Tomaten telen (auteur
Luc Dedeene)
|
nachttemperatuur |
dagtemperatuur |
|
Zaaien tot kieming |
22-25°C |
22-25°C |
Tot verspenen |
20°C |
23°C |
Na verspenen |
18°C |
20°C |
Tijdens afkweek |
15°C |
18°C |
Het verspenen kan gebeuren wanneer het eerste echte blaadje te voorschijn komt. Dit is zo'n 14 dagen na het zaaien. Eventueel wachten tot het tweede echte blaadje te voorschijn komt. Wees zeer streng bij de selectie. Plantjes die duidelijk kleiner zijn dan de rest worden niet gebruikt. Ook als de kiemblaadjes wat misvormd zijn levert dit waarschijnlijk slechte planten op. Het verspenen gebeurt in potten met een diameter van 12 cm, gevuld met potgrond voor groenten. Om voetziektes te vermijden moeten de kiemblaadjes na het verspenen nog steeds boven de grond uitkomen.
Plantmateriaal van tomaten opkweken is niet echt makkelijk te
noemen. Toch zijn er een aantal spelregels die de opkweek doen
lukken.
Teel bij een voldoende hoge temperatuur, nachttemperaturen onder de
12°C veroorzaken een groeistilstand. Geef niet te veel of niet te
weinig water, in het ene geval bekomt u een plant met bleek, geel blad;
in het andere geval een gedrongen, donkere plant. Pas de watergift aan
volgens zonlicht en temperatuur.
Door de lange teeltduur raken de voedingsstoffen uitgeput. Geef een
bijbemesting, los daartoe 2,5 g/l kaliumrijke samengestelde meststof op
en geef dit aan de planten telkens u water geeft. Of koop een vloeibare
meststof.
Bij tomaten die in de kas uitgeplant worden, noemt men dit afkweken. U kunt de planten gewoon maken aan de ruimere plantafstand door ze eerst enkele dagen, in de pot naast de voorziene plantplaats te zetten. De watergift wordt wat beperkt, om steviger planten te hebben en de bloei te stimuleren. Tomaten die buiten geplant worden, worden afgehard op de klassieke manier echter niet bij koud en regenachtig weer.
Tijdstip
De planten zijn plantklaar als de eerste tros zichtbaar wordt. Onder glas uitplanten doet u ten vroegste eind april bij zacht weer, zoniet wachten tot begin mei. In een licht verwarmde kas kan geplant worden vanaf eind maart. In open lucht heeft planten voor 20 mei weinig zin. Hou er rekening mee dat tomatenplanten absoluut vorstgevoelig zijn.
Werkwijze
Plant in een opgewarmde grond, dit betekent een minimale
grondtemperatuur van 15°C. Zoniet stijgt de kans op wortel- en
voetziektes. U kunt de grondtemperatuur verhogen door de grondstrook
een tiental dagen af te dekken met plastiekfolie. Streef naar een
plantdichtheid van 2,5 planten per m2. Een te dichte stand veroorzaakt
extra problemen met schimmelziektes. De potkluit moet bij het
uitplanten goed vochtig zijn, want de plant put de eerste dagen hieruit
zijn reserves.
Let er op dat de bovenkant van de potkluit niet bedekt wordt met
kasgrond, daarin zitten nogal wat ziektekiemen die de plantvoet
aantasten. De kiemblaadjes komen ook hier niet onder de grond terecht.
Om het aanspoelen van de grond en de inworteling te bespoedigen gebeurt
het aangieten met water van ongeveer 20°C.
Steun
De planten worden gesteund met touw of stokken In de kas werkt u makkelijk met touwen die bovenin de constructie aan gebonden worden. In open lucht kan u ook met touwen werken, door eerst een houten ophangraam te maken. De touwen worden met een losse lus onderaan de plant vastgemaakt. Ook kunt u de gekende kurkentrekkervormige tomatensteunen gebruiken.
Regelmatig moet de stengel rond het koord gedraaid worden. Om te vermijden dat de stengel breekt bij het indraaien kunt u ook de stengel aan het koord bevestigen met een clips. Clipsen hebben het voordeel dat de plant niet meer kan zakken. Bij groeizaam weer verschijnt er om de week een nieuwe tros op de plant, dit betekent dat er iedere week drie bladeren bijkomen, samen met drie dieven. Dieven zijn okselscheuten die zich bevinden waar het blad vergroeid is met de stengel. Deze dieven worden weggebroken of met een mes weggesneden indien ze al wat groter zijn.
