Categorie archieven: Teelttechniek

Nog eens een droge aprilmaand? 20 teelttips bij droogte in de moestuin.


Weinig regen in het vooruitzicht de eerste tien dagen, het lijkt wel een herhaling van april 2007 en April 2009 en april 2011. Komt er zo bijna om de twee jaar een warme aprilmaand? Plaatselijk is het zeer droog, vooral in de groentetuinen op lichte grond (zandgrond). De volgende dagen komt er regen aan, maar slechts een beperkte hoeveelheid en zeer verspreid. De kans is dan ook groot dat de tuin in relatief droge toestand blijft de komende tien dagen.

Bladgroenten in de tuin zoals spinazie en slasoorten en ook de radijzen kunnen best eens een extra gietbeurt krijgen.

Bij de erwten, tuinbonen, aardappelen, ajuin, broccoli, bloemkool die al een tijdje in de groei zijn kunnen we nog eventjes de kat uit de boom kijken. Voor die groenten kan je het weekend afwachten, en hopelijk valt er in uw tuin dan wat regen. Valt er slecht een paar liters, dan zal, naarmate deze groenten in bloei komen of het oogststadium naderen een gietbeurt zich binnenkort toch opdringen.

Maar misschien bent u pas onlangs met de groentetuin begonnen. Groenten die nog niet lang geplant of gezaaid zijn hebben nog te weinig wortels om het vocht uit de diepere lagen te halen. Eén extra gietbeurt kan hen al vooruit helpen. Maak zeker niet de fout te veel en in te kleine beurten te gaan gieten.

Hebt u nog nog één en ander te planten of te zaaien? En is de grond toch wel droog? Dan zijn de 20 tips bij droogte in dit artikel zeker nuttig. Ze werden ook al aangevuld met tips van lezers.

( Archief : april 2007 : Het is  niet zo erg als in april-mei  van twee jaar geleden, want in april 2007 viel in België en Nederland geen druppel neerslag. Toch is er ook nu hier en daar droogte, die in sommige noordelijke regio’s al enkele weken aanhoudt (zoals hier in de Belgische Kuststreek). April 2009 was relatief droog, maar ook warm, en deze tendens zet zich nu in veel regio’s verder. De felle oostenwind van de laatste dagen zorgt ervoor dat de planten heel veel verdampen. April 2011: Uitzonderlijk zacht, zeer droog en zeer zonnig)

Hoe pakt u deze droogte aan in de moestuin? Laat het weten in de reactiebox onderaan het artikel. Er zijn al heel wat interessante tips van lezers in het artikel opgenomen.

Je kan het planten of zaaien even uitstellen  tot er een weersverandering optreedt. Maar je kan natuurlijk niet blijven wachten. Sommige plantjes zijn misschien te groot aan het worden, en sommige teelten zijn op het einde van hun ideale zaaiseizoen.

 

Vandaar deze twintig tips voor wie tijdens een droge periode toch aan de slag wil.

  • Voer de grondbewerking, voor zover deze nog niet gebeurd is uit vlak voor het planten of zaaien.
  • Druk na de grondbewerking de grond goed aan, rollen is daarbij een goed idee, anders gewoon met de voet overlopen en aandrukken. Terwijl dit in natte grond te vermijden is, is dit in droogte juist heel goed. Zo kan de vochtaanvoer vanuit de ondergrond verder gaan (dit noemt men de capillaire werking van de grond)
  • Nadat de grond goed aangedrukt is harkt u enkel het bovenste laagje los, net diep genoeg om te kunnen zaaien. Druk nu enkel het laagje grond boven het zaarijtje aan.
  • Vooraleer de grondbewerking uit te voeren, of vooraleer te zaaien of te planten, maak de grond één dag vooraf (niet te) nat. Zo vermijd u dat u een te harde grond (bij klei) of een zandhoop (op een lichte grond) moet bewerken.
  • Vermijd een te diepe grondbewerking, indien mogelijk enkel het bovenste laagje losmaken met de spitvork, zo behoudt u de capillaire werking van de grond.
  • Vooraleer te zaaien giet u water in het zaaigeultje en laat dit bezinken. Daarna zaad afdekken met licht vochtige grond.
  • Op pas gezaaide groenten water geven met een fijne druppel, zo vermijdt u structuurbederf (korstvorming) van het bovenste laagje.
  • Ook goed om korstvorming te vermijden is pas gezaaide groenten afdekken met een doek of jute(zak). Hierop water geven en regelmatig controleren op vochtigheid onder het doek. Enkele dagen voor de kieming het doek verwijderen. Afdekken van pas gezaaid goed met gaatjesfolie of agryldoek kan ook uitdroging voorkomen.
  • Onthoud de leuze : wie water geeft moet blijven water geven. Eénmaal water gegeven na het zaaien moet u blijven doorgaan, tot er regen valt, anders loopt u het risico op uitdrogen van het kiempje.
  • Geef in deze periodes van lage luchtvochtigheid  ’s avonds water. Het nadeel dat het gewas langere tijd nat blijft, weegt hier niet op tegen het feit dat de grond langer de tijd krijgt het water op te nemen.
  • Groenten planten gebeurt ook best in een vochtige grond. Water geven de dag voor het planten tot de grond weer licht vochtig is indien nodig. Giet water in ieder plantgat en vul na het planten aan met een licht vochtige grond. Daarna de planten aangieten in het plantgat. De volledige plantoppervlakte water geven is niet nodig in het begin.
  • Na één maal goed aan te gieten wacht u best iets tijd om water te geven. Pas als de grond rond het onlangs geplante plantje droog is, giet u nogmaals aan. Het plantje moet ook de tijd hebben om zelf zijn vocht te zoeken en zo een sterker wortelstelsel te ontwikkelen.
  • Dagelijks water geven in de moestuin is af te raden. Geef voldoende water in één keer, met een fijne druppel. Geef desnoods op één avond twee keer water, met een tussenperiode van één uur. Wacht daarna meerdere dagen tot de grond weer te droog dreigt te worden. Dagelijks water geven veroorzaakt zwakke planten met een te klein wortelstelsel.
  • Ook het groeistadium van de plant is belangrijk, planten in het oogststadium moeten meer water krijgen. (Denk aan aardbeien, spinazie, slasoorten, radijs en vroege bloemkool en broccoli)
  • Zorg ook dat het potkluitje van het plantmateriaal voldoende vochtig is (water geven voor het planten)
  • Pas geplante planten met losse wortel dekt u (niet meer) dan twee dagen af met één velletje krantenpapier.
  • Als je water gegeven hebt aan al langere tijd geplant gewassen, schoffel de grond dan de volgende dag. Maak enkel de bovenste millimeters van de grond los. Dit los gemaakte laagje beperkt de verdamping van de ondergrond
  • Mulching, waar mogelijk is ook een goed idee. Dit kan met een fijn laagje compost, of een dun laagje grasmaaisel.
  • Groenbemesters worden best tijdig afgemaaid om zo het verder uitzuigen van de grond te vermijden.
  • Dit is een lijstje met tips voor de droogte. Maar dat is ondertussen al flink aangevuld. Er werden immers al heel wat tips opgestuurd naar lezersbijdrage@plantaardig.com.
    Deze zijn hieronder gepubliceerd. Je kan nog altijd blijven opsturen naar het bovenstaande mailadres, of je kan gewoon rechtstreeks jouw reactie typen in de commentaarbox hieronder. Alvast bedankt!

     


    Reacties

     

    Jan schrijft op zijn website Jan’s moestuin volgende tips

    Elke keer na het water geven probeer ik zo snel mogelijk te schoffelen. Ik maak dan een isolerend laagje op de bovengrond, zodat de ondergrond minder uitdroogt.

    Een andere truc tegen de droogte die ik toepas is het afdekken met oude vitrage, dat gaat de verdamping tegen, zorgt voor een iets lagere temperatuur overdag en voorkomt vraat door duiven. Ook pas uitgeplante planten krijgen een minder grote overgang met afdekking van vitrage.

    Mijn advies is om niet te vaak water te geven en geef vooral veel in een keer. Krab eens in de grond met een stokje om te kijken hoever het water is doorgedrongen. Vaak valt dit zelfs na een half uur water geven nog erg tegen. Je kan op de website van Jan nog veel meer lezen over moestuinieren in de tweede helft van april.

    Nella schrijft

    Als je jonge plantjes uitplant in een droge periode is het handig om gaas op een frame te nieten, dit frame over de jonge plantjes te leggen en over het frame een katoenen lap (b.v. met knijpers vastzetten) vast te maken. Dit beschermt de plantjes enigszins tegen uitdrogen. Ik maak frame’s van ongeveer 60 bij 1 meter, die zijn goed te hanteren. Een leuke bijkomstigheid is dat je zo ook de kippen ervan weerhoudt om in zo’n bedje te gaan krabben. Ook over zaaibedden die ik water gegeven heb zet ik vaak zo’n beschermend frame.

    Robert schrijft

    Ja ik heb het ook moeilijk met deze droogte en dit zoals vele andere. Dagelijks water geven behoort tot onze taken en een bijkomende factor is dat het zeer zware kleigrond is, de grond barst van de warmte en en de droogte, eens gieten is blijven gieten en nu met de harde noordoosten wind is het veel slechter.

    Maar allee het loont de moeite we kunnen volop sla eten(serre)en de buren profiteren er ook van.

    Andere groenten(buiten)komen ook tot hun recht(spinazie,struikbonen,radijzen,bloemkool,witte-,groene kolen,ajuin,look,sjalotjes,bieslook en meer andere groenten komen tot hun recht.

    de heer Kolk schrijft

     

    Tijdens de huidige droogte doe ik veel onkruid wegnemen, dat nu snel opkomt, maar als je het uittrekt ook snel verdroogt en dus niet weer aanslaat.

    Erik schrijft

     

    ik tracht de droogte te bestrijden door een laag compost tussen de planten aan te brengen

    Hanneke schrijft

     

    Wij hebben in onze tuin een waterput laten slaan van zo’n 25 meter diep en door de hele tuin een beregeningssysteem ( www.aukekoops.nl) aangelegd die onze beplanting/grasmat én moestuin voorziet van grondwater. Het is een éénmalige investering maar het idee dat er geen schoon drinkwater aan te pas komt vind ik een goede zaak én de sla en aardbeien hebben er nog nooit zo mooi bijgestaan, ondanks de droogte.

    Bij de moestuin hebben we ook nog een wat kleinere put laten slaan, waar een handpomp op zit. Prima water voor de moestuin……

    Hennie schrijft

    a:jaarlijks goed bemesten
    b:alles op rijen zaaien en poten
    c:veel licht schoffelen

De groentetuin in april : plantjes kopen?

Dit artikel gaat over de verschillende aandachtspunten bij de aankoop en het uitplanten van groenteplanten. groenteplanten  collage

Het lenteweer bracht een grote drukte op gang in de tuincentra deze week. In de afdeling groenteplantjes is het assortiment aangevuld. Bij mijn bezoek aan het tuincentrum werd ik aangesproken door een dame die mij vroeg “of die slaplantjes al buiten kunnen geplant worden??”

Ik vond het dan ook een goed  idee om even het aangeboden vroege assortiment  van groenteplanten één voor één te bespreken en de verschillende aandachtspunten bij de aankoop en het uitplanten de revue te laten passeren. Sommige groentesoorten zijn inderdaad op hun best als ze zo vroeg mogelijk geplant worden. Maar er zijn ook groenten die nu beter nog niet geplant zouden worden, of in ieder geval in beperkte hoeveelheid.

Perspotjes

Niet laten uitdrogen.
Zowat alle groenteplantjes worden momenteel aangeboden in perspotjes. Laat perspotjes, tijdens het afharden, niet helemaal droog worden. Dit is nefast voor de gezondheid van de wortels en ze zijn moeilijk te herbevochtigen. Enkele uren voor het uitplanten laat je de perspotjes voldoende water opzuigen door ze een kwartiertje in een laagje water te plaatsen.

Voldoende diep planten
Plant, de perspotjes zodanig dat ze volledig in de grond zitten. Perspotjes die boven de grond uitsteken, zullen bij zonnig of winderig weer zeer snel uitdrogen.

De eerste week moet het perspotje immers steeds vochtig blijven omdat er nog niet voldoende doorworteling is.
Dit kan enkel door

  • de perspot water te laten opzuigen
  • door voldoende diep te planten
  • door na het planten aan te gieten zodat de tuingrond goed aansluit tegen de perspot.

Afharden

Zijn de plantjes pas geleverd aan het tuincentrum of worden ze te koop aangeboden in de kas van het tuincentrum, dan is het best alle groenteplanten nog even te laten afharden vooraleer uit te planten. Dit schept de gelegenheid om het blad en stengel sterker te maken.

