een losse knoop vastgemaakt aan het oksel van het 3de blad op de stengel.

* Als er echt veel zon is, wordt de lange zijde van de kas (zonnekant) afgeschermd in de loop van de voormiddag met een 6 meter lange rieten mat.

* Het is bekend dat tomaten stoppen met groeien onder 15°C en boven 35°C; teveel tocht veroorzaken om de temperatuur te beheersen is hierbij sterk afgeraden. Bij warm weer wordt daarom getracht, in functie van windrichting, afkoeling te geven door openen van deuren (2) en dakramen(4). Niet eenvoudig, daarom maak ik gebruik  van een windhaan en let erop dat er geen tocht is door te kijken of het gebladerte van de planten niet beweegt…

25/05/08        De eerste bloemen

* Alle geënte planten staan nu ongeveer in hun 1ste bloemtros

* De potplanten daarentegen zijn ongeveer een week voorop, ze staan reeds in hun 2de bloemtros.

DSC0015016/06/08        Nog meer bloemen en stevige groei

*De Hobby-planten staan nu in de 3de bloemtros en een goed ontwikkeld gebladerte

*De Tamaris-planten zijn lichtjes achterop (2de tot 3de tros) maar vallen speciaal op door een extreem groot gebladerte (ten nadele van bloem-vorming waarschijnlijk)

*Bladeren die de grond raken worden ingekort of verwijderd om geen schimmels op te pikken vanuit de grond.

*De bijvoeding met roze korrel (2gr roze korrel/l water, en 3l per plant 1 maal perweek) wordt nu gestart.

18/06/08        Lichte aanval van bladluizen op enkele planten

* Bladluizen richten normalerwijze geen echte schade aan op tomaten. Ik besluit toch om verdere escalatie te voorkomen en in te grijpen met een insecticide (hopelijk éénmalig).

20/06/08        Alles verloopt zoals gewenst

DSC00166 DSC00165

*Dagelijks worden de dieven zorgvuldig verwijderd.

*Waar mogelijk, worden de trossen getailleerd op 6 tomaten/tros voor Tamaris en 4 tomaten/tros voor Hobby-planten

05/07/08        Overdreven gebladerte ten nadele van bloem-en vruchtzetting, acties zijn nodig

*Het is nu toch overduidelijk welke enorme groeikracht de geënte planten hebben. Zowel de Hobby als Tamaris planten vertonen dit verschijnsel.

*De Hobby planten groeien meer in de breedte. Het teveel aan gebladerte gaat ten koste van bloemen en vruchten.

*Tamaris groeit minder in de breedte maar meer in de hoogte.De afstand tussen de trossen is ook beduidend groter dan bij Hobby.

*In samenspraak met Luc Dedeene wordt besloten van de bijvoeding met roze korrel te vervangen door bijvoeding met patentkali (eveneens oplosbaar in water, 2g/l gietwater). Dit om de sterke groei van de planten te beheersen en de kleuring en kwaliteit van de vruchten te verzekeren. De hoeveelheden en frequentie van bijvoeding blijft ongewijzigd. Patentkali is na stevig oproeren oplosbaar na enige tijd en goed aangietbaar (goed oproeren want het bezinkt vlug)

*Om bloem- en vruchtzetting te bevorderen moeten ook reeds enkele bladeren verwijderd worden (bvb één blad tussen elke tros). Er gaat momenteel nog teveel energie naar bladgroei.

*Onderstaande foto’s tonen het probleem van overdreven bladgroei duidelijk. Volgend jaar zal dan ook gekozen worden voor twee stengels per plant. De sterke groei bewijst dat dit zeker mogelijk is. (zie ook “unieke groeikracht geënte tomaten”)

DSC00181 DSC00182 DSC00187 DSC00191

13/07/08        Laatste maal aangieten met patentkali ivm overdreven bladgroei

*Sinds vorige acties gaat het een stuk beter met vruchtvorming.

*De meeste trossen zijn nu getailleerd op 4 of 6 tomaten met uitzondering van de bovenste.

DSC00209DSC00206

17/07/08        Aftoppen van alle planten

Met uitzondering van een paar Tamaris planten die nu reeds ruim 2 meter hoog reiken ga ik alle planten aftoppen.

*Tamaris planten hebben gemiddeld 7 tot 8 trossen

*Hobby planten doen het met gemiddeld 6 trossen.

o Op twee Tamaris planten die extreem krachtig groeiden laat ik één dief verder ontwikkelen tot wanneer daar nog een bloemtros op komt. Kwestie van de groeikracht te evalueren.

30/07/08        Eerste rijpende tomaten en mooi aandikken van de andere trossen

* Met een paar dagen verschil (26/07 en 28/07) verschijnen de eerste rijpende tomaten op de onderste tros

* Opmerkelijk is dat zelfs de bovenste trossen na aftoppen mooi aandikken.

* Gezien het groter aantal trossen en meer tomaten/tros zal de productie van Tamaris zeer groot zijn.

DSC00213 DSC00214

DSC00215

07/08/08        Er wordt volop geoogst (foto’s 233,234,235,239)

DSC00233

DSC00234 DSC00239

17/08/08        Toch nog genoeg groeikracht om andere trossen verder aan te dikken

* Terwijl de oogst tot de 3de tros doorgaat, stoppen de latere trossen niet met aandikken. Vermoedelijk zullen de laatste trossen nog mooie tomaten opleveren.

DSC00259 DSC00262

DSC00261

24/08/08        Verder verwijderen van bladeren voor vluggere rijping. Twee Tamaris-planten vertonen vergeelde bladeren

* Gemiddeld alle vruchten zijn geplukt geoogst tot en met de 3de tros

* Van het gebladerte worden, rondom de overblijvende trossen, bladeren weggesneden om de tomaten bloot te stellen aan de minder sterke augustuszon

* De groeikracht van de planten blijkt maar niet te stoppen. Ze ontwikkelen nog permanent grote dieven…
Zelfs op de twee Tamaris planten waar ik één dief verder liet ontwikkelen tot een nieuwe (laatste tros) zijn nog volwaardige tomaten gegroeid.

DSC00256* Op twee Tamaris planten waren reeds een aantal dagen geleden een aantal vergeelde bladeren opgemerkt ter hoogte van tros 5 en/of 6. (foto’s 256,263).

Na enig zoekwerk en bespreking met Luc Dedeene blijkt dit de “Randjesziekte” te zijn,een gevolg van tekort aan kalium, vermoedelijk in combinatie met watervoorziening van de plant. De hoge vruchtbelasting is trouwens ook een enorme kaliumverbruiker.

Het verschijnsel treedt op bij twee sterk uitgegroeide planten en blijkt niet te escaleren tot het hoger gelegen gebladerte. Het blijkt ook de verdere opgroei van de plant niet te beperken.

In de conclusies zal hiermee rekening moeten gehouden worden.DSC00263

28/09/08       Einde oogst en rooien van alle planten met evaluatie van de wortelstelsels.

*Zoals voorzien zijn de wortelstelsels, dank zij de resistentie tegen kurkwortel, in prima staat. De wortels dienen wit of licht beige van kleur te zijn bij het rooien. Ik verwijs hier naar een vorig artikel met bijhorende foto’s “Tomaten ruimen bekijk de wortels

* De bewijzen zijn er duidelijk : geënte planten zijn, naast andere wortelziekten, resistent aan kurkwortel (één van de verschijnsels van de “bodemmoeheid” wat maakt dat het wortelstelsel onvoldoende voedingsbestanddelen uit de bodem kan opnemen).

*De resistenties van de onderstam (in dit geval Resistar F1) zorgt ervoor dat er optimale opname van voedingsstoffen gebeurt zodat de planten langtijdig, krachtig en zonder wortelziekten kunnen doorgroeien.

 

Met ongewijzigde basisbemesting, hadden de planten schijnbaar voldoende voeding om het echt goed te doen. Ze benutten dus m.a.w. maximaal de toegediende voeding. Aangezien het gezonde wortelstelsel langer op zoek gaat naar voedingsstoffen, zal het bij geënte tomaten belangrijk  zijn de bemesting nog dieper dan gewoonlijk in te werken.

Conclusies bij de teelt van zelf opgekweekte en geënte tomaten.

* De hoge productie én kwaliteit bewijst zonder meer het nut van het gebruik van geënte planten en meer speciaal in geval van bodemmoeheid in de kas. Wat sneller het geval is dan je zou vermoeden, met name de aantasting door kurkwortel is al snel een spelbreker. (zie Tomaten ruimen bekijk de wortels en Kurkwortel is overal )

* Aangekochte planten geven geen mogelijkheid om de entsoort te kiezen in tegenstelling met een “ik doe het zelf scenario”

* Tamaris F1 geënte planten geven een ietwat kleinere vleestomaat dan Hobby F1 maar kunnen meer trossen en meer vruchten/tros aan.  Gezien de grotere afstand tussen de trossen hebben ze voor eenzelfde aantal trossen meer plaats nodig in de hoogte. Best dus planten waar de hoogte van de kas maximaal is. Vergeleken met Hobby F1, groeit Tamaris F1  nog een tijd langer door.

* Hobby F1 is een bijzonder sterke plant met breed en groot gebladerte en behoort tot het type van de groenkraag-vleestomaat. Het gelijkmatig kleuren van de vrucht tijdens de afrijping is dus niet altijd ideaal.

Ze is vergeleken met Tamaris iets later oogstbaar. Wat mij betreft is ze een perfecte vervanger voor wie vandaag nog steeds Pyros F1 teelt. Probeer het eens…

Aanpassingen voor de teelt in 2009

* Planten met 2 stengels

In 2009 kies ik voor telen op 2 stengels vertrekkend van éénstengelig plantgoed. De 2de stengel wordt gevormd door de kopdief in het okselblad vlak onder de eerste bloementros.  (zie hoofdstuk “geënte tomaten” in dit artikel) Gezien de plant nu haar groeikracht kan verdelen over 2 stengels zou dit er kunnen toe leiden dat de overdreven bladvorming niet meer voorkomt en hierdoor bloem-en vruchtvorming verbetert.

Tezelfdertijd bereikt men met 2 stengels, voor een gelijkblijvend aantal trossen/plant, een iets kleinere hoogte of heeft men de mogelijkheid om nog meer trossen/plant te telen als de plant dit nog aan kan door beide   stengels maximaal te laten opgroeien.

