Een landelijk startschot voor het moestuinseizoen kunnen we nu nog niet geven. Te nat in veel regio’s. Zaaien of planten in een te natte grond is af te raden. Enkel dagen zonder regen zijn zeker welkom. En om het drogen te bespoedigen mag het ook wel een graad of tien warmer worden. Zelfs voor de bezitters van lichte, droge grond komt het voorjaar uitzonderlijk laat op gang. Even geduld nog voor velen onder jullie! Alles wat hieronder opgesomd wordt kan ook nog in april. Maar hou je klaar, want als dit jaar het seizoen eenmaal begint, ja dan…
Deze nieuwsbrief brengt u tips bij de vroegste teelten die traditioneel vanaf maart in de moestuin geteeld worden: tuinbonen, erwten, vroege aardappelen, ajuin, sjalot, wortelen, bloemkool, broccoli, spitskool, spinazie, rode biet, radijs en slasoorten. We hebben het daarbij over de grondbewerking, bemesting, zaaien, opkweek van plantjes, kopen van groenteplantjes en leuke tips bij de diverse teelten.
Wens je, net zoals in deze nieuwsbrief, wat meer diepgang en kennis bij het moestuinieren op te doen, overweeg dan eens de aankoop van de Groente & Fruit Encyclopedie. Het is waar, een moestuin is een echt plezier, je kan er echt van genieten, en moeilijk hoeft het niet te zijn. Maar het wordt nog veel leuker als je al doende én al lezend je kennis beetje per beetje kan bijspijkeren. Met wat achtergrondkennis wordt eigen groenten telen nog veel plezanter . Duikt er al eens een probleempje op, dan heb je met de Groente en Fruit Encyclopedie een altijd raadpleegbare vraagbaak bij de hand. Lees nu alle info over de vijfde druk van de Groente en Fruit Encyclopedie.
Ook Tuinman Peter brengt ons deze maand enkele nieuwe artikels. Dit zijn ze. Allemaal stuk voor stuk prachtige artikels. Bedankt Peter om dit te delen met ons!
Aardbeien : onbekende rassen, smaken, kleuren en texturen.
Tuinman Peter brengt ons een superleuk en origineel artikel. Het werd een bloemlezing van te weinig gekende smaken, kleuren en texturen van talrijke bekende maar vooral minder bekende aardbeirassen. Het resultaat van jarenlang kweken, proeven en aantekenen. Geïllustreerd met tientallen foto’s. Lees verder
Oerprei kweken in de moestuin, eenvoudig en veelzijdig.
In dit artikel beschrijft Tuinman Peter zijn teeltwijze van oerprei, een minder bekende alliumsoort. Deze doorlevende groente is voor de hobbytuinder interessant omwille van de gemakkelijke teelt en talrijke toepassingsmogelijkheden in de keuken.
Na de uitgebreide teeltbeschrijving volgt nog een fotoreportage. Lees verder
Zuring, makkelijk in de moestuin, een zoektocht in de keuken.
In dit artikel schrijft Tuinman Peter enkele ideeën over over zuring (zurkel), een ietwat vergeten bladgroente. Lees verder
Zaai nu uw eigen kiemgroenten!
In dit artikel van Tuinman Peter beschrijft hij zijn verschillende teeltwijzen. Dit alles rijkelijk geïllustreerd met eigen foto’s. Je komt er ook te weten welke groentesoorten je zo allemaal kan gebruiken. Lees het artikel en ga daarna onmiddellijk zelf aan de slag! Lees verder
De groentetuin in het vroege voorjaar.
Welke grondsoort u hebt en de waterdoorlaatbaarheid ervan bepaalt of u al dan niet aan de slag kan in de moestuin. Bezitters van lichte en droge gronden (artikel) zijn in het voordeel. Lichte gronden zijn niet alleen droger maar warmen ook sneller op. In volle zomer zijn dit wel de gronden die het snelst onder de droogte te lijden hebben.
Wat er allemaal kan in maart en april :
- Erwten zaaien en planten.