Waarom afharden?
Deze groenteplantjes zijn opgekweekt in de kas. Dat betekent dat ze een vrij constante opkweektemperatuur en regelmatig water gekregen hebben. Dit maakt dat, als je ze direct uitplant in de groentetuin, ze een sterke klimaat- en vochtschok zullen ondervinden. ‘s Nachts kan de temperatuur nog flink dalen, overdag kan de oostenwind en de zon voor een sterke verdamping zorgen. Dit kunnen de nog zachte ‘serreblaadjes’ nog niet zo  goed aan. Ook al omdat de plantjes allemaal afzonderlijk komen te staan en geen bescherming hebben van de buurplantjes zoals dat tot voor het uitplanten het geval was. Met andere woorden : er is geen beschermend microklimaat meer. Tot slot is het zo dat bij het uitplanten de perspotjes uit elkaar gehaald worden en zo de wortelgroei voor korte tijd verstoord wordt.
Heel wat veranderingen dus voor die kleine plantjes. Dit alles samen zorgt zeker en vast voor een al dan niet kortstondige groeistilstand. Door af te harden kunnen we de overgang minder bruusk maken en de groeistilstand alvast minimaliseren

Hoe afharden?
Het is dus goed de plantjes  een tijdje in hun potjes of bakjes te laten en nog enkele dagen in open lucht, op het terras of op een andere ietwat beschutte, maar wel zonnige plaats te laten afharden. Zo worden de planten gewoon aan de lagere nachttemperaturen en de blaadjes worden steviger. Bij het uitplanten zijn ze dan minder gevoelig voor koude en overmatige verdamping. Door het afharden zal ook de kleur van de blaadjes donkerder groen worden of zullen de plantjes een lichte, paarse verkleuring vertonen. Deze paarse kleur is afkomstig van de kleurstof anthocyaan die bij lage temperaturen minder vlot getransporteerd wordt doorheen de plant.

Spitskool afharden
Voor : let op de bleekgroene stengel van de plantjes Na vier dagen afharden : lichte paarse verkleuring op de steel en een paarse schijn op de blaadjes.
spitskool_plantjes_voor afharden spitskool na afharden

Slaplantjes

Er is dikwijls keuze uit een ruim assortiment : rode eikenbladslaKropsla, Lollo Rossa, Lollo Bionda, Rode eikenbladsla, Groene eikenbladsla, Batavia en ijsbergsla.
Al deze slaplantjes kunnen vanaf begin april in open lucht geplant worden, zonder gevaar op vorstschade. Een graadje nachtvorst zal de plantjes niet vernietigen, hoogstens het oogsttijdstip wat verlaten. Daarom, om een zekere spreiding in de oogst te hebben, kan je op hetzelfde moment ook enkele plantjes onder een klein tunneltje of in de koude bak planten. Denk er ook aan dat de groene slasoorten sneller groeien dan de rode slasoorten.

Lollo rossa geplant Plant, in tegenstelling tot de kasteelt, de perspotjes voldoende diep. Zo vermijd je dat op een sterk drogende dag de perspotjes op één dag droog staan. De plant kan in het begin immers nog geen vocht uit de omliggende, vochtige grond halen. Voor zowat alle slasoorten is 30 cm tussen en in de rij een goede plantafstand. Vermijd uitdroging in het begin, geef water indien nodig.

Het is nu zeker en vast een goed moment om sla te planten in de moestuin. Reken ongeveer 6 weken vooraleer je de eerste, nog  jonge kropjes,  kan oogsten. De oogst kan dan ongeveer twee weken doorgaan, daarna is er kans op opschieten. Daarom dat het goed is telkens, om de twee tot drie weken, nieuwe slaplantjes in de tuin te zetten.

Spitskool

Lente-kool
spitskool plantjesApril is zeker en vast een goede maand om spitskool te planten. Deze snel groeiende lente- en zomerkool heeft een zachtere smaak dan de andere sluitkolen. Spitskool is dan ook goed bruikbaar in zomerse gerechten, gestoofd in de wok, of rauw in salades.

spitskool diep planten spitskool diep planten2 Diep planten
Spitskool vormt  een vrij lange stengel. Grote planten worden dan ook diep geplant. Het “hart” (= groeipunt) van de plant blijft echter altijd boven. Spitskool mag iets minder ruim geplant worden dan de andere sluitkolen. 50 cm tussen de rijen en 40 cm in de rij is een goede afstand.

spitskool oogst2

spitskool oogst Oogst
De vroege geplante spitskool kan al eind juni geoogst worden. Plant niet teveel in één keer, want spitskool is gevoelig voor barsten als die te lang blijft doorgroeien. Dan zijn de kolen ook minder lekker. Je kan in mei nog eens een paar plantjes kopen, om ook in juli nog over spitskool te beschikken. Of je later ook nog spitskool wil planten hangt een beetje af van wat je zelf wil, want spitskool is toch wel een typische vroege groente die in de late zomer wat van zijn charme verliest.

kool insectengaas

Koolvlieg en rupsen

Spitskool is  een koolsoort, wat betekent dat de koolvlieg en rupsen zeker van de partij zullen zijn. Hoe vroeger je de spitskool plant, hoe minder last je er van zal hebben. Koolkragen en insectengaas (foto) kunnen uitkomst bieden, maar je kan ook twee biologische middelen gebruiken: i Conserve (i koolvlieg, rupsen) en i Pyrethrum (rupsen).

Rode kool, witte kool

rodekool plantenOok de andere sluitkoolsoorten worden in april al te koop aangeboden. Toch even opletten hier bij de aankoop. Hou er rekening mee dat de oogst midden in de zomer zal vallen. En dat lijkt nu niet echt het moment om al heel veel kool op tafel te brengen. Daarbij komt dat je deze kolen ook niet lang kan overhouden in de tuin en dat ze al zeker niet geschikt zullen zijn voor de bewaring. De rode kool en witte kool zal snel i openbarsten en kan dus slechts een korte tijd geoogst worden. Wie toch graag rode kool in de zomer wil, kan nu enkele plantjes uitplanten, maar hou de rest voor later. Wil je in de herfst rode kool of witte kool oogsten, of  wil je bewaarkool telen, plant dan half mei (herfst) tot half juni (bewaarkool) nog wat vers plantgoed.
(zie ook i de teelthandleiding rode kool)

Spruitkool

Jawel, ook spruitkool staat begin april al in de rekken. Dit is echt wel heel vroeg. Misschien ben je een echte spruitjesfanaat en wil je in augustus al de eerste spruitjes op het menu. Het is logischer spruitkool te planten in mei (voor oogst september-oktober) of begin tot half juni (oogst november-december en later). Het oogsttijdstip bij spruitkool is echter slechts gedeeltelijk afhankelijk van het planttijdstip. Ook het ras speelt een grote rol. Gelijktijdig uitgeplant, zal het ene ras verschillende weken vroeger oogstbaar zijn dan het andere (late ras). Zie ook i de tekst over teeltspreiding bij spruitkool.

Peterselie

peterselie plantenHet loont zeker de moeite om nu enkele peterselieplantjes aan te kopen. Deze zorgen binnen een goeie maand voor een mooie eerste oogst. En door regelmatig plukken kun je er nog een flink stuk van de zomer van genieten vooraleer ze opschieten. Doordat er meerdere plantjes in één perspot staan moet je de peterselie voldoende ruimte geven, plant ze uit op 30 x 30 cm.

peterselie insectengaas

Geelverkleuring

Peterselie houdt van wat schaduw. Verder heeft peterselie dikwijls last van geelverkleuring door zwakke wortels en wortelvlieg Ook een virus- of bladluisaantasting speelt een rol bij de geelverkleuring van peterselie. Heel veel  moestuinders telen het bedje peterselie dan ook onder insectengaas. Dan heb je extra schaduw en kunnen de bladluizen en de wortelvlieg niet bij de plantjes.

Snijselder, groene selder, bleekselder.

bleekselder plantenIn april bleekselder of knolselder planten is vrij vroeg. Het vroegste planttijdstip is  eventueel eind april. Zo vroeg op het jaar selder uitplanten schept een aantal risico’s. Ten eerste is bleekselder tamelijk vorstgevoelig. Voor het begin van mei planten is dus af te raden.  Groene selder of snijselder verdraagt beter de vorst en kan eventueel al de  grond in. Maar ook dan nog in beperkte hoeveelheid, en enkel voor een vroege oogst. Het is beter in mei (oogst zomer) en juli (oogst herfst) bladselderij te planten. Ook knolselder voor de bewaring planten we beter in mei. Vind je nu knolselderplantjes in het tuincentrum, plant er dan enkele, alleen voor een vroege oogst.
groene selder schotZoals je kan lezen in i de teelthandleiding van selder, moet selder warm opgekweekt worden. Komen de plantjes te vroeg buiten, dan krijgen ze toch nog een koude-inductie met opschieten tot gevolg. Staan de plantjes al een tijdje in het tuincentrum, dan zijn ze ook daar al een tijdje blootgesteld geweest aan de koude.   De selder zal, afhankelijk van het voorjaarsklimaat,  hoogstwaarschijnlijk vroegtijdig opschieten. Vroegtijdig wil hier zeggen : “voor de plant een redelijk hoeveelheid blad gevormd heeft”. Zoals dat vorig jaar het geval al half juni (foto) het geval was met snijselder, aangekocht begin april. Schiet de snijselder in juni toch op, snij ze dan af boven de grond en ze zal opnieuw jong blad vormen.

Broccoli

broccoli plantenBroccoli is echt onmisbaar in de lente-moestuin. Heb je (nog) geen zelf geteelde plantjes, dan moet je er nu echt wat kopen. Eind juni kan je dan de eerste broccoli oogsten. Regelmatig (om de drie weken) opnieuw planten als dit één van je favoriete groenten is, is de boodschap. Ook in volle zomer en in de herfst is broccoli vrij makkelijk te telen, als je de typische koolplagen (koolvlieg en rupsen) in de gaten hebt

In ieder geval een heel gezonde groente!
Zie i de vierdelige reeks over broccoli telen.

broccoli klemhart

Hartloosheid
Het enig nadeel bij het vroeg telen van broccoli en bloemkool is dat er wel eens hartloosheid kan voorkomen. Vorig jaar verscheen er op GroentenInfo nog een i artikel over klemhart of hartloosheid. Dit kan bij eigen opkweek voorkomen, maar ook gekochte planten kunnen er last van hebben. Zo vond ik in één setje van zes planten, twee hartloze planten die dus niet kunnen geplant worden. (zie foto, de  twee plantjes op de houten lat). Broccoli heeft meestal een minder lange stengel waardoor niet zo diep als bloemkool moet geplant worden, maar zoals bij alle koolsoorten is het wel goed te planten met het hart van de plant net boven de grond.

Bloemkool

bloemkool plantjesNog zo’n groente die onmisbaar is als vroege vogel. Bloemkool mag zeker niet ontbreken bij de eerste plantingen in de moestuin en planten in april is dan ook een aanrader. Een vroege bloemkoolteelt lukt op zowat alle grondsoorten en heeft het minste last van koolvlieg en rupsen. De oogst van een planting begin april kan eventueel al eind juni. Bij ongeveer dezelfde plantgrootte doet bloemkool er tien dagen langer over dan broccoli vooraleer er kan geoogst worden. Je kan dus broccoli en bloemkool gelijktijdig planten, zonder alles in één week te moeten oogsten. Bloemkool wordt ruimer (60 x 60 cm) geplant dan broccoli (45 x 45 cm ).

Net zoals bij alle koolsoorten is  wel goed te planten met het hart van de plant net boven de grond, zo vermijd je het
i afdraaien van koolplanten door de wind (artikel en foto’s)

Tien tips bij het zaaien van groenten voor de moestuin

De kiemplantenziekte, omvalziekte (Pythium spp.) kan al eens roet in het eten gooien van de beginnende tuinier die graag zijn plantjes voor de moestuin zelf opkweekt. Het is de meest voorkomende oorzaak van het afsterven van pas gekiemde groenteplantjes. Op de grens van grond en lucht ontstaat er een bruinverkleuring van het stengeltje waardoor het plantje al snel ‘omvalt’. Dit wordt ook wel ‘smeul’ genoemd. De schimmel zal van daaruit verder doordringen naar het jonge (pen)worteltje dat ook bruin wordt. Meestal is dit proces onomkeerbaar. Er is bij de kiemplantenziekte geen typisch kenmerk zoals schimmelpluis. Het enige wat opvalt is de insnoering en bruinverkleuring van het nog jonge stengeltje.