* Meer patentkali in de basisbemesting

De lichte vorm van randjesziekte die te zien was wijst erop dat sterk groeiende tomatenplanten,met hoge vruchtbelasting, grote kaliumverbruikers zijn. Daarom moet er aandacht zijn voor de hoeveelheid patentkali in de basisbemesting. Deze wordt verhoogd tot 45g/m². Deze moet tenminste over één spadesteek diep in de grond verdeeld worden.

* Bijvoeding aanpassen

De bijvoeding die, vanaf de 3de bloemtros, tot en met het aftopmoment van de plant, gebeurde met de “roze korrel”-oplossing van 2gr/ltr (éénmaal per week) zal nu vervangen worden door een gietbeurten met een patentkali-oplossing (2gr/ltr gietwater) en ongeveer 2-3 liter/plant. Gelet op de sterke groeikracht is minder stikstof wenselijk. En het is de bedoeling voldoende kalium beschikbaar te stellen voor de vele vruchten op de plant die nog in volle ontwikkeling zijn.

Patentkali is, mits goed laten inweken en oproeren, ook een oplosbaar product. Wel opletten dat bij het aanmaken van het gietwater het geheel eerst goed opgeroerd wordt want de kalium heeft de neiging om op de bodem neer te slaan.

In een volgend artikel beschrijf ik mijn ervaringen met het kweken van (niet-geente) potplanten in de kas

Opkweek van geënte tomaten(Serie: teeltverloop bij enten en pottenteelt van tomaten)

image

De artikelenreeks van Luc Dedeene omtrent het enten van tomaten hebben mij overtuigd om dit in 2008 ook eens uit te testen.
Het artikel  over de kopenting bij tomaten is daarbij een uitstekende hulp gebleken en de conclusies aan het einde van mijn testen in een niet-professionele omgeving (terug in agendavorm weergegeven), doen dan ook niets af aan de methode als dusdanig. Daarom werd, als eerste test, gekozen voor afenten tot het bekomen van een plant met één stengel.
Ik vertrok hierbij van een set onderstamzaad “Resistar  F1” (25 zaadjes met bijhorende clips gekocht bij het Vlaams zaadhuis).
Ik koos voor Hobby F1 (vleestomaat) en Tamaris F1 (kleine vleestomaat)  voor de enten.
De propagator, zoals reeds beschreven in eerdere artikels, kwam hierbij goed van pas. (Lees het artikel “Feedback omtrent het gebruik van een propagator met de thermostaat“)
Wat volgt is het exacte relaas van het ganse proces tot aan het uitplanten van de geente planten in de volle grond van de kas. Bedoeling van onderstaande agenda is de beginnende hobbytuinder concrete, uit de praktijk afkomstige, timings te geven om zodoende zijn zaai en plantdatums te gaan bepalen en reeds vooraf te weten aan wat hij zich mag verwachten. Het al of niet gebruiken van een propagator kan wat verschil in de timing geven (met propagator is kieming en ingroeien van de enten ietwat vlugger)  Ook bij de fotoreportage van Luc Dedeene over enten vind je data van het teeltverloop, dit is dan zonder propagator, maar wel tijdens het uitzonderlijk warme voorjaar van 2007.
Details over zaaien en opkweek vindt u ook in het artikel
Zaaien en Verspenen (Tomaten kweken bij Herman in 2007 Deel 1)

 

Tijdsverloop bij de opkweek en het enten van tomaten.

Opmerking : Lees je mijn berichten voor het eerst, dan is het aan te raden ook even mijn artikel over het zaaien, verspenen van tomaten te lezen.

09/03/08, dag 1
Zaaien van onderstam (Resistar  F1) en beide enttomaten Hobby F1 (30 zaadjes) en Tamaris F1  (20 zaadjes) in 3  zaaibakjes op een vochtige witzandlaag van de propagator, ingesteld op 22°C.

  13/03/08, dag 5 
Begin kieming (ongeveer 25% gekiemd). Om fileren van de eerste kiemjes tegen te gaan, in afwachting van verdere kieming gaat de propagator nog één dag onder de de lichtbak, waarna de 3 zaaibakjes apart onder de lichtbak geplaatst worden (belichting enkel overdag, lichtbak staat aan schuifraam van de keuken);
De overnachting gebeurt in de keuken (20°C) maar volledig donker.

15/03/08, dag 7
Als backup worden een aantal overblijvende zaadjes van Hobby F1 en Tamaris F1 gezaaid in de propagator. Deze plantjes zullen later uitgeplant worden in potten en vollegrond in de kas. Ook plan ik enkele afgeënte planten naast niet geënte planten in de vollegrond buiten naast mekaar te testen.

15-16/03/08, dag 7-8
’s Nachts (vanaf 23 uur) verblijven alle zaailingen in de kelder bij 15°C om fileren te vermijden tijdens het opgroeien; overdag (7-13uur +18-23uur) gaan ze terug voor de venster onder de groeilampen.

16/03/08, dag 8
De kieming blijkt nu voor alle soorten compleet en telling brengt mij op een gemiddelde van 80% gekiemde zaadjes.

18-20/03/08, dag 10-11-12
Resistar blijkt toch te fileren en zou wel eens moeilijkheden kunnen opleveren ivm met de stengel-diameter tov de entsoorten.Daarom verhuist Resistar naar de kelder(15°C) om de groei wat af te remmen. Hobby F1 en Tamaris F1 blijven s’nachts in de donkere keuken bij 20°C.

22-03/08, dag 14
Aangezien vorige actie blijkbaar weinig effect heeft,besluit ik éénmalig Hobby en Tamaris wat water (20°C) te geven en Resistar droog te houden. Dit blijkt beter resultaat te geven.
Bedoeling is van voor alle stengel-diameters binnen de norm te blijven namelijik tussen 1,8 en 2,3 mm(ideaal 2 mm volgens de instructies van het Vlaams Zaadhuis).

27/03/08, dag 19
Tijd om te verspenen in de definitieve opkweekpot(diameter 9 cm).Ale plantjes hebben nu ten minste één echt blaadje.

06/04/08, dag 29, 4 weken na zaaien
Afenten van 20 Resistar F1 onderstammen kan nu beginnen.

Diameter meten
De diameters van alle plantjes zijn als volgt en worden daarom in groepen gescheiden gehouden:

  • Resistar :5 stuks van 1,8mm,13 stuks van 2 mm,2 stuks van 2,2 mm
  • Hobby : 17 stuks van 2 mm,2 stuks van 2,2 mm
  • Tamaris : 5 stuks van 1,8 mm,6 stuks van 2 mm

Voor elke Resistar onderstam wordt nu een entplant met gelijke diameter samen gezet.
Het meten van de diameter gebeurde met een Alu-plaatje(2 mm dik) waarin twee gleufjes gezaagd zijn(met ijzerzaag) en dan uitgevijld met een sleutelvijltje tot 1,7 en 2,4 mm

Snijden
De Resistar onderstam wordt nu schuin(45°) afgesneden vlak onder de kiemblaadjes; de entsoorten worden eveneens schuin (45°) afgesneden zodat de kiemblaadjes nog juist boven de clips uitkomen.

Om mooi af te snijden heb ik één clipje opgeofferd waarvan de uiteinden nauwkeurig afgesneden zijn onder 45°.De clip wordt dan op de juiste snijplaats van de stengels(onderstam en entplant) geplaatst entijdens het snijden de clip vasthouden om mooi de hoek van 45° te kunnen volgen(ook de clip niet beschadigen tijdens het snijden).Een 2de persoon om te helpen is hier wel handig…Ontsmetting
Na elke versnijding van een stengel wordt het papiermesje ontsmet (daarna afgedroogd met keukenpapier) met DETTOL-ontsmettingsmiddel.
Het overschot van Tamaris en Hobby planten kan later gebruikt worden voor mijn andere testen zowel in of buiten de kas.

Vochtige propagator
Alle geente planten (potten voorzien van een etiket met vermelding van de entsoort) gaan nu terug in de propagator (bodem stevig vochtig gemaakt),plantjes beneveld en propagator op 24°C.

Steun
Alle plantjes werden ook voorzien van een stokje, gemaakt van een stuk electriciteitsdraad (Ø 4 mm²), om ze mooi recht te houden en de clipsen stabiel te houden tijdens het aangroeiproces.

06/04/08 = dag 0 voor het afentmoment
Toevallig kan ik ook vandaag de 2de zaaibeurt van de Hobby-plantjes verspenen;ze zullen dienen als vangnet in geval van mislukking en ook voor de potplantenkweek en buitenteelt.

11/04/08
Dag 5 na enten
1ste maal openen van propagator en 3 x 1/4 uur verluchten. De plantjes blijven daarbij mooi (geen verwelking, zoniet onmiddelijk benevelen en terug sluiten van de propagator)DSC00006

12/04/08
Dag 6 na enten,
 

3 x 1/2 uur verluchten,temperatuur van de propagator verlagen tot 21°C
De niet geente planten zijn steviger en korter. Ze blijken ook een meer ontwikkeld wortelstelsel te hebben dan de geente planten, die veel energie gebruikten voor het ingroeien van de enting.Ook blijkt dat de geente planten extra water opgeslorpt hebben uit de vochtige zand-onderlaag, wat niet bepaald gunstig is voor het ontwikkelen van het wortelstelsel(teveel is teveel).DSC00009

13/04/08
Dag 7 na enten

Permanent verluchten van de propagator via de verluchtingsgaatjes in het plexi-deksel.

DSC00013 

14/04/08
Dag 8 na enten

Ganse dag onder groeilichtbak met propagatior afgeschakeldDSC00015

16/04/08
Dag 10 na enten
Geënte planten staan nog steeds voor de venster onder lichtbak; de niet geente planten gaan overdag reeds in de kas en komen terug naar de keuken gedurende de nacht.

18/04/08
Dag 12 na enten

Geënte planten komen voor het eerst droog te staan na hun verblijf in de propagator.Ik wacht nu nog één dag om hen wat water te geven.DSC00022

21/04/08
Dag 15, na enten, meer dan  zes weken na zaaien

Alle afgeënte planten staan nu tesamen overdag in de kas vanaf 11 uur tot 18 uur. Stelselmatig zal het verblijf in de kas, naargelang het weer, opgedreven worden tot uitplanttijd.

