| terug
naar inhoudstafel :
Algemeen voorkomende dierlijke
beschadigers
Emelten
en Kaswittevlieg
LANGPOOTMUG
Emelten
HERKENNING. Emelten zijn de rol-ronde larven van de langpootmug. Ze zijn
20 tot 40 mm groot. De huid van de emelt voelt taai, leerachtig aan en is
grauw van kleur. Het spitse uiteinde is de kop die flink ontwikkelde
monddelen heeft. U kunt deze goed zien. Als de larve schrikt, trekt ze
haar kop terug, maar rolt zich - in tegenstelling tot de aardrups - niet
op. De larve leeft overdag onder de grond. 's Nachts komt ze echter ook
boven de grond en beschadigt met haar bijtende kaken vooral jonge planten.
LEVENSWIJZE. Er zijn verschillende soorten. Onder gunstige omstandigheden
kan de langpootmug twee generaties voortbrengen. In het algemeen komt maar
één generatie voor. De langpootmug ondergaat een volledige
gedaantewisseling. In september legt het vrouwtje tweehonderd tot
vijfhonderd
eieren in groepjes van vijf tot zes stuks. Na tien tot veertien dagen
komen de larven uit. Deze larve vervelt enkele malen. Als de vorst invalt,
stoppen ze met vreten. Ze overwinteren in de grond en gaan in het voorjaar
door met hun schadelijke werk. In juni verpoppen ze zich net onder het
grondoppervlak. Na een pop-stadium van tien tot veertien dagen komt de
imposante mug tevoorschijn. Deze richt geen schade aan. De lege huiden van
de pop staan in grasland rechtop, terwijl ze op alle andere plaatsen op de
grond liggen. 
EMELTEN: LARVEN VAN DE LANGPOOTMUG
VOLWASSEN KASWITTEVLIEG MET EITJES
GEPARASITEERDE (ZWARTE) EN NIET GEPARASITEERDE (WITTE)
POPPEN
SLUIPWESP VAN DE KASWITTEVLIEG
Kaswittevlieg
HERKENNING. De kaswittevlieg (Tiraleurodes vaporariorum) is
een klein vliegje van ongeveer 1,5 mm. De larven zitten aan de onderkant
van de bladeren en zijn wit van kleur. Ze worden vaak ten onrechte voor
eieren aangezien. De echte eieren worden op steeltjes afgezet, zijn 0,25
mm groot en verkleuren van wit naar paars. De larven scheiden honingdauw
af, waardoor de planten kleverig worden. Op deze honingdauw ontstaat
meestal de roetdauwschimmel. Het (schijn)pop-stadium kunt u herkennen aan
de lange stekels op de huid van de larve. Ook de pop is wit van kleur,
tenzij deze door de sluipwesp Encarsia formosa is geparasiteerd. In dat
geval wordt de pop zwart. De schade die de kaswittevlieg veroorzaakt,
bestaat uit zuigschade, honingdauw en het overbrengen van het
pseudo-slavergelingsvirus.
LEVENSWIJZE. Het ei-stadium duurt zeven tot tien dagen. De larve die uit
het ei komt, kan zich één dag verplaatsen. De overige tijd beweegt de
larve zich niet. De larve ondergaat vier stadia, die elk ongeveer drie à
vier dagen duren. Na het laatste stadium volgt het stadium van de
(schijn)pop. Dit duurt ongeveer vijf dagen. Uit deze pop komt de volwassen
kaswittevlieg. Bij een temperatuur van 22°C kan deze twintig dagen leven.
Bij hogere temperaturen verloopt de ontwikkeling sneller en bij lagere
temperaturen langzamer. Tijdens haar hele leven legt een vrouwtje op
tomaat gemiddeld 94 eieren. Op komkommer zijn dat er 175 en op aubergine
285.
BESTRIJDING. * Een biologische bestrijding met Encarsia formosa. Deze
sluipwesp is ongeveer 0,6 mm groot. De kop en het borststuk zijn zwart en
het achterlijf is geel. Zij voedt zich met larven (gastheervoeding) en
legt eieren in grote larven van de kaswittevlieg. De sluipwesp is erg
gevoelig voor bestrijdingsmiddelen. - Voer een chemische bestrijding
uit.
terug
naar inhoudstafel :
Bron
: Ziekten
en plagen glasgroenten in beeld, Ministerie van Landbouw en Visserij, CAD
Gewasbescherming, Wageningen, 1987 Deze
brochure is niet meer verkrijgbaar in gedrukte vorm en wordt daarom
voor zuiver educatieve doeleinden gedigitaliseerd door Dit is het
het deel over algemene plagen bij glasgroenten.
|