Hoe kan je de omvalziekte bij het zaaien van groenten voorkomen?

Lees het onder deze foto van een komkommerplantje dat  ten prooi viel aan de kiemplantenschimmel.

omvalziekte

  • Werk proper. Zorg voor nieuwe of volledig proper gemaakte potjes en zaaiteilen. Was gebruikte zaaibakjes met detergent en spoel ze daarna af. Restjes grond aan de zaairecipiënten zijn ontoelaatbaar
  • Gebruik gezonde grond. Zorg voor steriele zaaigrond. Gebruik enkel zaaigrond ‘uit de zak’. Geen gebruikte zaaigrond en al zeker geen aarde uit bloempotten of uit de groentetuin.
  • Te nat vermijden. Zorg ervoor dat de zaaigrond nooit te nat wordt. Eénmaal te nat kan je de grond op korte termijn nog moeilijk droog krijgen.
  • Gebruik luchtige zaaigrond. Om een luchtige zaaigrond te bekomen kan je één derde wit zand toevoegen. Zo heeft het per ongeluk te veel water toegediend water geen al te grote gevolgen omdat zaaigrond met zand zeer goed draineert.
  • Geen teiltje eronder. Geef nooit water door het zaaibakje met pas gekieme groenteplanten in een schaaltje met water te zetten. Het laten opzuigen van water langs onder zorgt ervoor dat het snel veel te nat wordt.
  • Water geven voor het zaaien. Heb je de indruk dat de zaaigrond wat aan de droge kant is, geef het voorbereide zaaipotje dan wat water voor het zaaien van de groenten en liefst nog een dag voordien.
  • Een droge afdeklaag. Als het zaaien al in een luchtig mengsel gebeurde dan is dit nog meer belangrijk voor het afdeklaagje. Gebruik ook hier een mengsel van potgrond en zand, of gebruik rivierzand (rijnzand).
  • Vernevelen op de afdeklaag. Na het zaaien en het aanbrengen van een heel dun laagje afdekgrond (ook hier is een mengsel potgrond-zand ideaal) kan je lichtjes bevochtigen met een nevelspuitje (handspuitje)
  • Geef heel veel licht. Plaats de pas gekiemde groenten  bij voldoende licht zodat het stengeltje steviger wordt en minder gevoelig voor aanvallen door de kiemschimmel
  • Maak snelheid. Een snelle kieming is belangrijk, zorg dat de zaaigrond opgewarmd is vooraleer te zaaien en plaats het zaaibakje de eerste dagen bij kamertemperatuur. Het gebruik van bodemwarmte is ideaal.  Afhankelijk van de soort groente breng je het nog net voor de opkomst naar een gematigde temperatuur.

zaaigrond_zand_mengen_collage

Begin april en het tuincentrum staat vol groenteplanten. Daar sta je dan, als één van de vele beginners. Wat meenemen, wat niet?

Gisteren, 7 april, was ik bij een zeer groot tuincentrum. Hectisch! Een medewerker, nog een leerling van mij geweest, vertelde dat de afdeling groenteplanten dit jaar meer succes heeft dan ooit tevoren. Als je er de volgeladen tafels en karren met allerlei soorten groenteplantjes bekijkt, dan lijkt het wel of alles nu de tuin in moet. Is dit wel zo? Enkele snelle notities.

  • Wat kan je meenemen?

Slasoorten, broccoli, bloemkool, snijselder, peterselie, plantajuin, pootaardappelen, peterselie, ajuinplantjes, zomerprei, spitskool. Deze kunnen allemaal zonder gevaar de groentetuin in. Afdekken is niet nodig, maar zorgt nu, met het koude weer wel voor een zekere vervroeging. Vergeet niet om deze plantjes af te harden zoals beschreven in het artikel “De groentetuin in april : plantjes kopen?

  • Voor wat is het eigenlijk nog te vroeg?

Rode kool, witte kool, spruitkool, savooikool. Tenzij je al kolen en spruiten wil oogsten begin augustus is het nu nog te vroeg. Met uitzondering van de spitskool, dit is een typische zomerkool.  Voor de herfstteelt planten we sluitkolen en spruitkool half mei, en het kan ook nog later.Ook voor knolselder en bleekselder is het nog te vroeg. Als ze al niet vervriezen (bleekselder), dan zullen ze door de koude zeer schietgevoelig zijn. Je plant ze best vanaf half mei.

  • Wat kan wel mee, ook al is het nog te vroeg om ze te planten?

Tomatenplanten,  paprikaplanten, aubergineplanten. Deze kan je nog een tweetal weken in de huiskamer houden tot ze na 20 april (als er op dat moment geen te koude nachten zijn) de kas in kunnen. Tomatenplanten en andere vruchtgroenten zijn goedkoper als je ze koopt in een (kleinere) perspot. Als je ze nu koopt kan je ze nog overpotten in een grotere bloempot en zelf verder opkweken. Ben je van plan buiten tomaten te telen, dan is het nog te vroeg om tomatenplanten te kopen, tenzij je een kas hebt waar je ze tot half mei kunt verder opkweken. Twijfelgeval zijn de komkommerplanten en de meloenplanten. Deze planten zijn zeer warmteminnend en groeien het beste weg als ze als jonge plant in de kas komen. Daarbij komt dat ze binnenshuis zeer snel zullen groeien, waardoor ze te groot worden. Enkel nu kopen als je zeer jonge plantjes vindt die je dan zelf nog wat verder opkweekt. Pas begin mei planten.

  • Wat neem je nu zeker nog niet mee.

Pompoenplanten,courgetteplanten, augurken met al 3 echte bladeren, want waar blijf je daar mee tot half mei? En als je ze eerder plant, vervriezen ze misschien wel. Beter een jonge plant kopen begin mei. Die je dan kan “afharden” op de terrastafel. En dan binnen halen als het zou vriezen.

  • Voor wat is het eigenlijk niet het seizoen?

Veldslaplantjes die je nu koopt zullen onverwachts en plots opschieten. Je moet er echt wel op tijd bij zijn om te oogsten. Veldsla is een typische herfstgroente en is eigenlijk geen goede keuze voor het voorjaar. Andijvie, daarvoor lijkt het mij ook nog te vroeg. Andijvie wordt best opgekweekt bij hogere temperaturen en voldoende lange dagen, ook andijvie is een typische zomer-  en herfstgroente. Hetzelfde met knolvenkel, groenlof en radicchio. Hou je best in gedachten voor later. Je kan ze zelfs in augustus nog planten. Maar dan vind je wel geen plantjes meer….

Welke meststof koop ik in de winkel? Tien tips.

organische meststofAls we kijken naar het aanbod in de winkel, dan is de beslissing snel gemaakt. De organische handelsmeststoffen winnen het pleit! Wat een keuze! Het is soms zelfs even zoeken naar minerale meststoffen. Veelal zijn hun verpakkingen veel minder opzichtig.

Er zijn alvast enkele redenen waarom organische handelsmeststoffen in het schap van het tuincentrum in het voordeel zijn:
– Grotere marketingcampagnes.
– Een milieuvriendelijker imago.
– Veiliger in gebruik.

Wat zijn organische handelsmeststoffen?
Dit zijn meststoffen die gemaakt zijn uit een mengsel van divers organisch materiaal. Dit kan zijn kippeverenmeel, beendermeel, bloedmeel, cacaodoppen, enz…
We bedoelen dus niet compost of stalmest die tijdens de winter of in het vroege voorjaar in de tuin gebracht wordt.

Wat zijn minerale meststoffen?
Dit zijn dan al dan niet scheikundige meststoffen die bestaan uit de zuivere mineralen. Ze bevatten dus geen organisch materiaal.

10 keer kiezen.

Eerst en vooral kunnen we stellen dat het goed is van beide meststoffen in het tuinhuis staan te hebben. Afhankelijk van de omstandigheden kun je dan kiezen.

1. Ik wens een meststof met een zeer snelle werking.

–> Kies minerale meststoffen.

Want, het is de bedoeling de groei van de plant snel te herstellen om zo toch nog tot een goede oogst te komen. Als spinazie na de vele regen duidelijk een opkikkertje nodig heeft omdat de voedingselementen zijn uitgespoeld. De tijd om te herstellen is dan beperkt.

2. Ik zou het liefst tijdens de teelt van de bloemkool of prei niet bijbemesten (artikel) Ik wens dus een voorraadbemesting te doen, waar de plant gedurende langere tijd kan over beschikken.

–> Kies organische handelsmestoffen.

Deze meststoffen geven geleidelijk hun voedingsstoffen vrij. De snelheid waarmee ze dit doen is niet altijd gelijk. Vooral het bodemvocht en de bodemtemperatuur bepalen dit. Uiteindelijk zal ook op het einde van de teelt nog voeding voor de plant vrijkomen.

3. Ik ben niet zo precies in de omgang met meststoffen, ik durf nogal eens met de natte vinger bemesten.

–> Kies dan organische handelsmeststoffen.

Want, ook bij een eventuele overdosering zal je bij pas uitgeplante jonge plantjes of jonge zaailingen geen schade (lees : verbranding van de jonge worteltjes) veroorzaken.

4. Ik wens zoveel mogelijk voedingselementen voor een zo laag mogelijke prijs?

–> Kies dan minerale meststoffen

Want, de prijs per kilogram ligt lager. En de percentages aan voedingselementen zijn veelal hoger. Voor hetzelfde geld kunt u een grotere oppervlakte bemesten. Voor iemand met een kleine tuin valt het prijsverschil eigenlijk nog mee.

5. Ik wens een bemesting te gebruiken voor een vroege teelt, zoals vroege sla of bloemkool, broccoli. Ik plant in maart, op een relatief koude grond.

–> Kies dan minerale meststoffen.

Want, in de koude bodem zullen de minerale meststoffen onmiddellijk hun werking uitoefenen. Voor meer details, zie ook dit artikel over bemesting van de vroegste teelten.

6. Ik heb een vermoeden dat de zoutconcentratie in de kas te hoog dreigt op te lopen. De kieming van vroege wortelen of in het najaar, de veldsla, verloopt minder goed dan voorheen?

–> Kies dan organische handelsmeststoffen.

De hoeveelheid overtollige voedingselement in deze meststoffen is beperkt. Dus zal de zoutconcentratie niet zo snel stijgen. Voor meer details, zie ook dit artikel over de zoutconcentratie in de serre.

8. Uw tuin is door omstandigheden arm aan voedingselementen, het tuintjes is immers nog niet lang in gebruik. En er werd al heel lang geen compost of stalmest gebruikt.

–> Kies dan ook voor een gedeelte aan minerale meststoffen.

Gebruik de helft van de bemesting met minerale meststoffen. De grond heeft geen reserve aan organische materiaal. We kunnen dus niet rekenen op de mineralisatie van organische stof. Waardoor de grond geen buffer aan voedingselementen bevat. De minerale meststoffen zorgen voor de snelle aanvulling van deze buffer. Hier is het natuurlijk de boodschap zo snel mogelijk de organische stof in de bodem aan te vullen.

9. Ik heb een tuin met een rijke grond  door de jarenlange voorgeschiedenis van compost of stalmest.

–> Kies een lagere dosis minerale meststoffen.

Heel veel voeding zal vrijkomen door mineralisatie. Eigenlijk neemt de organische stof in de bodem de taak van de organische handelsmestoffen over. Een kleine dosis minerale meststoffen zorgt ervoor dat ook bij minder goede groeiomstandigheden de plant over voeding kan beschikken.

10. Ik teel geënte tomaten, deze planten hebben op regelmatige basis veel voeding nodig.

— > Kies dan voor minstens de helft aan minerale meststoffen.

Zo kan je de eventueel de te trage (of te geringe) aanvoer (omzetting) vanuit de organische meststof op te vangen.

Vroeg groenten telen zonder kas.

Plastiekfolie en vliesdoek helpen de vroege moestuinder.

folie of vliesdoek?Wie al vroeg in het voorjaar groenten wil zaaien of planten kampt met twee problemen : te koud en te nat. Dat mochten we dit jaar nog meer dan anders ervaren.

Is het zonder kas dan moeilijk om de groenten te vervroegen en te beschutten tegen regen en kou? Toch niet. De moestuinder gebruikt de twee afdekmaterialen –(gaatjes)plastiek en vliesdoek- op een creatieve manier.
Getuige daarvan zijn deze foto’s genomen op het volkstuincomplex van Gentbrugge, vorig jaar op 1 april.