03/05/08, 8,5 weken na zaaien.
Uitplanten van afgeënte (4 x Hobby + 4 x Tamaris) in volle grond van de kas. Tergelijkertijd worden 3 niet geënte Hobby-planten in potten(15 liter) ingeplant (wordt behandeld in een later artikel omtrent potten-tomatenkweek in de kas)DSC00037

Enkele conclusies en opmerkingen:

1- Planten met één stengel of twee stengels ?

Ik koos, zeker als eerste test, voor het kweken met één stengel.Ik twijfel er tenandere sterk aan dat een hobbytuinder de goede omgevingsomstandigheden zal kunnen creëeren om de opkweek van
meerstengelige planten (door het afsnijden van de kop van de  jonge plant) tot een goed einde te brengen. Bovendien mag men in dit geval toch vlug rekenen op een groeivertraging van een extra paar weken. Dit betekent niet alleen vlugger moeten zaaien maar eveneens de planten langer in huis moeten houden tot wanneer het moment van verhuis (in stappen) naar de kas toe te laten.
Wel plan ik in 2009 voor de oplossing van het systeem, waarbij men in de kas, eens de plant met één stengel aan zijn eerste bloemtros toe is,de eerste kopdief (dwz de dief die ontspruit uit het bladoksel vlak onder de eerste bloemtros) te laten uitgroeien tot een tweede stengel. Daarover nog meer info in een artikel van de opkweek in de kas van geente tomatenplanten heel binnenkort.

2. Planten kopen of zelf opkweken?

Hierbij kan ik enkel verwijzen naar het artikel van Luc Dedeene  over het kopen van geënte tomateplanten (klik), die naast het feit van beperkte keuze en hoge prijs, terecht de kwaliteit van deze oplossing in sommige tuincentra in vraag stelt.
Mijn conclusie is daar in elk geval :”wat men zelf doet,doet men beter”

3. De keuze van het zaaimoment?

Deze kennis moet men verwerven door het “doen”. Ik bedoel hiermee :
Gezien het de bedoeling is om, op hetzelfde moment, onderstammen en entsoorten beschikbaar te hebben met zelfde stengeldiameter (norm is 2 mm) zou je denken dat je ras en onderstam op hetzelfde moment moet zaaien.
Uit mijn testen bleek dat, bij gebruik van Resistar als onderstam tesamen met de rassen Hobby en Tamaris, Resistar eigenlijk te vlug groeide tov van de entsoorten. Ik heb dan ook getracht door licht, watergift, en temperatuur nog iets te corrigeren.Ten allen koste moet vermeden worden dat de onderstamsoort fileert (ttz dun opschiet).
Voor 2009 zal ik dus Resistar pas zaaien op het ogenblik dat de eerste kieming van Hobby en Tamaris gebeurt in mijn propagator. Maar nogmaals, dit is de conclusie van mijn test en zou bij gebruik van andere onderstammen en/of entsoorten juist andersom kunnen zijn.
Een goede basis is dus, bij een allereerste zaaibeurt, onderstam en entsoort op hetzelfde moment te zaaien en daaruit de conclusies te trekken.
Belangrijk is dat men onderstam en entplanten sorteert volgens stengeldikte. Ik vertrok bij het enten met 20 onderstammen en had uiteindelijk 20 stevige geënte planten (100% slaagpercentage dus).
Even belangrijk is dat de som van het aantal zaadjes van de entsoorten het aantal zaadjes van de onderstam (25 in het geval van Resistar in het Vlaams zaadhuis) ruim overtreft. Dan heeft men, bij het sorteren
per diameter meer kansen om gelijke diameters te vinden voor de 25 onderstammen.

4. Gebruik van clipsen of andere oplossingen?

Persoonlijk verkies ik clipsen. Ze zijn, na ontsmetting met Dettol,zeker nog een bijkomend jaar te herbruiken en gemakkelijk te plaatsen.Ze sluiten heel mooi op de entplaats zelfs bij verschil in stengeldikte.
In de reacties op het artikel van Luc Dedeene werd door Paul Baetens een oplossing aangebracht met buisbinddraad (klik hier voor de uitleg en de foto’s)  Als blijkt dat dit goed werkt zijn deze oplossingen zeker waardevol en verdienen ze onze aandacht
Geef dus maar, geachte lezer, volop feedback van mogelijke nog andere oplossingen.

5.Gebruik van een propagator?

Is uiteraard, en zeker in zijn verfijnde versie zoals beschreven in een artikel van mijzelf (klik hier)  een zeer betrouwbaar hulpmiddel. Maar terug dient gezegd dat andere zelfbouw-oplossingen ook tot een goed resultaat kunnen leiden. Er zijn namelijk meer wegen naar Rome. Ikzelf ben heel tevreden met mijn propagator maar het is uiteraard een relatief duur toestel.

Toch overweeg ik om in 2009 de zand-onderlaag in de propagator tijdens het verblijf van de geente plantjes te bedekken met een netje van dunmazige ijzerdraad teneinde de potgrond in de potjes niet zoveel vocht te laten opslorpen,wat vermoedelijk het wortelstelsel niet ten goede komt.Bij uitplanten van geente en nief-geente planten in de kas bleek tenandere dat de geente planten, gedurende de eerste paar weken na inplanting, minder vlug opgroeiden dan niet geente planten,wat waarschijnlijk zou kunnen te wijten zijn aan een minder ontwikkeld wortelstelsel en het teveel aan water in de potjes.Vandaar de aanbeveling om de potgrond van geente planten,na verblijf in de propagator, voldoende te laten uitdrogen om het wortelstelsel te laten aangroeien.Eventueel belet dit niet van nu en dan het gebladerte te bevochtigen met een mini-nevelspuit.

6.Wat zijn nog belangrijke aandachtspunten?

Steun
Ondersteunen van de geente plantjes vooraleer ze in de ingroeiruimte(bvb de propagator) gaan : zoals reeds aangehaald kan men hiervoor stukjes stevige (4mm2 sectie) electriciteitsdraad gebruiken. Ze kunnen
daarenboven elk jaar opnieuw gebruikt worden. De lengte is te kiezen volgens de beschikbare hoogte tussen plantjes en het deksel van de broeikas(propagator of dergelijke).

Licht en temperatuur
Het belang van licht,zonlicht en temperatuur: naast de ingroeiperiode (in de propagator in zeer vochtige en warme omgeving), is bij het verlaten van de propagator, het uiterst belangrijk om zoveel mogelijk licht
(géén sterk zonlicht want dit kan heel slecht aflopen) en een gemiddelde temperatuur (20-22°C) te zorgen en geen grote verschillen te veroorzaken doorheen de dag. De plantjes zijn na verblijf in de propagator nog zeer kwetsbaar.

Water
Ook al lijken ze qua gebladerte en grootte het reeds goed te doen, toch is het zwakke punt op dat ogenblik nog het onvoldoende ontwikkeld wortelstelsel in vergelijking met de grootte van het plantje.Daarom zeker opletten met watergift. Ik verkies,na het verwijderen uit de propagator, te wachten met watergift tot wanneer de grond in de potjes duidelijk goed uitgedroogd is.
Door de extreme vochtigheid in de propagator is er heel veel vocht opgeslorpt in de potjes wat dan weer aanleiding zou kunnen geven tot fileren. Droger kweken geeft kortere en stevige plantjes.

Vernevelen
Water geven en beneveling van het gebladerte, indien mogelijk, met regenwater op kamertemperatuur, is nodig bij de pas geënte plantjes tot aan de vergroeiing.
Ikzelf ondervond verbrandingsverschijnselen van de bladtopjes ten gevolge van het benevelen met zacht (kalkloos) water afkomstig van een waterverzachter. De kalk, aanwezig in leidingwater, blijkt na ontharding vervangen te zijn door zout. Een druppel water die na beneveling van de plant, blijft hangen aan het topje van het blad,zou wel eens,in combinatie met warmte tgv sterk zonlicht of een groeilamp die te laag boven het gebladerte hangt, voor verbranding van het bladtpuntje kunnen zorgen.Het verschijnsel manifesteert zich door vergeelde bladtopjes.

In een volgend artikel wordt de opkweek tot en met de oogst van mijn geente planten behandeld. Daarna volgt er nog een gedetailleerd artikel omtrent het kweken van tomaten in pot in de kas. Veel lees-en denkgenot ondertussen gewenst. Aarzel niet uw methodes, vragen of opmerkingen door te geven hieronder.

Aanbevolen lectuur voor wie de opkweek en/of enten van tomaten allemaal nieuw is. 
Zaaien en Verspenen (Tomaten kweken bij Herman in 2007 Deel 1)
Tomaten enten, japanse kopenting (Serie tomaten enten, deel 2)

 

Teelt van tomaten : tips gebaseerd op ervaring en advies (Tomaten telen met Herman in 2007, deel 9)

Als slot van de artikelenreeks “Tomaten telen met Herman in 2007” volgen hier de voornaamste bevindingen. Op een schoolse manier zou je het kunnen noemen “Wat heb ik geleerd en ervaren dit jaar, wat is mij dit seizoen bijgebleven” Over watergift, groeikracht, bijvoeding, kurkwortel, luchtwortels, afrijpen enz….. . Lees verder Teelt van tomaten : tips gebaseerd op ervaring en advies (Tomaten telen met Herman in 2007, deel 9)

De buitenteelt van tomaat : algemeen overzicht, samenvatting en conclusies (Tomaten telen met Herman in 2007, deel 8)

Dit is deel acht van de serie Tomaten telen met Herman.

In dit artikel vind je

– een algemeen overzicht en samenvatting van de belangrijkste teeltmaatregelen zoals bemesting, zaaidata, plantdata, bladpluk, trossnoei, toppen enz…. bij de buitentomaten
alle productie- en plukresultaten met gedetailleerde gegevens over het aantal vruchten en het gewicht.
een conclusie omtrent de variëteiten. Lees verder De buitenteelt van tomaat : algemeen overzicht, samenvatting en conclusies (Tomaten telen met Herman in 2007, deel 8)

De buitenteelt van tomaten vanaf de eerste pluk tot het rooien (Tomaten telen met Herman, deel 7)

Dit is deel zeven van de serie Tomaten telen met Herman.
Wie Herman is en welke artikels hij al geschreven heeft vind je op http://herman.plantaardig.com

05/08/2007
De eerste rijpende tomaat op Cristal F1. Twee dagen later is er ook een eerste rijping bij Ferline en opnieuw enkele dagen later de eerste rijping bij Hobby F1.