- Rode bietjes zaaien
- Tuinbonen zaaien, voorkiemen en planten
- Spinazie zaaien
- Worteltjes zaaien
- Radijs zaaien
- Aardappelen planten (onder folie tot begin april) Lees ook aardappelen poten en aardappelen, pootgoed snijden.
- Slasoorten planten (onder folie tot half maart) kan ook al.
- Vroege bloemkool planten
- Broccoli planten
- Ajuin en sjalot planten
- Peterselie planten
- Ajuin zaaien
- Zaaien in de kas, voor de plantopkweek : plantjes voor spitskool, sla, bloemkool, broccoli, prei, selder
Zit het weer voorlopig niet mee of is de grond nog te nat?
Geen nood. Het is nog maar half maart en zowat alle vroege teelten kunnen nog de hele maand april opgestart worden. Plantgoed dat klaar is om te planten, maar de grond niet in raakt wordt best beschut tegen de regen om doorweken van de potgrond en uitspoelen van voeding te vermijden. De kans is echter groot dat de zelf opgekweekte plantjes het ritme van dit seizoen gevolgd hebben en best nog een weekje verder opkweken kunnen verdragen. Zijn ze groot genoeg, zet ze dan wat koeler, maar zet ze wel in het licht. Vergeet ook niet de plantjes af te harden. Vooral deze die je koopt in het tuincentrum zijn dikwijls verwend geweest, zowel bij de plantenkweker als in het tuincentrum zelf. Als je na de aankoop deze plantjes onmiddellijk uitplant in de tuin veroorzaakt dit een groeischok. Dus, laat de plantjes eerst nog enkele dagen in hun bakje. Zet ze ergens op het terras maar laat de perspotjes niet uitdrogen.En neem ze enkel binnen, als het zou vriezen de eerste paar dagen na de aankoop.
Na 5-7 dagen kunt u in alle veiligheid de plantjes in de uitplanten. De bladeren hebben ondertussen een waslaag opgebouwd en de steeltjes zijn steviger geworden. Niet alleen de kou, maar ook de wind en de uitdroging kunnen ze nu veel beter verdragen.
Voor wie plantjes wil aankopen in het tuincentrum en graag wil weten waar er op moet gelet worden is het uitgebreide artikel “over groenteplantjes kopen” een absolute aanrader. Je leest er nog meer over afharden en tips bij iedere groentesoort die je nu in het tuincentrum vindt.
Hebt u planten die door het wachten hun groeimedium dreigen te ontgroeien, dan kunt u eventueel ook overpotten in grotere potten. Vooral koolgewassen lenen zich goed daartoe (zie foto hiernaast uit het artikel spitskool telen). Hetzelfde kan je doen met plantjes die je nu koopt maar nog niet wil of kan uitplanten. Dit is zelfs een aanrader om de teelt te vervroegen. Zo kan je straks starten met een grotere plant en een klein beetje achterstand inhalen.
Pootgoed van ajuin of sjalot legt u in afwachting zo koel mogelijk. Net als pootgoed van aardappelen dat je al een tijdje aan het voorkiemen was en waarvan de scheuten te lang dreigen te worden.
Vroeg
Vroeg starten biedt een aantal voordelen. Zo zijn we een aantal veel voorkomende plagen (koolvlieg, wortelvlieg, rupsen en bladluizen) en schimmelziekten te snel af. En hebben we minder last van de droogtegevoeligheid van sommige lichte gronden. Wie vroeger start kan de werkzaamheden (en de oogst) wat spreiden. Nog een geluk dat, als het weer geen al te grote bokkesprongen maakt, ook de plagen dit seizoen wat later zullen zijn.
Grondbewerking.