Er is vast nog meer van dit in de moestuinen van de de Lage Landen. Gebruikt u ook folie of doek op een speciale manier in uw vroege moestuin? Stuur dan een foto van uw creatie, die nu in uw tuin staat, naar lezersbijdrage@plantaardig.com. Dan komt uw foto hier te staan. Alvast bedankt voor uw bijdrage.asperge folie ruggen
1.
De aspergerug is afgedekt met zwarte plastiek, dit geeft extra warmte en vervroeging.

zaaien onder folie
2. Zaai je vroeg in het voorjaar spinazie of sla dan je het zaaibed afdekken met folie.

tunnel aardbeien
3. Een tunnel kan je maken met gebogen PVC buizen en plastiekfolie. Bij aardbeien een veel toegepaste methode. Plaats dan het tunneltje begin maart.tunnel flodderfolie gaatjesplastiek
4. Vroege geplante sla kan je ook in zo’n zelf gemaakt tunneltje planten. Gaatjesfolie (flodderfolie) zorgt er in dit geval voor dat we dan niet iedere dag moeten luchten.

vliesdoek agryldoek moestuin
5. Alhoewel het niet gebruikelijk is, kan je met vliesdoek ook een tunneltje maken. Vliesdoek (agryldoek) wordt veelal gebruikt voor een vlakke afdekking.

minkas groentetuin
6. Deze met plastiek afgespannen houten kaders vormen een mooie miniserre en zijn makkelijk op te bergen na gebruik.

Lidl kas serre
7. Deze kasjes zijn iedere jaar te koop bij een bekende Duitse discounter. Hier gebruikt men ze om de aardbeien te vervroegen.

zwart gronddoek opwarmen vervroeging
8. Zwarte doek zorgt ervoor dat de grond droger blijft en sneller opwarmt. In deze grond zullen de zaadjes of plantjes een snellere start nemen.

koude bak ramen
9. Nog een manier om de afvalberg te verkleinen : recyclage van de ramen in de moestuin.

Info
Voor de bescherming van de vroege zaaibedden en jonge plantjes wordt meestal vliesdoek of (gaatjes)folie gebruikt.
Vliesdoek is duurder en gevoeliger voor scheuren. Maar heeft toch wel wat voordelen, toch zeker als je de afdekking rechtstreeks op de plantjes plaatst. Zo veroorzaakt het minder schade aan de plantjes bij winderig weer. En is er minder gevaar voor verbranding als het dan toch eens een paar dagen warmer wordt. Je kan het dan ook tot veel later in het seizoen op het gewas laten liggen dan folie. Het zou ook enkele dagen voorsprong geven t.o.v. plastiek.
Plastiekfolie is steviger en goedkoper. En het is veel beter geschikt om er kleine tunneltjes of andere constructies mee te maken. Het klimaat onder folie is iets vochtiger dan bij vliesdoek.

Er is vast nog meer van dit in de moestuinen van onze Lage Landen. Gebruikt u ook folie of doek op een speciale manier in uw vroege moestuin? Stuur dan een foto van uw creatie, die nu in uw tuin staat, naar lezersbijdrage@plantaardig.com. Dan komt uw foto hier binnen de 24 u te staan. Alvast bedankt om dit bericht te helpen groeien.

12/04 Een bijdrage van Lenn, hartelijk dank daarvoor!

Beste,

Ik heb al veel van jullie site opgestoken! proficiat trouwens.

ik wil daarom een kleine bijdrage leveren. Ik heb het nieuwe artikel ‘vroege groenten telen zonder kas’ gelezen en wou daar een methode bij toevoegen die jullie ongetwijfeld ook kennen. Tenminste als jullie het met mij eens zijn dat deze methode er bij past. Ik spreek over een soort ‘mini serre’ door middel van een doormidden gesneden fles, die dan over de sla, kool of eens andere groenten word gezet. Vervangt makkelijk een serre. Ik heb zelf een serre maar gebruik deze methode toch nog als ik nu sla buiten plant. Zo groeien de plantjes de eerste weken nog beter en heb ik sneller sla.

Hopelijk ben je iets met de foto’s in de bijlage!


mvg  Melotte Lenn, helchteren

    03/04/2011, een bijdrage van Michiel Dobbelaere uit Oost-Duitsland

(http://dezelfvoorziener.blogspot.com/)
Bedankt voor deze originele tip!

Klik op de foto voor een vergroting!

Michiel schrijft :Hallo,
deze kas uit gerecycleerde dubbelglas ramen wordt na de ijsheiligen afgebroken. Bij strenge nachtvorst wordt zij extra toegedekt met dekens en plastiek. Zo is het bij mij (Oost-Duitsland) mogelijk om vroeg voor te zaaien en verpotten. Komkommers kunnen ook al vroeg in deze bak geplant worden. Nadat de kas is afgebroken kunnen ze verder klimmen langs het gaas dat voorlopig nog aan de ‘nok’ van de serre opgerold hangt.

Groenten zaaien ? Hoe afdekken?

DSC00122

Inleiding

Reeds een paar jaar trachtte ik bij het zaaien, zowel in openlucht, de koude kas of binnenshuis, uit te zoeken welke afdekking van het zaad het beste resultaat gaf.

In de loop van 2007 werden bijna alle zaaibeurten afgedekt met wit zand. Hierbij  ondervond ik zowel bij het zaaien in mijn propagator, koude bak of openlucht, dat de resultaten sterk verschilden. Daarbij was er de grote invloed van de watergift, de dikte van de zandlaag en de weersomstandigheden (regen,temperaturen,zon).

In 2008 echter waren de resultaten van mijn zaaibeurten met een aangepast grondmengsel om de zaden af te dekken dusdanig goed, dat ik het de moeite vind om mijn bevindingen, in de vorm van een artikel, aan de lezer(s) te laten geworden.

Uitproberen – Testen

DSC00117

Begin 2008 had ik, bij zaaien van prei en wortelen (afgedekt met wit zand), in de koude bak goede resultaten terwijl de eerste zaaibeurt van sla in openlucht  daarentegen onregelmatige kieming vertoonde. Zie foto hiernaast

Het artikel van Luc afdekken met potgrond ”, gaf mij het idee om een vergelijkende test te doen tussen afdekken met wit zand en afdekken met een mengsel geraniumgrond + wit zand, om de voordelen van beide componenten te combineren.

Ik had vroeger al testen gedaan met gezeefde potgrond en ook dat was niet altijd goed afgelopen.

Vandaar een zaai-test van 2 rijen eikenbladsla (groen+rood) waarvan één afgedekt met wit zand en een 2de rij afgedekt met een 50/50 mengeling geraniumpotgrond/wit zand.
Het zaaien in open lucht gebeurde op 23/05/08. Zie foto hieronder.
DSC00119

DSC00122

Op 01/06/08 kon ik een duidelijk beter resultaat van de mengeling vaststellen t.o.v. wit zand. Zie foto boven

Een nieuw gelijkaardig zaaibedje met 2 soorten kropsla vertoonde achteraf gelijkaardige verschillen i.v.m. onregelmatige kieming.

Ik besloot toen de rest van 2008 uitsluitend nog af te dekken met het mengsel. De resultaten waren, ondanks de weersomstandigheden van 2008, zonder meer uitstekend.

Weliswaar ging het hier hoofzakelijk over zaaibedden van slasoorten, suikerbrood, andijvie en wortelen.

Het maken van het mengsel potgrond/wit zand.

Voor het degelijk mengen van de geraniumpotgrond met het wit zand, om een gelijkmatige 50/50 mengverhouding te bekomen, is volgende werkwijze aangewezen.

Het mengsel moet goed uitstrooibaar, dus niet kleverig zijn. Ook moet het wit zand, tijdens het uitstrooien met de hand, blijven kleven aan de geraniumgrond en niet door de vingers glippen.

Hoe het mengsel bereiden?

1) Enkele dagen vooraf wordt het wit zand uit de zak uitgestrooid op een pvc mengbodem  zodat het zand in die mate uitdroogt dat het zou kunnen dienen voor een zandloper.

2) Op het moment van het zaaien :

  • De nodige hoeveelheid geraniumpotgrond (licht vochtig in de zak) uit de zak nemen en zeven met een fijne zeef.
  • Evenveel (liters) geraniumpotgrond als wit zand afmeten met een maatbeker. De geraniumgrond lichtjes aandrukken in de maatbeker.
  • Beide componenten goed mengen in een emmertje of kom.
  • Na het mengen zal het (droge) zand zich hechten op de gezeefde, licht vochtige potgrond.

3) Met de hand uitstrooien in de zaaigeultjes van het zaaibed

4) Na uitstrooien, het mengsel in de geultjes zachtjes vlak strijken en aandrukken (bv. met een plankje).

5) Het teveel aan mengsel bijhouden en toevoegen aan een nieuw aangemaakt mengsel bij een volgende zaaibeurt.

Conclusie, de voordelen.

Het gebruikte mengsel blijkt de voordelen van beide componenten goed te combineren:

  • Het zand houdt goed het water op en door de aanwezigheid van de geraniumgrond is er geen korstvorming meer mogelijk van het zand.
  • De geraniumpotgrond verzekert de goede doordringbaarheid van regen en watergiften, droogt minder vlug uit bij zonnig weer en zorgt voor een goede warmteopname van de grond.
  • De geraniumgrond bevat een zeer lichte basisbemesting die onmiddellijk zeer lokaal beschikbaar komt tijdens de gietbeurten (of regenbuien).
  • Beide componenten van het mengsel zorgen ervoor dat onkruidontwikkeling in de rijen duidelijk kleiner is
  • Het concept vereist geen diepe of brede zaaigeultjes maar een zaaigeul zoals gebruikelijk bij zaaien in volle grond.

Bovendien is het mengsel zeker niet duurder geworden door het gebruik van zand. Goede geraniumgrond is allerminst goedkoop vergeleken met wit zand.

Belangrijk is het zorgvuldig aanmaken van een goed uitstrooibaar mengsel zoals hierboven beschreven.

Zaaibakjes
Hetzelfde concept kan gebruikt worden bij het zaaien in zaaibakjes maar dan met een mengsel van zaai/stekgrond en wit zand. Een laagje van 0,5 cm zou moeten volstaan.

Aan de lezer(s) om mijn bevindingen in 2009 te toetsen in de praktijk. Alle commentaar en resultaten van gelijkaardige testen of testen voor andere groenten zijn uiteraard welkom en kunnen meegedeeld worden onderaan dit artikel bij “reacties”.  Uw feedback kunt u het hele komende tuinseizoen  plaatsen.

Zelf een groentebed op worteldoek aanleggen

Ter inleiding

DSC00135 Dit artikel vormt één geheel met het artikel “slateelt op worteldoek“. Daar vindt u ook de talrijke voordelen die verbonden zijn aan het gebruik van gronddoek in de groentetuin. Deze uiteenzetting behandelt één mogelijke methode om het worteldoek-bed op een degelijke manier aan te leggen. Je kan dit groentebed op worteldoek ook gebruiken voor andere teelten mits de afstand en de diameter van de plantgaten aan te passen.

Een zo perfect mogelijke plaatsing van het worteldoek verzekert u van de beste teeltresultaten. Ook omdat het groentebed op worteldoek op het einde van het tuinseizoen wordt verwijderd om het jaar daarna terug te plaatsen, dringt een vlotte en goede werkmethode om dit doek te plaatsen zich op. Vandaar dit artikel…

De eisen waaraan een degelijk worteldoek-bed moet voldoen

  • Het bed moet voldoende vlak zijn (en blijven) om geen ophoping van water te krijgen onder het doek.
  • De afstanden en de grootte van de plantgaten dienen aangepast te zijn aan de soort teelt.
  • De zijwanden (randen) van het bed moeten mooi verticaal afgewerkt zijn. Zo is het mogelijk om het doek zo vlak mogelijk op te spannen.
  • De plantgaten mogen niet uitrafelen.
  • De basisbemesting van de tuingrond moet op voorhand toegediend te worden.

Het worteldoek, hier besproken, is specifiek gemaakt voor het inplanten van slasoorten, andijvie, suikerbrood,…

Het voorbereiden van het doek

Wat is er nodig?

  • Een stuk worteldoek (de breedte varieert volgens merk van 2,00m tot 2,07m). De lengte = de lengte van het bed (de afstand tussen het eerste en laatste plantgat) + 0,80 m.
  • Een gasfles + roofingbrander
  • Een ronde dikwandige buis (buitendiameter 8 cm) voor het inbranden van de plantgaten.
  • Een ronde houten mal (diameter 8 cm) met een opening van 12 mm in het midden.
  • Een rode stift (waterproof) voor aftekenen van de plantgaten op het zwarte doek.
  • Een stuk elastische metsersdraad + 2 zware stenen

DSC00141 De foto toont 5 rijen met elk 16 plantgaten. De afstand tussen de rijen en de plantgaten is telkens 30cm. Het doek is dus (15 x 0,30m) + 0,80m= 5,30m lang. Na plaatsing zal het worteldoek een zichtbare breedte en lengte van respectievelijk 1,6 m en 4,9 m hebben. Daarbij zijn er 16 x 5 = 80 plantgaten beschikbaar.