14/08/2007
De 1ste plukdag.

Ik noteer mijn eerste oogst: 1 kg(Cristal) en 1,25 kg(Ferline).

Vanaf nu wordt de oogst bij elke plukbeurt, plant per plant, gewogen en opgenomen in een tabel!

17/08/2007
2de plukbeurt bij Cristal en Ferline. Alle planten staan er nog heel gezond bij dankzij voldoende bespuitingen tegen de aardappelziekte.

21/08/2007
3de plukbeurt en eerste oogst bij Hobby F1 (1,1 kg). Met een weekje verschil is er nu dus ook oogst te noteren bij Hobby F1 vleestomaat. Het is dan ook een vleestomaat met grotere vruchten, wat altijd een beetje ten nadele is van de vroegheid.

  • Foto’s : Zo zien de planten eruit na de bladpluk op 24/08 (klik op de foto voor vergroting)

IMAG0225IMAG0226 IMAG0227 IMAG0228

24/08/2007
4de plukbeurt en bladsnoei.
Gezien het kwakkelweer is bladsnoei en bladpluk nu nodig om de vruchten maximaal te laten rijpen.

Bladpluk en Bladsnoei
Alle bladeren worden verwijderd (met een goed snijdend mesje) tot één blad boven de laatst rijpende tros. Bovendien wordt er, door bladpluk rondom de trossen plaats gemaakt zodat de karige zon, bij gebrek aan prettige dagtemperaturen, de tomaten rechtstreeks kan verwarmen. Gezien de tijd van het jaar is een hittegolf met hevige zon nu uitgesloten zodat de tomaten gerust, zonder gevaar, mogen blootgesteld worden aan de zon om maximaal te rijpen. Tijdens een warme zomer kan langdurige blootstelling aan de zon groenkragen en cirkelvormige scheuren veroorzaken.

25/08/2007
Lees verder De buitenteelt van tomaten vanaf de eerste pluk tot het rooien (Tomaten telen met Herman, deel 7)

De buitenteelt van tomaten tot aan de eerste pluk (Tomaten telen met Herman in 2007, deel 6)

Dit is deel zes van de serie Tomaten telen met Herman.
Wie Herman is en welke artikels hij al geschreven heeft vind je op herman.plantaardig.com

Nu de werkzaamheden in de tuin wat minder druk zijn heeft Herman de tijd gevonden om zijn leerrijke artikelenreeks over de tomatenteelt in 2007 af te werken.
Deze week kunt u eerst twee artikels verwachten over het teeltverloop tot einde oogst, daarna volgt in een derde artikel, een samenvatting met heel interessante conlusies. In het laatste artikel gaat Herman dieper in op enkele teelttechnieken en problemen die tijdens de teelt opdoken.

“Hierbij wil ik aan Herman een welgemeende dank u wel zeggen voor de uiterste nauwkeurigheid waarmee hij zijn teelttechniek omschrijft. Met de artikelenreeks Tomaten telen met Herman in 2007 en 2006 heb je simpelweg alle gegevens bij de hand om een geslaagde tomatenteelt te bekomen.”
(Luc Dedeene)

Het slot van dit laatste artikel eindigde op 01/07/2007 en hier wordt de draad terug opgepikt.
IMAG0199IMAG0200

13/07/2007
De drie variëteiten (5 planten van elk) Hobby F1, Cristal F1, Ferline F1 staan nu allen in 4de of 5de bloemtros. Ze doen het heel goed en mits voldoende spuiten tegen de aardappelziekte heb ik voorlopig nog geen last van die kwaal. Bij normaal weer spuit ik om de 10 dagen maar in geval van heel veel neerslag op korte tijd verkort dit interval soms tot enkele dagen… Het was dan ook een uitzonderlijk jaar.

IMAG0221IMAG0223 IMAG0222

22/07/2007
Aftoppen (toppen van de plant) tot 5 trossen waar mogelijk en opkuisen van de planten.

Hoe tomatenplanten toppen?

Tip!
Bladsnoei moet steeds met zorg gebeuren bmv een goed snijdend mes en zo dicht mogelijk bij de stengel van de plant. Eigenlijk mogen er geen “stompjes” blijven staan. Deze zijn immers dikwijls de aanleiding tot het ontstaan van
stengelbotrytis.

Bij het aftoppen gebruik ik een een concept (mij aangebracht door Luc) dat wel eens gebruikt wordt door professionele kwekers.

Hierbij topt men af bij 3 bladeren boven de laatste tros. In één oksel van die drie bladeren laat men een dief groeien die op zijn beurt defintief afgetopt zal worden na 3 bladeren. Daarna is de aftopping definitief. Bedoeling is van, niettegenstaande het aftoppen, nog een bepaalde sapstroom te laten doorgaan tot in de top van de plant. Daar zorgt de dief dan uiteindelijk voor tot wanneer hijzelf afgetopt wordt. Lees verder De buitenteelt van tomaten tot aan de eerste pluk (Tomaten telen met Herman in 2007, deel 6)

Vanaf de 4de bloemtros tot eerste oogst (onder glas) (Tomaten telen met Herman. Deel 5)

Dit is deel vijf van de serie Tomaten telen met Herman.
Het werd opnieuw een zeer gedetailleerd en leerrijk artikel. Wie Herman is en welke artikels hij al geschreven heeft vind je op herman.plantaardig.com


IMAG0209IMAG0210IMAG0204

Foto’s van links naar rechts : de zeer goede groei en de zeer grote vruchten van Hobby F1 en van Ferline F1.
Daarnaast de duidelijke minder weelderige groei van Cristal F1.
Over deze rassen en de duidelijk minder vegetatieve groei van Cristal F1 wordt verderop in dit artikel ingegaan.
Klik op de foto’s om te vergroten.

06/06/07: Eerste tekenen van magnesiumtekort bij Ferline

Magnesiumgebrek tomaat tomaten Op de onderste bladeren van Ferline treedt een eerste teken op van magnesiumtekort gele vlekjes op het blad waarbij de nerven mooi groen blijven).

Na kontaktname met Luc blijkt dit een gekend verschijnsel te zijn: Magnesium is moeilijk opneembaar en verplaatst zich tijdens de opgroei van de plant van de onderste naar de bovenste bladeren. Zolang dit verschijnsel zich beperkt tot de onderste bladeren is er geen probleem.

De krulkoppen zijn er nog steeds maar zijn er zeker niet erger op geworden. Hobby F1 heeft daar duidelijk minder last van.

13/06/07: De planten komen aan de 5de bloemtros

Onze krulkoppen zijn er nog slechts in lichte mate,voornamelijk op Ferline.

23/06/07: Bladluizen op enkele struiken,spuiten dus maar..Een eerste neusrot-tomaat op Cristal

Op een paar planten vind ik,op bovenzijde van het blad,witte langwerpige stofjes (1 -2 mm lang). Bij het bekijken met de loep blijken dit wel degelijk een soort van bladluizen te zijn. Ze bewegen niet op het blad.

Aangezien het gaat om een beperkt aantal aangetaste bladeren en planten, neem ik de aangetaste bladeren weg.

Ik besluit om met een lichte insecticide (slechts max één week actief) gans de serre te behandelen, kwestie van het kwaad in de kiem te smoren.

Eerst nog:
– alle bladeren die grond of vensters raken inkorten of verwijderen
– uitdunnen van tros 1 tem 3. Hierbij valt mijn oog op een eerste neusrot-tomaat bij Cristal.

26/06/07 : HELP,ALLE PLANTEN ZIJN VERGEELD AAN DE BOVENKANT

Na opsturen van de nodige foto’s naar Luc komt het verdict: dit is een aantasting door een herbicide (onkruidverdelger dus). Hoe is dit kunnen gebeuren?

Onmiddelijk leg ik de link naar de behandeling op 23/06 met de insecticide.
Op 19/06 werd er gesproeid met een totale onkruidverdelger (Roundup, op basis van glyfosaat) en na de spuitbeurt bleven er nog verschillende liters in de spuit. Ik spoelde dus maar best tot tweemaal toe de spuit door met water en dan nog eens een paar liter water leegspuiten om de pomp, leidingen en de lans goed te kuisen.
Na contactname met een bevriende hobbytuinder,die het wist van een scheikundige, blijkt dat dit soort herbicides een soort van kleefstof bevat om goed op het blad van het onkruid te kleven. Blijkbaar heeft het product zich, door 4 dagen in de spuit te blijven staan, zodanig stevig op de plastic wanden van de spuit gehecht,dat verschillende spoelbeurten (met detergent) nodig zouden zijn om het geheel proper te maken. Er is dus een vermenging van insecticide en herbicide gebeurt. Het is onvoorspelbaar wat daarvan de gevolgen zullen zijn.

Niemand kan mij hier voorspellen wat er met mijn mooie tomatenplanten zal gebeuren. Voor het ogenblik laat ik de planten onaangeroerd en wacht af…

29/06/07 : Ik koop een nieuwe nevelspuit

Met het incident van de onkruidverdelger besluit ik tot de aankoop van een nieuwe nevelspuit, mengemmer en maatbekers die vanaf nu enkel zullen gebruikt worden voor niet-herbicide producten.

Misschien is deze ervaring toch nog nuttig voor de lezers van Plantaardig.com, voor mij was het in elk geval een onvergetelijke les…

30/06/07 : Volledige groeistop op alle planten in de kas

Zoals voorzien is er een volledige groeistop op alle planten.Er is geen enkel nieuw scheutje of diefje te bespeuren.

Een hobby F1 plant is zelfs volledig aan het verdorren. Blijkbaar kreeg die een steviger dosis dan de andere planten.

02/07/07 : Belangrijke neusrot aantasting bij Cristal F1

blossom_end_rot_herman Op de 7 Cristal planten ontdek ik nu 25 neusrottomaten,uitzonderlijk op tros 1, de rest ongeveer gelijkmatig verdeeld over tros 2 en 3. Het zijn allemaal kleinere tomaten van ongeveer dezelfde grootte. Na opsturen van foto’s naar Luc blijkt het weldegelijk om neusrot te gaan.

