De drijfveren om een moestuin te hebben zijn met de jaren sterk veranderd. Naast de geestelijke en lichamelijke ontspanning is er ook de mogelijkheid om minder gekende groenten te telen. Groenten uit de moestuin halen die niet in elke supermarkt om de hoek liggen is een aangename ervaring. Bloemen en kleurrijke groenten geven een moestuin ook sierwaarde. Dat laatste is vooral het werk van de vrouwelijke moestuinbezitters, zo blijk uit het artikel dat dit weekend in De Telegraaf verscheen.
Nederlanders met een volkstuintje hebben vergeten groenten herontdekt. De wortelsoorten Amsterdamse bak, pastinaak, de op asperges gelijkende schorseneren en de snijselderij Zwolse krul groeien in veel moestuintjes weer volop.
Dat meldt het Algemeen Verbond van Volkstuinders Verenigingen in Nederland (AVVN), “Voor veel mensen is het een sport om vergeten groenten in hun tuintje te telen”, zegt woordvoerder Herman Vroklage. “Het is weer eens wat anders dan bonen of koolsoorten.”
Opvallend is dat het aantal vrouwen met een volkstuintje de afgelopen jaren zienderogen aan het stijgen is. “Vroeger was het echt het domein van de man, maar inmiddels zijn er heel wat dames met groene vingers”, vertelt Vroklage, die wel heel duidelijk het verschil ziet tussen mannen- en vrouwen-tuintjes. “Mannen zijn veel fantasielozer. Zij gaan voor productie. Daar is meer sprake van een monocultuur. Ze maken hele vakken vol met kolen of bonen. In de vrouwelijke moestuin staan groenten, bloeiende keukenkruiden en boerenbloemen als dahlia’s en ridderspoor. Dat zijn vaak erg mooie tuinen.”
Lees het volledig artikel in De Telegraaf.