DSC00143
De foto toont de verschillende elementen die nodig zijn voor het aftekenen en branden van de plantgaten

Werkwijze

  • Het doek wordt uitgespreid op een harde ondergrond. In de lengterichting worden 5 rijen, op 30 cm afstand van elkaar, met de stift uitgetekend  op de kop-uiteinden.
  • Door middel van de metsersdraad worden, met de stift, alle plantgaten met een kruisje aangeduid op het doek.
  • Alle plantgaten worden met de houten mal en de stift afgetekend. Omdat de mal een gat heeft in het center,kan men haar mooi over de eerder aangeduide kruisjes positioneren.
  • Onder het doek wordt een stuk houten plaat (bv. vezelplaat) gelegd op de plaatsen waar men de plantgaten zal inbranden.
  • Met de roofingbrander wordt het uiteinde van de buis voldoende opgewarmd en kunnen normaal gezien, tussen de opwarmbeurten, gemiddeld 4 gaten gebrand worden. De buis zal, zolang ze voldoende opgewarmd is, mooie ronde plantgaten maken, waarbij het uitgebrande deel volledig los dient te komen uit het doek, zoniet betekent dit dat de temperatuur van de buis te laag geworden is.

Best eerst eens uittesten op een stukje overschot van worteldoek om te leren hoeveel er moet opgewarmd worden.

Grondvoorbereiding

Omspitten van benodigde grondoppervlakte

De om te spitten oppervlakte = de zichtbare doekoppervlakte (in dit geval 1,60m x 4,90m) + rondom 30 cm extra.

Basisbemesting

Voor slasoorten is de basisbemesting (voldoende voor minstens 2 x uitplanten in dezelfde plantgaten) als volgt :

– 100 gr/m2 zeewierkalk

– 300 gr/m2 koe-kip-paard gedroogde mestkorrels

– 80 gr/m2  blauwe korrel (12-12-17)

– 45 gr/m2 patentkali (30% + 10% Mg)

update : klik hier om meer info over dit bemestingsadvies te lezen

Inwerken van basisbemesting en egaliseren van de oppervlakte.

De omgespitte grond wordt nu bij voorkeur ongeveer 20 cm diep ingefreesd.

Daarna dient de gefreesde oppervlakte mooi vlak gemaakt worden na een paar keer rollen, teneinde  inzakken van de grond te vermijden in de loop van het teeltseizoen.

Het aanleggen van het worteldoekbed gebeurde  op 16 juni 2008 ;vroeger had dus zeker gekund.

Plaatsen van het doek

Hiervoor zijn nodig :

  • Eén grote dunne (3 mm min.) beschermplaat zoals een kartonnen (Unalit) plaat van 1,25 m x 2,50m om het platte grondoppervlak intact te houden tijdens het plaatsen van het doek
  • een planttouw (metserskoord)
  • een kruiwagen en graafschop
  • een plantspade (zie foto) of ander gereedschap om langs de plantdraad een mooi rechte,diepe gleuf te maken.
  • twee unalit platen (40 cm hoog,ongeveer 70 cm lang,3 mm dik) om langs de zijkanten te plaatsen.

Het plaatsen van het doek *Zie ook de stap-voor-stap foto’s onder deze beschrijving.

Het  planttouw wordt op een onderlinge afstand van 1,60 m uitgezet.

Na het plaatsen van het planttouw (beginnend aan linker-langszijde van het bed) wordt het doek overgeplooid bovenop het bed zodat het planttouw vrij op de grond ligt.

Nu wordt de beschermplaat bovenop het doek, voldoende dicht bij het planttouw gelegd,teneinde de grond te kunnen betreden en met de kruiwagen te berijden zonder de grond in te drukken;

Met de plantspade wordt een mooie diepe en mooi verticale gleuf gemaakt vlak naast de plantdraad. Men doet dit in stukken van 1,5 meter; onmiddellijk daarna duwt men de twee unalit platen (40 cm hoog) in de gemaakte gleuven

Hierna wordt, met een gewone schop, de grond rondom het bed, schuinweg uitgehaald  tot men de unalit platen raakt. De grond wordt in een kruiwagen gedaan.

Hetzelfde herhaalt zich verschillende malen tot men de volledige linkse zijde afgewerkt heeft. Eventueel kan ook de greppel aan de kopzijde van het bed al  uitgegraven worden maar dit kan ook nog later.

Als de linkse langszijde klaar ligt, wordt de eerder overgeplooide worteldoek mooi recht,en goed gespannen in de greppel overgeplooid en onmiddellijk met een verschillende hoopjes aarde(vanuit de kruiwagen)vastgelegd. Met het vastleggen van het kopeinde van het bed wordt gewacht tot alle drie zijden (rechtse langszijde+ voorste kopeinde) afgewerkt zijn.

Op dezelfde manier wordt, in wijzerzin de besproken methode herhaald voor alle zijden van het bed.

Nu volstaat het alleen nog de greppels, rondom het bed, vol te storten met aarde en goed aan te drukken met de voet.

Het midden van de plantgaten aan de zijkanten van het bed bevindt zich op ongeveer 20 cm van de kant, zodat er ruim plaats is om sla te telen aan de buitenzijden.

Stap-voor-stap (klik op de foto’s)

DSC00133

 DSC00135

DSC00136DSC00137   DSC00139

 

Opmerkingen:

*Voor een worteldoek van 2,07 m breed i.p.v. 2,00 m (o.a. te koop bij Makro; 50 €/50m) verandert de afmeting van het bed niet maar wordt er 3,5 cm doek meer langs beide langszijden in de greppel overgeplooid.

*De afgebeelde plantspade is een eerder professioneel type maar kan vervangen worden door een ander(eventueel zelfgemaakt) gereedschap. Het komt erop aan om vlak naast het planttouw een rechte, voldoende diepe(25 cm is minimum) gleuf te maken waarin de unalit platen kunnen geplaatst worden.

*Het beschikbaar zijn van een tweede kruiwagen of ander recipiënt om de aarde in te deponeren kan handig zijn als het groentebed wat langer is.

*De gemaakte plantgaten stemmen overeen met de diameter van de zogenaamde bollenplanter die op de foto’s te zien is.

*De dikwandige buis voor het inbranden van de gaten in het doek is door mijzelf voorzien van een handvat en dus niet verkrijgbaar in de handel.

*Op het einde van het tuinseizoen (november) kan het worteldoek- bed, door losgraven van de zijwanden, opgeborgen worden en het volgende jaar terug aangelegd worden.

Voor voorbeelden en bespreking van de slateelten op worteldoek verwijs ik naar het artikel “slateelt op worteldoek

Een eerste inplanting van uitgedunde slaplantjes is alvast te zien op onderstaande foto(157) genomen op 20/06/08.DSC00157

Deze unieke teelttechniek op gronddoek is zeker en vast toepasbaar voor iedere hobbytuinder! Veel succes!

  • Uw eigen ervaringen en tips bij het plaatsen van worteldoek om groenten te telen in de tuin zijn heel welkom in de commentaarbox hieronder.

Het nut van de koude bak, het jaar rond.

Herman wil u in dit artikel graag overtuigen van het nut en de veelzijdigheid van de koude bak om groenten in te telen. Dit aan de hand van  enkele voorbeelden  zoals sla, wortelen, prei en boontjes. Ook de opbouw van zijn koude bak is de moeite waard om te bekijkenInleiding

Sinds jaren tuinier ik, maar had tot een viertal jaren geleden geen koude kas. Sinds mijn pensioen en de verhuis naar een andere locatie, wou ik op een vaste plaats in de nieuw aangelegde groentetuin een degelijke koude bak opbouwen.

Voordien had ik  een stevig gebouwde koude bak opgebouwd met betonplaten en afgedekt met de goeie ouwe “éénruiters”. Nadelen van deze constructie was de onmogelijkheid om deze bak gedeeltelijk te demonteren én de slechte isolering van de betonnen constructie.

Nu ik meer vrije tijd heb wilde ik, als gedreven knutselaar, iets beter maken.  Zo kwam ik uiteindelijk tot een oplossing die het mogelijk maakt de bak in verschillende modules te demonteren.

Bedenkingen

Na twee jaar intensief gebruik van deze “koude bak”, voor de eerste vroege teelten en de opkweek van plantgoed (voor uitplanting in volle grond), geef ik de voorkeur aan de koude bak boven de koude kas. Dit betekent niet dat de koude kas in het voorjaar overbodig is, maar dat, voor sommige teelten, de combinatie van de beide het meest logisch is.

Inderdaad, met uitzondering van bv. snijsla, oogstbaar vlak na de winterperiode, zijn aan het gebruik van de koude kas voor de vervroegde teelt van allerlei voorjaarsgroenten nogal wat vervelende obstakels verbonden zoals

  • Een vroege groenteteelt in de kas maakt dat er geen mogelijkheid is de kasgrond, kort na de winter te spoelen. (zie in dit artikel  “zoutconcentratie ”)
  • Bepaalde vroege zaaiingen of plantingen zijn soms nog niet oogstbaar als de tomatenplanten klaar zijn om uit te planten. (zie in dit artikel ‘”hoe ziet een ideale tomatenplant er uit?”)
  • Tijdens zonnige periodes in het vroege voorjaar zijn sommige teelten, zoals lente-kropsla, niet gelukkig met de hoge temperaturen in de koude kas. Minder goede kropvorming is daar dan ook wel eens het gevolg van. (zie artikel “liefhebbersteelt van kropsla”)

Ik ken genoeg collega’s hobbytuinders die geen koude kas bezitten en met eenvoudige middelen een vaste of verplaatsbare (eventueel telkens terug op te bouwen) koude bak opbouwden met goed resultaat. Dit vereist eventueel elk jaar wel wat planning i.v.m. de plaats van opbouw en het nodige werk daaraan verbonden.

Ten behoeve van de gedreven knutselaars zal ik, in een later artikel, en als ik foto’s ter beschikking heb, eens de constructie van mijn koude bak in detail uit de doeken doen.

Graag wil ik met enkele voorbeelden van de groenteteelt in koude bak, overtuigen van het nut ervan, om het even hoe deze  bak opgebouwd is.

De opbouw

opbouw koude bak moestuin De  bovenstaande foto geeft ook een goed beeld weer van de gedeeltelijk gedemonteerde voorzijde van de koude bak.

 

  • De totale lengte is ongeveer 5,40m, verdeeld in 3 gelijke segmenten. Elk segment is apart afsluitbaar door een schutsel uit hout of met fijn gaas.
  • De breedte (1,42m) stemt overeen met de maat van de zogenaamde eenruiters (78cm x 145 cm).
  • De hoogte verloopt, omwille van de afvoer van regenwater, van 40 cm naar 35 cm.
  • Alle wanden zijn samengesteld uit tuinhout-planken (met pen en groef) en allemaal individueel verwijderbaar.

 

Het teeltverloop in de koude bak

15/02/08 het spitten en bemesten

 

Na grondig en diep omspitten wordt er bemest zoals volgt :

– 100 gr/m2 zeewierkalk

– 300 gr/m2 koe-kip-paard mestkorrels

– 100 gr/m2 blauwe korrel (12-12-17)

– 30 gr/m2 patentkali (30% K + 10% Mg)

De klaargemaakte grond wordt nu gedurende een paar weken, om op te warmen en te drogen, afgedekt met de glazen eenruiters.

08/03/08 Zaaien en uitplanten van de vroege teelten

 

koude bak met sla, wortelen, prei,

Bovenstaande foto (genomen op 03/05/08) toont de resultaten van inzaaien en inplanten van :

  • gezaaide vroege worteltjes (Mokum) die geoogst werden vanaf 20/05/08 tot 16/06/08.
  • 14 geplante, aangekochte, kropslaplantjes.
  • 10 geplante groene krulslaplantjes
  • gezaaide herfst-winterprei (Mako Star) uitgeplant in volle grond op 11/06/08
  • gezaaide Limax en Sylvesta kropsla;opmerkelijk is hier de slechtere kieming van Sylvesta t.o.v. Limax, wat later, in volle grond, terugkwam als kenmerk. Ook in mijn artikel “zelf kropsla telen” werd dit vastgesteld

20/05/08 De toestand  vandaag

Koude bak, sla , prei

koude bak, peen, wortelen, mokum 

Bovenstaande foto’s geven een zicht op:

  • de jonge preiplantjes (gezaaid op 08/03/08)
  • de ondertussen uitgedunde Limax en Sylvesta slaplantjes (gezaaid op 08/03/08)
  • de bijna oogstbare jonge worteltjes (afgedekt met een net tegen de katten)

23/05/08 Eerste oogst van jonge worteltjes.