De Hobby F1 en Ferline F1 hebben geen enkel probleem op dat punt. We staan hier voor een raadsel.

08/07/07 : Terug een nieuwe neusrot aantasting

Opnieuw 10 neusrot-tomaten (7 ’s morgens, 3 ’s avonds) geplukt op Cristal F1. Hier en daar ontdek ik nu een licht rijpende tomaat maar nog steeds geen enkel spoor van herneming van de groei (maw geen nieuwe scheuten of dieven).

13/07/07 : Opkuisen en aftoppen van de planten

In de afgelopen dagen is het neusrot probleem steeds verder gegaan.Tot vandaag plukte ik ongeveer 60 zieke tomaatjes(steeds dezelfde grootte) en nog steeds uitsluitend op Cristal F1.

Bijna alle tomaten van Cristal F1 (3de tros bijna volledig, 2de tros voor 2/3) zijn nu weggeplukt vanwege neustrot. Blijven enkel nog de grootste waarvan nu en dan een rijpe tomaat kan geoogst worden. De rijpende tomaten pluk ik tamelijk vlug om de planten niet onnodig uit te putten.De geoogste tomaten rijpen nog verder af in de kas.

De planten gaan zienderogen achteruit al naargelang de dosis sproeistof die ze gekregen hebben op 23/06,nu juist 3 weken geleden. Met uitzondering van 2 planten bleven de vruchten mooi blinkend; geen enkele plant heeft nog meer dan 3 bruikbare trossen.

Ik besluit dan maar om alle planten af te toppen boven de 3de tros. Er is geen enkel spoor van heropleving te vinden… Ik konstateer ook dat de planten hun watergift veel minder opnemen vanwege de herbicide-vernietiging der wortels denk ik.

15/07/07 : Tijd voor de eerste en voorlopige conclusies

Dit ongelukkig voorval met de herbicide en de daaropvolgende neusrot-aantasting op Cristal F1 maken de beloofde productiemetingen(met weging van de oogst per soort) nu wel onmogelijk.

Spijtig want dit had ik graag met de lezers willen delen. Ik ga mij nu verder concentreren op de buitentomaten (voorlopig nog vrij van ziekten) en daar de productiemetingen doen.

Na uitgebreide discussies met Luc,om de gevolgen van de herbicide aantasting in te schatten en anderzijds een uitleg voor het neusrot probleem bij Cristal te vinden kom ik tot

Een eerste voorzichtige conclusie :

1Cristal F1 is duidelijk gevoeliger aan neusrot dan de beide andere soorten:

* Cristal bleek vanaf het begin reeds een goede groeier te zijn qua hoogte van de plant maar duidelijk met een dunnere stengel. Vermoedelijk is dit te wijten aan een zwakker wortelgestel..

Dit blijkt dan ook uit het feit dat, bij warme dagen als de temperatuur in de kas hoog oploopt, Cristal de enige soort blijkt te zijn die er ’s avonds slapjes bijstaat.De kop van de plant hangt naar beneden,de rest van de bladeren staan niet meer onder spanning.

Hobby F1 en Ferline daarentegen hebben, bij dezelfde hoogte, een rijker gebladerte, dikkere stengel en staan er ’s avonds nog goed bij…

Het plantgoed van de 3 soorten was voor alle soorten uitstekend en alle planten kregen tijdens de opgroei dezelfde behandeling.

Bij het rooien van een Cristal-plant zal blijken hoe het wortelgestel ontwikkeld was en of er geen sprake is van wortelziekten (kurkwortel?)

* Cristal blijkt het buiten de kas,in volle grond, even goed te doen als Hobby F1 en Ferline F1.

De Cristal planten zijn niet alleen even hoog als de collega’s maar opvallend is het weelderige gebladerte en de dikke stengel.

Cristal zou dus in de hobby-serre, waar het luchtvolume beperkt is en de temperatuur vlug oploopt, minder geschikt zijn.

Opgemerkt dient dat Luc Dedeene de Cristal planten in een professionele kas,met succes verleden jaar en dit jaar blijkt te kunnen kweken.

* Na herlezen van een neusrot-artikel van Luc, zou het zwak wortelgestel wel eens aan de basis kunnen liggen van het neusrot-probleem. Zwakkere wortels betekenen niet alleen mindere opname van de nodige voedingsstoffen,waarvan Calcium een belangrijk element is ivm neusrot, maar onvoldoende opnames en aanvullen van water.

Ook blijkt, volgens Luc Dedeene, dat er twee soorten neusrot bestaan (dit was nieuw voor mij), een snelle type (malse plekjes,licht van kleur) en een tragere type(donkere harde vlekjes). In mijn geval ging het bijna uitsluitend,met uitzondering van de allereerste aantasting,over het snelle type dat zich razendsnel(minder dan één dag) manifesteert. Terug iets bijgeleerd…

2- De herbicide aantasting kan het neusrot probleem mogelijks versterkt en versneld hebben :

Dit schijnt mogelijk. Door de totale groeistop te wijten aan de herbicide-aantasting, is opname van zowel voedingsstoffen (o.a. Calcium) als water in het gedrang gekomen… Aangezien de herbicide aantasting geen ziekte is,maar wel een stomme fout van mijzelf, heeft het geen zin om daar over door te bomen. Blijft de vaststelling dat de andere soorten in de kas niet één neusrot-tomaat produceerden…

Het blijft een goede les.Voor de lezers zou ik zeggen “Een verwittigd spuiter is er twee waard”

16/07/07 : Nu nog maar redden wat er te redden valt

Ik tracht nu de oogst van de kastomaten te redden. Tot einde oogst houd ik tips en weetjes die mij te binnen schieten aangevuld met nieuwe ervaringen tegoed.Wat ik vertel is géén evangelie en graag krijg ik daar reacties op,zo leert iedereen.
Ik wens Luc Dedeene hierbij oprecht te danken voor zijn steeds bereidwillige en competente hulp. Bedankt Luc.

Herman, van harte dank om al uw ervaringen zo nauwkeurig bij te houden om te delen met de 4000 andere lezers van de nieuwsbrief. Wie aandachtig uw artikels doorneemt (door ze bijvoorbeeld af te drukken en te bundelen) zal zijn kansen op een geslaagde tomatenteelt zienderogen doen stijgen. We kijken al uit naar de verdere verslaggeving deze zomer!

Het verhaal is hier niet af maar in afwachting hoop ik met de lezers informatie te delen ivm mijn buitentomaten (zie de foto op datum van 15/07/07).
buitentomaten1507

Dit was deel vijf van de serie Tomaten telen met Herman.
Het werd opnieuw een zeer gedetailleerd en leerrijk artikel. Wie Herman is en welke artikels hij al geschreven heeft vind je op
herman.plantaardig.com.

Een klimaatbox voor juiste temperatuurmeting (Tomaten telen met Herman)

Dit artikel werd geschreven door Herman. Wie Herman is en welke artikels hij al geschreven heeft vind je op http://herman.plantaardig.com.
Hoe de temperatuur meten in de volle zon van een kas? Een thermometer die in de zon hangt geeft veel te hoge temperaturen aan. En schaduw is er zeker in het voorjaar, als de planten nog jong zijn, niet te bespeuren. Herman geeft in dit artikel een goede doe-het-zelf oplossing voor dit probleem. Op professionele bedrijven hangt de elektronische temperatuurmeter in een witte ‘klimaatbox’, die verlucht wordt met een kleine ventilator. De witte kleur verhindert de opwarming van de klimaatbox en de ventilator zorgt voor toevoer van lucht buiten de klimaatbox.

Klik op de foto’s om te vergroten.

schaduwhokje schaduwhokje2 schaduwhokje3

Herman schrijft :
“Omdat verschillende malen de min-max thermometer in de serre abnormaal hoge temperaturen noteerde, vermoed ik dat rechtstreeks invallende zon de meting foutief beinvloedt.

Vandaar het idee om een schaduw-hokje te maken om de thermometer (en eventueel vochtigheidsmeter of draadloze weerstation-eenheid) in te plaatsen.

Met een minimum aan materiaal (en kosten) vervaardig ik het schaduwhokje. Dit met behulp van witte geperforeerde unalit(karton)-plaat (zie evt brico), plastiek hoekmouluren,enkele latjes,gepaste vijsjes,een stuk pvc electriciteitsbuis(5/8″) en een betonijzer. Dit heeft een diameter 12 mm past precies in het stukje electriciteitsbuis,om het bakje op gewenste plaats en hoogte in de serre te installeren).

De schaduwbox geeft,voor zover ik het reeds kan beoordelen nu,minder grote schommelingen(de hoge toppen van 50°C en meer zijn er af).De witte plaat reflekteert goed het zonlicht;de gaatjes en de openingen boven en onder zorgen voor een zachte luchtcirculatie.”

Dit bericht werd geschreven door Herman. Wie Herman is en welke artikels hij al geschreven heeft vind je op http://herman.plantaardig.com In dit artikel geeft Herman een oplossing voor een veel voorkomend probleem.

Tomatenplanten te groot? (Tomaten telen met Herman 2007. Deel 4)

Dit bericht werd geschreven door Herman. Wie Herman is en een overzicht van zijn artikels vind je op deze pagina : http://herman.plantaardig.com .

In dit artikel biedt Herman twee oplossingen voor wie onverhoopt te kampen krijgt met te te grote planten die te vroeg zijn voor de buitenteelt. Welke oplossing het best is zal moeten blijken binnen enkele weken.


13/05/07 : De planten van de 2de zaaibeurt (voor buitenteelt) vragen om aktie!

Ondertussen blijkt de opkweek van de 2de zaaibeurt ruim te vroeg volwassen en, met het minder gunstig weer, is er teveel risico(koud en eventueel nog nachtvorst) om buiten uit te planten.

Om te beginnen worden alle planten wat verder uit mekaar gezet zodat er maximaal licht gegeven wordt. Gezien de ver gevorderde inworteling in de reeds te kleine potten (9cm) en het alsmaar bleker worden van de bladkleur is het nodig om iets te doen.