Bewerk de grond niet als deze nog te nat is. Controleer in ieder geval goed de vochtigheid van de grond vooraleer je aan de slag gaat. Neem wat grond in de hand en knijp het samen, lekt er water uit, wacht dan nog wat met de grondbewerking. Wie te natte grond bewerkt veroorzaakt structuurbederf waardoor de plantengroei achteraf sterk gehinderd wordt. Ook in april kan je nog starten met de hierna opgesomde teelten! Wat je, bij aanvang van een mooi-weer periode, wel kan doen is de grond oppervlakkig open breken. Dit bevordert het opdrogen van de grond. Indien er groenbemester moet ondergewerkt worden, er veel onkruid staat, of als je veel stalmest wil inwerken is spitten nodig. Heb je de grond tijdens de winter afgedekt met een laagje compost, dan is die waarschijnlijk onkruidvrij en luchtig van structuur, dan is het omwoelen met de spitvork waarschijnlijk voldoende.
Afdekken
Voor het zaaien. Je kan de natuur een handje toesteken door al vroeg in het voorjaar stukjes grond af te dekken met zwarte plastic, zo blijft de grond droog en warmt hij ook wat sneller op. En ben je minder afhankelijk van het weer om te kunnen starten in de moestuin. Bij langere droge periodes gaat de plastic er beter af om het drogen te bespoedigen.
Na het zaaien kan je de kieming makkelijker maken door af te dekken met doorzichtige gaatjesplastiek of vliesdoek. De warmte zal de zaden sneller doen kiemen. Hevige regen zal de grond niet toeslaan. En bij schrale voorjaarswind droog het onder de folie of groeivlies niet uit.
Lees het artikel Plastiekfolie en vliesdoek helpen de vroege moestuinder om te zien hoe ander moestuinders gebruik maken van afdekking om teelten te vervroegen.
Plantenopkweek
Is het buiten niet goed, binnenshuis of in de kas, tunnel of koude bak konden we wel al volop uitzaaien en plantjes opkweken (zie de nieuwsbrief van vorige maand, 16 februari). Er is nog steeds volop de mogelijkheid om broccoli, bloemkool, spitskool, slaplantjes zelf op te kweken zoals in de vorige nieuwsbrief aangegeven. Onder bescherming kan er nu ook nog herfst- en winterprei gezaaid worden. Wat in februari nog niet kon, wegens te vroeg, was de opkweek van Selder (artikel over de teelt) en peterselie (artikel over de teelt) Dit kan vanaf nu wel, maar dan wel best in een warme ruimte om de kieming te bespoedigen. Warmte is bij selder ook belangrijk om vroegtijdige bloei (opschieters) te vermijden. De zaaiperiode voor knolselder en bleekselder is vrij kort en situeert zich tussen half maart en half april. Waarom is die periode zo kort? Wel, de zaadjes zijn zeer fijn, de kieming verloopt traag, en de begingroei is niet zo snel. Zelf selder opkweken is eigenlijk niet aan te raden voor ‘eerstejaars’ tuiniers. Bij het zaaien binnenshuis of in de kas zijn temperatuur en licht de sleutelwoorden. Tot aan de kieming kan je het zaaibakje best zo warm mogelijk zetten. Vanaf het moment dat de zaadjes aan het kiemen gaan, is licht veel belangrijker. Dan moet je het zaaibakje bij heel veel licht plaatsen. Bij te weinig licht fileren de planten en worden ze dun en zwak.
Organische bemesting
Bij het spitten wordt er stalmest, compost of eventueel gedroogde koemest ingewerkt. Dit is de basisbemesting. De hoeveelheid hangt af van de vruchtwisselingsgroep. Koolgewassen en vruchtgroenten en aardappelen hebben een grote behoefte aan stalmest of compost. Bladgroenten, hebben net iets minder nodig maar zijn hoe dan ook zeer dankbaar voor een flinke organische bemesting. Veel Wortelgroenten en peulgewassen behoeven op goed onderhouden grond geen organische voorraadbemesting. Uitzondering zijn de aardappelen die niet houden van een te arme grond, dat lees je dan wat verder in dit artikel. Afhankelijk van de teelt die op het perceel komt wordt deze organische voorraad bemesting dan aangevuld. Dit kan met minerale, samengestelde meststof of gedroogde, organische mest met verrijkte samenstelling zijn.