Een primeurteelt van wortelen! Vanaf nu tot 16/06/08 kon er regelmatig geoogst worden.vroege oogst wortelen mokum

 

06/08/08 Late zaaitest van struikprincessen (Valdor)

Niettegenstaande het late tijdstip, doe ik toch nog een test van het zaaien van “Valdor” boterboontjes in een afgedekte koude bak. Boontjes in open lucht worden best gezaaid voor 15-20 juli om zeker te zijn van een goede oogst. Door het gebruik van een koude bak kan de groei wat versneld worden en de invloed van koude en natte periodes, die zo nadelig zijn voor bonen, geminimaliseerd worden. (zie ook artikel “de teelt van bonen”). Misschien dat op die manier een later zaaitijdstip dus ook nog kan?

De kieming verliep uitstekend. Of het nog tot volledige oogst zal komen is nog een dubbeltje op zijn kant!

22/10/08 De toestand van de struikprincessen.

struikbonen, boterbonenTot mijn verwondering zijn de struikprincessen zeer mooi opgegroeid en een eerste plukbeurt is nu mogelijk.De planten staan er bijzonder gezond en volop in bloei bij.

Gezien het tijdstip(einde oktober) is verdere ontwikkeling van de gevormde bloemen uitgesloten.Dit was ook te voorzien.

De test toont aan dat de koude bak,mits een vervroeging van het zaaitijdstip met een viertal weken,voor een laatste oogst van struikprincessen,een haalbare oplossing kan zijn.

stambonen, boterbonen

Conclusies

  • Een koude bak een uitstekend instrument om, naast het voordeel van het vroeg telen van groenten in het voorjaar, slechte weersomstandigheden te omzeilen in volle zomer en het najaar.
  • Zaaien in de koude bak en daarna uitplanten vanuit de koude bak is is  een zeer goede teeltmethode (sla, prei, bloemkool…)
  • Het omgekeerde, uitplanten vanuit vollegrond naar de koude bak (bv. uitdunnen vanuit een vollegrond slabed), om de teelt langer te kunnen aanhouden, behoort ook tot de mogelijkheden.
  • Voor wie ook een kas heeft, is de combinatie met telen of opkweken voor uitplanten naar volle grond of kas eveneens een echte meerwaarde.

Zoals steeds zijn reacties, tips of eigen oplossingen, steeds welkom in het speciaal daartoe voorziene hoofdstuk, onderaan dit artikel. Alles kan inderdaad nog beter. Laat het ons weten…

Zaaien in open lucht: afdekken met potgrond?

collage-zaaien
Foto : om optimaal resultaat te hebben bij de afdekking met potgrond is het beter een iets bredere zaaigeul (breder dan op de foto) te maken en die volledig af te dekken met een laagje van bijna één centimeter potgrond. 

Bij professionele biologische groentetelers is dit voorjaar heel wat te doen rond het gebruik van potgrond of fijne compost als afdekmateriaal na het zaaien. Er werd in april een machine beproefd in de biologische uienteelt die het gezaadie rijtje afdekt met potgrond. Blijkbaar heeft het experiment succes, want nu wordt dezelfde machine ook gebruikt om wortelen te zaaien.

Bejo Nederland: Primeur voor biologische uienteelt

Over een nieuwe Gaspardo zaaimachine is een andere machine gebouwd die tegelijkertijd met het zaaien, het zaadje afdekt met potgrond.
Lees verder

Peen zaaien onder compost om onkruid tegen te gaan

In navolging van het laagje compost over uienzaad wordt nu met dezelfde machine ook peen onder compost gezaaid.

Even uitgeprobeerd
Puur toeval, maar nog voor de bovenstaande berichten verschenen experimenteerde ik dit voorjaar met afdekking met potgrond voor de vroegste zaaiingen wortels, uien en spinazie. Niet met het idee van onkruidbestrijding, maar wel om te kijken of op die manier de opkomst kon verbeterd worden.

De ervaringen waren vrij positief.

Lees verder Zaaien in open lucht: afdekken met potgrond?

Rekenblad 2 : Maak zelf uw samengestelde organische meststof

image
Gesteund op het principe van het vorige artikel Rekenblad 1 : Maak zelf uw samengestelde anorganische (kunst)meststof is er nu ook een rekenblad met enkelvoudige organische meststoffen. Zo bootst u ook de veelvuldig in de handel aanwezige organische meststoffen na. U kunt de formule precies uitwerken.

Hoe werkt het ook al weer?

U zoekt de samenstelling N+P+K op van de meststof die u wil evenaren.
U gaat na hoeveel u ervan nodig hebt (in gram).
Al deze gegevens zet u in het rekenblad. En u leest de nodige hoeveelheden van iedere enkelvoudige meststof af.

Daarna weegt u de hoeveelheden af, mengt deze en strooit deze ter plaatse. Het is niet aan te raden mengsels vooraf te maken. Gewoon mengen en direct uitstrooien.

Welke enkelvoudige meststoffen?

Lees verder Rekenblad 2 : Maak zelf uw samengestelde organische meststof

Rekenblad 1 : Maak zelf uw samengestelde anorganische meststof

Probleemstelling
In de handel worden veel verschillende samengestelde meststoffen aangeboden volgens de plantensoort. Dit gebeurt in duurdere kleinverpakkingen. Wat eigenlijk normaal is, want voor die ene druivelaar, die paar tomatenplanten en die zes buxuspotten en enkele m² aardbeien kan je nu éénmaal geen grote hoeveelheden van iedere plantspecifieke meststof kopen. Maar, precies omwille van die kleinverpakking zijn deze meststoffen veel duurder!
Oplossing
Het is mogelijk dezelfde mestof te evenaren met enkelvoudige meststoffen. Daar deze voor alle planten in de tuin, zowel groenten als sierplanten kunnen gebruikt worden wordt het wel nteressant deze te kopen in grotere hoeveelheid (bv zakjes 25 kg).
Maak daartoe gebruik van het rekenblad dat u nu kan downloaden van Plantaardig.com.

Lees verder Rekenblad 1 : Maak zelf uw samengestelde anorganische meststof

Zelf de zuurtegraad meten.

image 

Regelmatig stuurt Cor een gouden tip voor de moestuin in. Zijn leuze om  te schrijven is  “Het leed dat je normaal ondervindt bij het uitproberen kun je met dit artikel wel vergeten”. Meer tips van Cor vind je op Cor’s Tuin en Wijnsite waar hij nauw gezet zijn werkzaamheden in de moestuin bijhoudt.

Zopas heb ik het stukje gelezen dat Luc schreef over de zuurgraad en kalk strooien. Graag leg ik hier dan ook uit hoe ik al jaren mijn grond zelf test op PH waarde. Het is goedkoop en werkt  zeer nauwkeurig.
Voordeel is ook dat ik mijn stuk van bijvoorbeeld bonen apart kan meten. Dat doe ik ook op mijn aardappelstuk, uien enz.

Hoe?
Ik neem hiervoor op 3 of 4 plaatsen een monstertje op het te meten stuk grond.  Je monsters moeten genomen worden op ongeveer 25 cm diepte.
Ik neem ze direct na het spitten.

Neem dit mee naar huis en droog dit even op de kachel.
Ik moet 1 cm te testen grond in een buisje doen en dat gaat alleen maar als ze droog is. Daar doe ik 2 cm gedistilleerd water op zodat ik totaal 3 cm in mijn buisje heb zitten.
Hierbij doe ik een tabletje en schud 1 minuut. Na enkele minuten zakt het zand naar beneden en het water geeft de kleur aan die te vergelijken is met de verpakking. 

Lees verder Zelf de zuurtegraad meten.

Tijd om een onderhoudsbekalking uit te voeren.

Regelmatig moet aan de grond kalk toegediend worden.
Waarom?
Zo houden we de natuurlijke verzuring van de grond tegen. Lichte grondsoorten verzuren sneller dan zware grondsoorten. Gronden die goed voorzien zijn van organisch materiaal (doordat ze regelmatig compost toegediend gekregen hebben) zullen ook veel minder snel verzuren. Afhankelijk hiervan zal er om de twee tot drie jaar een bekalking uitgevoerd worden. Vergeet niet dat ook de grond in de kas of plastiektunnel moet bekalkt worden. Te weinig kalk is immers één van de drie oorzaken van neusrot bij tomaat (welke de andere zijn leest u hier). Ook knolvoet bij kolen komt meer voor bij zure gronden.
Kalk strooien zal de vertering van het organisch materiaal bevorderen en zo de ‘oude kracht’ van de bodem vrijgeven. Ook de grondstructuur wordt beter behouden als er regelmatig bekalkt wordt.

Let op! Wie te kwistig is met kalk loopt wel het risico dat het humusgehalte van de bodem te sterk daalt. Ook zal de opname van andere voedingselementen zoals Calcium en Magnesium dan moeizamer verlopen. Het is dus zeker niet nodig om een grond in goede conditie ieder jaar te bekalken.
Wanneer?
Bekalken gebeurt in het najaar of in het vroege voorjaar. Februari is dan ook een goede periode om een bekalking uit te voeren

Zuurtegraad bepalen?
Twijfelt u aan de zuurtegraad van uw grond? Of is het al een tijdje geleden dat er een bekalking uitgevoerd werd? Laat dan een pH-test uitvoeren. Gespecialiseerde tuincentra kunnen dit dikwijls voor u doen. Deze test neemt heel weinig tijd in beslag. Verzamel grond tussen 0 en 25 cm diepte, op enkele plaatsen in de tuin. Meng deze grond en neem daar een staal van mee naar het tuincentrum. Zie ook het artikel Zelf de zuurtegraad meten.

Hoe?
Bekalken doe je op onbeteelde percelen. Kalk mag niet samen met andere organische of minerale bemesting uitgevoerd worden en mag je al zeker niet toedienen tussen de groeiende planten.
Bekalk de grond enkele weken vooraleer de compost ingewerkt wordt. Denk eraan dat aardappelen geen verse bekalking verdragen. Dit veroorzaakt immers ruwschilligheid of schurft. De kalksoorten en hun prijzen vindt u op deze pagina.

Zeewierkalk.
Moet u noodgedwongen nog een bekalking uitvoeren kort voor een teelt, gebruik dan zeewierkalk, deze kalksoort van natuurlijke oorsprong is gekend voor zijn zachte werking. 

Hoeveelheid
De hoeveelheid kalk die je moet gebruiken wordt best bepaald na een pH-test en is verder afhankelijk van de factoren vernoemd bij het begin van dit artikel. Bij een normale bodemtoestand kan je rekenen op 100 g per vierkante meter. Dit noemt men dan ook een onderhoudsbekalking.

Groenten: opbrengst en kwaliteit door regen (Video RTL)

Het ging al over groenten in de regen, maar het blijft duren. Daarom nog eens deze video van RTL.

Groenten zullen de komende tijd duurder worden. Door het slechte weer van de afgelopen weken is de opbrengst van groenten zoals sperziebonen en erwten een stuk lager dan normaal. Veel akkers hebben het door de vele regen flink te verduren gehad. De oogsten van met name erwten en bonen vallen tientallen procenten lager uit dan normaal. Supermarkt Supermarktketen Albert Heijn waarschuwt via posters dat groenten, aardappelen, fruit en de zakjes met voorverpakte groenten minder lang houdbaar zijn, ook als gevolg van het slechte weer. (Bron : Groenten duurder door vele regenval)

Geef uw groenten een stikstof oppepper

De bodem, en dus ook veel planten, zijn uitgeput. Hier en daar is duidelijk stikstofgebrek waar te nemen ( zie artikel over stikstof). Dit vooral op gronden waar er stortbuien waren en er zich wateroverlast heeft voorgedaan. Met nog wat regen in het vooruitzicht zal een bijbemesting goed uitkomen.

Heel wat gewassen groeien nu minder uitbundig. Naast de lagere temperaturen ligt hier vooral de vele regen aan de basis. Heel veel regen zorgt onvermijdelijk voor uitspoeling van voedingsstoffen.