16/05/07 Belangrijke test

Gezien ik over zelfgemaakte koepels (geplooid en gelast betonijzer van diameter 6 mm) beschik, doe ik volgende test:

– 9 planten (één volledige rij ), worden uitgeplant buiten onder de koepels en afgedekt met plastiek (geperforeerd)

– 6 planten (nu nog in potjes van 9 cm) worden verplant in grotere potten (diameter 13 cm) gevuld met geraniumgrond

Zelfgemaakte koepel met geperforeerde folie

tomaten verplant in grotere pot

Bedoeling is om de koepels weg te nemen op een gunstig ogenblik en terzelfdertijd de 6 planten buiten uit te planten. Later zal blijken wat de beste methode is.

Probleem is dat de 6 planten voldoende moeten ingeworteld zijn in hun grotere pot en men dus in zekere mate niet op gelijk welk moment buiten kan uitplanten.

Ondertussen is er altijd mogelijkheid om, bij mooi weer, de plastiek van de koepels af te wikkelen en de planten te laten gewennen(afharden) aan het weer; ’s nachts gaat de plastiek er terug op. Ook de 6 planten met hun grotere pot kunnen overdag , bij mooi weer, buiten geplaatst worden om af te harden.

Nu maar afwachten wat dit geeft.

25/05/07 Uitplanten van de buiten-tomaten (pot van 13 cm)

Vandaag gebeurt het definitief uitplanten van de 6 tomaten in een tweede rij buiten in de volle grond naast de serre (kant morgenzon).

De planten zijn ondertussen heel goed doorworteld, relatief weinig gegroeid in hoogte maar hebben, naast een stevige stam, een mooiere groene kleur gekregen.

Terzelfdertijd wordt de plastiek van de koepels verwijderd.Nu maar zien welke methode het beste resultaat geeft…

Het resultaat zal maar pas binnen een paar weken kunnen geevalueerd worden aangezien de 6 nieuwkomers zich nu pas kunnen inwortelen in de volle grond.


Foto : Links de rij tomaten uit het koepeltje, rechts deze uit de grote pot, die geplant werden op hetzelfde moment als het verwijderen van het koepeltje.

11/06/07 Eerste bespuiting tegen de aardappelplaag

Gezien de alarmerende berichten omtrent de aardappelziekte,spuit ik vandaag, nu het eens droog is, de buitentomaten.Tot nu toe geen enkel spoor van ziekten.
Aangezien mijn tomaten onbeschermd staan(geen afdakje dus) is het risico zoveel groter.
Terzelfdertijd worden alle takken en/of bladeren die de grond raken zover als nodig weggesneden dit om schimmelaantasting vanuit de grond te vermijden.

16/06/07 Tweede bespuiting tegen aardappelplaag

De afgelopen dagen heeft het dusdanig geregent dat de intervallen tussen opeenvolgende bespuitingen(normaal elke 10 dagen) moeten ingekort worden vandaar de bespuiting van vandaag.

Hopelijk regent het niet te vlug…

De buitentomaten komen nu in de 2de bloementros en doen het goed

19/06/07 Derde bespuiting tegen aardappelplaag.

De vorige bespuiting is nauwelijks enkele uren regenvrij geweest.Het regende met bakken.De spuit dus nog maar eens uithalen.

27/06/07 Vierde bespuiting tegen aardappelplaag

Sinds de vorige behandeling(ongeveer een week) is er geen dag voorbij gegaan zonder belangrijke regen.

Vandaag waag ik het erop om opnieuw te spuiten.Men voorspelt evenwel opnieuw regen.

30/06/07 Vijfde bespuiting en een eerste aantasting van aardappelplaag is er op één plant.

Vandaag blijft het normaal gezien droog.Vooraleer te bespuiten ga ik aanbinden en dieven wegnemen.

Hierbij vind ik op één plant één tak aangetast door de aardappelziekte. Waar doorgaans de ziekte aanvangt op de bladeren is het hier begonnen vanop de tak. Vandaar dat het zo goed verborgen is gebleven.

De aangetaste tak wordt volledig verwijderd. Hij is binnenin bruin en rot. Slechts een beperkt aantal bladeren op de tak zijn eveneens aangetast. Dit was gisteren nog niet het geval aangezien ik elke dag alle planten nauwkeurig op de bladeren kontroleer. Het kan dus heel vlug gaan die aardappelziekte.

01/07/07 Het resultaat van mijn test

Tussen de planten van de eerste rij en de tweede rij is geen enkel verschil te merken,noch qua grootte of aantal bloemtrossen of dikte van de stam (maw wortelgestel)

Dit is een gunstig resultaat. Het blijkt dat planten afkomstig van verpotting in grotere potten tov planten onder koepel in de buitengrond even goed presteren.

Algemene conclusie:

Wie tomatenplanten heeft die vroegtijdig volgroeid zijn, en gezien het weer nog niet kunnen uitgeplant worden, heeft twee mogelijkheden:

1)Wie geen koepels heeft om de planten buiten te beschermen kan verplanten in grotere potten(bvb van diameter 9 naar 12 cm).

De planten blijven dan noodzakelijkerwijze in de serre tot wanneer de kluit voldoende beworteld is. Bij goed weer belet niks van de planten overdag buiten te zetten om af te harden.

Van zodra de kluit ok is (en het weer ook) kan uitgeplant worden.Toch trachten van geen planten te kweken die op het ogenblik van uitplanten reeds een eerste bloemtros hebben.

Die planten hebben het extra moeilijk om in de groei te komen…

2) Wie wel koepels heeft kan kiezen maar indien men kiest voor (vroegtijdig) uitplanten onder koepels toch bedenken dat de fameuze ijsheiligen nog eens kunnen parten spelen.

Dit jaar is er geen nachtvorst meer geweest na 13 mei (de datum waarop ik uitplantte in volle grond onder de koepels).

Persoonlijk vind ik het verpotten in grotere potten het beste. Bij mooi weer,als het echt warm wordt in de serre,kunnen de planten buiten gezet worden om af te harden en veilig binnen staan in de serre wanneer het s’ nachts een beetje vriest. Nadeel is dat het verpotten meer werk (en materiaal zoals potten en bijkomende geraniumaarde) vraagt…alles hangt ervan af over hoeveel planten het gaat.

Foto’s buitentomaten op 01/07/2007 (klik om te vergroten)
IMAG0162 IMAG0165

Dit bericht werd geschreven door Herman. Wie Herman is en een overzicht van zijn berichten vind je op deze pagina : http://herman.plantaardig.com .

De eerste weken na het planten in de kas. (Tomaten telen met Herman in 2007 Deel 3)

Dit artikel werd geschreven door Herman. Wie Herman is en welke artikels hij nog geschreven heeft op deze website vind je op http://herman.plantaardig.com.
Herman blijft zijn tomatenteelt nauwgezet opvolgen. Er zijn opnieuw heel wat interessante bevindingen en tips voor de hobbytuinder uit ontstaan. Zo kan je in een volgend bericht lezen over een speciaal schaduwhokje om de temperatuur te meten en over de oplossing om tomatenplanten die te vroeg plantklaar zijn toch buiten te zetten voor de ijsheiligen. Maar eerst kan je hier lezen hoe het verder verlopen is met de teelt van de tomaten in de kas/serre tijdens de maand mei.

04/05/07
Alle soorten hebben nu hun eerste bloemtros en doen het uitstekend, Hobby F1 (vleestomaat) is de sterkste groeier,Ferline F1 en Cristal F1 iets minder en zijn even groot opgegroeid.

06/05/07
Deze morgen bemerk ik voor het eerst krulkoppen (kop van de plant) bij Ferline en Cristal, niet bij Hobby F1. Opmerkelijk, artikels van Luc duiden aan dat dit eerder gebeurt bij sterk groeiende rassen. Dit zal ook wel zo zijn maar het blijkt dat het in zekere mate ook soortgebonden zou kunnen zijn. Ik hou goed in de gaten hoe Hobby zich in de komende dagen gedraagt.

Het enige vervelende bijverschijnsel van krulkoppen is dat het aanbinden van de planten aan de stokken speciale oplettendheid vraagt teneinde de kop van de plant niet te breken.

Voorlopig neem ik als aktie van de zon wat af te schermen met matten tegen de langszijde (middagzonnekant) van de serre en iets meer water te geven (niet de frekwentie van de gietbeurten maar de hoeveelheid)

09/05/07
Om de uitgroei van het wortelgestel van de planten te bevorderen maak ik,links en rechts van de planten, gietgeultjes van (30 cm lang,10 cm diep). Omdat de afstand tussen de planten in de rij ruim is(65 cm) is dit geen enkel probleem. Hierdoor hoop ik dat de wortels meer in de breedte gaan groeien gezien ze het vocht zullen opzoeken.Ondertussen genieten ze ook van de meststoffen die wat verder van de plant in de grond ingewerkt zijn.

Nu maar afwachten wat dit geeft.

01/06/07
Eerste bijvoeding met roze korrel oplossing.

Alle tomaten staan nu in hun 3de bloemtros, zijn nu allen gemiddeld 70-80 cm hoog, met de eerste vruchten op de eerste en soms op de tweede tros. Tijd dus om naast de gewone water-gietbeurten ’s morgens (twee tot driemaal per week,ongeveer 2-3 liter/plant,volgens het weer) één van de wekelijkse gietbeurten te vervangen door een gietbeurt met een roze korrel-oplossing van 2g/liter.

Een eenvoudige methode om niet steeds met enkele grammen meststof in de weer te zijn:

Hiervoor los ik 200 gr roze korrel in een emmer met 10 liter water.Van deze oplossing wordt er 200cc (na goed oproeren) gemengd in 10 liter water waarmee de planten dan aangegoten worden (gemiddeld 2-3 liter/plant).

03/06/07
Uitdunnen van de eerste tros. Gezien het aantal vruchten op de eerste tros ga ik nu uitdunnen tot 5 tomaatjes voor de Hobby F1 vleestomaat en max 7 vruchten/tros voor Ferline F1 en Cristal F1.

Nog steeds zijn er krulkoppen op de bovenste takken van Ferline en Cristal en niet bij Hobby F1 (het verst gevorderd qua groei en vruchtvorming) dus… blijkbaar toch soort-afhankelijk!

In de komende dagen(weken) zal dit verschijnsel vermoedelijk wel verdwijnen.

