Knolselderij verdraagt weinig vorst. En toch vind je momenteel in de winkel ‘knolselder met groen’. Ook de liefhebber kan tijdens de winter knolselder met groen oogsten. Voor half november worden de knollen gerooid en ingetafeld in een plastieken of glazen kas.
Luc Berden, gespecialiseerd in de teelt van knolselderij. ( Zie ook artikel De vroegste knolselderij ) brengt voor het tweede jaar op rij knolselderij met loof op de markt die afkomstig is van de gekoelde bewaring. Dat is dus de moderne methode.
De ‘oude’ methode gaat als volgt. In de kas graaf je een lapje grond zo’n 15 centimer uit, de bodem ervan maak je goed los. De knolselderij moet je oogsten met de spitvork om wortels intact te houden. De vergeelde en gekreukte bladeren worden verwijderd. Dit gaat het makkelijkst als je de bladeren naar beneden toe en van het hart van de plant weg trekt. Laat 5 à 10 blaadjes op de plant staan. Zet de knollen dicht opeen en maak dat de wortels wat contact hebben met de ondergrond. Strooi dan wat droge, losse aarde tussen de knollen. Sproei daarna water over de planten zodat de aarde mooi tussen de knollen terecht komt. Zolang het niet vriest zal het groen opnieuw schieten. Als je verwacht dat het ook in de kas gaat vriezen moet de kuil afgedekt worden met één laag agryldoek of plastiekfolie. Bij heel strenge en aanhoudende vorst kunnen twee lagen nodig zijn. Controleer regelmatig de knollen, want vanaf februari kan de kwaliteit sterk verminderen door uitdroging.
de vraag is : is knolselderij ook winterhard?