Zie ook het artikel "kiezen tussen minerale en organische handelsmest aan de hand van 10 vragen"
Door de natte winter en het koude voorjaar zal de hoeveelheid direct beschikbare stikstof eerder beperkt zijn. Ook de compost zal pas later voeding afgeven. Wil je daar het fijne van weten, dan is het artikel “Stikstof bij vroege groenten vraagt aandacht” aan te bevelen lectuur. Zo lees je daar waarom je in het vroege voorjaar soms wat snelwerkende stikstof kan geven.
Ajuin en andere wortelgroenten
Denk eraan dat niet alle vruchtwisselingsgroepen gediend zijn met stalmest. Met name het perceel van de wortelgewassen (ajuin, wortelen, sjalot) en van de peulgewassen krijgt geen stalmest, een zeer kleine hoeveelheid goed verteerde compost (5 liter per m²) kan wel. Stalmest kan bij wortelen en witloof en schorseneer kan zelfs vertakte wortelen veroorzaken.
Voor ajuin, sjalot en wortelen wordt er dus vlak voor de teelt weinig organisch materiaal ingewerkt en er wordt in principe niet bemest met stikstof. De stikstof die vrijkomt uit de humusafbraak zou op goed onderhouden percelen moeten volstaan. Twijfel je daar aan, gebruik dan maximaal 40 g/m² samengestelde meststof. Kalium toedienen voor deze wortelgroenten is dan wel belangrijk. Dit is ook een aanrader bij de bemesting van aardappelen. Gebruik daarvoor bijvoorbeeld patentkali (30% Kalium). Een goede dosis is op lichte grond 60 gram/m². Op zwaardere grond, waar de kalium tijdens de winter minder uitspoelt is 40 g/m² voldoende. Bij wortelen moet de kaliumgift tijdig gebeuren. Kiemplantjes van worteltjes verdragen geen verse mest, dit geeft verbranding door een te hoge zoutconcentratie. Een organische kaliumbron zoals vinasse (38% K) kan ook gebruikt worden. Kalium is bij veel groenten een zeer belangrijk voedingselement, bij wortelgroenten en vruchtgroenten zelfs belangrijker dan stikstof.– Lees daartoe het artikel Kalium bij groenten. – Stop de plantajuintjes niet helemaal in de grond, zeker niet op zware grond of probeer eens de tip van Adelin uit : Ajuin planten op worteldoek. – Lees ook Ajuin en sjalot planten
Erwten en peulen
Het perceel van de erwten kan een kleine dosis samengestelde snelwerkende meststof (30 g/m²) krijgen als startbemesting. De grond is koud, de mineralisatie is nog niet op gang gekomen en de voorraad aan stikstof is tijdens de winter flink uitgespoeld. Als ze wat groter zijn halen de erwtenplanten de stikstof uit de lucht via de wortelknobbeltjes die op de wortels zitten. Daarin zitten bacteriën die de stikstof omzetten tot nitraten en die zijn opneembaar voor de plant. Na de teelt van erwten of bonen zal de grond meer stikstof bevatten. Zeker als we de erwten of bonen boven de grond afknippen en de wortelresten in de grond laten.
– Lees Erwten zaaien en planten (volledige teelthandleiding) en ook erwten voorkiemen. – zaaikalender erwten en peulen
Zowel voor erwten als voor tuinbonen is voorkiemen een aanrader. Of zelfs het voorzaaien van erwten of tuinbonen in potjes is nu nog zinvol, want velen voorzien pas in april te kunnen starten in de moestuin.