Bij twee andere tuinders bleek dat er geen krulkoppen waren.Het dient gezegd dat in beide gevallen,door de plaatsing van de serre, er veel minder lichtinval was. Bovendien bleek dat de planten hoger en dunner opschoten(ook bleker van kleur). In één van de twee gevallen zal er ook wel bodemmoeheid en onoordeelkundige bemesting meespelen. Ik maak de vergelijking omdat beide tuinders planten van mij kregen(de 3 soorten) zodat dit tenminste een vast gegeven is. (nvdr: wat een goede aanwijzing dat krulkoppen een signaal van sterke groei zijn!)

In het volgende deel meer over wat je doet met buitentomaten die te vroeg plantklaar zijn en het schaduwhokje voor de temperatuurmeting.

Dit bericht werd geschreven door Herman. Wie Herman is en een overzicht van zijn berichten uit 2006 en 2007 vind je op deze pagina : http://herman.plantaardig.com .

Tomaten planten (Tomaten telen met Herman in 2007. Deel 2)

tomaten klaar om uit te poten

Dit artikel werd geschreven door Herman. Wie Herman is en welke artikels hij al geschreven heeft vind je op http://herman.plantaardig.com

Na de zeer gedetailleerde verslagen over het zaaien van tomaten kreeg ik vandaag het verslag van Herman binnen over het planten. Door het uitzonderlijke mooie weer was het mogelijk vrij vroeg te planten. Zowel het plantgoed was voldoende uitgegroeid (lees hier over de eisen van een goede tomatenplant) als de klimaatsomstandigheden van de kas en de bodem waren optimaal.Lees alles wat voorafging in het artikel over tomaten zaaien en verspenen bij Herman

22/04/07
tomatenplant goed doorworteld Het plantmateriaal
Planten van eerste zaaibeurt bereiken nu 12 cm (boven de kiemblaadjes).
De planten van de 3 soorten doen het uitstekend. Overdag staan ze buiten aan de kant van de serre(kant van de morgenzon) ’s nachts komen ze in de serre.
De eerste dieven (1-1,5 cm) verschijnen reeds in het oksel van het eerste echte blad. Ze zijn reeds heel degelijk geworteld. Nog een paar dagen en ik kan uitplanten.

23/04/07
Bewerken en bemesten van de serregrond
In januari werd de grond reeds uitgebreid doorgespoeld (100 liter/m2).
In maart werd de grond omgespit en voorzien van 100g/m2 zeewierkalk.
De gemeten pH was 6,5 vandaar de lichte dosis kalk die ik plan om elk jaar te herhalen.
Vandaag wordt er bemest (voldoende diep ttz 10-15cm ingewerkt) met:
– 350 g/m2 gedroogde koe-kip-paardemest (DCM)
– 100 g/m2 blauwe korrel (COMPO “Nitrophaska blauw speciaal” 12-12-17-(2)-(15) )
– 30 g/m2 Patentkali (Aveve 30% + 10% Mg)
Tijdens het opkweken voorzie ik bijbemesting, éénmaal per week, met roze korrel,opgelost in water (2g/liter gietwater), vanaf het verschijnen van de eerste bloem. (opmerking van Luc : bijbemesten hoeft eigenlijk pas vanaf bloei derde tros)

25/04/07

tomaten poten

Uitplanten in de serre
21 planten(3×7), ondertussen 15 cm hoog, uitstekend geworteld en stevig, worden nu zorgvuldig uitgeplant op 35 cm van glaswand, in twee rijen, 75 cm tussen de rijen, 65 cm tussen de planten in de rijen. (opmerking van Luc : standaardplantafstand is 80 x 50 cm, is dus zeker voldoende ruim)
De planten in de tweede rij tussen deze van de eerste rij geschikt.
Elke soort krijgt een rietstok met een verschillende kleur gemerkt (kleefband) zodat tijdens opgroei en oogst alle resultaten goed bij te houden zijn.
Het oogsten zal soort per soort gebeuren met telkens weging van de oogst!

02/05/07

Afwitten van een gedeelte van de serre met “Temperzon”

De planten doen het goed en zijn gemiddeld bijna 30 cm hoog. Morgen worden ze aangebonden aan de stokken en alle dieven verwijderd.
Ondertussen is het hoogtijd voor het afwitten van de serre. De temperatuur loopt geregeld op tot boven de 40°C terwijl 2 deuren en 4 vensters volledig open staan.
Ik besluit van één dakvlak(kant van de middagzon) af te witten met Temperzon.

(Opmerking van Luc : inderdaad, zeker zo vroeg op het jaar nog niet veel afwitten, de plant heeft nu nog heel veel licht nodig)
Te koop bij o.a. Hubo (zie www.lichtisgeld.nl voor alle info) in dozen(vloeistof) van 0,75l, op te lengen met 1,5 deel water ,goed voor ongeveer 20-30 m2 (één laag) en aktief gedurende 6 maand. Dit is de verpakking voor de hobbyist en was vroeger bekend onder de naam “Temperzon T-74” (in pasta). De nieuwe verpakking heeft dezelfde eigenschappen als de oude T-74 versie. Bij betrokken weer of regen wordt de laag goed doorschijnend;bij zon daarentegen wordt de laag echt goed wit. Blijkt op het eerste zicht een degelijk produkt.

Voorlopig plaats ik, in de loop van de voormiddag, aan één langszijde (middagzon-kant) van de serre bamboe-matten (5 meter lang). En nu maar trachten van de temperatuur laag genoeg te houden….

Het aanbrengen van het produkt,op volledig droog glas, gebeurde vlekkeloos met een verfrol. Eens het produkt opgedroogd (kwestie van een uurtje) kan regen geen kwaad meer.

Opmerking van Luc : Op vraag van Herman en vele andere hobbytuinders probeer ik binnenkort even uit te leggen hoe je best reageert tov de soms zeer hoge temperaturen in de kas. Niet makkelijk om uit te leggen…

Dit artikel werd geschreven door Herman. Wie Herman is en welke artikels hij al geschreven heeft vind je op http://herman.plantaardig.com

Zaaien en Verspenen (Tomaten kweken bij Herman in 2007 Deel 1)

Dit artikel werd geschreven door Herman. Wie Herman is en welke artikels hij al geschreven heeft vind je op http://herman.plantaardig.com

Herman De Moor is gepensioneerde (61jaar) en ex IBM werknemer/techn ing electronica en heeft sinds zijn pensioen volop tijd om tuinieren als een mooie hobby uit te bouwen. Zijn echtgenote en hijzelf zijn verzot op sla en tomaten. Daarnaast teelt hij ook nog suikerbrood, andijvie, boontjes, prei en selder. Herman is van nature nogal een nauwkeurig iemand. Hij noteert alles heel nauwkeurig. Hij vindt het goed, dat speciaal voor de lezers van www.plantaardig.com zijn bevindingen over de teelt van tomaten in 2007 gepubliceerd worden. Hou deze pagina in de gaten, want er verschijnen dit jaar regelmatig bevindingen over zijn tomatenteelt die zopas weer opgestart werd. Blijf op de hoogte via de nieuwsbrief.
Update 10/04/2007
Update 01/05/2007 over de rest van de opkweek
Update 04/05/2007 leest u in het bericht
Tomaten telen met Herman, het planten.

Hoe de teelt van vorig jaar bij Herman was en details over de gebruikte teelttechnieken lees je in de artikelenreeks tomaten kweken bij Herman in 2006

  • zaterdag 10 maart 2007


Alle tomaatjes(3 bakjes) (Hobby F1, Ferline F1 en Cristal zijn nu gezaaid ,het toestel ingesteld op halve kracht(via de dimmer) en de temperatuur ingesteld op 22°C. En nu maar wachten wie van ons de eerste is!

  • zaterdag 17 maart 2007


De 3 varieteiten op zaterdag 10/03/07 gezaaid waren reeds op woensdag 14/03 meer dan voldoende gekiemd om de propagator af te schakelen.Sindsdien staan de zaaibakjes naast mekaar aan de venster van de keuken(20°C) en (zonder het plexideksel erop.Ze bereiken nu reeds een hoogte van 3 cm.

Ik heb ze vanavond in de kelder (16°C) geplaatst(daar is het wat koeler dan in de keuken…) zodat ze niet te vlug opschieten;morgenvroeg haal ik ze terug voor de venster van de keuken.

De ingestelde temperatuur van de propagator was 23°C en met de ondervinding van verleden jaar varieerde de grondtemperatuur van het middenste bakje van 22,5 tot 24,2°C (dus behoorlijk nauwkeurig)

Ik stel nu ook vast dat in de 2 buitenste zaaibakjes de temperatur een graadje lager was.Elke dag heb ik de bakjes dan ook van plaats gewisseld in de propagator.

De beste kiemer(en gelijkmatig zonder verlies) was Hobby F1(zaad van 2007) gevolgd door Ferline(zaad van 2006) en als laatste Cristal F1(zaad van 2006) met licht verlies en een beetje onregelmatig.

Vraag : Zou ik nu best zo vlug mogelijk verplanten(blaadjes tot juist boven de potgrond?)

Antwoord: Je hebt ruim gezaaid. Dus dat wil zeggen dat de plantjes nog voldoende ruimte hebben om te groeien.

Je hoeft helemaal niet haastig te zijn om te verspenen. Als de plantjes één tot maximaal twee echte blaadjes (dus niet de kiemblaadjes) hebben kan er gerust nog verspeend worden. Zolang ze maar de ruimte hebben.

Probleem is nu natuurlijk het fileren van de plantjes wegens lichtgebrek. Vandaar hun hoogte. Maar het is niet de hoogte die het moment van verspenen bepaalt, maar wel het aantal echte blaadjes die zichtbaar zijn.

Met de temperatuur in de keuken is eigenlijk niets mis. Het is nu één maal minder licht bij het keukenvenster. Het was tot nu toe ideaal weer om de plantjes overdag in de kas te zetten! Dat houdt zeker en vast de plantjes kort. Ook als het daar overdag wat warmer is, dan nog zullen ze minder fileren dan voor het keukenraam. Daar rekken ze immers in de richting van het licht. Dat is namelijk de beste methode om ze kort te houden, zoveel mogelijk in het licht! Wordt het overdag warm genoeg in de kas, dan staan ze daar best. Maar zoals je zelf zegt, er is dan nog wat meer aandacht nodig voor de plantjes, zoals tijdig luchten van de kas en kijken of de kleine zaaibakjes niet uitdrogen en de plantjes de eerste dag in de gaten houden of ze de overgang keuken-kas wel goed doormaken (zouden de eerste dag misschien wat slap kunnen worden). Zolang je in de kas niet boven de 28 gaat is er geen enkel probleem voor het fileren en ook niet voor de warmte. Want in de kas groeien ze recht omhoog en voor het raam rekken ze hun kopje naar het licht.