Het zijn  stikstof (alle grondsoorten, maar meer op lichte grond) en kalium (vooral lichtere grondsoorten) die het makkelijkst uitspoelen. De beschikbare stikstof is dan ook sterk verminderd.
Geen nood, in een bodem goed voorzien van organisch materiaal, een humusrijke bodem dus, zal de stikstof stilaan weer vrijkomen. Mineralisatie heet dat ( zie artikel over stikstof).

Maar ondertussen is er wel een tijdelijke hongersnood voor de plant. Een snelle oppepper kan het leed verzachten en ondertussen de groei al op gang te brengen

Of al dan niet bijbemesting nodig is hangt natuurlijk sterk af van de voorbije lokale weersomstandigheden (hoeveelheid neerslag op korte tijd) en de grondsoort (lichte of zware grond)

Hoe de bijbemesting doen?
Strooi de korreltjes tussen de planten. Zorg ervoor dat er geen meststof op de bladeren komt. Het is goed de meststof niet te ver van de plant te strooien als het een ruim geplant gewas is zoals bloemkool. Beter wat meer meststof dicht bij de planten en minder of geen in de rijen tussen de planten. (Men noemt dit bandbemesting)
De meststof licht inharken bevordert de werking en beperkt de verliezen. Na een bijbemesting is het nodig dat er wat regen valt (en dat schijnt er morgen nog maar weer eens aan te komen) Of dat je de meststof wat inregent, maar dat zal nu wel niet nodig zijn.

Welke groenten vragen om bijbemesting?
Zeker en vast de groenten die duidelijke teken van geelverkleuring vertonen. Maar ook alle groenten die lange tijd veel te nat gestaan hebben.

Alle bladgroenten (sla, prei, selder ….)  kunnen nu wel een oppepper met een stikstofhoudende meststof gebruiken. Streef daarbij naar een bijbemesting met maximaal 500 gram zuivere stikstof per are (100 vierkante meter). Deze dosis is voor gewassen die nog een lange groeitijd hebben en/of die duidelijk verkleuring en groeiachterstand vertonen. Bij alle andere gewassen volststaat 300 gram zuivere stikstof per are (100 vierkante meter) Bevat de meststof 13 procent stikstof (zoals bloedmeel) dan strooien we daarvan 25 to 40 g per m². Gebruik je minerale meststof, dan is kalknitraat (15,5 % N) een snelwerkende meststof. En kan je hiervan 20 tot 30 gram per m² gebruiken. Je kan ook gewoon de samengestelde, al dan niet organische, groentemeststof gebruiken. Het duurt alleen enkele dagen langer vooraleer deze meststoffen hun werking  tonen.

Vruchtgroenten kunnen we nu ook nog  extra voeding geven. Denk daarbij aan de courgettes en de pompoenen. Of de tomaten in open lucht. Hier is het beter niet alle nadruk op de stikstof te leggen. Gebruik een meststof die ook veek kalium bevat.  U kunt een samengestelde, al dan niet organische, meststof gebruiken. Let er op dat er dan zeker zoveel kalium als stikstof in deze meststof aanwezig is.

Wortelgroenten vragen eigenlijk niet veel stikstof. Opletten dus met bijbemesting, het zal op een iets zwaardere grond, goed voorzien van organisch materiaal, niet nodig zijn. Op lichte gronden kan je een kaliumrijke mestsstof toedienen. Maar alleen als de planten er duidelijk verkommerd bijstaan. Als de verkommering dan nog niet te wijten is aan de wortelvlieg.

Peulvruchten. Het lijkt gek maar op sommige plaatsen kunnen de boontjes wat bijbemesting gebruiken. Staan ze wat geel, is de groei er uit, geef dan een lichte bijbemesting. Staan de bonen al in volle bloei en is het gewas volgroeid dan niet meer bijbemesten.

De koolgewassen zijn natuurlijk de grootste hongerlijders. Broccoli en bloemkool en sluitkolen die nog niet aan koolvorming toe zijn hebben na de talrijke plensbuien een bijbemesting nodig. Paarse bladranden zijn een duidelijk teken van stikstofgebrek bij de koolgewassen. Bij spruitkool toch even opletten en de stand van het gewas bekijken. Deze planten hebben immers nog de tijd om te herstellen en de mineralisatie kan de komende maanden nog hoog zijn. Een te weelderig spruitengewas zorgt later voor kwaliteitsproblemen en omvallen van de planten.

Teelt van zes minder gekende groenten

In het vakblad “Groenten & Fruit” verscheen een serie van zes artikelen over minder geteelde groenten. Gewassen die je soms op vakantie leert waarderen en waarvan de teelt bij ons ook goed zou kunnen. Ze zijn geschreven door onderzoeker Kees van Wijk van PPO.
Ook voor de echte groenteliefhebber interessant om te lezen!
Klik op de titels om het artikel te zien op de website van “Groenten & Fruit”.

  • Rechte radicchio is als ronde broertje

    Radicchio rosso geeft kleur aan salades en zorgt voor een herkenbare smaak. De langwerpige versie van deze groente is minder bekend. De teeltwijze van de variant lijkt veel op die van zijn ‘ronde broertje’.

  • Wortelpeterselie breed

    Het blad en de wortel van wortelpeterselie kunnen in diverse gerechten dienen als smaakmaker. Vers worden wortel en blad gebruikt in soep(pakketten), de wortel alleen is lekker in salades en aardappelpuree. Vooral de wortel wordt verwerkt, bijvoorbeeld als gedroogd product in soepen uit pakjes.  

  • Aardpeer: een zoete verrassing

    Aardpeer of topinamboer behoort tot de familie van de composieten. Het gewas is afkomstig uit Noord- en Midden-Amerika. De knollen bevatten veel suikers in de vorm van fructose. Voor aardpeer is toenemende belangstelling als biologisch product, ook de verwerkende industrie legt een hernieuwde belangstelling aan de dag.  

  • Teelt grootbladige spinazie kopie van fijnbladige

    Grootbladige spinazie wordt in België, Frankrijk en Italië geteeld, maar is in Nederland vrij onbekend. Omdat er vanuit de handel in biologische groente vraag naar is, is grootbladige spinazie in Nederland getoetst. De teelt blijkt een kopie te zijn van die van fijnbladige spinazie, op plantgetal en oogstwijze na.          

  • Drie exoten voor Oosterse keuken

    Komatsuna, tatsoi en misome zijn de exotische namen van drie Aziatische bladgewassen. De groenten passen perfect in de groeiende interesse die de consument aan de dag legt voor de Oosterse keuken.

  • Romeinse sla: van korte krop tot lange slungel

    Romeinse sla is een opgaand slatype dat in Nederland steeds meer geteeld wordt voor de snijderij. De oude naam bindsla is verwarrend. Vroeger werd dit slatype dichtgebonden om een geel hart te krijgen, nu gebeurt dat niet meer. De naam Romeinse sla verwijst naar de herkomst en is internationaal meer bekend.

  • Professionele groentetelers beregenen alle groenten

    “Zonder kunstmatige beregening zou hier geen sprake meer zijn van bloemkolen”, zo begon teler A. Vanwalleghem uit Pittem (W.Vl.) gisteren zijn verhaal. “Maar toch lieten we ons, net zoals zoveel anderen in de regio, verrassen.”

    “Weet je, veelal wordt pas in het veld gegaan om het watergebrek te evalueren in de loop van de avond, nadat het overige werk erop zit. Dit seizoen kom je dan wel en dag te laat, het droogproces in de grond gaat zo snel dat die dag je 10 of 20% van je productie kan kosten.” “Veldbezoeken moeten gebeuren in het felst van de zon, dan zie je het best de reactie van de planten.”

    Bloemkolen zijn kwantitatief en kwalitatief erg gevoelig voor de droogte. Maar ook de andere koolsoorten en alle groenten hebben nu kunstmatige beregening erg nodig.” “Dat was trouwens ook al het geval voor de primeuraardappelen. Aardappelen zonder water halen hier de 25 ton per hectare niet, mits beregening komen we nu wel boven de 30 ton. Maandag gaan we rooien, afwachten.” Bron: Bloemkool toch minder productie[AGRI PRESS BENELUX]

    Lees ook :
    *Video : droogte en warmte speelt professionele groentetelers parten.
    *Aardappelen : Temperaturen boven 30 graden zijn heel schadelijk!

    Groenten water geven? Enkele tips.

    De droogte blijft nog minstens 10 dagen aanhouden, voor de meeste groenten is water geven dan ook verantwoord. In sommige regio’s is vorige week nog wat water gevallen, in andere streken viel er ook dan al niks meer. De droogte dreigt dus de schadedrempel te bereiken. Wachten met water geven heeft dan ook geen enkele zin meer. Ook de aardappelen hebben nu water nodig! Eigenlijk zou je best het zaaien of planten uitstellen, tot het regent, maar gezien de voorspellingen zou dit wel eens te lang kunnen duren.

    Indien je nog moet planten of zaaien.
    Maak de grond vooraf (dit betekent voor de grondbewerking) goed vochtig. Na één of twee dagen volgt dan de grondbewerking en wordt er gezaaid of geplant. Wat er ook geplant wordt, de grond moet vanaf het planten tot de eerste regenbui vochtig gehouden worden. Ook wie zaait moet deze maatregelen nemen, maar dan wel nog meer nauwgezet. Hoe je dit aanpakt staat beschreven in het artikel Groenten water geven tijdens of na het zaaien.

    Voor wat er al in de moestuin staat
    Deze tips bij het water geven van de groenten in open lucht.
    – Geef voldoende water per keer, maar veroorzaak geen plasvorming.
    – Geef niet elke dag water (behalve bij pas gezaaide of geplante groenten), maar maak de grond bij iedere watergift voldoende vochtig.
    – Geef best ‘s morgens water, dan is de schok voor de plant het minste groot en droogt alles sneller op
    – Goed ingewortelde gewassen zoals prei, spruitkool, sluitkolen hebben minder beurten nodig, maar wel voldoende per beurt. De grond moet volledig vochtig gemaakt worden.
    – Groenten die in productie komen (boontjes, wortelen, broccoli, aardappelen, wortelen) hebben absoluut water nodig. Ook hier geldt dat de grond per beurt volledig vochtig gemaakt wordt, maar dat je al eens een beurt meer geeft.
    – Ook bij groenten die pas geplant zijn en nog niet de kracht hebben om water dieper te gaan zoeken is beregenen nu aangewezen.
    – Let op met structuurbederf, probeer water te geven met een fijne druppel. Of door geultjes te trekken langs de planten, of door gebruik te maken van gietdarm of druppeldarm die op de grond ligt.
    – Ook bij groenten die pas geplant zijn en nog niet de kracht hebben om water dieper te gaan zoeken is beregenen nu aangewezen

    Hou ook dit in gedachten : “Wie water geeft, die moet dat blijven doen”. De plant raakt een bepaald watergifteregime gewoon en we kunnen dit echt niet meer doorbreken tot de eerstvolgende regenperiode.

    Lees ook het bericht geschreven tijdens de hittegolf van de maand juni : Nu water geven in de moestuin? (Groenten in het Nieuws)

    Geen lente in de groentekas.

    U hebt het misschien al gemerkt: lenterige temperaturen zijn er dit jaar niet in de kas. Normaal halen we bij een uurtje zon deze tijd van het jaar vlotjes 15 tot 20°C onder glas. En dat is voldoende om de vroege (blad) groenten in de serre een mooie voorsprong te geven.
    Het artikel vandaag in HLN bevestigt :

    Somberste februari ooit
    De huidige februarimaand zal waarschijnlijk de geschiedenis ingaan als de somberste ooit. Tot en met de 20ste werden er op het KMI in Ukkel amper 12 uur en 48 minuten zonneschijn opgetekend. Een normale februarimaand levert 73 uur zonneschijn op.

    Tot nu toe staat het record van somberste februari op 1923 en 1966, met allebei 35 uur zon. De voorspellingen voor de komende dagen zien er ook niet rooskleurig uit, zodat de kans groot is dat we dit jaar de 35 uur niet zullen halen.

    Had u gedacht dat het artikel van 5 februari over “Bladgroenten in de kas? Vang de weersovergang op” nu bijna drie weken later nog steeds actueel zou zijn? Inderdaad, voor het weekeind belooft de weersvoorspelling flink wat meer zon. Dat wordt een hevig klimaatcontrast met de voorbije vier weken. Je leest dus best nog eens de tips van het geciteerde artikel.

    Bemesting met stikstof bij vroege groenten vraagt bijzondere aandacht

    Stikstof is een heel belangrijk element voor alle planten. Het stimuleert de bladgroei en zorgt ervoor dat de groenten voldoende omvang bereiken. In het bijzonder de bladgroei wordt er door bevorderd. De groep van de bladgroenten en nog meer de koolgewassen zijn grote verbruikers van stikstof. Het wordt op de verpakking van meststoffen aangeduid met het symbool N en staat als eerste in de rij N+P+K.