Spreid de erwten open en leg ze in een bodem van water die net boven de erwten uitkomt en laat ze zwellen. Enkele uren later is het water bijna verdwenen en giet ik er nog wat water bij tot halfweg de hoogte van de erwten. Daarna houden we de erwten gewoon vochtig. Dit kan door ze open te spreiden in één laag. Het schaaltje, waar een bodempje van hooguit één mm water inzit, dek ik af met een folie zonder echte volledig af te sluiten. Giet eventueel het bodempje water twee keer per dag en vervang het door vers water. Na een viertal dagen zie je een worteltje verschijnen. Deze gekiemde erwtjes kan je dan uitzaaien in de tuin. Zaai je erwten in de groentetuin die niet voorgekiemd zijn, dan duurt het toch zeker een week voor het worteltje te voorschijn komt. Is de moestuin nog niet bewerkbaar, dan kan je de erwtjes ook in potjes uitzaaien, zaai er dan een drietal per potje. Die kan je dan later uitplanten.
Heb je al eens sugarsnaps uitgeprobeerd in plaats van peultjes. Ik wel, en het was echt een meevaller. Je ziet het in deze fotoreportage : suikererwten of peultjes? En je ziet er ook nog eens hoe je te werk gaan bij het voorkiemen of voorzaaien in potjes.
Tuinbonen, alhoewel ook vlinderbloemigen mogen een grotere dosis snel werkende kunstmest (40-50 g/m²) én ook wat organische mest (10 liter compost per m²)
Heb je zin om tuinbonen te telen, maar geen idee hoe te beginnen aan deze eiwitrijke groenten? – Lees dan Tuinbonen van zaaien tot oogsten, de serie in vier delen.
Tuinbonen zijn echt gemakkelijk te telen, het enig probleem zijn de bladluizen die later op het seizoen de jonge scheuten aantasten. Maar dat kan bij jou eigenlijk niet meer gebeuren, want al tientallen lezers zonden tips in voor het artikel "Tuinbonen, luizenprobleem"
Bladgewassen en koolgewassen
Bloemkolen, broccoli, spitskool en spinazie hebben behoefte aan een rijkere grond. Hier gebruiken we zowel stalmest of compost alsook een samengestelde meststof. Hou er bij de vroege teelten rekening mee dat de organische bemesting niet onmiddellijk ter beschikking is van de plant. En dat de mineralisatie en omzetting van organische mest zo vroeg op het jaar heel gering is. Vandaar dat hier een aanvulling met samengestelde, snel werkende kunstmeststof een voordeel is (80 g/m²). Wilt u zich wat verdiepen in wat hierboven kort weergegeven is, lees dan eens het artikel Stikstofbemesting bij vroege groenten vraagt bijzondere aandacht.
Ook een tip speciaal voor dit voorjaar, voor wie nog niet kan beginnen in de vollegrond en toch niet alle tijd wil verliezen : het artikel voorzaaien van spinazie in potjes.
Aardappelen
Ook aardappelen hebben een grote behoefte aan organische mest. Maar hier moeten we opletten met te veel aanvulling van samengestelde meststof. Te veel stikstof veroorzaakt overdadige loofgroei, met een slechte kwaliteit van de aardappelen en meer kans op aardappelplaag tot gevolg. Een bijbemesting met Kalium, zoals uiteengezet in het artikel Bemesting aardappelen is daarentegen een aanrader. Zo vermijd je een overdadige loofgroei en is de kwaliteit van de aardappelen veel beter. Gebruik daarvoor patentkali (30% K). Een goede dosis is op lichte grond 60 gram/m². Op zwaardere grond, waar de kalium tijdens de winter minder uitspoelt is 40 g/m² voldoende.
Kan je wat tijd nemen om je te verdiepen in de aardappelteelt vanaf de aankoop van het plantgoed tot het oogsten. Dan is de link "gratis cursus aardappelen telen in de groentetuin” aan te bevelen.
Waarschijnlijk is de grond nog te nat en te koud om te planten. Maar, als je dit nog niet gedaan hebt, koop nu wel uw pootgoed. Je kan het immers een maand laten voorkiemen. Het is weinig zinvol vroege aardappelen te planten die nog niet voorgekiemd zijn. Zo verlies je een flink stuk van de vroegheid en wordt het aantal groeidagen veel langer.