Wat je ook kiest, keuken of kas, beide methodes zullen slagen. In ieder geval is de kas tijdens de nacht voorlopig nog uitgesloten.

Nog een methode om tot wat steviger plantgoed te komen is de watergift niet te overdrijven

Ik denk dat het verspenen bij jou best binnen een tiental dagen kan gebeuren.

Vanaf hier : Update nummer twee

  • 23/03/07

De 3 zaaibakjes staan voor het keukenschuifraam(20°C) onder een zelfgemaakte testopstelling (1,20m lang,0,30m breed) met lichtbak (2 x 36 Watt groeilampen,gekocht bij Vlaams Zaadhuis ;12,5 euro/stuk)

Bij onvoldoende licht wordt de lichtbak aangeschakeld(soms tot 12 uur/dag). Het valt op dat de plantjes niet meer gaan rekken naar het buitenlicht.

Probleem
Bij 25% van de plantjes blijft het zaadje de toppen van de kiemblaadjes blokkeren. Het zaadje blijkt steenhard te zijn is niet verwijderbaar zonder de toppen van de kiemblaadjes te beschadigen.

Vermoedelijk heeft dit te maken met de droogte van de grondoppervlakte (onvoldoende nat gehouden in de propagator) De zaadjes werden tijdens het zaaien nat gesproeid vooraleer ze te bedekken met een dun laagje zaai/stek grond en dan terug besproeid met de nevelspuit.

Bij een volgende zaaibeurt (voor de buitenteelt) dient dit aandachtig bekeken te worden. Indien er nog problemen optreden,eventueel bedekken met wit zand ipv zaai/stek grond.Zand is heel gemakkelijk te bevochtigen en zou het zaadje beter vochtig houden tijdens het kiemen zodat het gemakkelijker loskomt van de kiemblaadjes…

Heeft iemand ervaring met het probleem dat de zaadjes de kiemblaadjes blijven vasthouden? Laat het weten via dit formulier ?

  • 25/03/07

De plantjes zijn nu 5 cm hoog,om fileren zoveel mogelijk tegen te gaan verhuizen ze s’nachts naar de kelder (16°C) tot s’morgens.

  • 29/03/07 Verspenen

Tijd voor het verspenen;van elke soort worden de beste 12 plantjes geselekteerd(ze hebben minstens reeds één echt blaadje) en zijn nu ongeveer 6 cm hoog.

De vierkante potjes zijn voldoende groot genomen(9 cm breed en 10 cm diep en voorzien van gaatjes) en geplaatst in waterdichte plastiek bakken teneinde water te geven langs onder toe te laten.

De licht vochtige geraniumgrond wordt na licht aandrukken tot aan de rand van het potje gevuld, een paar keer goed overgoten waarna alle potjes een halve dag op 20°C geconditioneerd worden.

Daarna begint het verspenen. De plantjes blijken reeds een stevig wortelgestel te hebben(totale hoogte 8 cm,wortels inbegrepen).

Van de 3 x 12 plantjes zullen uiteindelijk, na opkweek tot begin mei, 17 plantjes hun plaats krijgen in de serre ttz 5 x Hobby F1,7 x Ferline F1,5 x Cristal F1.

Opmerking
Bij een beperkt aantal verspeende plantjes was de geraniumgrond toevallig natter. Benieuwd of ik tijdens het opgroeien hier een verschil ga merken.

  • 01/04/07 tweede zaaibeurt, buitentomaten

Tijd voor 2de zaaibeurt (terug dezelfde soorten) voor de buitenteelt (uitplanten vermoedelijk einde mei)

Ik dek de zaadjes nog steeds af met een laagje zaai/stek aarde. Opletten nu voor het vochtig houden van het dunne laagje grond in de propagator.

Na het opwarmen op volle vermogen (50 Watt bij 230 Volt, met dimmer op maximum) en de propagator ingesteld op 23°C wordt de dimmer op de helft van de schaalverdeling gebracht.Na meting blijkt bij deze stand 100 Volt op de verwarmingsweerstand te staan ipv 230 Volt wat overeenkomt met nauwelijks 10 Watt verbruik. De grondtemperatuur varieert van 22,4°C tot 23,9°C wat perfekt is voor kiemen van tomatenzaad.

Opmerking

Tijdens de eerste zaaibeurt werd er steeds gekozen voor de grootste zaadjes;nu blijven er meestal kleinere zaadjes over;benieuwd of er een verschil zal zijn bij kiemen en opkweek.

  • 01/04/07

De verspeende plantjes van de eerste zaaibeurt doen het goed maar moeten toch nog eventjes wennen.

  • 04/04/07

De tweede zaaibeurt begint te kiemen; de zaaibakjes gaan nu uit de propagator en verhuizen naar het schuifraam van de keuken(20°C) en zoveel mogelijk onder de lichtbak.

Er blijkt nog steeds een probleem met geblokkeerde zaadjes op de kiemblaadjes, minder erg dan tijdens de eerste zaaibeurt.

Voorlopige conclusie:beter wit zand gebruiken om de zaadjes af te dekken in de zaaibakjes(ongeveer 3 mm laagje zou moeten volstaan


  • 10/04/07 Mooi weer, overdag in de kas


De verspeende plantjes van de eerste zaaibeurt doen het uitstekend.De meeste plantjes zijn ongeveer 5 cm boven de kiemblaadjes uitgegroeid met uitzondering van deze die in nattere geraniumgrond verspeend werden.Deze laatste hebben toch een lichte achterstand opgebouwd.

Tijdens de voorbije dagen was er zon en werden de plantjes overdag in de serre geplaatst. S’avonds komen ze terug naar de keuken.

Conclusie:geen te vochtige geraniumgrond gebruiken .Tenzij de grond echt uitgedroogd is,gewoon de licht vochtige grond rechtstreeks uit de zak gebruiken.

  • 10/04/07

De tweede zaaibeurt blijkt onregelmatiger te kiemen en de opgroei is ook wat flauwer.Kleine zaadjes blijken ook zwakkere plantjes te geven?

14/04/07

De eerste echte blaadjes beginnen te komen in de 2de zaaibeurt(gezaaid op 01/04/07).

18/04/07

Vullen van de potjes (geraniumgrond) voor verspenen van de 2de zaaibeurt; nog eens grondig de potjes gieten na vullen; morgen wordt er verspeend…

18/04/07 Eenmalige bijvoeding met roze korrel

Ik besluit,na consult met Luc Dedeene, van éénmalig de planten van de eerste zaaibeurt bijvoeding met “roze korrel” te geven volgens het gekende principe van 2g/liter gietwater.

Daartoe giet ik in de bakken (met 12 plantjes elk) 1 liter gietwater. Na 5 a 10 min is reeds alles opgeslorpt door de plantjes. Dit is een goed teken en bewijst dat de kluiten allerminst verzadigd zijn

met water. In dit laatste geval zou het gietwater veel langer in de bodem van de bakken blijven staan.

Tijdens het opkweken van de plantjes in pot tracht ik steeds het water geven zowel langs boven en onder(in de bakken) te combineren er op wakend dat het gietwater in de bakken voldoende vlug (max 15min) opgeslorpt wordt. Is dit niet het geval dan leeg ik de bakken volledig teneinde verzuring van de plantjes te voorkomen.

Water langs boven geef ik,in kleine hoeveelheden,wanneer de bovenlaag van de grond duidelijk uitgedroogd is. In de mate van het mogelijke houd ik steeds gietwater beschikbaar op serretemperatuur.

19/04/07 Verspenen van de 2de zaaibeurt

De 32 (8xFerline,12xHobby,12xCristal) beste plantjes worden uitgezocht voor verspening. Ze zijn allen iets minder hoog dan deze van de eerste zaaibeurt maar stevig en goed geworteld. Ik denk dat dit te maken heeft met het feit dat bij het doorkomen van de eerste kiemen in de propagator ze onmiddellijk onder het groeilicht aan het schuifraam in de keuken geplaatst werden. Ik heb dus niet gewacht tot alle kiempjes te zien waren. Dat dagje verschil heeft dus blijkbaar geleidt tot minder fileren.

Ook is het duidelijk dat, omwile van het gebruik van de kleinere zaadjes in kleinere plantjes resulteren.

De verspeende plantjes gaan nu voor een paar dagen onder de groeilampen en blijven daarna nog enkele dagen in de keuken.

Opmerking:

Het probleem van de zaadjes die op de kiemblaadjes blijven zitten blijft alsnog onopgelost en vanuit de lezers is er nog geen geen reactie gekomen.

Verschillende mogelijke oorzaken zijn naar mijn mening:

– De propagator zorgt ervoor dat,omwille van de vorm van het deksel,alle condensatiedruppels terecht komen in de 2 cm dikke zandlaag op de bodem van zijn bak en NIET op de zaaigrond.

Bij gebruik van een zaaibak,afgedekt met een glazen plaat,vallen de waterdruppels wel op de zaaigrond wat dan zorgt voor een automatische (maar niet kontroleerbare) bevochtiging van de zaaigrond-oppervlakte.

– Ik heb de zaadjes afgedekt met een dun laagje zaaigrond en niet met zand. Zand is dus misschien beter en houdt bij bevochtigen met een nevelspuit beter de oppervlakte(en de zaadjes) vochtig.

-De verluchtingsgaatjes van de propagator bleven open tijdens het kiemproces zodat de luchtvochtigheid binnen in de bak minimaal was. Misschien beter alles dichthouden…

-De afdeklaag van de zaadjes is misschien nogal dun:hoe dikker de laag,hoe langer de zaadjes vochtig blijven en ze,bij het doorkomen van de kiemen,gemakkelijk loskomen van de kiemblaadjes?

Moraal van het verhaal:zand gebruiken als afdeklaag(hoe dik?),verluchtingsgaatjes dichthouden tijdens kieming,regelmatig vochtig houden met nevelspuit??

Dit artikel werd geschreven door Herman. Wie Herman is en welke artikels hij al geschreven heeft vind je op http://herman.plantaardig.com