Eenmaal de vruchtjes op een tros zichtbaar zijn is trossnoei een aanrader. Zonder trossnoei is er onderaan de plant veel productie, maar bovenaan valt de groei stil. Trossnoei leidt tot een regelmatige productie Bij vleestomaten laat u maximaal vier tot vijf vruchten per tros uitgroeien. Bij ronde tomaten of trostomaten zijn dat er ongeveer zeven tot acht, afhankelijk van de grootte van de vrucht. U neemt de misvormde vruchten weg, daarna wat nog overtollig is. Bij kerstomaten is trossnoei overbodig.
Bij een goede groei wordt in de kas ten laatste 10 augustus getopt, het groeipunt wordt uitgenepen boven de laatst bloeiende tros. Deze vruchten kunt u dan oogsten begin oktober. Er verlopen ongeveer zes (zomer) tot acht (later op het seizoen) weken tussen de vruchtzetting en de rijping van de vrucht. In open lucht toppen na vier of vijf trossen, of ten laatste eind juli.
Enkele weken na planten kunt u de onderste vier blaadjes
verwijderen.
Het is heel belangrijk dat de vruchten niet constant door felle,
rechtstreekse zonnestralen beschenen worden. De vruchttemperatuur
loopt hierdoor zeer sterk op met als gevolg dat delen van de vrucht bij
het rijpen groen blijven. Dat de bladeren weg moeten om de
vruchten beter te doen rijpen is niet helemaal waar. Niet zozeer licht,
maar wel temperatuur doet vruchten rijpen. Pas vanaf september heeft
het zin de trossen bloot te maken om de extra zonnewarmte te benutten.
U kunt wel steeds blad verwijderen tot onder de op dat ogenblik
rijpende tros. Op die manier is er tussen het gewas een luchtiger
klimaat. Bij zeer sterke groei, als door het vele blad de vruchten niet
meer zichtbaar zijn kunt u tussenin enkele bladeren wegsnijden.
Tomaten zijn zelfbestuivend. Het stuifmeel dat loskomt van de meeldraden blijft kleven aan de stamper van dezelfde bloem. Stuifmeel losmaken kan kan door te tikken tegen de bloemtros rond de middag. 's Morgens is het stuifmeel nog te vochtig en komt het niet los van de meeldraden. Op een warme dag in de namiddag zal het stuifmeel wel loskomen, maar blijft niet kleven aan de stamper van de bloem omdat die ondertussen te droog geworden is. Om de andere dag trillen is voldoende
Als de planten regelmatig nat worden zijn de vruchten ruwer
zijn en is de kans op schimmelziektes groter. Geef dus water
onderaan, per plant of per rij, niet over de volledige
grondoppervlakte. Zo vermijdt u een te vochtig klimaat (zie water geven
blz000).
Bedenk dat de hoeveelheid water de productie van de plant beïnvloedt,
maar ook de kwaliteit, hardheid en de smaak van de vrucht. Droger telen
leidt naar kleinere maar smaakvollere vruchten. Te natte grond is
schadelijker dan droge grond. Pas de watergift aan volgens de
weersomstandigheden en wees spaarzaam met water in frissere en
regenachtige periodes.
Oogst de tomaten door met de duim de verdikking tussen tomaat
en tros in te drukken. Zo blijft het kroontje aan de vrucht. Rijpe
tomaten worden bewaard op een koele en goed verluchte plaats. De
optimale temperatuur ligt bij 12° C. Oogst de tomaten als ze rood zijn,
zo komt de smaak volledig tot zijn recht. Rijpe tomaten barsten
gemakkelijker. Vanaf half september kunt u over de buitentomaten een
plastieken tomatenhoes plaatsen om de rijping te bevorderen.
Zodra de temperatuur in oktober lager wordt, worden de resterende, nog
niet rijpe, maar wel volgroeide vruchten geoogst. Deze kunnen dan
binnenshuis bij een temperatuur van 20 °C narijpen. Plaats de tomaten,
afgedekt met papier, samen met enkele rijpe appels of bananen. Deze
geven ethyleen af dat de rijping versnelt.
Lees ook het overzicht meer dan 60 artikelen
over tomaten op deze website
Nog meer over groenten
Boekentip! De Groente- en Fruit Encyclopedie met beschrijvingen van 99 % van alle groente- en fruit soorten en van alle technieken nodig om succesvol groenten en fruit te telen. Winnaar Beervelde Award voor het beste Belgische tuinboek.- "...de compleetste encyclopedie wat groenten en fruit betreft..." (uit De Volkstuin) "...een prima doe-boek..." (uit Nest). Klik hier voor meer info en talrijke recensies over dit boek © Copyright Luc Dedeene (Contact) & Plantaardig.com (1998-2011) Alle rechten voorbehouden.
|