Wil je eens wat speciaals uitproberen? Dan is er het artikel “aardappelen telen boven de grond” !
Nu tijd om raapstelen om in open lucht te zaaien.
Wie straks als eerste verse groenten uit zijn tuin wil halen moet misschien eens denken aan raapstelen. Moeilijk is het helemaal niet. En het resultaat van uw inspanningen wordt vrij snel beloond. Lees nu alles over de teelt van raapstelen
Het planten van aspergeplanten ( gezaaid of gekocht)
Maart is een goede periode om asperges te planten. Gekochte planten, of misschien wel zelf gekweekte planten. In dit artikel leest u over hoe je te werk gaat bij het planten van asperges en wat de aandachtspunten zijn. Vanzelfsprekend kunt u op dezelfde manier te werk gaan als u planten gekocht hebt. Met tien stap-voor-stap foto’s.
Lees het artikel over asperges planten, kik hier.
Rabarberpotten.
Kent u ze al, die decoratieve rabarberpotten om vroeg in het voorjaar langgerekte rabarberscheuten te hebben? Lees verder.
10 verschillende groentevullingen voor eieren.
Voor de Paaslunch. Gevulde eitjes zijn een verrassend hapje vooraf. Niet alleen voor de paasbrunch of het traditionele paasmaal, maar voor alle feestelijke gelegenheden. Vooral voor kinderen zijn ze plezierig om maken. Laat de jongste kinderen helpen om de eitjes uit te lepelen, eiwit en dooier te prakken, de groenten te mengen of de eitjes te vullen. Oudere kinderen die met een mes overweg kunnen, mogen de groenten ook in reepjes en blokjes snijden.
Lees verder
Groenten zaaien ? Hoe afdekken?
De groentezaden afdekken met tuingrond is niet altijd eenvoudig. Soms is de grond te droog, soms bevat hij te veel kluiten. En onstaat er korstvorming waardoor de zaden niet boven raken. Verder bevat deze grond ook onkruidzaden die dan tegelijkertijd met de groenten en tussen de groenten kiemen.
Herman De Moor was op zoek naar een goede methode om, bij het ter plaatse zaaien, de zaden af te dekken en de boven genoemde nadelen te omzeilen. Zijn resultaten met een aangepast grondmengsel om de zaden af te dekken waren dusdanig goed, dat hij het de moeite vindt om deze teelttechniek, in de vorm van een artikel, aan de lezer(s) te laten geworden.
Lees hier de nuttige zaaitip van Herman.
Hoe zit dat nu eigenlijk met de plantdatum van aardbeien?
Heb je net op GroentenInfo gelezen dat je aardbeien best plant zo ergens in augustus. Dan kom je dan één van deze dagen in het tuincentrum, en zie je daar aardbeienplanten in potjes staan. Of misschien, zoals ik vorige week, aardbeiplanten uit de koelcel, verpakt als in turfmolm, in het rek van de bloembollen. Deze laatste zijn dan zogenaamde frigoplanten.
Hoe zit dat nu? In augustus planten of in maart? Of…?
In dit artikel wordt er uitgelegd waarom aardbeien van oudsher in augustus geplant worden. En dat er nu ook de mogelijkheid is om in het voorjaar te planten. Maar wat is nu het beste?
Lees verder
Radijs als tussenteelt
Vergeet niet om de, in het begin, nog ruime tussenafstand tussen de rijtjes sla, ajuin, erwten op te vullen met wat radijsjes. Zaai er niet meer dan nodig, maar zaai er iedere week. Later op het seizoen is radijs minder makkelijk. Op lichte grond raakt de radijs snel aangetast door de made van de koolvlieg. En bij grote hitte/droogte word radijs snel voos. Radijsjes horen dan ook bij de (vroege) lente.
Alleen in de lente kan je ze overal in de tuin zaaien. Later op het seizoen kunnen ze ook de drager zijn van knolvoet en horen ze net als alle andere koolgewassen thuis op een apart perceel.
