Groenten in potten, de bemesting (de serie, deel 7)

Groenten in potten (7), de bemesting.

Na een tijdje ( 6-8 weken) zullen de planten die u teelt wat extra voeding nodig hebben. Hoeveel en wanneer u daarmee moet starten hangt af van de groenten die u teelt en het groeimedium. Zo zal u voor snijsla of raapsteeltjes in bloembakken niet moeten bijbemesten. Grotere planten die langer in de pot blijven, zoals tomaten en courgettes zullen vanaf dat ze goed vruchten beginnen dragen toch wel wat extra voeding nodig hebben.

Daartoe zijn er verschillende mogelijkheden.
*Strooi samengestelde meststof (een koffielepel per 10 liter grond) op het grondoppervlak. Telkens als u dan water geeft zal er wat meststof oplossen en dieper in de grond dringen.
* Gebruik meststoffen die je zelf oplost in het gietwater. Los nooit meer dan 2 gram per liter op.
Tip : Maak een stamoplossing van 1 kg meststof per 10 liter water en giet hiervan telkens 200 ml in een gieter (inhoud 10 liter) bij het water geven.
*Voor langdurige teelten in pot is het daarenboven aan te raden traagwerkende meststoffen in het substraat te mengen. Meng ongeveer 40 gram in 10 liter potgrond.

Er zijn verschillende types traagwerkende meststoffen
1. Meststoffen die traag werken doordat ze gevat zitten in een half doorlaatbaar laagje. Hierbij komen alle voedingselementen geleidelijk vrij gedurende een aantal maanden. Afhankelijk van het type meststof schommelt dit tussen 3 en 9 maanden. Dit zijn meststoffen van het type ‘Osmocote’ of ‘Agroblen’.
2. Meststoffen die traag werken doordat de stikstof onder de vorm van Isodur aanwezig is. de ureumstikstof wordt slechts geleidelijk omgezet naar nitraatstikstof. Dit zijn meststoffen van het type ‘Floranid Permanent’.
3. Meststoffen die traag werken doordat de omzetting van ammoniumstikstof naar nitraatstikstof geremd wordt. Dit zijn meststoffen van het type ‘Entec’
4. Organische handelsmestoffen. Deze werken traag omdat de organische stof geleidelijk in voeding omgezet wordt door mineralisatie.

*Voor wie dit allemaal te omslachtig vindt : Er is ook speciale vloeibare meststof voor de bemesting van moestuingewassen. Deze moestuinmest is vloeibaar en kan zelfs als bladvoeding aan het gewas worden toegediend. Geeft zeer snel resultaat. Telkens bij het water geven moet dan de aangegeven dosis bij het gietwater gemengd worden.

Probeer alvast bij de keuze van de meststof ook rekening te houden met de groep waartoe de groente behoort. (Let dus op de N+P+K formule van de gebruikte meststof) De aangehaalde getallen zijn enkel voorbeelden, waarbij vooral de verhoudingen tussen de elementen van belang is.
Bladgroenten : vragen ongeveer evenveel stikstof, fosfor en kalium (bv 8+8+8)
Vruchtgroenten : vragen veel stikstof en fosfor, maar ook extra kalium (bv 8+8+16)
Wortelgroenten : vragen weinig stikstof, maar wel extra kalium (ook bv 8+8+16, maar dan minder toedienen)
koolgewassen : vragen veel stikstof en fosfor en iets meer kalium (bv 8+8+12)

Klik hier voor de lijst van al verschenen artikels in de serie “Groenten in Potten”

Een gedachte over “Groenten in potten, de bemesting (de serie, deel 7)”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.