    Stikstofgebrek uit zich door een zwakkere groei en verkleuring van de jonge bladeren en scheuten. Zowel een blekere bladkleur als een algemene vergeling van de jonge bladeren kunnen voorkomen. Matig stikstofgebrek is niet zo goed merkbaar, en veroorzaakt enkel een daling van de opbrengst. Het is opvallend dat de typische kenmerken zoals vergeling en groeivertraging heel dikwijls in het (vroege) voorjaar voorkomen. En dit ook op gronden die ieder jaar voldoende organisch materiaal (stalmest, compost) toegediend krijgen. Spinazie die geel verkleurt ongeveer halverwege de teelt is een gekend probleem… Het vroegtijdig uitgroeien van de kool bij bloemkool (“boren”) door gebrek aan voldoende blad komt ook soms voor bij de vroege teelten.

    Wat is de oorzaak van deze problemen?
    Na de winter is er heel wat stikstof van het vorig groeijaar uit de grond gespoeld. Tijdens het nieuwe groeiseizoen komt er opnieuw stikstof beschikbaar door mineralisatie van het organisch materiaal in de bodem. Voor een goede mineralisatie is de bodemtemperatuur en de bodemvochtigheid van groot belang. In het voorjaar is de grond nog koud.
    Hoe rijk aan organische stof uw bodem ook is, tijdens de maanden maart en april is de aanlevering van stikstof door de bodem dan ook heel gering. Ook voor wie bemest heeft met organische meststoffen zal in die periode van het jaar de stikstof niet onmiddelijk beschikbaar zijn.

    Wat kan je eraan doen?
    De vroege teelten van bladgroenten, bloemkool en broccoli krijgen dus best een bijkomende bemesting met minerale meststoffen. Dit beste manier om dit te doen is onder de vorm van een bijbemesting met kalknitraat of kaliumnitraat. Vuistregel is dat er ongeveer een 5 gram zuivere stikstof per m² aangebracht wordt (0,5 kg per are). Geef daartoe twee tot drie weken na het planten een 40 gram kaliumnitraat (bevat 13,5% N). Van de meststof kalknitraat geven we ongeveer 30 gram per m² (bevat 15,5 % N). Kaliumnitraat en kalknitraat hebben het voordeel dat ze direct oplossen als het wat regent (eventueel water geven na de bijbemesting) en dus een zeer snelle werking hebben. Ze zijn ideaal om een bleek gewas snel weer wat kleur te doen krijgen. De samengestelde meststoffen voor de groenteteelt (zoals 12-10-18 of 8-8-12) zijn ook bruikbaar maar lossen wat trager op en zullen minder snel werken. Deze worden dan ook best aan een dosis van 40 gram per m² door de bovenste grondlaag gemengd voor het planten. De aangehaalde hoeveelheden zijn bijkomend en gaan ervan uit dat de grond voldoende voorzien werd van organische basisbemesting.

    Verloop van de mineralisatie
    De onderstaande grafiek illustreert heel duidelijk de grote toename van de stikstofaanvoer door mineralisatie van het organisch materiaal in de loop van het seizoen. De donkergrijze blokjes tonen de evolutie van de bodemtemperatuur (van enkele graden in januari tot 18 ° C in juli en augustus).
    De lichtgrijze blokjes tonen de verdeling van de aanvoer van stikstof door mineralisatie (van 0 % in januari tot 100 % vanaf oktober). Je merkt dat de stikstofaanvoer pas belangrijk wordt vanaf juni.

    Bladgroenten in de kas? Vang de weersovergang op.

    De hele week is de zon al niet meer te zien. Ook in de kas blijft het dan koud en vochtig. Maar ondertussen zijn we in de maand februari aanbeland. Alhoewel februari op de tweede plaats komt wat betreft de laagste buitentemperaturen is dit in de kas helemaal anders. De kracht van de zon is ondertussen fel toegenomen. Wist je dat de zon in februari vijf maal zoveel energie aanbrengt als in december? De dagen zijn langer en de zon staat ook hoger aan de horizon.

    Als het één van de komende dagen zonnig wordt zal er in de kas een grote klimaatsovergang plaats vinden. Nadat de temperatuur een hele tijd niet veel hoger kwam dan 5 tot 10°C overdag zal dit dan plots richting 20°C gaan. Voor groenten zoals veldsla, peterselie, winterpostelein en slasoorten die in de kas staan is dit (tijdelijk) te veel. De wortels zitten in de koude grond en kunnen de plotse verdamping niet bijhouden.

    Daarom dit advies : als een lichtrijke dag voorspeld wordt na een donkere periode, maak dan de eerste dag ’s morgens het gewas nat. Wilt u dit niet doen wegens de kans op aantasting door shimmelziekten, dek dan het gewas de eerste zonnige dag af met krantenpapier.
    Luchten kan ook. Maar doe dit dan wel voorzichtig. Wacht niet tot het 20°C is in de kas om te gaan luchten. Dan is er een te grote vochtschok door koude, droge lucht die binnenkomt. Beter is ’s morgens al de ramen zo’n 10% open te zetten aan de luwzijde. Streef de eerst dag naar een temperatuur van maximaal 15°C.

    Al deze technieken zijn er op gericht de plotse overgang wat te temperen en hoeven dus niet altijd toegepast te worden.

    Lees ook het artikel
    Vorst in de kas eind februari, wat nu?

    Grond, temperatuur en water in de kas

    De trouwe lezer weet dat er op deze website heel wat aandacht besteed wordt aan het telen van groenten onder glas of plastic.
    Immers, wie een tijdje bezig is met groenten telen zal vroeg of laat overwegen om een kas (in Vlaanderen een ‘serre’) te bouwen. Het is een ideale plaats om in het voorjaar plantjes op te kweken. U kan er in de zomer warmtebehoeftige vruchtgroenten in telen. Heel wat groentesoorten kunnen vervroegd of verlaat worden. De aanschaf van een kas vergt ook verhoogde aandacht voor de teelten. Denk aan water geven, luchten, schermen, temperatuur controleren, vorstvrij houden. De enge vruchtwisseling vormt onmiskenbaar een probleem.
    In het vernieuwde artikel ‘Het groeimilieu in de kas’ wordt aan dit alles de nodige aandacht besteed.

    Oude groenterassen contra hybriderassen

    In het artikel ‘De zaadhandel klaar voor een nieuw seizoen’ sprak het tijdschrift moestuin met de vertegenwoordigers van vijf belangrijke Nederlandse zaadhuizen die leveren aan de hobbytuinder. Rob van der Voort van Van Hemert, Chris Douwes van De Bolster, Ton Vreeken van Vreeken’s Zaden, Bauke Beukens van Garant Zaden en Henk van der Wal van de gelijknamige zaadhandel namen deel aan het gesprek. (update : het artikel is niet meer te lezen op de site )

    De discussie van oude tuindersrassen tegenover hybriderassen kwam daarbij ook aan bod. Zoals u weet ben ik persoonlijk voorstander van zoveel mogelijk nieuwe rassen (en dus dikwijls hybriderassen) te gebruiken. Daarbij is de oogstzekerheid de belangrijkste motivatie. Een sterkere groeikracht en resistentie en tolerantie tegen diverse ziekten en plagen zorgen voor meer kans op succes. Natuurlijk zal er ook een opbrengstverhoging zijn, maar dat is voor de hobbytuinder van minder belang. Oude rassen zijn wel interessant indien ze specifieke kenmerken hebben die je niet in de tegenhanger bij de hybriderassen terugvindt. Wie dus variatie wil brengen, zowel wat vorm, kleur al soortenrijkdom betreft kan  kiezen voor oude (vergeten) rassen én hybriderassen. Alhoewel ook binnen deze groep de laatste tijd F1-hybriden op de markt komen. Coeur de Boeuf – tomaten, groene bloemkool, rode spruitkool, allemaal bestaan ze al als hybriden. Het grootste nadeel van hybriden voor de hobbytuinder is de geringe oogstspreiding bij veel vollegrondsgroenten. Hyriden van bloemkool kan je allemaal oogsten binnen de week. Niet zo praktisch als je een zelfvoorziendende moestuin hebt. Wel voor de professionele tuinder die zo een veel betere arbeidsplanning kan maken. En bij de spruitjes  is toch wel leuker als je enkele weken na elkaar steeds opnieuw de dikste spruiten kan oogsten. Uniformiteit is bij spruiten vooral belangrijk bij de machinale oogst.

    Wat de vertegenwoordigers van de zaadhuizen over hybriderassen denken leest u hieronder (overgenomen uit artikel uit De Moestuin, 2005)
    Rob van der Voort

    Nieuwe rassen (hybriden en zaadvast) zijn oogstzekerder dan veel oude rassen,maar ze hebben soms ook een nadeel: alles is in één keer oogstbaar. Oude rassen hebben een onder meer een eigen smaak, kleur en vorm die liefhebbers terecht opprijs stellen. Indien de verschillen tussen nieuw en oud minimaal zijn dan is het beter om voor een nieuw ras te kiezen vanwege de betere resultaten.

    Bauke Beukens

    De belangstelling neemt af, steeds meer moestuinders gaanover op hybriderassen hoewel die steeds duurder worden, ook in vergelijking metde oude, zaadvaste rassen. Lang niet alle hybriderassen moeten in een keer geoogst worden. Bijvoorbeeld van de hybridespruiten op mijn tuin oogst ik maandenlang.

    Chris Douwes

    Het blijft bij ons een kleine markt. Met een oud ras savooiekool, Bloemendaalse Gele, hebben we goede ervaringen. Het ras was bijna verdwenen maar is nu weer volop verkrijgbaar. En terecht, het is een bijzonder lekkere kool.Wat bij ons ook belangrijk is: vinden we een product leuk. Als dat het geval is zijn we gauwer geneigd om het in ons assortiment op te nemen.

    Henk Van der Wal

    Er zit weinig groei in … Het instand houden van oude rassen heeft iets te maken met ideologie maar het is nog maar de vraag of zo’n kleine markt rendabel is.

    Ton Vreeken

    We hebben heel veel oude rassen, de term ‘Vergeten Groenten’ hebben wij niet voor niets gedeponeerd. Wij merken een groeiende belangstelling voor dat soort rassen. In onze winkel hangen meer dan duizend soorten groenten, we timmeren veel aan de weg en halen ook de pers.

    U kunt het volledige interview lezen op http://www.moestuin.nl/ , volgende onderwerpen komen er aan bod : Belangstelling gestegen? Nostalgie naar oude rassen? Toppers in de verkoop? Interactie met de moestuinbezitters?
    Wat is uw ervaring met oude groenterassen tegenover hybriderassen? Laat het weten via de link hieronder Reageren? Vraag stellen?

    Zijn bijen de gewasbeschermers van de toekomst?

    Europa is heel streng als het op erkenning van nieuwe gewasbeschermingsmiddelen aankomt. En met de regelmaat van een klok worden erkenningen van bestaande middelen ingetrokken. Deze evolutie stimuleert onderzoekers om alternatieven te bestuderen. Zo wordt heel wat onderzoek gedaan rond biologische bestrijding met insecten (denk aan sluipwesp-witte vlieg) en de insecten bestrijding met roofschimmels
    Aan de WUR heeft men nu goede resultaten bekomen door bijen te gebruiken als verspreider van het gewasbeschermingsmiddel (in dit geval een biologisch bestrijdingsmiddel, een schimmel)

    De bijen gaan op zoek naar de nectar in de bloemen van de aardbeiplanten, en dat is precies waar de schimmel botrytis normaliter begint te woekeren. De bijen laten op de bloemen een beetje van de schimmel ulocladium achter, die de botrytis in een periode van een aantal weken verdelgt.
    De bijen brengen het bestrijdingsmiddel precies naar de ziektehaard. Dat betekent minder verspilling in vergelijking met bespuiten van de gewassen, waarbij vaak nogal wat bestrijdingsmiddel naast de planten terechtkomt.

    Deze bestrijdingsmethode is ideaal voor de bestrijding van botrytis bij aardbeien. Het is immers geweten dat de start van de vruchtrotaardbeien in de bloem plaats heeft. Dan kiemen de schimmelsporen, afkomstig van de schimmel Botrytis cinerea.
    Deze nieuwe gewasbeschermingsmethode is dus alleen effectief als de infectie inderdaad op de bloem of vruchtbeginsel gebeurt.
    (Artikel gebaseerd op WB – Weekblad voor Wageningen Universiteit en Researchcentrum )