Rode biet
- Voor de bewaarteelt van rode biet is het nog wat vroeg, maar toch kan je vanaf eind maart al een vroege teelt van rode biet in open lucht zaaien. Rode biet vraagt wat meer voeding dan andere wortelgroenten. Geef als extra bovenop de organische bemesting een 50g/m² van een kaliumrijke, samengestelde meststof (12+10+18). Je kan de rode biet al jong oogsten. Je kan gerust wat dichter zaaien dan aangegeven. De zaailingen die je uitdunt kan je gebruiken al vroeg gebruiken als baby-leaf.
Wortelen Voor de grovere Nantes-types (zomerwortel, waspeen) is het nog wat te vroeg, net zoals voor de winterwortel. Maar de wortelen van het type Amsterdamse Bak (bospeen, busselwortelen, jonge worteltjes) kunnen nu volop gezaaid worden. Gebruik geen stalmest. Ook een stikstofbemesting is voor deze jong te oogsten wortelen niet nodig. Kalium wel. Bij wortelen moet de kaliumgift tijdig gebeuren. Kiemplantjes van worteltjes verdragen geen verse mest, dit geeft verbranding door een te hoge zoutconcentratie. Gebruik ongeveer 45 gram patentkali per are. Een organische kaliumbron zoals vinasse (38% K) kan ook gebruikt worden. Wie in maart worteltjes zaait en deze tijdig/jong oogst, kan nog net de wortelvlieg voor zijn. Vanaf 10 april is afdekking met insectengaas aan te raden. Aangezien wortelen en ajuin ongeveer dezelfde voedingsbehoefte hebben kan je ook afwisselend een ruitje ajuin en wortelen zaaien om zo de aantasting door wortelvlieg te verminderen. Er ontstaat dan geurverwarring. Maar enkel afdekken met insectengaas biedt 100% bescherming. Moet je de worteltjes dunnen of wieden, verwijder dan het doek ‘s morgens vroeg. Dan is de wortelvlieg nog niet actief.
Raadpleeg bij twijfel over het juiste tijdstip en afstanden van de groenten de teeltschema’s voor alle groentesoorten
De Groente en Fruit Encyclopedie, vijfde druk is verschenen.
-
De Groente en Fruit Encyclopedie,
vijfde druk is uit!
De Groente en Fruit Encyclopedie heeft nogmaals zijn kwaliteit bewezen!Vooral de mond aan mond reclame van de vele tuinliefhebbers die het boek kochten zorgt ervoor dat de Groente en Fruit Encyclopedie steeds in de aandacht blijft. Daarom mijn welgemeende dank aan de meer dan tienduizend mensen die de Groente en Fruit Encyclopedie in de afgelopen jaren hebben aangeschaft.
-
Lees nu alle info over de vijfde druk van de Groente en Fruit Encyclopedie.
Een vraag : kun je doorgeschoten andijvie nog w el eten ?
Jullie nieuwsbrief kreeg ik van een vriend, graag zou ik hem ook willen ontvangen.
Vriendelijke groet, Harmke
@ hienekamp
skrol eens naar boven EN rechts staat nieuwsbrief
aanklikken en dan doe je verder.zo kun je uw nieuwsbrief aanvragen.
met vriendelijke groeten.
fil
@ hienenkamp ook uw mailadres in geven a u b
groeten .
fil
Hallo Roger,
Ik los 2gr. Patentkali op in 1liter water. En deze samenstelling geef ik aan mijn plantjes.
Veel succes!
André
Volgens mij heeft het geen zin wat dan ook toe te voegen aan de jonge tomatenpl,als men later uitplant in een wat grotere pot gebruikt men gewoon de betere potgrond,keuze genoeg.
Hallo,
mijn tomatenplantjes zijn na al ongeveer een 6tal cm groot.De zaailingen heb ik uitgeplant in gewone universele potgrond verrijkt met meststof.
Mijn vraag is nu :moet ik nog bijmesten tot de planten bekwaam zijn om uitgeplant te worden,ong.half Mei ??
mvgr,
Roger